Enkele weken geleden is er een zwaar grensoverschrijdend incident geweest in het Sinbad. Een man viel een vrouw lastig door tot tweemaal toe naast haar te gaan staan al masturberend. Het is niet mijn bedoeling om hier deze specifieke zaak te bespreken. Deze zaak is in handen van de politie en overgemaakt aan het parket, maar zal waarschijnlijk spijtig genoeg geseponeerd worden doordat de dader vooralsnog niet kon worden geïdentificeerd.
Naar aanleiding van deze zaak willen wij voorstellen om de procedure die geldt in het Sinbad bij seksueel grensoverschrijdend gedrag en openbare zedenschennis aan te passen. De beheerder van het zwembad meldde immers aan het slachtoffer dat het niet gebruikelijk is om dergelijke voorvallen te signaleren aan de politie. Dit werd ondertussen ook bevestigd door de burgemeester en schepen Buysrogge in het antwoord op mijn schriftelijke vraag:
Toen het slachtoffer deze zaak aanhangig maakte bij de politie, was de eerste reactie van de politie: “Het zwembad had onmiddellijk naar de politie moeten bellen. Dit verhoogt de pakkans aanzienlijk.” De reactie van de politie lijkt ons de juiste te zijn. Ook in deze specifieke zaak had een directe oproep bij de politie een verschil kunnen maken. Bovendien kan een kordate aanpak eventuele toekomstige slachtoffers helpen doordat zij dan een extra slag om de arm hebben. Bij dit soort van misdaden is er immers vaak een gebrek aan bewijs.
In het schriftelijk antwoord (zie bijlage) wordt gesteld dat “er de laatste vijf jaren geen enkele formeel geformuleerde klacht van seksueel grensoverschrijdend gedrag is geweest. Er zijn twee gevallen, waarin Sinbad achteraf werd betrokken doordat de politie medewerking vroeg via getuigen en/of beelden.”
We denken dat we deze cijfers best kritisch benaderen. Ten eerste: in dit specifieke geval bijvoorbeeld werd het slachtoffer op geen enkel moment de optie aangeboden om formeel klacht neer te leggen, ondanks het feit dat het slachtoffer meermaals contact heeft gehad met het onthaal, een redder en de beheerder, zowel telefonisch, via mail als face-to-face. Ten tweede: algemeen kunnen we stellen, net zoals 1712 stelt bij familiaal geweld, dat zulke officiële cijfers niets zeggen tenzij er een prevalentie-onderzoek heeft plaatsgevonden. En als slot: zelfs één geval is er één te veel.
Ik wil hier niemand met de vinger wijzen. Bij gebrek aan duidelijke procedure en protocol bij seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag redeneert men gemakkelijk vanuit onwetendheid of ‘we moeten aan ons imago denken’, zonder te beseffen dat men daarmee het slachtoffer in de kou laat staan.
Zowel de beheerder als onze burgemeester en schepen Buysrogge stellen dat de huidige procedure “tot stand gekomen uit ervaring en overleg met redders en andere zwembadbeheerders, is gebaseerd op wat in de zwembadsector de gewoonte is”.
Begrijpelijk, maar als blijkt dat een procedure lacunes vertoont, dan pas je de procedure aan. We weten allemaal – en de #metoo-beweging heeft dat meer dan ooit duidelijk gemaakt – dat we op vlak van seksueel grensoverschrijdend gedrag nog een lange weg te gaan hebben. Om een positief voorbeeld te geven: in Gent werd naar aanleiding van een zaak van grensoverschrijdend gedrag in het zwembad Rozebroeken in 2019, na een interventie in de gemeenteraad de procedure aangepast en wordt nu de politie steeds verwittigd bij seksueel grensoverschrijdend gedrag.
In het antwoord op onze schriftelijke vraag stelden de burgemeester en schepen Buysrogge dat in Sint-Niklaas “een specifieke procedure naar ongewenst seksueel gedrag van bezoekers niet voorhanden is (in de stedelijke sportcentra), evenmin is dat het gevaI voor de culturele instellingen.” Nochtans stelde het Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer in 2014 al dat “17% van de volwassenen vandaag hadden in hun kindertijd en jeugd minstens één ervaring met seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG) in een sportomgeving”.En dat is nog maar een deel van de slachtoffers.
We hebben ook een advocaat geconsulteerd. Deze wees erop dat anno 2020 het eerder gebruikelijk is dat er een specifieke procedure is uitgewerkt voor alle vormen van seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag. Die moet ook duidelijk gecommuniceerd worden in het publieke reglement van inwendige orde.
Het kadert ons inziens ook in één van de speerpunten van het zonaal veiligheidsplan 2020-2025 dat onder meer stelt dat “de lokale politie Sint-Niklaas in de periode 2020-2025 de aangiftebereidheid voor seksuele misdrijven zal verhogen” en dat “de politiezone zal bijdragen tot (…) protocolakkoorden met andere diensten voor betere samenwerking inzake crisissituaties (…) en zal investeren in een dagelijkse beeldvorming van dit fenomeen.”
Een handelingsprotocol en een gestandaardiseerde procedure bij de aanpak van seksueel geweld is een standaard good practice die al vaak beschreven is. Het Europees Parlement liet bijvoorbeeld een grote studie uitwerken: “Overview of the worldwide best practices for rape prevention and for assisting women victims of rape”. Daarin wordt duidelijk beschreven hoe een lokale overheid een gestandaardiseerde en overkoepelende procedure en beleid moet uitwerken om te voorkomen dat slachtoffers in de kou blijven staan. Zeker in zwembaden is dit van cruciaal belang.
Concreet waarschuwt de studie voor het fenomeen van de ‘re-victimization’: slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld die door gebrekkige procedures een tweede maal slachtoffer zijn. Dit doordat er bijvoorbeeld niet naar de slachtoffers wordt geluisterd, getuigenissen in vraag worden gesteld, bij wie de misdaad wordt gerelativeerd … het gebeurt zelf nog al te vaak dat de slachtoffers volledig onterecht zelf met de vinger worden gewezen. Victim blaming en secondary victim blaming heet dat. Terwijl deze zaken strafbaar zijn bij wet en een klacht bij de politie net huidige en toekomstige slachtoffers kan helpen.
Het lijkt ons belangrijk dat er meer aandacht aan alle vormen van seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag wordt gegeven en dat er vanuit de samenleving, en dus zeker vanuit de stad, een signaal wordt gegeven dat dit niet kan getolereerd worden.
Daarom leggen we volgend voorstel van beslissing voor:
Dit lijkt ons een zeer eenvoudige maatregel die geen geld of extra middelen kost en gemakkelijk in te voeren is, maar die wél de pakkans aanzienlijk vergroot, huidige en toekomstige slachtoffers kan helpen en een duidelijk signaal is tegen victim blaiming.