Voor elk gebouw zal een gebouwscenario uitgewerkt worden. Deze informatie wordt, per gebouw, geïntegreerd in het digitale systeem van de stad (MyMCS). Ook onbebouwde percelen worden bekeken en opgenomen.
Het aanlooptraject, voornamelijk bestaande uit twee voorbereidende vergaderingen (inclusief voorbereiding en vervolgacties) is gebundeld in werkpakket 1 (WP1). WP 1 wordt gratis aangeboden in het kader van SURE2050.
Eenheidstarieven (regiewerk)
Categorie | Tarief per uur (exclusief BTW) |
Medior expert | 90 EUR
|
Senior expert | 110 EUR
|
Senior Project manager
| 125 EUR
|
De eigenlijke uitvoering van het project zit vervat in de werkpakketten WP2 tot en met WP5. De taken die deel uitmaken van de werkpakketten, zijn opgelijst in bijlage A. Voor elke taak is een raming van de kosten gemaakt, op basis van de verwachte tijdsinput. Voor sommige taken zal de uiteindelijke kost afhangen van het aantal eenheden dat de stad bestelt, bijvoorbeeld het aantal Quickscans. Om de uiteindelijke verrekening mogelijk te maken, werden de eenheidsprijzen vermeld.
De raming van de kostprijs is momenteel opgesteld op basis van volgende aannames:
- 50 gebouwen op te nemen in portefeuille-analyse (diverse taken);
- 15 Quickscans (cf. T3.45);
- 3 workshops om huisvestingsbehoeften in kaart te brengen (T2.25);
- 15 gebouwen met Erfgoedstatus (T3.65);
- 25 gebouwen waarvan asbest en overige risico’s in kaart gebracht moeten worden (T3.60).
Op basis van deze aannames, wordt de totale kostprijs geraamd op 98.918 EUR, exclusief BTW.
De bedoeling is om het SVP op te leveren tien à twaalf maanden na de opdrachtverstrekking (november 2021).
Europese richtlijn 2011/7/EU betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, gewijzigd bij wet van 16 februari 2017.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en de daarbij behorende koninklijke besluiten en alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, artikel 32.
Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 56 §3, 5°.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 15 december 2020 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.
Uit de nulmeting in 2011, naar aanleiding het burgemeestersconvenant, bleek dat ca. 72 % van de CO2-uitstoot van de stad als organisatie, afkomstig was van haar gebouwen (gas en elektriciteit). Het overige aandeel is afkomstig van het voertuigenpark (12 %) en de openbare verlichting (16 %). In 2017 werd een verlaging van de uitstoot van 41 % vastgesteld voor het voertuigenpark (grotendeels gerealiseerd door afbouw) en 7 % voor de openbare verlichting door verledding. Voor de gebouwen werd daarentegen een meerverbruik van 10 % vastgesteld. De inspanningen in het kader van het Energiezorgplan in samenwerking met Fluvius, blijken niet voldoende om de tekorten uit het verleden weg te werken én de groei van ons patrimonium te kunnen compenseren.
De Vlaamse langetermijnvisie gebouwen 2050 (29 mei 2021) schrijft een strategie voor niet-woongebouwen voor. Voor niet-woongebouwen streeft Vlaanderen naar een koolstofneutraal gebouwenpark voor verwarming, sanitair warm water, koeling en verlichting tegen 2050, met een voorbeeldrol voor de overheid. Voor de publieke kantoorgebouwen wordt voorgesteld om de voorbeeldrol waar te maken door al in 2045 te voldoen aan de langetermijndoelstelling van een koolstofneutraal gebouwenpark.
In het strategisch vastgoedplan zal concreet gemaakt worden welke maatregelen nodig zijn om het stedelijk patrimonium klimaatneutraal te maken tegen 2045-2050. Omdat gebouwen maar één transactiemoment meer hebben (= diepgaande renovatie) tot 2050, is het belangrijk om nu keuzes te maken teneinde de investeringen correct te kunnen plannen en besteden. Minstens de Vlaamse doelstellingen uit voorgemelde visie moeten de uitgangsprincipes zijn van het plan.
Uit de audit patrimonium (2020) (met als doelstelling het administratief patrimoniumbeheer van stad en OCMW doelgerichter en transparanter te maken), kwamen onder meer volgende acties naar voor:
- Het ontwikkelen van een gemeenschappelijke, geïntegreerde visie op patrimoniumbeheer.
- Het vertalen van een visie en een strategie rond patrimoniumbeheer, met het bepalen van prioriteiten.
- Het opmaken van een kostprijsberekening van het patrimoniumbeheer.
Het antwoord van deze acties zit grotendeels vervat in het strategisch vastgoedplan. Dit plan zal de basis leggen om naast administratief patrimoniumbeheer ook strategisch te kunnen handelen, rekening houden met tal van factoren zoals kosten, behuizingsbehoeftes, beleidskeuzes...
Er is nood aan een strategisch vastgoedplan om te kunnen inspelen op de toenemende onderhoudskosten (vervangingsinvesteringen en preventief onderhoud) ten gevolge van de normale veroudering van het patrimonium. Bovendien nemen de wettelijke verplichtingen op vlak van legionellabeheersing, elektriciteit, ventilatie, verwarming, brandpreventie... verder toe. Het wordt steeds moeilijker om met kleine ingrepen de bestaande technische installaties en bouwkundige infrastructuur te laten voldoen aan de wettelijke bepalingen en de minimale comforteisen van onze interne klanten.
Het strategisch vastgoedplan zal de leidraad vormen om te evolueren naar een duurzaam, beheersbaar en betaalbaar gebouwenpatrimonium voor stad en OCMW. Aan de hand van het SVP kunnen we strategische keuzes maken om gepast om te gaan met volgende uitdagingen:
- De enorm oplopende kostprijs voor onze gebouwen (investeringskost voor nieuwbouw is in de afgelopen tien jaar ongeveer verdubbeld, exploitatiekosten lopen op door de fors toegenomen aanwezigheid van technische installaties, energiekost loopt op door stijgende energietarieven).
- De zware uitdaging op klimaatvlak (ambitie burgemeestersconvenant, klimaatplan), toekomstige verwachtingen zijn gigantisch (Vlaamse langetermijnvisie 2050 voor niet-residentiële gebouwen).
Een geheel andere aanpak in de omgang met ons patrimonium is absoluut noodzakelijk en de omschakeling moet nu gebeuren, rekening houdende met het groot aantal gebouwen en een levenscyclus van twintig à dertig jaar voor grote patrimoniuminvesteringen. Het SVP zal voor alle gebouwen een uitspraak doen over de toekomstmogelijkheden gebaseerd op tal van duurzaamheidsaspecten: de bouwkundige en bouwtechnische staat, de energieperformantie, de afstemming op de noden van het gebruik/de gebruikers, de bezettingsgraad, de schaal, mogelijkheden naar meervoudig gebruik,...
de overeenkomst tussen de stad en Factor4 met betrekking tot het facilitatietraject ‘Begeleiding bij het opstellen van een Strategisch Vastgoedplan' goed te keuren.
De overeenkomst wordt gesloten met Factor4 bvba, Lange Winkelhaakstraat 26, 2060 Antwerpen, voor een bedrag van 98.918
EUR + 21 % btw = 119.690,78 EUR, inclusief btw.
Een exemplaar van deze overeenkomst wordt aan de notulen van deze zitting gehecht.