Notulen  raad voor maatschappelijk welzijn

In uitvoering van het decreet lokaal bestuur worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergaderingen aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd ter goedkeuring.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 74, 277 §1 en 278 §1.

Artikel 38 volgens artikel 74 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vaststelt waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen in verband met de werking van de raad en dat dit huishoudelijk reglement op elk moment kan worden gewijzigd.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurde het huishoudelijk reglement goed in zitting van 29 april 2019 en keurde enkele wijzigingen goed in zitting van 26 juni 2020. Het is aangewezen opnieuw een artikel van dit huishoudelijk reglement aan te passen.
De wijziging heeft betrekking op de werkwijze bij het niet behandelen van aanvullende agendapunten (artikel 4 §2).

Decreet lokaal bestuur, artikel 38 volgens artikel 74.

De firma Durabrik Bouwbedrijven nv, Landegemstraat 10, 9031 Gent, wenst op basis van een zogenaamde CBO-procedure sociale woningen te bouwen op een perceel grond gelegen in het Gerdapark, kadastraal bekend, 4de afdeling, sectie D, deel van nr. 821K.
Op een ander deel van dit perceel is het de bedoeling dat er door SIF Toontjeshuis cvba-so, een woonproject gerealiseerd wordt voor personen met een beperking. Hiervoor wenst het OCMW een erfpachtrecht te verlenen. Voor de realisatie van het woonproject van het Toontjeshuis zal deze cvba-so samenwerken met de firma Durabrik Bouwbedrijven nv.
De oproep Constructieve Benadering Overheidsopdrachten (CBO) is een mededingingsprocedure met onderhandeling op basis van art. 38, §1, 1°, c) van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016. De Europese bekendmakingsregels worden nageleefd. Via de CBO-procedure stelt de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) ondernemers aan die sociale woningen ontwerpen en bouwen op gronden die ze aan een sociale huisvestingsmaatschappij verkopen. Elk afgesloten contract behandelt dus de bouw van sociale woningen, inclusief het ontwerp en de verkoop van de grond aan een sociale huisvestingsmaatschappij. De CBO-procedure wil zoveel mogelijk aannemingsovereenkomsten binnen het beschikbare budget afsluiten. Eén van de eisen van de CBO-procedure is dat de voorgestelde grond in volledige eigendom aan de inschrijver toekomt. Als de eigendom van de grond aan een derde toekomt, moet er bij de indiening van het dossier een samenwerkingsovereenkomst worden toegevoegd waarbij de inschrijver en de grondeigenaar hun samenwerking voor de CBO-procedure bevestigen. 

De inschrijving tot de CBO-procedure moet tegen uiterlijk 12 februari 2021 gebeuren en bestaat uit drie fasen:
- in fase 1 oordeelt de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of de inschrijver aan de vooropgestelde selectiecriteria voldoet en of de voorgestelde grond aan de gestelde eisen voldoet;
- in fase 2 wordt het project beoordeeld. De best gerangschikte projecten kunnen, voor zover het budget van deze procedure het toelaat, doorgaan naar fase 3;
- in fase 3 van deze onderhandelingsprocedure kan de sociale huisvestingsmaatschappij de grond aankopen en een aannemingsovereenkomst voor de bouw van de woningen afsluiten.

De samenwerkingsovereenkomst neemt van rechtswege een einde wanneer hetzij:
- in fase 1 de inschrijver niet voldoet aan de selectiecriteria of wanneer het grondvoorstel negatief wordt beoordeeld;
- na einde fase 2 de overheidsopdracht niet aan de inschrijver wordt gegund;
- in fase 3 de overheidsopdracht aan de inschrijver wordt gegund en de grondeigenaar de grond heeft verkocht aan de sociale huisvestingsmaatschappij.
Durabrik Bouwbedrijven nv heeft eerder deelgenomen aan dergelijke procedure en stelt dat de kans zeer groot is dat de opdracht aan hen zal toegekend worden.
Door het afsluiten van deze samenwerkingsovereenkomst verbindt het OCMW zich ertoe om voor de gehele duur van de overeenkomst de voorgestelde grond niet te vervreemden, noch een zakelijk of persoonlijk recht aan derden toe te staan, uitgezonderd de eventuele verkoop aan een sociale huisvestingsmaatschappij die een aannemingsovereenkomst zal sluiten binnen deze CBO-procedure.

De verbintenistermijn start op de uiterste datum waarop de aanvraag tot deelname aan de CBO-procedure ingediend mag worden en eindigt als de inschrijver en de sociale huisvestingsmaatschappij het contract afsluiten.
- Fase 1 (selectiefase): 12 februari 2021 + 100 kalenderdagen => 23 mei 2021
- Fase 2 (gunningsfase): 12 februari 2021 + 420 kalenderdagen => 8 april 2022
- Fase 3 (onderhandelingsfase): 12 februari 2021 + 770 kalenderdagen => 24 maart 2023

In fase 3 wordt met de sociale huisvestingsmaatschappij de timing bepaald voor de stappen die moeten gebeuren voordat de sociale huisvestingsmaatschappij de werken kan bestellen. Ook de uitvoeringstermijn voor de werken wordt in deze fase bepaald.
Om de aanvraag voor de CBO-procedure te kunnen indienen moet Durabrik Bouwbedrijven nv dus over een samenwerkingsovereenkomst beschikken met het OCMW als grondeigenaar evenals over een verklaring betreffende de voorgestelde grond.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 77, 78 en 84
Wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
Besluit van de Vlaamse Regering van 11/09/2020 tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021
Besluit Vlaamse Codex Wonen, boek 4, deel 1, titel 2, hoofdstuk 2, afdeling 1
Ministerieel Besluit van 15 september 2017 houdende vaststelling van het kader voor de renovatietoets en de lokale woontoets en van het financiële kader ter uitvoering van artikel 4, eerste lid van het Procedurebesluit Wonen van 14 juli 2017

SIF Toontjeshuis cvba-so, Koekoekstraat 72, 2627 Schelle, wil op een perceel grond gelegen in het Gerdapark een woonproject realiseren bestaande uit minimaal twaalf woonentiteiten, bestemd voor bewoning door personen met een beperking.
Dit woonproject maakt deel uit van een groter project op de site in het Gerdapark waarbij het de bedoeling is om ook noodwoningen van het OCMW en sociale woningen op te richten. Het dossier voor de realisatie van de sociale woningen via een CBO-procedure van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen wordt ook aan de zitting van de raad van maatschappelijk welzijn van heden voorgelegd.
Op 19 november 2020 werd door Meetbureau De Rijck, Hooimanstraat 116, 9112 Sinaai, een schattingsverslag opgemaakt waarbij de grondwaarde bepaald werd op 405 EUR/m². Als vergoeding voor een erfpachtrecht wordt 2 % van de grondwaarde aangerekend. Dit komt neer op een jaarlijkse vergoeding van 8 EUR/m². Naar analogie met soortgelijke erfpachtrechten voor Vesta vzw en Bijs wordt de vergoeding aangerekend per bebouwde m². De te bebouwen oppervlakte wordt geraamd op 420 m².

De belangrijkste bepalingen van het ontwerp van overeenkomst tot vestiging erfpacht luiden als volgt:
- voorwerp: perceel grond gelegen in het Gerdapark, kadastraal bekend 4de afdeling, sectie D, deel van perceelnummer 821K;
- duurtijd: minimumtermijn van 50 jaar, ingaande op het moment dat de authentieke akte verleden wordt, met een verlenging van rechtswege voor zover de wettelijke maximumduur van 99 jaar niet overschreden wordt;
- vergoeding: 8 EUR per jaar per bebouwde m², jaarlijks aanpasbaar aan het gezondheidsindexcijfer;
- bij het verstrijken van de duurtijd van het erfpachtrecht, de opzeg van het erfpachtrecht door SIF Toontjeshuis cvba of het verbreken van het erfpachtrecht door het OCMW naar aanleiding van niet-betaling van de erfpachtvergoeding, niet-naleving van de voorwaarden van het erfpachtrecht of grove tekortkomingen door SIF Toontjeshuis cvba, worden de op te richten constructies en bouwwerken kosteloos overgedragen aan het OCMW;
- SIF Toontjeshuis cvba heeft een optie tot aankoop op de in erfpacht gegeven grond, de aankoopprijs zal overeenstemmen met de venale waarde van de grond welke op het ogenblik van het lichten van de optie van toepassing is;
- opschortende voorwaarden:

• bekomen van uitvoerbare omgevingsvergunning;
  SIF Toontjeshuis cvba verbindt zich er toe om het aanvraagdossier tot het bekomen van de vereiste omgevingsvergunning in te dienen binnen een termijn van uiterlijk 36 maanden te rekenen vanaf de ondertekening van de overeenkomst.
  Wanneer de gewenste omgevingsvergunning binnen een termijn van 12 maanden, te rekenen vanaf het indienen van de aanvraag, niet wordt bekomen, kunnen beide partijen door middel van een aangetekend schrijven de andere partij in kennis stellen van het niet-vervuld zijn van de opschortende voorwaarde en wordt de overeenkomst geacht nooit te zijn afgesloten.
  Voormelde termijn van 12 maanden beoogt het doorlopen van het aanvraagdossier bij het bevoegde college van burgemeester en schepenen, desgevallend verlengd met een beroepsprocedure.
  Beide partijen kunnen naargelang de concrete omstandigheden steeds onderling in een afwijkende regeling wat betreft de toepasselijkheid van de opschortende voorwaarde voorzien.
• Goede kwaliteit bodem:
  Partijen gaan er van uit dat het in erfpacht gegeven onroerend goed van een bodemkwaliteit getuigt welke voor het aanbrengen van het beoogde woongebouw en de bijhorende infrastructuur in aanmerking komt.

  Mocht uit onderzoeken met betrekking tot de kwaliteit en gesteldheid van de bodem blijken dat deze niet voor bouwkundig bodemgebruik in aanmerking komt, heeft de Erfpachthouder het recht om niet tot het oprichten van de beoogde constructies over te gaan.

- De authentieke akte zal verleden worden binnen de drie maanden na het vervuld zijn van de opschortende voorwaarden.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 77, 78 en 84.