In uitvoering van het decreet lokaal bestuur worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering aan de gemeenteraad voorgelegd ter goedkeuring.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 32, 277 §1 en 278 §1.
met algemene stemmen (41)
de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 26 februari 2021 goed te keuren.
In gemeenteraadszitting van 20 december 2019 werd de personeelsformatie van de lokale politie Sint-Niklaas goedgekeurd. Een politiemedewerker werd door de commissie voor de geschiktheid van het politiepersoneel (CGPP) op definitief pensioen gesteld om medische redenen vanaf 1 maart 2021. De gemeenteraad keurde dit goed in zitting van 26 februari 2021. Hierdoor ontstaat er een vacature bij de afdeling dringende politiehulp, dienst interventieteams.
De lokale politie Sint-Niklaas wil deze functie invullen via een mobiliteitscyclus. De geïnteresseerde kandidaten moeten nadien voor een selectiecommissie verschijnen die een rangschikking opmaakt van de meest geschikte tot de minst geschikte kandidaat. De samenstelling van de selectiecommissie wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Tot slot gaat de burgemeester over tot benoeming.
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 december 2005, artikel 2, dat artikel IV.I.37 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten vervangt.
Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.
Omzendbrief GPI 23 van 12 juli 2002 over de commissies van geschiktheid van het personeel van de politiediensten.
Gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2019 met betrekking tot de delegatie van bevoegdheid van de gemeenteraad aan de burgemeester voor de benoemingen van politiepersoneelsleden.
Voldoende krediet beschikbaar binnen de personeelsbegroting van de politiezone.
met algemene stemmen (41)
één functie van inspecteur van politie vacant te verklaren voor de afdeling dringende politiehulp, dienst interventieteams, en deze in te vullen op basis van de wetgeving inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
volgende selectiewijze vast te stellen:
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de plaatselijke selectiecommissie, die een rangschikking van de kandidaten opmaakt;
- de functie niet toe te kennen op basis van anciënniteit van de kandidaten.
naar aanleiding van de selectie geen wervingsreserve aan te leggen voor deze functie.
in te stemmen met de deelname van de lokale politie Sint-Niklaas aan de mobiliteitscyclus voorbehouden voor de aspirant-inspecteurs, categorie C in 2021/A2, en de navolgende ambtshalve aanwijzing, voor de invulling van één functie van inspecteur van politie in de afdeling dringende politiehulp, indien er geen kandidaten gevonden worden in de gewone mobiliteit.
De lokale politie Sint-Niklaas betaalt een bedrag van 24.819 EUR aan de provincie Oost-Vlaanderen. Begin januari 2021 werden de resterende opleidingskredieten 2020 bepaald (605 EUR), zodat deze kunnen worden verrekend met de te betalen bijdrage voor 2021.
De samenwerking met PAULO voor de opvolging van de kredieten en voor de planning van de opleidingen verloopt over het algemeen vlot. PAULO en de provincie engageren zich ertoe om transparant te blijven werken aan een doorzichtig financieringssysteem.
Het convenant treedt in werking op 1 januari 2021 en heeft een duurtijd van één jaar.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41 en deel 2, titel 7, hoofdstuk 4.
het convenant tussen de provincie Oost-Vlaanderen en de lokale politie Sint-Niklaas in verband met de vergoedingen voor de opleidingen aan PAULO-politieopleiding, goed te keuren voor 2021.
Een exemplaar van het convenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Het coronavirus COVID-19 is sinds 11 maart 2020 door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gekwalificeerd als een pandemie. Het Agentschap Binnenlands Bestuur raadt in deze fase van de pandemie aan de voorkeur te geven aan digitaal vergaderen. Het behoort tot de lokale autonomie om te beslissen over de wijze van vergaderen. Gezien de huidige gezondheidssituatie is het niet aangewezen om voltallig fysiek aanwezig te zijn tijdens de raden en de commissies. Ingevolge legt de burgemeester in de verordening van 8 maart 2021 de organisatie en werkwijze van de commissies en raden van maart 2021 vast.
Nieuwe gemeentewet, artikelen 134 §1 en 135 §2, 5°.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40, 41, 63, 287 en 288.
met 34 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, CD&V, Vooruit, PVDA) en 7 stemmen tegen (Vlaams Belang)
de politieverordening van de burgemeester van 8 maart 2021, houdende bijkomende maatregelen ter preventie van de verspreiding van het coronavirus COVID-19, te bekrachtigen.
Een exemplaar van het besluit van de burgemeester wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
In gemeenteraadszitting van 25 september 2015 werden het tracé, de aanleg en de uitrusting van de wegen van een nieuw woonproject aan de Sparrenhofstraat vastgesteld.
De straatnamencommissie opteert unaniem voor de benaming 'Pivohof'.
De naam ‘Pivo’ verwijst naar het bekendste product dat brouwerij De Baer brouwde in de jaren 1950-1970. ‘Pivo’ betekent ‘bier’ in het Tsjechisch. De gebroeders Armand en Guy De Baer haalden de inspiratie voor deze naam bij hun directeur-bierchemicus met Tsjechische roots, die ze in dienst hadden. Behalve de Pivo-pils produceerde De Baer ook de tafelbieren Delta en Export en de sterkere bieren Klaas en Tijl. De brouwerij kende een lange geschiedenis die terug gaat tot het jaar 1817. Op 31 maart 1970 stopte de bierproductie. Brouwerij De Baer was hiermee de laatste industriële brouwerij van het Waasland die de deuren sloot. Kort daarvoor had ook de Sint-Niklase industriële brouwerij Van Goethem de bierproductie stopgezet.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.
principieel akkoord te gaan met 'Pivohof' als benaming voor de het woonproject aan de Sparrenhofstraat.
het college van burgemeester en schepenen te gelasten met het vervullen van de nodige pleegvormen zoals voorzien in het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en de voorziene procedure in te zetten.
Sinds mei 2017 heeft de stad Sint-Niklaas via Centrummanagement een succesvol stedelijk loyaliteitsprogramma uitgerold waaraan midden 2020 bijna 120 lokale handelaars deelnemen. Wie bij hen aankopen doet, wordt beloond met Oh-punten. Deze Oh-punten kunnen ingeruild worden voor diverse voordelen zoals zwembeurten etc. In het vierde kwartaal van 2019 zijn ca.15.000 unieke gebruikers geregistreerd en meer dan 188.000 getrouwheidspunten binnen het stadsprogramma uitgereikt.
Het stadsbestuur heeft evenwel de intentie om vanaf januari 2022 een stadsmunt (werktitel) als voucher of waardebon voor meervoudig gebruik uit te rollen. De doelstellingen zijn: de positieve inzet van mensen voor de stad te waarderen en het lokaal winkelen actief te promoten. Hierbij wenst men dus verder te gaan dan enkel waarderen van lokaal winkelen.
De stadsmunt zal de bestaande Oh-punten vervangen en de sterke kanten ervan overnemen:
- De dynamiek van lokaal shoppen belonen blijft. Bovendien zal men deze beloning voortaan ook kunnen verzilveren bij de handelaars zelf.
- Succesvolle omruilvoordelen zoals zwembeurten, theaterbonnen, concerttickets blijft de stad mogelijks ondersteunen.
Dankzij volgende kenmerken zal de stadsmunt verder een aanzienlijke verbetering betekenen:
- Een aantrekkelijker voordelen aanbod voor burgers doordat men stadsmunten ook bij de lokale handel kan uitgeven voor de aankoop van een goed of dienst.
- Een slimme financiële injectie in het lokale handelsweefsel door bestaande eurobudgetten van de stad weloverwogen naar stadsmunten om te zetten.
- Een positief en wendbaar beleidsinstrument voor de stad om mensen te motiveren om bij te dragen aan haar beleidsdoelen (lokaal shoppen, welzijn, ecologie, mobiliteit,…) waarbij doelen en acties regelmatig bijgesteld kunnen worden.
- Een heel direct promokanaal dat het mogelijk maakt om acties en initiatieven van de stad in de kijker te zetten, de betrokkenheid van burgers te verhogen en dat door de focus op waardering aan de positieve beeldvorming werkt.
- Een robuust financieel model dat schaalbaar is door de automatische verrekening van de uitgifte en absorptie van stadsmunten per deelnemende partner.
Daarmee bouwt de stadsmunt voort op de dynamiek die met de Oh-punten werd gerealiseerd.
Voor het invoeren van een stadsmunt, is het opportuun gebruik te maken van een geschikte informatica-oplossing. De raming voor deze opdracht bedraagt 229.900 EUR, inclusief btw. Sinds vorig jaar zijn de diensten beleidsondersteuning en economie bezig met een traject om de Oh-kaart en de Oh-punten te laten evolueren naar Oh-munten. Ze worden hierin begeleid door Muntuit vzw en Wisely in onderaanneming.
In het kader van deze opdracht werd door het team overheidsopdrachten in overleg met de diensten een bestek met nummer 2021/105 opgemaakt. De raming voor deze opdracht bedraagt 190.000 EUR + 21 % btw= 229.900 EUR.
Volgende gunningscriteria worden voorgesteld:
- prijs 30 %;
- innovatief karakter van de voorgestelde oplossing en gebruiksvriendelijkheid 70 %.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Voor het objectief beoordelen van de ingediende offertes wordt voorgesteld een jury samen te stellen uit vertegenwoordigers van de betrokken diensten en een vertegenwoordiger van de dienst overheidsopdrachten.
Europese richtlijn 2011/7/EU betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Mobiliteitsplan, vastgesteld in de gemeenteraad van 24 april 2015.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 15 december 2020 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.
We vragen voor de onderliggende technologie dit te voorzien als volledig losgekoppeld van de ICT-infrastructuur en ondersteuning van de stad zelf, te vergelijken met een DBMO formule.
de wijze van gunning (vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking), de indicatieve raming (190.000 EUR + 21 % btw= 229.900 EUR) en de voorwaarden goed te keuren voor de technologische oplossing voor de stadsmunt.
akkoord te gaan met de samenstelling van de jury bestaande uit vertegenwoordigers van de betrokken diensten en een vertegenwoordiger van het team overheidsopdrachten.
In het kader van het EFRO-dossier 'ondernemersloket' werd in juni 2020 een occasionele gemeenschappelijke opdracht (OGO) uitgeschreven. In het kader van deze opdracht werd een bestek opgesteld door de ICT Procurement Lead van VLAIO en de dienst overheidsopdrachten, in overleg met de stuurgroep van het project. Eerder werd beslist om uit deze OGO te stappen en de twee sleutel-op-de-deur oplossingen, indien deze nuttig blijken voor de digitalisering van de dienst economie en de doelstellingen van het EFRO-dossier 'Digitaal ondernemersloket', via een andere, reeds bestaande, centrale aan te kopen.
De twee sleutel-op-de-deur oplossingen zijn enerzijds LB365, anderzijds Digitale Dienstenmotor.
Centrale | Naam model | Leveranciers |
Aalter/V-ICT-OR | LB365 | Tobania, Apogado; c-clearPartners |
Provincie Oost-Vlaanderen/ | Digitale Dienstenmotor | Skryv; VandenBroele |
De werkgroep van het project maakte een vergelijkende studie van de twee oplossingen en keek in welke mate de toepassingen voldoen aan de wensen van het project.
Uit deze studie is gebleken dat LB365 de meest geschikte oplossing is. Grote voordelen zijn de reeds bestaande technische koppelingen met het MAGDA-platform en andere Vlaamse bouwstenen, een BPMN-tool en actie-generator, GDPR-voorziening, een e-loket gekoppeld aan 'mijn burgerprofiel', en vooral een goed uitgebouwde CRM- en werkstromenmodule die snel toepasbaar is voor de dienst economie.
Bovendien kan het platform ingezet worden voor andere digitaliseringsprojecten zoals premies en subsidies, verenigingendatabank, migratie van oude access databanken en verouderde applicaties...
Uit de studie is gebleken dat deze projecten eenzelfde basis-architectuur nodig hebben.
Door de aanwezigheid van kant-en-klare koppelingen en het feit dat de applicatie in de cloud aangeboden wordt, kunnen de werkgroep en afdeling ICT zich vooral concentreren op de functionele wensen en moet er bijna geen tijd meer besteed worden aan de technische aspecten.
Technisch bouwt LB365 verder op het strategisch product van Microsoft Powerplatform, waarvan de interne kennis continu uitbreidt en waarvoor veel externe ondersteuning beschikbaar is. De technische kennis voor het configureren van formulieren en lijsten op basis van dit Powerplatform is reeds in huis wat een belangrijke tijdswinst en kostenbesparing betekent aangezien de stad zelf zaken kunnen aanpassen en configureren. Het steunt op het Microsoft DataVerse model dat automatisch te ontsluiten is via API services (kant-en-klaar). LB365 biedt ook een servicebus aan op het Azure platform om hiermee te praten. Aangezien het aangeboden wordt via het Azure platform is het automatisch gekoppeld aan het lokale gebruikersbeheerplatform en het nieuwe intranet van de stad.
De afdeling ICT moet nog verdere expertise opbouwen om Microsoft Dynamics en Power Apps te beheersen. Daardoor zal het stadsbestuur nog beroep moeten doen op een externe partner om te helpen bij de configuratie, implementatie en ontwikkeling van processen en applicaties. Naarmate ons bestuur meer kennis opbouwt, zal de behoefte aan bijstand van experten dalen. Toch zal er voor de realisatie en het onderhoud van meer geavanceerde toepassingen nog bijstand nodig zijn.
Het toetreden tot een groepsaankoop biedt diverse voordelen: zware investeringen worden gedeeld over de leden, de oplossingen zijn beschikbaar voor alle leden, de hele complexe, technische koppelingen met de Vlaamse overheid worden gezamenlijk gebouwd, waardoor er ook meer druk uitgeoefend kan worden bij de verschillende actoren en eenzelfde problemen worden in gemeenschappelijke workshops besproken waardoor er meer expertise is. Het nadeel is dat de beweegruimte tot speciale, eigen specifieke processen verkleint (maar niet verdwijnt).
Op dit moment zijn er 22 besturen lid van de groepsaankoop en werd er gezamenlijk reeds voor 1,6 miljoen EUR geïnvesteerd in het platform.
De groepsaankoop 'LB365' is opgericht in 2017. Deelnemende lokale besturen werken samen aan de digitalisering van processen door gezamenlijk aan te besteden en de benodigde processen en bijhorende elementen samen uit te werken. Alle deelnemende besturen kunnen, mits het betalen van een toegangsprijs, de ontwikkelde componenten, applicaties en processen voortvloeiend uit deze samenwerking en gezamenlijke aanbesteding gebruiken.
Sinds de start van de groepsaankoop zijn er al veertien processen volledig gedigitaliseerd. Vele andere zijn momenteel in ontwikkeling of voorbereiding. Dit zijn enkele voorbeelden van gerealiseerde digitaliseringen: registratie van post en e-mail, klachtenregistratie, subsidieaanvragen, contractopvolging, verenigingenbeheer... Elk deelnemend bestuur kan die processen volledig of gedeeltelijk implementeren in de eigen organisatie. Indien de gerealiseerde processen afwijken van de behoeften van de eigen organisatie kunnen deelnemende besturen delen ervan gebruiken en voor de afwijkende behoeften zelf aanpassingen laten uitvoeren of nieuwe functionaliteiten toevoegen. Indien deze aanpassingen of nieuwe functionaliteiten voordelig zijn voor een groot aantal deelnemende besturen kunnen de leden van de groepsaankoop beslissen om deze te realiseren binnen 'LB365' en de kosten te delen. Daarnaast realiseerde de groepsaankoop 'LB365' de integratie van enkele authentieke bronnen. Door de kost voor ontwikkelingen en integraties te verdelen onder de deelnemende besturen ontstaat er een aanzienlijk kostenvoordeel. Doordat de stad nu pas instapt in de groepsaankoop profiteert het stadsbestuur bovendien van een serieuze tijdswinst. De reeds ontwikkelde componenten en integraties zijn meteen bruikbaar.
De kostprijs voor de toetreding tot de groepsaankoop ‘LB356’ bestaat uit verschillende onderdelen:
- Eénmalige toegangsprijs tot de groepsaankoop ‘LB365’. De toegangsprijs is afhankelijk van het aantal besturen dat op het ogenblik van toetreding ingestapt is. Actueel is de stad het 23ste bestuur dat instapt, wat neerkomt op een éénmalige kostprijs van 72.759,43 EUR, inclusief btw. Bij de opstart in 2017 werd een bedrag van 1.362.735,25 EUR, inclusief btw, gegund aan de firma's Tobius (nu Tobania) en Apogado. Op 9 november 2020 werd een bedrag van 287.644,78 EUR (inclusief btw) gegund voor bijkomende werken. De toegangsprijs tot de groepsaankoop daalt per toetredend bestuur en bij latere participatie van nieuwe besturen is er een retour (cumulatief) voorzien voor de reeds deelnemende besturen. Bij aansluiting van een 24ste bestuur ontvangt de stad Sint-Niklaas bijvoorbeeld een retour van 3.031,64 EUR, inclusief btw, of 1/23de van de toegangsprijs van het 24ste bestuur.
- Eénmalige opstartkost voor de installatie en set-up van de Microsoft Dynamics 365 omgevingen en workshops over het beheer van de omgevingen wordt geraamd op 26.565,55 EUR, inclusief BTW (naargelang de gekozen modaliteiten).
- Jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage om projectmanagement en projectcoördinatie op te nemen van 6.500 EUR, inclusief btw, in kader van de groepsaankoop aan V-ICT-OR vzw.
- Jaarlijkse licentiekost voor Powerapps en Azure runtime geraamd op 17.000 EUR, inclusief BTW. (prijzen zijn afhankelijk van het Microsoft licentiecontract dat in mei 2021 vernieuwd wordt).
De indicatieve raming bedraagt 190.824,98 EUR, inclusief btw.
Europese richtlijn 2011/7/EU betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, gewijzigd bij wet van 16 februari 2017.
Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid 2 4° en artikel 15 en de daarbij behorende koninklijke besluiten en alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 56 §3, 5°.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 15 december 2020 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.
Dit is noodzakelijk voor de verdere uitrol van het project 'digitaal ondernemersloket'.
Dit is noodzakelijk voor de verdere uitrol van het project 'digitaal ondernemersloket'.
goedkeuring te verlenen aan de toetreding in het project 'Samen Aanbesteden of LB365' in de vorm van groepsaankopen georganiseerd door V-ICT-OR vzw: het resultaat van een samengevoegde opdracht, waarbij de gemeente Aalter een overheidsopdracht voor de ontwikkeling en levering van een programma aan generieke componenten (bestek 2017/001) heeft gevoerd.
akkoord te gaan om LB365 te gebruiken voor de digitalisering van de werking van de dienst economie en voor het bereiken van de doelstellingen van het project 'EFRO 1335 - digitaal ondernemersloket'.
Op 2 februari 2015 besliste het college de vraag tot overdracht van standplaats nummer 73 op de donderdagse markt, van Berga bvba, Kouterstraat 60-64, 9140 Temse, voor de verkoop van schoenen en lederwaren, aan Dieter nv, 'Vishandel André', Zeveneke 3, 8000 Brugge, te weigeren. Het betrof hier een overdracht met wijziging van artikel. De marktcommissie gaf ongunstig advies. Het college volgde dit advies. Hierop vorderde Dieter nv bij de Raad van State de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de beslissing van het college. Op 18 maart 2019 vernietigde de Raad van State in diens arrest nummer 243.956 de weigeringsbeslissing van het college.
Het college besliste daarna in zitting van 15 juli 2019 de vraag tot overdracht van standplaats nummer 73 op de donderdagse markt aan Dieter nv 'Vishandel Andre', Zeveneke 31, 8000 Brugge, in te willigen. De standhouder ging hier voorlopig niet op in en nam de standplaats nog niet op.
Op 14 mei 2020 ontving het stadsbestuur de melding van onze raadsman dat Dieter nv een schadeclaim wenste in te dienen (ten bedrage van 296.142,83 EUR). Veeleer dan onmiddellijk tot formele ingebrekestelling over te gaan, verzocht de tegenpartij of er bereidheid was de zaak minnelijk te regelen mits onderhandelingen.
Ethias bevestigde dat de schadevergoeding door onze verzekeringspolis wordt gedekt en gaf opdracht aan een bedrijfsrevisor om een billijke vergoeding te berekenen. Tijdens de onderhandelingen milderde de tegenpartij haar eis tot 90.000 EUR en nadien tot 50.000 EUR, onder andere nadat de stad aanvoerde dat Dieter nv na de weigering in Sint-Niklaas een standplaats op de donderdagse markt van Oudenaarde had ingenomen. Bedrijfsrevisoren De Vooght hebben op vraag van Ethias een berekening gedaan van een voorstel van schadevergoeding. Ethias stelt nu een schadevergoeding van 48.000 EUR voor.
Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41, 17°.
Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten.
Gemeentelijk reglement betreffende de organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein buiten de openbare markten, als onderdeel van het algemeen politiereglement.
met 34 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, Vlaams Belang, Vooruit, PVDA) en 6 onthoudingen (CD&V)
akkoord te gaan met het ontwerp van dadingsovereenkomst.
Een exemplaar van de dadingsovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Er wordt voorgesteld om de belasting op de tijdelijke privatisering (elektriciteitsgebruik) niet aan te rekenen, in het kader van steunmaatregelen voor marktkramers en dit omwille van de tegenvallende verkoop en omwille van het sluiten van de markten voor een aantal weken in 2020, naar aanleiding van de coronamaatregelen. Voor aanslagjaar 2020 gaat het om 18.584,32 EUR (rekening houdend met een aantal weken waarin er geen markten konden doorgaan omwille van de coronamaatregelen).
Dergelijke maatregel werd eerder ook beslist inzake de belasting op het standgeld van de marktkramers, voor de weken waarin zij, omwille van de coronamaatregelen, niet konden deelnemen aan de donderdagse markt.
Grondwet, artikel 170 §4.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere aanvullingen en wijzigingen.
Decreet van 24 februari 2017 en besluit Vlaamse Regering van 21 april 2017 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten.
Reglement betreffende de organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein buiten de openbare markten op plaatsen die vooraf zijn bepaald, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 april 2020.
Gemeentebelasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019.
vrijstelling te verlenen voor de belasting op tijdelijke privatisering van het openbaar domein (elektriciteitsverbruik van abonnementshouders van de donderdagse markt), aanslagjaar 2020 en akkoord te gaan met deze afwijking op het belastingreglement op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein.
De huidige concessie voor de cafetaria van het stedelijk sportcentrum Ter Beke, Vleeshouwersstraat 4b, 9112 Sinaai, loopt af op 31 juli 2021. Het is aangewezen een nieuwe procedure uit te schrijven.
Padel is een sport die in opmars is en er hebben al een aantal geïnteresseerden zich aangemeld om padel te organiseren op de site van het stedelijk sportcentrum Ter Beke. De aanleg en uitbating van padelterreinen kan de uitbating van de cafetaria versterken. De stad wenst bijgevolg ook de aanleg van de padelterreinen en de uitbating ervan te koppelen aan de concessie voor de uitbating van de cafetaria.
De belangrijkste concessievoorwaarden zijn de volgende:
- voorwerp: de uitbating van de cafetaria (bestaande uit de cafetaria, een drankenberging, een bergplaats en de toiletten) en het door de concessionaris aanleggen/uitbaten van drie reglementaire, competitiewaardige padelterreinen, in en op de site van het stedelijk sportcentrum Ter Beke gelegen Vleeshouwersstraat 4b, 9112 Sinaai, kadastraal bekend onder 10de afdeling, sectie A, nummer 1451G en deel van nummer 1445V (cafetaria) en deel van nummer 1445W (padelterreinen);
- recht van over- en doorgang voor toegang tot cafetaria;u
- erfdienstbaarheid van ondergrondse leidingen voor de aanleg van de padelterreinen;
- de ingangsdatum van de concessie gaat in ten laatste 30 dagen na de ondertekening van de concessieovereenkomst;
- duur: negen jaar, eenmaal verlengbaar met een periode van negen jaar op aanvraag van de concessiehouder;
- alleenrecht op de verkoop en de levering van alle dranken, eetwaren, enzovoort binnen de cafetaria en op de terreinen van het sportcentrum - evenwel met uitzondering van het hoofdterrein van FC Herleving Sinaai, het terrein van chiro 'Wij'en het jeugdcentrum Troelant. De stad verbindt zich ertoe binnen de grenzen van het sportcentrum geen gelijkaardige exploitatievergunningen te verlenen;
- basisvergoeding: minimum 10.300 EUR/jaar, exclusief btw, maandelijks te betalen.
De gunningscriteria zijn de volgende:
- het voorstel inzake de jaarlijkse vergoeding die de kandidaat de stad aanbiedt (40 %);
- de relevante beroepservaring met betrekking tot de uitbating van een cafetaria (30 %);
- het voorstel van ontwerp en investeringen betreffende de aan te leggen/uit te baten padelterreinen (20 %);
- visie op de ontwikkeling van de padelsport op de site van het sportcentrum Ter Beke (10 %);
- erkende sportverenigingen wordt de mogelijkheid geboden om ter gelegenheid van maximum twee eigen cluborganisaties per jaar te assisteren in de uitbating. Als aan alle modaliteiten voldaan wordt ontvangt de desbetreffende vereniging 20 % van de netto-inkomsten;
- de concessiehouder moet op zijn kosten instaan voor het inrichten van drie reglementaire, competitiewaardige padelterreinen (onder andere grond- en funderingswerken, afvoer regen- en afvalwater + de voorzieningen van buffering of infiltratie van regenwater, wanden, omheining, overkapping, verlichting, nutsvoorzieningen ...);
- constructies, die door de concessiehouder in de loop van de concessieperiode worden opgericht en de in het kader van deze concessie aan te leggen padelterreinen, blijven na het beëindigen van de overeenkomst eigendom van de stad. Hiervoor is geen vergoeding verschuldigd door de stad. De stad zal geen herstel in zijn oorspronkelijk staat vorderen.
De stad zal instaan voor het verplaatsen van de huidige petanqueterreinen naar een andere locatie op het stedelijk sportcentrum Ter Beke.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40, 41 en 56.
de concessievoorwaarden vast te stellen voor de uitbating van de cafetaria en het aanleggen/uitbaten van drie reglementaire, competitiewaardige padelterreinen op een deel van de terreinen van het sportcentrum Ter Beke, Vleeshouwersstraat 4b, 9112 Sinaai, en de concessie te verlenen onder de voorwaarden gesteld in het bestek.
Een exemplaar van het bestek wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Tijdens het werkjaar 2020 konden in de verschillende sectoren veel verenigingen en organisaties hun normale werking niet ontplooien. Het heeft dan ook weinig zin de normale procedures conform de reglementen te volgen, aangezien deze gebaseerd zijn op een puntensysteem voor het organiseren van activiteiten.
Voor de verenigingen wordt gevraagd een uitzonderingsmaatregel te hanteren, die erin bestaat aan deze verenigingen een toelage uit te betalen die gebaseerd is op het gemiddelde dat ze de voorbije drie jaar ontvingen (2020, 2019, 2018 - gebaseerd op de werking in respectievelijk 2019, 2018, 2017), binnen de grenzen van het vastgestelde krediet in het meerjarenplan.
Voor de culturele verenigingen is het totale bedrag 80.850 EUR. Vanaf 2021 wordt een aparte regeling voor de harmonieën en fanfares voorzien. Het gemiddelde bedrag van de voorbije drie jaar van de vier muziekmaatschappijen is samen 4.700 EUR. Dit bedrag wordt in mindering gebracht bij de culturele verenigingen. Voor de overige culturele verenigingen rest het subsidiebedrag 76.150 EUR en dit zal verdeeld worden over de vijf groepen volgens een verdeelsleutel, aan de hand van het gemiddelde van het aantal punten dat zij kregen voor de ingediende werkjaren 2017, 2018 en 2019 (verenigingen die hun werking definitief stopten uiteraard niet – zie verder). Volgende verenigingen zitten hierin dus niet vervat en zullen apart opgevraagd worden: de landelijke acties, de gidsbeurten, tussenkomst lidmaatschap/steunpunten.
Bij sportverenigingen zal een gemiddelde gebruikt worden van subsidies kwaliteitsvolle sportverenigingen van de referentiejaren 1 juli 2017 - 30 juni 2018 (uitbetaald 2018), 1 juli 2018 - 30 juni 2019 (uitbetaald 2019), 1 juli 2019 - 30 juni 2020 (uitbetaald 2020) berekend op het totaal subsidiebedrag van 66.250 EUR, volgens de daarbij horende vijf parameters (basiskwaliteit, sportaanbod, bereik, 'open- en toegankelijkheid' en 'permanente vorming') en een gemiddelde voor subsidies voor sportverenigingen van die referentiejaren ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding (subsidies kwaliteitsverbetering jeugdopleiding) berekend op het totaal subsidiebedrag van 96.750 EUR volgens de drie parameters ('basiskwaliteit jeugdsport', 'kwaliteit jeugdsportbegeleiding' 'permanente vorming en loonkosten voor jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren'). Infrastructuursubsidies komen niet in aanmerking.
Betreffende de welzijnsverenigingen wordt voorgesteld een toelage uit te betalen die gebaseerd is op het gemiddelde dat ze de voorbije drie jaar ontvingen (2020, 2019, 2018 - gebaseerd op de werking in respectievelijk 2019, 2018, 2017), voor een maximumbedrag van 33.410 EUR. Het gaat hierbij over verenigingen uit de categorie F: Vrijwilligersorganisaties F1 Seniorenverenigingen - F2 Zelfhulpgroepen - F3 Verenigingen voor personen met een beperking - F4 Vrijwilligersgroepen die ambulante begeleiding verstrekken of acties tegen achterstelling en/of onwelzijn ondernemen - F5 Vrijwilligersgroepen die sociale hulpverlening verrichten - F5B Kruisverenigingen.
Voor de verenigingen aangesloten bij de AAS (Actie- en Adviesgroep Solidariteit) wordt voor de basissubsidies per vereniging een forfaitair bedrag van 300 EUR voorzien (circa 3.600 EUR - afhankelijk van het aantal verenigingen), met het overige bedrag binnen het totale budget vastgesteld op 18.675 EUR, wordt voor de werkingssubsidies (circa 15.075 EUR) een gemiddelde berekend van de bedragen die zij toegekend kregen voor de voorbije drie jaar.
Voor jeugdverenigingen is dit voorstel niet interessant. De subsidies voor het werkjaar september 2019 tot en met augustus 2020 werden dit voorjaar 2021 (totaalbedrag 95.250 EUR) net uitbetaald. Ook konden deze verenigingen hun werking wel voortzetten en verder ontplooien, JOS vzw kan zich dus voor de berekening van het lopende werkjaar (september 2020 tot en met augustus 2021) houden aan het bestaande reglement en hoeft hiervoor geen uitzondering aan te vragen.
Ook de land- en tuinbouwverenigingen worden ter vervollediging hieraan toegevoegd, met uitzondering van de subsidies aan professionele verenigingen. Het totale budget voor de toelagen aan de land- en tuinbouwverenigingen bedraagt 5.500 EUR. Voor de hobbyclubs wordt de toelage berekend op basis van de gemiddelde percentages van de laatste drie jaar voor een totaal budget van 3.000 EUR. Er zijn in de loop der jaren verschillende professionele verenigingen gestopt en bij de hobbyclubs alleen maar bij gekomen. Er wordt dan ook voorgesteld om de professionele verenigingen geen toelage meer te geven omdat die uit andere bronnen kunnen putten. De overige 2.500 EUR wordt dan gebruikt voor praktische doeleinden, om de landbouwbedrijven beter te voorzien van educatief materiaal bij de bezoeken van de scholen.
Voor de leefmilieuverenigingen wordt dit berekend aan de hand van een gemiddelde van de punten die zij kregen voor de werkjaren 2017, 2018 en 2019 op een totaal subsidiebedrag van 3.000 EUR (1/3 van de punten wordt toegekend voor administratieve aspecten 1.000 EUR en 2/3 voor de activiteiten 2.000 EUR).
Voor nieuwe verenigingen wordt voorgesteld om met het bestaande forfait te werken (bijvoorbeeld bij cultuur = 150 EUR) of een forfait te berekenen op basis van verenigingen met een gelijkaardige werking/grootte (bijvoorbeeld bij sportverenigingen).
Het is uiteraard van belang om hiervoor de actuele bestaanstoestand van verenigingen en clubs na te gaan, al zeker wat betreft de cultuur- en sportverenigingen en ook de verenigingen aangesloten bij de AAS (Actie- en Adviesgroep Solidariteit). Hierbij wordt voorgesteld om via een versnelde procedure de identificatiefiche van de subsidiedossiers te laten invullen voor 1 mei 2021. Zo wordt voldaan aan de jaarlijkse GDPR-verplichting en wordt op deze wijze ook de toelating van de verenigingen verkregen om hun contactgegevens op de website te plaatsen, kan vastgesteld worden welke verenigingen hun werking stopten en beschikken we terug over actuele gegevens.
Om tijdig het advies te bekomen van de verschillende raden, werd via een versnelde procedure enkel de dagelijkse besturen van de betrokken adviesraden via mail bevraagd, teneinde dit voorstel van uitzondering op de reglementen zo spoedig mogelijk aan college en gemeenteraad voor te kunnen leggen.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Stedelijke reglementen met betrekking tot de jaarwerkingsubsidies van de verenigingen:
- reglement jaarwerking cultuursubsidies - gemeenteraad 26 juni 2015;
- reglement jaarwerking land- en tuinbouwverenigingen in opmaak;
- reglement jaarwerking verenigingen AAS - gemeenteraad 28 november 2014;
- reglement tot subsidiëring van kwaliteitsvolle sportverenigingen - gemeenteraad 18 december 2015;
- reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding - gemeenteraad 18 december 2015;
- reglement welzijnstoelagen - gemeenteraad 24 november 2010.
Het voorstel om met een gemiddelde te werken over drie jaar kwam vanuit de cultuurraad. Ook het dagelijks bestuur van de AAS gaf reeds gunstig advies op dit voorstel.
Deze werkwijze is een fair voorstel voor de leden van de AAS. Ook het dagelijks bestuur van de AAS gaat hiermee akkoord.
De dagelijkse raad voor land- en tuinbouw heeft in zitting van 11 februari 2021 reeds gunstig advies gegeven op dit voorstel.
De jaarwerkingssubsidies aan speelpleinwerkingen en jeugdbewegingen (werkingsperiode september 2019-augustus 2020) werden in 2021 reeds uitbetaald op basis van het dossier dat bij JOS vzw werd ingediend tegen 31 oktober 2020. Voor het lopende werkingsjaar volgen we de gewone procedure aangezien hun werking blijft doorlopen. De jeugdhuizen ontvingen ook in 2021 reeds werkingssubsidie op basis van een gemiddelde van het bedrag dat ze in 2019 en 2020 ontvingen.
artikel 1, 3, 4 en 5: met algemene stemmen (41)
artikel 2: met 27 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, Vooruit) en 14 onthoudingen (Vlaams Belang, CD&V, PVDA)
akkoord te gaan met de voorstellen om voor de verenigingen een uitzonderingsmaatregel te hanteren op de huidige reglementen, die erin bestaat dat we aan deze verenigingen een toelage uitbetalen die gebaseerd is op het gemiddelde (berekend aan de hand van punten, bedragen, percentages en verdeelsleutels) die ze de voorbije drie jaar ontvingen (2020, 2019, 2018 - gebaseerd op de werking in respectievelijk 2019, 2018, 2017), binnen de grenzen van het vastgestelde krediet in het meerjarenplan.
Voor de culturele verenigingen is het totale bedrag 80.850 EUR. Vanaf 2021 wordt een aparte regeling voor de harmonieën en fanfares voorzien. Het gemiddelde bedrag van de voorbije drie jaar van de vier muziekmaatschappijen is samen 4.700 EUR. Dit bedrag wordt in mindering gebracht bij de culturele verenigingen. Voor de overige culturele verenigingen rest het subsidiebedrag van 76.150 EUR en wordt verdeeld over de vijf groepen volgens een verdeelsleutel, aan de hand van het gemiddelde van het aantal punten die zij kregen voor de ingediende werkjaren 2017, 2018 en 2019 (gestopte verenigingen uiteraard niet – zie hiertoe ook de voorlaatste alinea in deze argumentatie). Zitten hier dus niet in: de landelijke acties, de gidsbeurten, tussenkomst lidmaatschap/steunpunten, deze worden apart opgevraagd.
Bij sportverenigingen is dit een gemiddelde voor subsidies kwaliteitsvolle sportverenigingen van de referentiejaren 1 juli 2017 - 30 juni 2018 (uitbetaald 2018), 1 juli 2018 - 30 juni 2019 (uitbetaald 2019), 1 juli 2019 - 30 juni 2020 (uitbetaald 2020) berekend op het totaal subsidiebedrag van 66.250 EUR volgens de daarbij horende vijf parameters (basiskwaliteit, sportaanbod, bereik, 'open- en toegankelijkheid' en 'permanente vorming') en een gemiddelde voor subsidies voor sportverenigingen van die referentiejaren ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding (subsidies kwaliteitsverbetering jeugdopleiding) berekend op het totaal subsidiebedrag van 96.750 EUR volgens de drie parameters ('basiskwaliteit jeugdsport', 'kwaliteit jeugdsportbegeleiding' 'permanente vorming en loonkosten voor jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren'). Infrastructuursubsidies komen niet in aanmerking.
Betreffende de welzijnsverenigingen wordt voorgesteld een toelage uit te betalen die gebaseerd is op het gemiddelde dat ze de voorbije drie jaar ontvingen (2020, 2019, 2018 - gebaseerd op de werking in respectievelijk 2019, 2018, 2017), voor een maximumbedrag van 33.410 EUR. Het gaat hierbij over verenigingen uit de categorie F: Vrijwilligersorganisaties F1 Seniorenverenigingen - F2 Zelfhulpgroepen - F3 Verenigingen voor personen met een beperking - F4 Vrijwilligersgroepen die ambulante begeleiding verstrekken of acties tegen achterstelling en/of onwelzijn ondernemen - F5 Vrijwilligersgroepen die sociale hulpverlening verrichten - F5B Kruisverenigingen.
Voor de verenigingen aangesloten bij de AAS (Actie- en Adviesgroep Solidariteit) wordt voor de basissubsidies per vereniging een forfaitair bedrag van 300 EUR voorzien (circa 3.600 EUR - afhankelijk van het aantal verenigingen), met het overige bedrag binnen het totale budget vastgesteld op 18.675 EUR, wordt voor de werkingssubsidies (circa 15.075 EUR) een gemiddelde berekend van de bedragen die zij toegekend kregen voor de voorbije drie jaar.
Het totale budget voor de toelagen aan de land- en tuinbouwverenigingen bedraagt 5.500 EUR. Voor de hobbyclubs wordt de toelage berekend op basis van de gemiddelde percentages van de laatste drie jaar voor een totaal budget van 3.000 EUR. Er zijn in de loop der jaren verschillende professionele verenigingen gestopt en bij de hobbyclubs alleen maar bij gekomen. De overige 2.500 EUR hiervan wordt dan gebruikt voor praktische doeleinden om de landbouwbedrijven beter te voorzien van educatief materiaal bij de bezoeken van de scholen.
Voor de leefmilieuverenigingen wordt dit berekend aan de hand van een gemiddelde van de punten die zij kregen voor de werkjaren 2017,2018 en 2019 op een totaal subsidiebedrag van 3.000 EUR (1/3 van de punten wordt toegekend voor administratieve aspecten 1.000 EUR en 2/3 voor de activiteiten 2.000 EUR).
Voor jeugdverenigingen is dit voorstel niet interessant. De subsidies voor het werkjaar september 2019 tot en met augustus 2020 werden dit voorjaar 2021 (totaalbedrag 95.250 EUR) net uitbetaald. Ook konden deze verenigingen hun werking wel verder zetten en verder ontplooien, JOS vzw kan zich dus voor de berekening van het lopende werkjaar (september 2020 tot en met augustus 2021) houden aan het bestaande reglement en hoeft hiervoor geen uitzondering aan te vragen.
voor de land- en tuinbouwverenigingen, wordt besloten om aan de professionele verenigingen geen toelage meer te geven omdat die uit andere bronnen kunnen putten. Het totale budget voor de toelagen aan de land- en tuinbouwverenigingen bedraagt 5.500 EUR. 3.000 EUR gaat naar de hobbyclubs, de overige 2.500 EUR hiervan wordt dan gebruikt voor praktische doeleinden om de landbouwbedrijven beter te voorzien van educatief materiaal bij de bezoeken van de scholen.
voor nieuwe verenigingen met het bestaande forfait te werken (bijvoorbeeld bij cultuur = 150 EUR) of een forfait te berekenen op basis van verenigingen met een gelijkaardige werking/grootte (bijvoorbeeld bij sportverenigingen).
de actuele bestaanstoestand van verenigingen en clubs na te gaan en de diensten via een versnelde procedure de identificatiefiche van de subsidiedossiers van verenigingen te laten invullen voor 1 mei 2021 en op die wijze ook te voldoen aan de jaarlijkse GDPR-verplichting (onder andere toelating van de verenigingen om hun contactgegevens op de website te plaatsen).
om via een versnelde procedure via e-mail aan de dagelijkse besturen van de betrokken adviesraden een advies te vragen.
In zitting van 10 april 2017 verleende het college van burgemeester en schepenen aan de heer De Vleeschhouwer met ingang van 9 mei 2017 een verlof wegens bijzondere opdracht tot het einde van het schooljaar 31 augustus 2018. Het schooljaar daaropvolgend werd in zitting van 16 april 2018 aan de heer De Vleeschhouwer een afwezigheid voor verminderde prestaties toegestaan en in zitting van 19 juni 2019 werd hem een verlof voor verminderde prestaties toegestaan voor zijn volledige opdracht van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2020, en verlengd gedurende het schooljaar 2020-2021.
Gedurende zijn afwezigheid werd de heer De Vleeschhouwer tijdelijk vervangen door de heer Tim Haerinck als voltijds directeur (20 uur/week) en dit tot op heden.
In zitting van 8 februari 2021 werd aan de heer Herman De Vleeschhouwer, vastbenoemd voltijds directeur aan de stedelijke academie voor muziek, woord en dans (20 uur/week) een ontslag op eigen verzoek verleend naar aanleiding van zijn oppensioenstelling met ingang van 1 mei 2021.
Het ambt van directeur deeltijds kunstonderwijs wordt binnen de onderwijswetgeving gecatalogeerd als een bevorderingsambt, dat bij wijze van externe werving of interne bevordering kan worden begeven. Aangezien de directeursfunctie een gesubsidieerde functie is, valt dit niet onder de rechtpsositieregeling van het stadspersoneel. Toch wordt geopteerd een volwaardige bevorderingsprocedure op te starten, naar analogie met de bij het stadsbestuur gevolgde procedure. De procedure zal met andere woorden een schriftelijk gedeelte, een assessment en een mondeling gedeelte omvatten.
De directeur staat aan het hoofd van de academie voor muziek, woord en dans van Sint-Niklaas, met filialen in Sint-Gillis-Waas, Stekene en Temse. Hij heeft de algemene artistieke, pedagogische en administratieve leiding. Hij formuleert beleidsadviezen en -voorstellen, volgt er de uitwerking van op, evalueert en stuurt bij. Hij doet dit in volle loyauteit tegenover het schoolbestuur, in nauw overleg met de leerkrachten en andere betrokkenen, en met heel veel empathie voor de ontplooiingskansen van de leerlingen. Het artistiek-pedagogisch project, dat voortdurend (maar kritisch) oog heeft voor vernieuwing, is de voornaamste leidraad bij het vertalen van doelstellingen in concrete acties en initiatieven.
De aanstelling van een nieuwe directeur in de stedelijke academie voor muziek, woord en dans is een goede gelegenheid om het profiel voor de functie bij te sturen. Zo kan bijvoorbeeld de klemtoon worden gelegd op een synergetische samenwerking met andere culturele actoren, in het bijzonder de academie voor schone kunsten en de Vrije Ateliers. Hij staat in voor een maximale inbedding op de site en in het brede (bovenlokale) culturele veld.
Het komt aan de gemeenteraad toe de functie open te verklaren, een aantal praktische regelingen te treffen en het college van burgemeester en schepenen te machtigen tot het voeren van de selectieprocedure.
Wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, met latere wijzigingen.
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, met latere wijzigingen.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet van 9 maart 2018, betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra, met latere wijzigingen.
Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, met latere wijzigingen.
Rechtspositieregeling geldend voor het personeel van de stad Sint-Niklaas, vastgesteld in gemeenteraadszitting van 27 november 2015 en gewijzigd in gemeenteraadszittingen van 27 januari 2017, 23 juni 2017, 24 november 2017, 22 juni 2018, 21 juni 2019, 24 januari 2020 en 27 november 2020.
met algemene stemmen (41)
over te gaan tot het vacant verklaren van een voltijdse functie van directeur van de stedelijke academie voor muziek, woord en dans, die bij wijze van bevordering zal worden begeven, en een selectieprocedure te voeren conform de bepalingen van de rechtspositieregeling voor het stadspersoneel.
om akkoord te gaan met het aanleggen van een wervingsreserve, conform de rechtspositieregeling voor het stadspersoneel (geldigheidsduur van drie jaar, eenmaal verlengbaar met twee jaar).
het college van burgemeester en schepenen te machtigen om de bevorderingsprocedure te starten, de uiterste datum voor kandidaatstelling te bepalen, een oproep te richten tot de kandidaten, over te gaan tot de nominatieve aanduiding van de voorzitter, de leden en de secretaris van de examencommissie en tot de organisatie van de proeven.
In zitting van 15 december 2020 heeft de gemeenteraad het reglement op de retributie op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de gemeentelijke instellingen goedgekeurd. Een wijziging aan het reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd inzake kinderopvang.
De dagprijs wordt berekend door Kind en Gezin. Zo is de dagprijs voor iedereen verschillend en afhankelijk van het inkomen (inkomenstarief). Sommige gezinnen krijgen een verminderd tarief via het OCMW. De boete staat in het nieuwe reglement dus steeds in verhouding tot het normaal te betalen bedrag.
In het huishoudelijk reglement van de kinderopvang stond een boete van 10 EUR opgenomen bij te laat afhalen van een kind zonder bewijs van overmacht en bij niet of niet tijdig verwittigen van afwezigheid. Dit wordt nu ingevolge de wijzigingen in de huishoudelijke reglementen en schriftelijke overeenkomsten van de groepsopvang en gezinsopvang, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 januari 2021, gewijzigd naar 50 % van de dagprijs. Het retributiereglement moet hierop worden afgestemd.
Grondwet, artikelen 41, 162 en 170 §4.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere aanvullingen en/of wijzigingen.
Gemeenteraadsbeslissing van 15 december 2020, houdende goedkeuring van de hernieuwing van het reglement op de retributie op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de gemeentelijke instellingen.
Gemeenteraadsbeslissing van 22 januari 2021, houdende wijziging huishoudelijke reglementen en schriftelijke overeenkomsten groepsopvang en gezinsopvang.
met ingang van 1 april 2021 de wijziging van het reglement op de retributie op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de gemeentelijke instellingen goed te keuren. De wijziging van het reglement luidt als volgt (in cursief aangeduid):
Artikel 6 – Tarieven en toepasselijke tarieftypes
§ 21. Inzake kinderopvang (beleidsveld 0945)
A. Tarieven
b) Kinderdagverblijven
..........
* Sanctionerende vergoeding bij te laat afhalen van een kind zonder bewijs van overmacht
en bij niet of niet tijdig verwittigen van afwezigheid 50 % van de dagprijs
c) Onthaalouders
.....
* Sanctionerende vergoeding bij te laat afhalen van een kind zonder bewijs van overmacht
en bij niet of niet tijdig verwittigen van afwezigheid 50 % van de dagprijs
Een exemplaar van het gecoördineerde reglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De eigenaars van het perceel wensen de strook grond, gelegen Vleeshouwersstraat 3 (lot 2) te 9112 Sinaai, kadastraal bekend 10de afdeling, sectie A, perceelnummer deel van 1285 D, nu bekend sectie B, perceelnummer 1285 F P0000, met een oppervlakte van 25m² 45 dm², momenteel nog hun eigendom, kosteloos over te dragen aan de stad Sint-Niklaas om reden van openbaar nut, namelijk met het oog op de inlijving ervan in het openbaar domein van de stad, meer bepaald als bestemming openbaar nut.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Gunstig, het betreft een kosteloze grondoverdracht ter realisatie van de rooilijn.
de voorwaarden van de ontwerpakte betreffende de kosteloze overdracht van de wegenis gelegen Vleeshouwersstraat 3 te 9112 Sinaai, kadastraal bekend 10de afdeling, sectie A, perceelnummer deel van 1285 D, nu bekend sectie A, perceelnummer 1285 F P 0000, met een oppervlakte van 25m² 45dm² aan de stad met het oog op de inlijving ervan in het openbaar domein goed te keuren.
Een exemplaar van de ontwerpakte wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen aan het college van burgemeester en schepenen om deze akte te ondertekenen namens de stad Sint-Niklaas.
De eigenaar van de strook grond gelegen Pastoor De Meerleerstraat - Beneluxstraat, 9100 Sint-Niklaas, wenst deze grond, kadastraal bekend onder 4de afdeling, sectie D, deel van perceelnummers 756 V en 757 L 2, met een oppervlakte van 455,64 m², momenteel haar eigendom, kosteloos over te dragen aan de stad Sint-Niklaas met het oog op de inlijving ervan in het openbaar domein van de stad, meer bepaald als bestemming openbaar nut.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
de voorwaarden van de ontwerpakte betreffende de kosteloze overdracht van een strook grond gelegen Pastoor De Meerleerstraat - Beneluxstraat 9100 Sint-Niklaas, kadastraal bekend 4de afdeling, sectie D, deel van perceelnummers 756 V en 757 L 2, met een totale oppervlakte van 455,64 m², aan de stad met het oog op de inlijving ervan in het openbaar domein goed te keuren.
Een exemplaar van de ontwerpakte wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen aan het college van burgemeester en schepenen om deze akte te ondertekenen namens de stad Sint-Niklaas.
De eigenaars van de strook grond gelegen tussen Pastoor De Meerleerstraat en Beneluxstraat 9100 Sint-Niklaas, wensen deze grond, kadastraal bekend onder 4de afdeling, sectie D, deel van perceelnummer 757 N 2, met een oppervlakte van 17,90m², momenteel hun eigendom, kosteloos over te dragen aan de stad Sint-Niklaas met het oog op de inlijving ervan in het openbaar domein van de stad, meer bepaald als bestemming openbaar nut.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
de voorwaarden van de ontwerpakte betreffende de kosteloze overdracht van een strook grond gelegen tussen Pastoor De Meerleerstraat en Beneluxstraat, 9100 Sint-Niklaas, kadastraal bekend 4de afdeling, sectie D, deel van perceelnummer 757 N 2, met een totale oppervlakte van 17,90 m², aan de stad met het oog op de inlijving ervan in het openbaar domein goed te keuren.
Een exemplaar van de ontwerpakte wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen aan het college van burgemeester en schepenen om deze akte te ondertekenen namens de stad Sint-Niklaas.
Stad Sint-Niklaas is sedert 1 maart 2014 effectief werkend lid van Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw. De vereniging wijzigt haar statuten om te voldoen aan de nieuwe vzw-wetgeving die op 1 mei 2019 is ingegaan (wetboek van vennootschappen en verenigingen). Bovendien streeft provincie Oost-Vlaanderen naar zoveel mogelijk uniformiteit in de statuten van de drie regionale landschappen die werkzaam zijn op haar grondgebied. Aan alle werkende leden van Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw wordt gevraagd het ontwerp van statutenwijziging goed te keuren.
De statutenwijziging zal, na akkoord van de werkende leden, ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering van Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw, die doorgaat op 13 april 2021.
De belangrijkste wijzigingen aan de statuten zijn:
- artikel 3: formulering van het doel van de vereniging is overgenomen uit het decreet van 21 oktober 1977 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
- artikel 4: het werkingsgebied is uitgebreid tot het maximale, ongeacht of deze gemeenten al lid zijn of niet, op die manier is geen statutenwijziging nodig wanneer gemeenten toetreden (of afhaken);
-artikel 12: lidmaatschapsbijdrage, vermeld zijn de maximale bedragen, werkelijke bedragen moeten bijkomend afzonderlijk vastgesteld worden door de algemene vergadering op voorstel van het bestuursorgaan;
- artikel 14: extra clausule in het geval de vertegenwoordiger werkend lid driemaal op rij afwezig is op de algemene vergadering zonder voorafgaande verontschuldiging;
- artikel 23: elk werkend lid mag maximaal over twee volmachten beschikken;
- artikel 25: slanker bestuursorgaan, wel met de mogelijkheid dat vertegenwoordigers van gemeenten die geen bestuurder zijn, kunnen toetreden tot het bestuursorgaan (artikel 26) (bedoeling is om een slanker bestuur te hebben zodat enerzijds makkelijker de aanwezigheidsquota behaald worden om geldig te vergaderen en anderzijds goed betrokken bestuurders te hebben, met de huidige samenstelling van om en bij de vijftig bestuurders lukt dat niet altijd even goed. Het blijft zeker de bedoeling om bij consensus te beslissen);
- artikel 27: einde bestuursmandaat indien driemaal op rij afwezig zonder voorafgaande verontschuldiging.
Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en houdende diverse bepalingen.
Decreet lokaal bestuur, artikel 40, 41 en 386.
Beslissing college van burgemeester en schepenen houdende toetreding tot Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw.
Beslissing gemeenteraad in zitting van 22 februari 2019 houdende aanduiding lid algemene vergadering en voordracht lid raad van bestuur voor Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw.
Gecoördineerde statuten van Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw.
met algemene stemmen (41)
de statutenwijziging van Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw goed te keuren.
Een exemplaar van de gewijzigde statuten wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De stad wenst een beleidsplan ruimte op te maken ter vervanging van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (2006). Dit beleidsplan bestaat uit een strategische visie met het lobbenstadmodel als basis en een aantal operationele beleidskaders. Het beleidsplan legt de basis voor een leefbare en klimaatbestendige stad. De opmaak ervan wordt participatief aangepakt.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van open procedure op Europees niveau. In het kader van deze opdracht werd in overleg met de afdeling plannen en ontwikkelen een bestek opgesteld door het team overheidsopdrachten.
De volgende gunningscriteria worden voorgesteld:
- kostprijs (40 %);
- plan van aanpak (60 %), met als subcriteria:
- opmaak beleidsplan ruimte (40 %);
- participatieopdracht (20 %).
Het gewicht van het gunningscriterium 'prijs' staat op 40 % van de totaalscore omdat deze opdracht een belangrijke mate van creativiteit en deskundigheid vergt. Hierdoor primeert het plan van aanpak voor de opmaak van het beleidsplan en de participatieopdracht in de beoordeling.
De indicatieve raming bedraagt 206.611,57 EUR + 43.388,43 EUR (21 % btw) = 250.000 EUR.
De jury voor het objectief beoordelen van de offertes bestaat uit vertegenwoordigers van:
- de afdeling plannen en ontwikkelen;
- het team participatie;
- de dienst overheidsopdrachten.
tot de opmaak van een gemeentelijk beleidsplan ruimte Sint-Niklaas, bestaande uit een strategische visie en minstens twee beleidskaders.
de wijze van gunning (open procedure op Europees niveau), de indicatieve raming (206.611,57 EUR + 43.388,43 EUR (21 % btw) = 250.000 EUR) en de voorwaarden goed te keuren voor het aanstellen van een studiebureau voor het opmaken van een gemeentelijk beleidsplan ruimte Sint-Niklaas.
dat de jury voor het objectief beoordelen van de offertes zal bestaan uit vertegenwoordigers van:
- de afdeling plannen en ontwikkelen;
- het team participatie;
- de dienst overheidsopdrachten.
Het rup wordt opgemaakt voor de hervestiging van het AZ Nikolaas naar een randstedelijke locatie in de westrand van Sint-Niklaas. Hiervoor werd reeds een startnota, scopingnota en ontwerp-MER opgemaakt met een uitgebreid onderzoek naar locatiealternatieven en milieueffecten. Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 17 augustus 2020 om op basis hiervan definitief de locatie Neerkouter te weerhouden en hiervoor het voorontwerp rup op te maken.
Het rup voorziet een bestemmingswijziging van ongeveer 16 ha (herbevestigd) agrarisch gebied naar een gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen in functie van de herlokalisatie van het AZ Nikolaas. Tevens wordt de grenslijn van het regionaal stedelijk gebied aangepast. Tegelijk worden drie (delen van) woonuitbreidingsgebieden ter compensatie herbestemd naar agrarisch gebied.
Het voorontwerp rup werd besproken en geadviseerd door de verschillende betrokken instellingen en administraties op de plenaire vergadering van 18 december 2020 en er werden aanpassingen doorgevoerd aan het ontwerp.
Op 5 februari 2021 delegeerde de Vlaamse Regering de planningsbevoegdheid voor de opmaak van het gemeentelijk rup AZ Nikolaas aan de stad Sint-Niklaas en stemde in met de afwijking van de voorschriften van het gewestelijk rup Afbakening regionaal stedelijk gebied Sint-Niklaas.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen.
met 40 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, Vlaams Belang, CD&V, Vooruit) en 1 onthouding (PVDA)
het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan AZ Nikolaas voorlopig vast te stellen.
Een exemplaar van het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan AZ Nikolaas wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Artikel 21 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de voorzitter van de Gecoro jaarlijks verslag moet uitbrengen aan de gemeenteraad over de werking van de Gecoro en over het beheer van de werkingsmiddelen. Dit verslag heeft betrekking op het afgelopen kalenderjaar en wordt uitgebracht vóór 1 april van het daaropvolgend jaar.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Besluit van 19 mei 2000 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening, inzonderheid artikel 4.
Huishoudelijk reglement, goedgekeurd door de Gecoro tijdens de startvergadering van 4 maart 2020, artikel 21.
kennis te nemen van het jaarverslag 2020 van de Gecoro.
Een exemplaar van dit verslag wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De plotse mini-koudegolf laat zijn sporen na en het is normaal dat ondanks strooi- en andere plannen, niet elke hinder kan worden verholpen ondanks de grote inspanningen. De kritiek
(terecht of onterecht) is er dan ook.
Daarom willen we onze vaststellingen aankaarten, de huidige strooiplannen herbekijken en enkele voorstellen doen voor de toekomst teneinde eventuele huidige tekortkomingen te
verhelpen.
Door de recente wijziging van de voorrang is het moeilijk om de Breedstraat of de Oude Molenstraat te verlaten wegens de constante stroom auto's op de as Antwerpse Steenweg/Raapstraat.
Deze situatie dreigt nog te verslechten als de knip in de Lindenstraat wordt gerealiseerd.
Het op de baan geschilderd kruis is al een goede poging tot oplossing van dit probleem, maar is onvoldoende om een veilige verkeersafwikkeling te garanderen.
Daarom stellen we voor om verkeerslichten aan te brengen op het kruispunt.
Als bijlage een mogelijke cyclus van vijf fasen.
Op de gemeenteraad van juni 2020 werd de ruimtelijk economische studie goedgekeurd. Uit de studie bleek de transversale rol van het onderwijs binnen het lokale economisch weefsel. Zeker in een scholenstad zoals Sint-Niklaas is die rol prominent aanwezig. Onderwijs vormt de brug tussen de toekomstige werknemer, de kennis, de handen en alle sectoren. In de studie werden een aantal concrete voorstellen gedaan alsook uitdagingen en opportuniteiten geformuleerd. Vanuit de Open Vld-fractie willen we in dit kader graag een concreet voorstel voorleggen aan het college .
De Open Vld-fractie stelt voor om in te zetten op het faciliteren en bekend maken van stageplaatsen in de bedrijven in de brede omgeving van onze stad. Tijdens stages leren jongeren hun kennis en vaardigheden in een professionele omgeving inzetten en daardoor vinden ze later ook sneller een eerste baan. Een stage is de beste manier om schoolgaande jongeren op de praktijk voor te bereiden, en de kloof tussen de schoolbanken en het werkveld te dichten. Ook de bedrijven in Sint-Niklaas zijn vragende partij om deze jongeren te begeleiden en op te leiden.
Om dit te realiseren wordt het aanbod van alle stageplaatsen samengebracht in de "stage-app" of stagewebsite. Bedrijven kunnen snel een geschikte stagiaire vinden en scholieren van Sint-Niklaas en het Waasland vinden op hun beurt snel een juiste match voor hun stage. Onze scholen kunnen tot slot de app promoten bij hun scholieren.
Daarom wil ik u vragen schepen of het stadsbestuur wil overgaan tot de ontwikkeling van een app en/of website met het aanbod van stageplaatsen in bedrijven in Sint-Niklaas. De app of website:
De uitrol van de app of website gaat gepaard met een gerichte informatiecampagne om de tool bekend te maken bij het doelpubliek.
- Los lopende honden: veel bewoners hebben last van loslopende honden op de graspleinen;
- plaatsen containers MIWA (huisvuil): plaatsing ondergrondse containers aan blok 5 nemen parkeerplaatsen weg;
- criminaliteit rond de appartementen: bewoners vragen voor de veiligheid controle van de politie;
- parkeerproblemen: vraag om meer parkeer plaatsen te voorzien, hiervoor zijn al voorstellen geweest.
Het antwoord van de burgemeester op mijn opmerking naar aanleiding van de handhaving aan de Witte Molen, nopen mij hieromtrent enkele vragen te stellen. Vragen naar de inschakeling van de gemeenschapswachten, hun bevoegdheid, opleiding, taken en uitrusting. De fysieke opvang in het politiehuis... maar ook de taakverdeling en de inzetbare capaciteit van het politiekorps zelf roepen bij ons bedenkingen op.
Op 10 maart verliep de termijn voor eventuele indiening van bezwaren. Over deze bijstelling en de eventuele bezwaren en de houding van het college had ik graag de nodige opmerkingen en vragen gesteld.
Sinds de lockdown is meer dan ooit duidelijk dat snelle en betrouwbare wifi in 2021 geen luxe meer is, maar een noodzaak. In een wereld waarin steeds meer dingen online moeten gebeuren, zou het internet even toegankelijk moeten zijn als de stoep voor je deur.
Het idee om gratis snelle wifi te voorzien voor gezinnen is niet nieuw. De Britse Labour Party, toen onder de leiding van Jeremy Corbyn, zette het in de aanloop van de verkiezingen van 2019 op de agenda. Dat plan kreeg toen veel kritiek, maar het debat heeft de weg vrijgemaakt voor een eerste stap: in bepaalde steden in de UK krijgen gezinnen sinds kort gratis breedband. Waarom kan dit niet bij ons?
Ook in de VS zijn meer dan 800 lokale publieke internetproviders actief. Waar de private telecom-mastodonten het laten afweten, organiseren lokale overheden er zelf de uitrol van een glasvezelnetwerk. Dat geeft de economie een enorme boost. In de steden waar deze providers actief zijn, is de digitale achterstand veel kleiner, het internet veel goedkoper en zijn de surfsnelheden veel hoger.
Terwijl men elders vooroploopt, staat België nog nergens. Minder dan twee procent van de gezinnen in ons land heeft vandaag een supersnelle glasvezelverbinding, in Nederland is dat 40 procent. Dat komt doordat drie grote providers, Proximus, Telenet en Voo, zoveel macht hebben dat ze op de rem kunnen blijven staan. Ondertussen zijn onze internetabonnementen al jaren bij de duurste van Europa.
Uiteraard heeft de federale en Vlaamse overheid hierin een belangrijke rol te spelen. Maar ook als stad kunnen we hier een actievere rol spelen. En de nood is groot, zeker nu in tijden van lockdown. We mogen dit niet voor ons uitschuiven. Integendeel, er moet NU een versnelling hoger geschakeld worden. Zo geven we iedereen de mogelijkheid om mee te zijn in 2021, ook wanneer de lockdown – eindelijk – achter de rug is. Dat is nodig en perfect mogelijk.
In het Lokaal Armoede Plan staat het volgende: “Ook de noodzakelijke software is duur. We organiseren bij de scholen een bevraging om na te gaan wat er gratis kan aangeboden worden… Als lokaal bestuur treden we in overleg met internetproviders om te proberen betaalbaar of gratis internet te voorzien voor zoveel mogelijk inwoners van de stad. Op het openbaar domein is gratis wifi voorzien in het centrum van de stad (tussen de Grote Markt en het Stationsplein). In de openbare stadsgebouwen (stadhuis, welzijnshuis, bibliotheek en filialen, lokale dienstencentra, buurthuizen, zwembad, sporthallen, musea, schouwburg, academies ….) kan de gebruiker met zijn eigen toestel inloggen op het gratis wifi-netwerk.”
Wat is er op dit vlak al gerealiseerd? Welke stappen zijn er al gezet naar de scholen toe? Wanneer is die bevraging gebeurd? Of wanneer wordt die gepland? Welke contacten zijn er al genomen met internetproviders? Wij hebben hier nog Proximus, nog steeds een publieke telecomspeler. Die is perfect in staat om een netwerk uit te bouwen waarmee we iedereen op een goedkope manier kunnen voorzien van gratis breedbandinternet, te beginnen in de wijken waar internetarmoede het grootst is. Welke gesprekken zijn er al gevoerd met Proximus? In welke stadsgebouwen kan de gebruiker zijn eigen toestel inloggen op het gratis wifi-netwerk? Hoe is dat al gepromoot geworden, nu er grote noden zijn?
En wat met mensen die niet over een computer of internet thuis beschikken of die digitaal niet mee zijn? Bijna één op de drie huishoudens met lage inkomens beschikt niet over een internetverbinding. 40 % van de Belgische bevolking heeft zwakke digitale vaardigheden, een percentage dat stijgt tot 75 % bij mensen met lage inkomens en een laag opleidingsniveau. Respectievelijk 55 % en 67 % doen geen administratieve verrichtingen online. Dat zijn de bevindingen van de Koning Boudewijnstichting.[1]
Onlangs sprak een vrouw mij aan. Ze zei: “Ik had problemen met mijn gsm zodat ik geen internet meer heb. Maar waar kan ik nu nog terecht? Ik ging naar Welzijnshuis en daar reageerden ze "moeten we nu ook nog daarmee helpen?"
In het Lokaal Armoede Plan lees ik het volgende: “In de Bib, het welzijnshuis en in de lokale dienstencentra worden plekken voorzien waar iedereen toegang heeft tot een pc, en waar medewerkers ter beschikking zijn om indien nodig ondersteuning te bieden. Bij de reorganisatie van de wacht- en onthaalruimte van het welzijnshuis breiden we het aanbod computers voor het publiek uit en voorzien we ook print- en scanfaciliteiten. Ook in de nieuw te bouwen stadswinkel plannen we één of meer doe-het-zelfcomputers in de onthaalzone zodat hulp altijd vlakbij is.”
Goede initiatieven. Maar waar kunnen NU in corona-tijden mensen terecht die thuis niet over een computer of internet beschikken? Waarom wachten op de reorganisatie van het Welzijnshuis en de nieuwe stadswinkel? Nu zijn er noden en mensen kunnen praktisch nergens terecht.
Daarom stellen wij voor om zo snel mogelijk een digiloket te voorzien in een aantal stadsgebouwen.
Als sociaal werkers contact hebben met kwetsbare gezinnen, informeren zij dan of ze beschikken over breedband/wifi/laptop per kind? Kunnen deze vragen meegenomen worden? Misschien kan ook Kind en Gezin, hiernaar enquêteren bij de ouders.
Vorige gemeenteraad heb ik ook gevraagd om de nood aan laptops voor kansarme scholieren ernstig te nemen. Toen is beloofd dat er een nieuwe rondvraag zou komen bij de scholen. Wanneer is die rondvraag uitgestuurd? Wat zijn de resultaten van deze bevraging en welke initiatieven heeft de stad hierrond ondernomen?
Kortom, er is heel wat werk aan de winkel om ervoor te zorgen dat een snelle internetverbinding voor iedereen de normaliteit wordt want snelle en betrouwbare wifi is in 2021 geen luxe meer, maar een noodzaak om digitale en sociale uitsluiting tegen te gaan. Wat plant het stadsbestuur op korte termijn om hier werk van te maken?
[1] https://www.kbs-frb.be/nl/Newsroom/Press-releases/2020/20200828NDBarDigIncl
Ongeacht onze afkomst, ons geloof of seksuele oriëntering,… hier in onze stad en het Waasland lopen allen rond in de dikke Wase klei. Het hangt niet alleen aan iedereen zijn schoenzolen, we dragen de klei zelf het mee in onze aard. We zagen soms wel over onze stad, maar van binnen zijn we diep verankerd in onze grond.
En deze typische kleigrond heeft ons veel opgebracht: denk maar aan de florerende steenbakkerijen in Stekene, Steendorp, maar ook SVK in Sint-Niklaas. Als gepassioneerde geschiedenisliefhebber pleitte ik daarom op de gemeenteraad van 25 mei 2020, om de bestaande kleibaggeraar te bewaren in het kader van het masterplan voor de terreinen van SVK. Daarnaast vroeg ik om de nodige impulsen te geven aan het wetenschappelijk onderzoek naar de economische en sociale impact van het kleiwinnen en om deze informatie te ontsluiten.
Tot mijn opluchting verzekerde de schepen op deze gemeenteraad dat er rekening gehouden zou worden met het erfgoed in het masterplan.
Echter, aangezien mijn interpellatie reeds enige tijd gepasseerd is zonder nieuws en er ondertussen een nieuwe verbindingsweg aangelegd werd langs de N41, nam ik contact op het de stadsdiensten. Hieruit bleek dat de kleibaggeraar namelijk buiten het masterplan valt en mijn interpellatie van 25 mei 2020 dus wel mondeling beantwoord werd maar vermoedelijk nog niet ter harte genomen kon worden door de diensten of de politieke verantwoordelijken.
Anderzijds bleek dat de kleibaggeraar (of excavateur in de volksmond) die in volle eigendom is van SVK, geen beschermd statuut heeft. De eigenaar zou dus in theorie van de ene op de andere dag kunnen beslissen om de kleibaggeraar af te breken als deze in de weg zou staan. Er is dus dringend nood aan het beschermen van dit industrieel erfgoed. Ook de kennis van de werking, net als het gebrek aan het onderhoud van de kleibaggeraar, dreigt verloren te gaan met de tijd die onverbiddelijk verder loopt. In Stekene tracht men alvast de nodige stappen te zetten om hun kleibaggeraar die in veel slechtere staat is, te bewaren. Deze werkzaamheden werden beloond door een bronzen Publica Award. Daarnaast zet de Heemkundige Kring “d’Euzie vzw” zich in voor ao de baksteennijverheid in het Waasland.
Geachte collega’s. Iedere keer een streek haar typerend patrimonium verwaarloost of afbreekt, verdwijnt een stuk van haar geschiedenis en streekidentiteit.
Maar omgekeerd geldt ook: iedere keer een streek haar typerend patrimonium koestert en openstelt voor haar inwoners en toeristen, versterkt ze haar wortels in haar geschiedenis. En er zijn mogelijkheden hiervoor: zo leert de geschiedenis dat het bedrijf weldegelijk bereid kan zijn om constructief te kijken of er mogelijkheden zijn om haar industrieel erfgoed te bewaren: zo werd namelijk in 2014 de locomotief De Wase Kleiputter uit 1922 gerestaureerd via de KOKW.
Het restaureren en mogelijk zelf opnieuw in werking stellen van de relatief goed gewaarde kleibaggeraar uit 1957, zou volgens mij een unicum voor het Vlaams industrieel erfgoed zijn.
Het zou een plaats zijn waar Sint-Niklazenaren en bij uitbreiding Waaslanders hun geschiedenis kunnen (her)beleven. Want stadsfierheid wordt niet enkel gerealiseerd door marketing, maar ook door stevige wortels in de geschiedenis.
Vragen voor het stadsbestuur:
• Acht het stadsbestuur het de moeite om de kleibaggeraar tussen de N41 en de Driegaaienstraat van SVK te bewaren en te ontsluiten?
• Indien ja, welke acties plant het stadsbestuur om ons lokaal erfgoed te bewaren, meer concreet: kan een politiek of ambtelijk overleg gehouden worden met de eigenaar in het kader van conservering en ontsluiting van de kleibaggeraar?
Artikel 7.4.4/1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet in een vereenvoudigde procedure tot wijziging van verouderde stedenbouwkundige voorschriften van BPA’s en gemeentelijke RUP’s.
Deze versoepeling kadert in een streven naar meer ruimtelijk rendement. Het verhogen van het ruimtelijk rendement betekent dat we meer gaan doen met het reeds ingenomen ruimtebeslag en dus nieuw bijkomend ruimtegebruik gaan afremmen ter vrijwaring van resterende (groene) open ruimte. Deze regeling biedt onze stad de opportuniteit om met het ruimtelijk beleid de weg in te slaan van een duurzaam en kwalitatief ruimtegebruik, in afwachting van de opmaak en vaststelling van het nieuwe Beleidsplan Ruimte Sint-Niklaas waarvoor de procedure deze gemeenteraad wordt opgestart met als ambitieuze beleidskaders 'open ruimte' en 'levendige kernen'. Een procedure die 3 jaar in beslag zal nemen.
Ik diende hierover in de gemeenteraad van 22 maart 2019 een voorstel van beslissing in om tegen eind 2019 te beschikken over een sreeningsnota van voor wijziging in aanmerking komende stedenbouwkundige voorschriften van onze geldende maar veelal verouderde BPA's en RUP's.
De bevoegde schepen verklaarde toen deze opdracht zeker te zullen opnemen omdat ook hij ervan overtuigd was dat dit een zeer nuttige opdracht was. Hij wilde deze oefening vooral grondig doen en wilde zich daarom qua timing niet vastpinnen op eind 2019.
We zijn vandaag exact 2 jaar verder. Graag verneem ik de stand van zaken van de screeningsopdracht en de timing waarbinnen de beloofde screeningsnota aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd.
Op 7 mei 2017 hielden we met enkele jongeren een ‘praatsessie’ avant la lettre met alle partijen uit het Waasland. We wilden een gedragen visie op de Wase intergemeentelijke samenwerkingen ontwikkelen. Daarom schreven we een half jaar lang aan een studie die we expliciet niet van een partijlogo voorzagen omdat het doel partijgrensoverschrijdend was. In het Walburgpark ontvingen een 60tal mensen uit heel het Waasland uit het middenveld, uit de intergemeentelijke samenwerkingen, uit het beleid, etc..
De studie kan u hier nalezen: https://drive.google.com/file/d/0B194FR-C2j8ZR3NfU1NWZ3hSTUU/view?fbclid=IwAR2YMU_NBY4MtHAbCqSrU1yqX1ZIkl0TVlbAX9_qTlEB-8LXCKBtT5CXAHQ
De verschillende sprekers horen we hier aan het woord: https://www.tvoost.be/nieuws/jongcd-and-v-waasland-meer-efficientie-en-transparantie-in-122-intercommunale-44046
We hadden nog genoeg vragen voor een tweede studie. Zo wensten we een doorlichting op management niveau te houden (lees: op basis van de jaarverslagen alle externe ondersteunende firma’s inventariseren oa sociaal secretariaten, bedrijfsrevisoren, IT-ondersteuning, externe grafische bureau’s, externe boekhoudbureaus,… in kaart brengen om te zoeken naar betere prijzen).
Anderzijds wouden we een vogelvluchtanalyse van alle beleidsplannen: hebben deze tegenstrijdige doelstellingen of hebben deze eigenlijk dezelfde doelstellingen (zo ja, is het zinvol om een set gedeelde strategische doelstellingen te hanteren?).
Maar aangezien we vrijwilligers zijn, zijn we hiertoe nog niet geraakt.
Ondertussen is onze studie, samen met vele andere initiatieven, bij de Vlaamse regering terecht gekomen. Op 12 maart 2021 beslist de Vlaamse regering daarom op 17 referentieregio’s af te bakenen. Deze afbakening is slechts de eerste stap: in de volgende 10 jaar worden de intergemeentelijke samenwerkingen op elkaar afgesteld.
Aangezien we in het Waasland zeer een rudimentaire basis hebben, zou het misschien een mogelijkheid zijn om subsidies/ondersteuning te vragen aan VVSG die extra middelen krijgt omtrent Lab Regiovorming?
Daarnaast vroeg ik af of we een Praatsessie kunnen houden met de gemeenteraad? Het doel, niet vanuit een meerderheid tegen oppositie voorstel te formuleren. Maar eerder vertrekken van een wit blad: wat zijn de uitdagingen, wat lijkt ons goed en welke stappen zijn nodig?
Daarnaast organiseert een fijne universiteit alvast een webinar “Regiovorming in Vlaanderen, kansen en uitdagingen’ op donderdag 22 april 2021, van 14u tot 15u. Inschrijven kan via volgende link: https://soc.kuleuven.be/io/opleidingen/webinar-regiovorming-vlaanderen?fbclid=IwAR26QslPuYcsOTFVMnuX6q7csj3gpVwTNo7uVVu3iNWYmqS7ZDmBs5aH5gM
Het is misschien zinvol om hierna een Praatsessie voor de partijen uit Sint-Niklaas te houden? Nu de regio’s afgebakend zijn, kan er een richting en mogelijk tussenstappen geformuleerd worden over de partijgrenzen heen. Want de komende 10 jaar is er massa’s werk op de plank waar goodwill van iedereen nodig is.
Voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen is de aankoop van grote huishoudtoestellen zoals een droogkast, diepvriezer of wasmachine vaak een zware kost. Om de kosten te drukken wordt vaak noodgedwongen geopteerd voor een goedkoop of tweedehands exemplaar. Die toestellen zijn vaak ook energieverslindend waardoor ze de energiefactuur van het gezin de hoogte injagen. We willen daarbij zeker niet voorbij gaan aan de belangrijke rol die de Azalee in dit verband vervult.
Maar bovendien hebben sommige gezinnen die klein behuisd zijn helemaal geen plaats om een wasmachine of droogkast te plaatsen en is een commerciële wasserette duur.
Vorige gemeenteraadscommissie welzijn bekeken we het dossier van Den Durpel, waarbij tot mijn grote vreugd op deze nood werd ingegaan. Het zou wellicht nog beter zijn om dit voor een ruimer publiek te kunnen aanbieden. Daarom durven wij aan de gemeenteraad het volgende voor te leggen
Daarbij volgende voorstellen:
met 19 stemmen voor (Vlaams Belang, CD&V, Vooruit, PVDA) en 22 stemmen tegen (N-VA, Groen, Open Vld)
Collega’s,
In 2017 heeft College van procureurs-generaal en de minister van Justitie de omzendbrief over het opsporings- en vervolgingsbeleid over eergerelateerd geweld, vrouwelijke genitale verminkingen, gedwongen huwelijken en wettelijke samenwoningen aangenomen. Deze omzendbrief is op 1 juni 2017 in werking getreden.
Het instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen heeft, in navolging daarvan en in de strijd tegen gedwongen huwelijken, in 2018 een toolkit ter ondersteuning van lokale besturen ontwikkeld.
Terecht denken wij. Het instituut schrijft op haar website : ‘Een gedwongen huwelijk wordt beschouwd als de verbintenis tussen twee personen van wie er ten minste één niet uit vrije wil en ten volle met het huwelijk heeft ingestemd. Het gaat dus over huwelijken onder fysieke en morele dwang. Terwijl fysieke dwang gemakkelijk herkenbaar is, is morele dwang vaak heel wat subtieler en bijgevolg ook moeilijk op te sporen’. Aangezien het principe van een huwelijk met instemming en uit vrije wil vaak anders wordt ingevuld naargelang de cultuur, is het ook niet zo makkelijk om te definiëren wat onder een gedwongen huwelijk dient te worden verstaan’.
Gedwongen huwelijken zijn dus een uiterst complexe problematiek. Voor eerstelijnsdienstverleners - politieagenten, ambtenaren van de burgerlijke stand, magistraten, dokters, leerkrachten en sociaal assistenten - is het absoluut niet gemakkelijk om enerzijds uit te maken of ze met een gedwongen huwelijk te maken hebben en anderzijds de slachtoffers te begeleiden wanneer het duidelijk is dat het om een gedwongen huwelijk gaat.
Het is overduidelijk dat het lokale niveau daar een cruciale rol te spelen heeft.
Ambtenaren van de burgerlijke stand zijn dan ook actoren op het terrein die, door middel van het signaleren en voorkomen van gedwongen huwelijken, actief kunnen bijdragen aan deze strijd. De toolkit beoogt ook de versterking van de samenwerking en het netwerk tussen sectoren (gemeenten, politie, justitie en hulpverlening) op lokaal niveau om de problematiek van gedwongen huwelijken aan te pakken. Aangezien het instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen de afgelopen jaren nog steeds verschillende meldingen van gedwongen huwelijken opvangt, heeft het recentelijk de meldcode opnieuw bezorgd aan de schepenen van gelijke kansen en burgerlijke stand. Wij hebben daarom volgende vragen rond de toolkit en de problematiek van gedwongen huwelijken:
Houdt het bestuur bij wanneer de toolkit gebruikt wordt of is gebruikt geweest? Wordt deze toolkit vandaag gebruikt in onze stad? Gebeurt dit standaard? Zijn hier cijfers van, hoeveel keer werd de toolkit gebruikt in 2018/2019/2020 tot op vandaag?
Zijn er al gedwongen huwelijken gedetecteerd met de toolkit? Hoeveel dan?
Hoe zal het gemeentebestuur deze toolkit promoten bij de diensten?
De toolkit zal in het najaar van 2021 geëvalueerd worden, hoe zal er hier geëvalueerd worden nu de meldcode een tweede keer verzonden is?
Is er uberhaupt een plan van aanpak? Indien er nog geen plan van aanpak is voor evaluatie, is het gemeentebestuur bereid om zich te engageren om een plan van aanpak op te stellen en de situatie zo te evalueren?
Graag hierover enige duiding.
“Eén meisje op acht heeft geen geld voor tampons”. Dat kopte De Morgen november vorig jaar. Het kwam in de pers naar aanleiding van een onderzoek van Caritas. Een moedig onderzoek. Caritas riep de verschillende overheden in ons land op om werk te maken van gratis menstruatieproducten in België. Schotland maakte reeds als eerste land bekend dat het menstruatieproducten gratis zou aanbieden. Nieuw-Zeeland is daarna gevolgd. Leerlingen op scholen in Nieuw-Zeeland kunnen nu gratis gebruikmaken van tampons en maandverband. Het land gaat de producten gratis verstrekken om menstruatie-armoede tegen te gaan. “Omdat we weten dat bijna 95.000 leerlingen tussen 9 tot 18 jaar thuis zouden blijven tijdens hun menstruatie, omdat ze geen menstruatieproducten kunnen betalen, zei de premier Jacinda Ardern. "Door ze gratis te verspreiden, kunnen deze jonge mensen naar school blijven gaan om te leren."
Het probleem stelt zich ook bij ons en we denken dat we het probleem ernstig moeten nemen. In Gent heeft onze partij eerst een voorstel gelanceerd om automaten te plaatsen in de scholen. Daaropvolgend, op de internationale vrouwendag 8 maart, het kan niet symbolischer, heeft de stad Gent een initiatief aangekondigd. Vier Gentse scholen krijgen een kastje met een codeslot zodat leerlingen die het nodig hebben er gratis maandverbanden en tampons kunnen uithalen. Het is een proefproject om menstruatie-armoede te bestrijden. Als de kastjes voldoende en goed gebruikt worden, zouden ze ook in andere scholen kunnen geplaatst worden. Ook Aarschot heeft op 8 maart een gelijkaardig initiatief genomen. Daar besliste burgemeester Gwendolyn Rutten om automaten te plaatsen in de scholen èn de stadsgebouwen. Ze kiezen daar voor maandverband. De burgemeester maakte ook het budget bekend dat hiervoor wordt uitgetrokken, nl. 9.058 euro. En ze hoopt dat vele andere steden snel het voorbeeld zouden volgen. En ze voegt er nog aan toe “dat ze eer zeker van is dat indien mannen ongesteld zouden worden, dit systeem al lang zou bestaan.”
We mogen de ernst van de problematiek niet onderschatten. Caritas bevroeg eind vorig jaar 2.608 meisjes en jonge vrouwen tussen 12 en 25 jaar. 12 procent gaf aan weleens niet genoeg geld te hebben om menstruatieproducten te kopen. Bij de groep die in ‘materiële deprivatie’ leeft, dus in een financieel moeilijke situatie, liep dat cijfer zelfs op tot 45 procent.
Het Kinderrechtencommissariaat heeft het over een dubbel taboe. “Je hebt én het taboe op armoede én het taboe over menstruatie”, stelt kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens. Ze vindt dat het nu de beurt is aan de overheid om hier iets mee te doen. En de overheid, dat is onder andere de stad. Wij willen voorstellen om de proefprojecten van Gent of Aarschot, ook in Sint-Niklaas op te starten en hierover in gesprek te gaan met de scholen om te zien waar en op welke manier dit kan aangepakt worden. We weten dat de armoede in onze stad groot is en we willen dit met z’n allen aanpakken. Dit is een concreet voorstel voor een concreet probleem. Vandaar onze vraag om op de ene of andere manier gratis menstruatieproducenten ter beschikking te stellen in de scholen, voor wie het niet kan betalen.
Meer achtergrond:
https://m.nieuwsblad.be/cnt/dmf20201125_96190230?utm_source=google
Voor het eerst is er in enkele Vlaamse en Waalse steden en gemeenten een wetenschappelijk onderbouwde telling van de dak- en thuislozen gedaan. De resultaten van deze telling zijn vorige week bekend gemaakt en ze zijn echt wel verontrustend, zeker voor het aantal kinderen en jongeren. De Koning Boudewijnstiching, KU Leuven en Université de Liège (ULiège) organiseerden in oktober 2020 een telling in de steden Luik, Aarlen, Gent en de provincie Limburg. De cijfers liggen veel hoger dan algemeen. In Gent bijvoorbeeld zijn er niet minder dan 1.472 dak- en thuislozen, waarvan 401 jongeren die volledig of gedeeltelijk dakloos zijn. Maar de problemen situeren zich niet alleen in de grootsteden, maar ook in de kleinere steden, zoals bv. Aarlen. Daar telde men 149 dak- en thuislozen, waarvan 69 jongeren. Aarlen telt 14.000 inwoners minder dan Sint-Niklaas. Waarom zou de problematiek bij ons minder erg zijn? We krijgen heel wat signalen dat het probleem in onze stad ook groot is. Maar meten is weten. Professor Koen Hermans van de KUL ziet twee belangrijke tendensen: een toenemend aantal daklozen (1 op 5) zijn tussen de 18 en 25 jaar. En de vervrouwelijking, nl. een toenemend aantal alleenstaande moeders met kinderen. Daar speelt onder meer de problematische huismarkt een rol. Ook het verband tussen dak-of thuisloosheid en gezondheidsproblemen (geestelijke gezondheidszorg en drugmisbruik) is voor de professor een aandachtspunt.
Meten is weten. Meten ook om de meest passende maatregelen te kunnen nemen in functie van de profielen en de problemen van de dak- en thuislozen. Op basis van zo’n telling kan het beleid ten gronde worden afgestemd op de noden en problemen. Ik heb punt dit al aangekaart vorig jaar in december. De schepen vertelde toen dat er contacten gelegd werden met de Koning Boudewijnstichting, maar dat het nog niet duidelijk was of zo’n telling in Sint-Niklaas kon doorgaan en wanneer dit kon gebeuren. Ik weet niet of die contacten iets hebben opgeleverd. Maar de K.Boudewijnstichting heeft nu ook een draaiboek uitgewerkt met de deelnemende steden en gemeenten, een draaiboek dat overal in België kan ingezet worden. (zie link). Deze handleiding biedt perspectieven voor de stad om met een aantal partners te bekijken op welke manier dit kan aangepakt worden. Wij zouden er dan ook voor willen pleiten om ook in Sint-Niklaas zo'n telling te organiseren. Het probleem van dak- en thuisloosheid neemt jaar na jaar toe en is al te lang onder de radar gebleven. Het lijkt ons belangrijk om dit eens goed in kaart te brengen om efficiënt en doelgericht het probleem aan te pakken. We gaan dit niet alleen oplossen met het uitbreiden van het aantal noodwoningen (op zich positief) want een noodwoning is een tijdelijke oplossing en geen definitieve oplossing. De aanpak zal zeer divers moeten zijn en zal zich moeten situeren zowel op het vlak van inkomen, het voorzien van voldoende sociale woningen, voldoende huurwoningen in het segment beneden de 600€, het toelaten van allerlei vormen van samen wonen voor jongeren, een degelijke nacht- en winteropvang, enz… Met andere woorden, na de telling is het belangrijk om een actieplan dak- en thuisloosheid op te stellen, zoals dat nu in andere steden gebeurt.
https://www.kbs-frb.be/nl/Activities/Publications/2021/20210316NT2?fbclid=IwAR2hBWJLaUiSLwt6f-30tMeqPdMKAKVf8HxQR_oL8Aao1Y1LnKGC9DiiGpUNaar aanleiding van de op stapel staande strategische projecten kan en wil ik enige vraagtekens plaatsen bij het luik participatie.
Ik stel vast dat na de infovergadering in september 2019, er niets verder aan info en participatie is gedaan omtrent het Hendrik Heymanplein en bibliotheek. Meer nog, in de scoopnota wordt verder weinig ingegaan op de opmerkingen die trouwens ook in het verslag van de infovergadering minimalistisch werden weergegeven.
Als we dan ook lezen in verdere documentatie dat men nog moet nagaan en beslissen wanneer men het participatietraject verder moet zetten en waarover en wie er moet betrokken worden, dan kan men zich de vraag stellen of men betrokkenen wel serieus wil nemen.
Specifiek over de handelswijze in dit dossier, maar verder ook naar de invulling van de term 'participatie', wil ik het college bevragen.
In januari werden de gemeenteraadsleden samen met het stadspersoneel vergast op een doosje chocolaatjes. Een streekproduct. In februari kregen we een doos met geschenkjes. Onder meer een pakje koffie van een plaatselijk bedrijf. Ook een bon voor een gratis yoga sessie en reclame van een plaatselijk bedrijf zaten in deze doos. De samensteller van de dozen is een zaak uit Belsele. Zoals schepen Somers in het verleden reeds aanhaalde draagt het college de slogan ‘koop lokaal’ hoog in het vaandel. Dat blijkt dan ook uit deze beide attenties.
in het kader van het voornemen om het goede voorbeeld te geven en de attenties voor relaties, personeel en raadsleden lokaal aan te kopen had ik graag enkele vragen gesteld.
Zijn er criteria waar plaatselijke handelaars aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de aankoop van hun producten of diensten?
Hoe worden bedrijven uitgekozen? Is er een beurtrol voorzien?
Zijn er voorwaarden waaraan bedrijven moeten voldoen om reclame te kunnen maken voor hun producten of diensten in zo’n geschenkdoos? Waaruit bestaan die eventuele voorwaarden?
Wordt er gekeken naar de banden met de stad of meer algemeen het Waasland voor een eventuele samenwerking?
waaraan moeten producten voldoen om als streekproduct in aanmerking te komen? Zo stak er in de doos ook een kleine verpakking borstbollendie vervaardigd worden door een bedrijf in Kalmthout. Krijgen plaatselijke streekproducten voorrang of wordt dit breder gezien?
Heeft de stad inspraak in de samenstelling van de geschenkmand/doos of wordt er gewoon een budget vooropgesteld?
Worden bedrijven op de hoogte gebracht op welke wijze zij hun kandidatuur voor een samenwerking met de stad kunnen plaatsen? Hoe gebeurt dat?
Wordt het deel van de webstek van de stad waarop promotie gemaakt wordt voor de regionale streekproducten regelmatig bijgewerkt?
Mede door de resultaten van een onderzoek in Lier, heeft minister Diependaele beslist een budget uit te trekken om te onderzoeken of genieters van een sociale woning geen eigendom hebben in het buitenland. Ik neem aan dat steden en gemeenten hierop beroep kunnen doen.
In het verleden heeft de schepen voor wonen, in deze raad gezegd, op vraag van onze fractie, dat het college deze opzoekingen niet zou doen om verschillende redenen. Nu de eventuele reden van betaalbaarheid wegvalt, willen we graag onze vraag herhalen en motiveren waarom ook Sint-Niklaas deze opzoekingen wel moet doen.
De moord op onze stadsgenoot David heeft heel veel mensen geraakt. De verontwaardiging is terecht: hoe kan zoiets in 2021 nog gebeuren? De dood van David maakt duidelijk dat holebihaat nog verre van is uitgeroeid. De woorden ‘homo’ of ‘gay’ blijven populaire scheldwoorden. Met regelmaat van de klok verschijnen er berichten in de media over homofoob geweld. Maar ook dat is het topje van de ijsberg, het merendeel van de agressies worden niet gemeld.
Homofobie is een structureel maatschappelijk probleem. Het stadsbestuur neemt al een aantal initiatieven. Het regenboogzebrapad is prima. En dat de stad nu regenboogvlaggen heeft uitgehangen is een mooi signaal. Maar het mag niet bij symbolische acties blijven. We moeten concrete stappen zetten. In het diversiteitsplan staan een aantal zaken opgesomd om discriminatie omwille van geslacht of geaardheid tegen te gaan. Dit is positief. Maar dit moet zeker nog geconcretiseerd worden. Wij denken dat het momentum daar is om dit nu te concretiseren en wij willen zes concrete voorstellen aandragen.
Mogen wij aandringen om deze zes concrete punten mee te nemen in het beleid?
2021 is een belangrijk jaar voor de Vlaamse begraafplaatsen. In 1971 besliste de overheid om komaf te maken met de eeuwigdurende concessies en om het gros van de concessies om te zetten in concessies voor vijftig jaar. In 2021 komen deze concessies te vervallen, naast de 50-jarige concessies die in 1971 zelf werden afgesloten. Daardoor komt dit jaar een relatief groot aantal concessies te vervallen.
Op de website van de stad is een overzicht te vinden van de concessies die in 2021 vervallen. Ik heb ze zelf opgeteld en kom tot volgende cijfers:Daarom volgende vragen, die zich door het groot aantal verlopende concessies in 1971 nog scherper stellen dan anders:
- Zo neen: welke criteria wil men hanteren om graven te bewaren en te onderhouden? De culturele waarde van het grafmonument? De achtergrond van de begravene? De ouderdom van het graf? Andere criteria?
- Wenst het stadsbestuur zelf in te staan voor de graven die men wenst te houden, maar waarvan de concessie niet verlengd werd? Gaat men daarvoor beroep doen op derden: erfgoedorganisaties? Burgers die het onderhoud van een grafmonument op zich willen nemen? Welke inspanningen zijn op dit vlak de afgelopen jaren geleverd en welke inspanningen worden in het vooruitzicht gesteld?
Op de commissie zitting van schepen Hanssens kregen we deze maand een overvloed aan gegevens die ons jammer genoeg alleen maar bevestigden wat elke rechtgeaarde Sint-Niklazenaar al geruime tijd een doorn in het oog is: het 'dashboard Veilig en Leefbaar Sint-Niklaas' geeft géén fraai beeld wat sluikstort en zwerfvuil betreft. Met al die cijfers hebben we er nog een extra ergernis bijgekregen: we weten nu ook wat het opruimen van al die rotzooi ons kost: 915.000 EUR of 11 EUR per inwoner! Hoezo “de vervuiler betaalt?“ Als je daarbij de 10 EUR telt die de Vlaamse Overheid uitgeeft per inwoner dan weet iedereen met gezond verstand dat een grondige aanpak hoogst noodzakelijk is. Als je daartegenover de inkomsten van GAS-boetes en forfaitaire opruimkosten zet, namelijk 13.478 EUR dan word je rood tot achter je oren. Leg dat maar eens uit aan het “Schoon Volk”, want gelukkig zijn er ook nog een 130-tal vrijwilligers die gratis voor niets onze stad helpen rein te houden. Onze stad heeft jammer genoeg nog meer leden van “Vuil Volk”. Je hoeft niet helderziend zijn, je hoeft géén studiebureau aan te stellen, we hebben het de man op de straat al lang horen zeggen: de pakkans én de boetes moeten verhogen! Schepen, u kondigde acties aan die niet op de lange baan mogen geschoven worden. Die vragen, zoals u zelf zegde, een “multidisciplinaire aanpak”. Een doeltreffende campagne vraagt een doeltreffende coördinatie rekening houdend met alle betrokken actoren zoals daar zijn: Reinigingsdienst/Miwa/OVAM/GAS-ambtenaren/Milieu-politie… Laat het ons voor eens en altijd duidelijk stellen: vele stadsgenoten met burgerzin zien wel de rommel opruimen nà meldingen maar zien de sluikstorters na elke schoonmaakbeurt (aan bij voorbeeld de glasbollen) de boel opnieuw verbrodden. Deze trend moet dringend keren, trouwens: als binnen afzienbare tijd onze Grote Markt er groen en leefbaar moet uitzien kunnen we beter al wat milieuvriendelijk gewapend zijn. Terecht merkte de schepen zelf op dat je met 915.000 EUR wel wat beters zou kunnen doen. Als op mooie zomerse dagen het stadspark in een vuilnisbelt verandert dan ga ik ook denken dat voor dat bedrag wel 20 parkwachters konden worden aangeworven… Wat sluikstort betreft delen we dezelfde ergernis, de aanpak daarentegen zagen we liever wat drastischer! Of die stijgende cijfers Corona-gerelateerd zijn kunnen we alleen maar hopen (dan is hopelijk de daling in ’t zicht), ik vrees echter dat die trend al ingezet was bij het invoeren van Diftar. Ik ben er oprecht van overtuigd dat àlle collega’s van de gemeenteraad in een propere stad willen leven, we hebben een gemeenschappelijke tegenstander: de vervuiler. Vrees niet collega’s: je kunt géén gezicht plakken op het profiel van de sluikstorter, dat is nu eens een terrein waarop diversiteit géén probleem is: oud of jong, autochtoon of allochtoon, rijk of arm, met een Mercedes of een Dacia… Schepen, collega’s, laat ons samen meewerken en –denken voor een sluikstort-vrije stad!
Verleden lazen we in de krant dat Vlaanderen vanaf 2022 een nieuwe literaire prijs zal kennen: de Boon. De ambities liggen hoog: er zal een Boon zijn voor diverse literaire genres, de prijs wordt stevig ondersteund door de Vlaamse Regering en het prijzengeld ligt hoog in vergelijking met bestaande prijzen.
Het krantenartikel vermeldt da de initiatiefnemers op zoek zijn naar een stad die gastheer wil zijn voor de nieuwe prijs.
Sint-Niklaas beschikt over een rijke literaire traditie. Met Anton Van Wilderode, Paul Snoek en Tom Lanoye telt onze stad drie auteurs die een eminente plaats hebben in de naoorlogse Vlaamse literatuur. Sint-Niklaas beschikt ook over een rijke traditie op het vlak van literaire evenementen. Archipel slaagt er jaar na jaar in om de fine fleur van de hedendaagse literatuur naar Sint-Niklaas te brengen. Poëzie op Zondagmorgen doet het jaar door hetzelfde rond de hedendaagse dichtkunst. Meer in het algemeen hebben zowel het Cultureel Centrum als de bibliotheek in hun programmatie een ruime plaats voor literatuur en leescultuur. En met de poëzieprijs van - jawel - CC Boontje beschikt de stad reeds over een eigen literaire prijs met een mooie erelijst.
Het naar Sint-Niklaas halen van de Boon zou een erg mooie aanvulling zijn op dit aanbod en zou de reputatie van Sint-Niklaas als literatuurstad alleen maar kracht bijzetten. Het kan het enthousiasme rond de nieuwe bibliotheek alleen maar ten goede komen...
Daarom de eenvoudige vraag: wenst Sint-Niklaas zijn kandidatuur te stellen als gaststad voor De Boon?
Begin februari werd de heringerichte Paterskerk ingehuldigd in aanwezigheid van de ministers Somers en Diependaele, die zo ook eens met onze stad konden kennis maken.
Opvallende afwezigen:
- de federale minister van stedenbeleid, hoewel het project in de eerste plaats gefinancierd werd door middelen van het federaal grootstedenbeleid;
- de schepenen van ruimtelijke ordening en cultuur die tijdens de vorige legislatuur bevoegd waren voor dit dossier en zes jaar aan de kar trokken;
- de raadsleden.
Dit roept een aantal vragen op. Wat is de betrokkenheid van de twee Vlaamse excellenties bij dit project? Werd de federale minister van (groot)stedenbeleid uitgenodigd? Zo neen, waarom niet? Waarom werden de raadsleden niet uitgenodigd, bijvoorbeeld door één vertegenwoordiger per fractie aan te duiden? En, als men door corona gedwongen was om het aantal aanwezigen sterk te beperken: waarom nu al deze opening in plaats van te wachten tot de coronamaatregelen een behoorlijke opening toelaten?
Naast dit mooie project is er ook minder goed nieuws voor de omgeving: er komt geen ondergrondse parking op de Patersite en dus geen verlichting van de parkeerdruk in de buurt (eerder integendeel). Gaat het college hierover met de buurt in gesprek?