Ik informeer in 2013 al eens naar het aantal en de wijze van tussenkomst door het OCMW in begrafeniskosten bij onvoldoende middelen van de overledene of zijn erfgenamen.
In Sint-Niklaas bleek het toen om gemiddeld 25 overlijdens per jaar te gaan waarbij het OCMW tussenkwam in de afscheidsceremonie. Naast de verzorging, overbrenging en opbaring van het lichaam, werd daarbij voorzien in een eenvoudige kist of urne en in een burgerlijke of kerkdienst met ceremoniemeester. In de helft van de gevallen ging het daarbij om bewoners van onze rusthuizen die geen reserves meer hadden.
Hoe is de evolutie vandaag? Hoeveel tussenkomsten deed het OCMW in respectievelijk 2019 en hoeveel in de COVID-jaren 2020 en 2021? Hoeveel bedroeg de tussenkomst gemiddeld per overlijden?
In een antwoord op een schriftelijke vraag van collega Anneke Luyckx (2020_SV_00009) is sprake van een overeenkomst uit 2018. Hoe zijn deze diensten aanbesteed? Gebeurt dit via een raamovereenkomst met verschillende begrafenisondernemers of via een overeenkomst met slechts één dienstverlener? Wat is de looptijd van dergelijke overeenkomsten?