In uitvoering van het decreet lokaal bestuur worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering aan de gemeenteraad voorgelegd ter goedkeuring.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 32, 277 § 1 en 278 § 1.
met algemene stemmen (36)
de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 27 augustus 2021 goed te keuren.
Toegelicht door burgemeester Lieven Dehandschutter.
Gezien de epidemiologische toestand positief evolueert, zullen de raden in september opnieuw volledig fysiek doorgaan in het auditorium van Odisee. Ook de commissies zullen zo veel als mogelijk fysiek doorgaan, maar aan de raadsleden wordt nog steeds de kans geboden om digitaal te volgen. Eind dit jaar zal deze werkwijze geëvalueerd worden en zal de definitieve werkwijze opgenomen worden in het huishoudelijk reglement van de raden. Tot dat moment zal de burgemeester een beslissing nemen over de organisatie van de commissies en de raden, die zal voorgelegd worden aan de gemeenteraad ter bekrachtiging.
Nieuwe gemeentewet, artikelen 134 § 1 en 135 § 2, 5°.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40, 41, 63, 287 en 288.
de politieverordening van de burgemeester van 7 september 2021, houdende de organisatie van de gemeenteraadscommissies, te bekrachtigen.
Een exemplaar van het besluit van de burgemeester wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 december 2005, artikel 2, dat artikel IV.I.37 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten vervangt.
Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.
Omzendbrief GPI 23 van 12 juli 2002 over de commissies van geschiktheid van het personeel van de politiediensten.
Gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2019 met betrekking tot de delegatie van bevoegdheid van de gemeenteraad aan de burgemeester voor de benoemingen van politiepersoneelsleden.
In gemeenteraadszitting van 20 december 2019 werd de personeelsformatie van de lokale politie Sint-Niklaas goedgekeurd. Een inspecteur van de afdeling niet-dringende politiehulp, dienst wijkpolitie, werd bij burgemeesterbesluit van 2 juli 2021 benoemd als inspecteur bij de afdeling directie operaties, dienst ondermijning. Dit in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2021 betreffende de vacantverklaring van een functie van inspecteur bij de afdeling directie operaties, dienst ondermijning. Hierdoor ontstaat er een vacature bij de afdeling niet- dringende politiehulp, dienst wijkpolitie.
Een agent van de afdeling niet-dringende politiehulp, dienst wijkpolitie, gaat op 1 mei 2022 in pensioen. Het pensioen werd goedgekeurd met een gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2021. Hierdoor ontstaat er nog een vacature bij de afdeling niet-dringende politiehulp, dienst wijkpolitie.
De lokale politie Sint-Niklaas wil deze twee functies van inspecteur invullen via een mobiliteitscyclus. De geïnteresseerde kandidaten moeten nadien voor een selectiecommissie verschijnen die een rangschikking opmaakt van de meest geschikte tot minst geschikte kandidaat. De samenstelling van de selectiecommissie wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Tot slot gaat de burgemeester over tot benoeming.
twee functies van inspecteur van politie vacant te verklaren voor de afdeling niet-dringende politiehulp, dienst wijkpolitie, en deze in te vullen op basis van de wetgeving inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
volgende selectiewijze vast te stellen:
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de plaatselijke selectiecommissie, die een rangschikking van de kandidaten opmaakt;
- de functie niet toe te kennen op basis van anciënniteit van de kandidaten.
naar aanleiding van de selectie geen wervingsreserve aan te leggen voor deze functies.
In de personeelsformatie zijn binnen het administratief en logistiek kader 36 plaatsen voorzien voor assistenten niveau C. Eén medewerker van de afdeling korpsondersteuning gaat op 1 juni 2022 met pensioen. De korpschef wenst de functie vacant te verklaren als assistent bij de dienst HRM.
De lokale politie Sint-Niklaas wil deze functie invullen via een mobiliteitscyclus binnen de geïntegreerde politie. De geïnteresseerde kandidaten die aan de voorwaarden voldoen moeten nadien voor een selectiecommissie verschijnen die een rangschikking opmaakt van de meest geschikte tot de minst geschikte kandidaat. De samenstelling van de selectiecommissie wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.
Daarna gaat de burgemeester over tot benoeming.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 december 2005, artikel 2, dat artikel IV.I.37 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten vervangt.
Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.
Omzendbrief GPI 23 van 12 juli 2002 over de commissies van geschiktheid van het personeel van de politiediensten.
een functie van assistent, niveau C, bij de dienst HRM vacant te verklaren en deze in te vullen op basis van de wetgeving inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
volgende selectiewijze vast te stellen:
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de plaatselijke selectiecommissie, die een rangschikking van de kandidaten opmaakt;
- de functie niet toe te kennen op basis van anciënniteit van de kandidaten.
naar aanleiding van de selectie geen wervingsreserve aan te leggen voor deze functie.
Eén inspecteur gaat op 1 november 2021 met pensioen, één inspecteur verlaat op 1 januari 2022 de Lokale Politie Sint-Niklaas via de mobiliteitsprocedure om te gaan werken bij de Federale Gerechtelijke Politie (FGP) Antwerpen, dienst Terro en één inspecteur gaat op 1 februari 2022 in NAVAP. Hierdoor ontstaan er drie vacatures bij de afdeling dringende politiehulp, dienst interventieteams.
De lokale politie Sint-Niklaas wil deze drie functies invullen via een mobiliteitscyclus. De geïnteresseerde kandidaten moeten nadien voor een selectiecommissie verschijnen die een rangschikking opmaakt van de meest geschikte tot de minst geschikte kandidaat. De samenstelling van de selectiecommissie wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Tot slot gaat de burgemeester over tot benoeming.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 december 2005, artikel 2, dat artikel IV.I.37 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten vervangt.
Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.
Omzendbrief GPI 23 van 12 juli 2002 over de commissies van geschiktheid van het personeel van de politiediensten.
Gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2019 betreffende de delegatie van bevoegdheid van de gemeenteraad aan de burgemeester voor de benoemingen van politiepersoneelsleden.
Gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2019 betreffende de personeelsformatie van de lokale politie Sint-Niklaas.
Deze vervangingen zijn voorzien in de personeelsbegroting van de politiezone.
drie functies van inspecteur van politie vacant te verklaren voor de afdeling dringende politiehulp, dienst interventieteams, en deze in te vullen op basis van de wetgeving inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
volgende selectiewijze vast te stellen:
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de plaatselijke selectiecommissie, die een rangschikking van de kandidaten opmaakt;
- de functie niet toe te kennen op basis van anciënniteit van de kandidaten.
naar aanleiding van de selectie geen wervingsreserve aan te leggen voor deze functie.
in te stemmen met de deelname van de lokale politie Sint-Niklaas aan de mobiliteitscyclus voorbehouden voor de aspirant-inspecteurs, categorie C, en de navolgende ambtshalve aanwijzing, voor de invulling van drie functies van inspecteur van politie in de afdeling dringende politiehulp ofwel voor de nieuwe aanwervingsprocedure indien er geen kandidaten gevonden worden in de gewone mobiliteit.
Interpellatie van raadsleden Frans Wymeersch, Jos De Meyer en Jef Maes.
Beantwoord door schepen Peter Buysrogge, Filip Baeyens, Carl Hanssens en Ine Somers.
Interpellatie van raadsleden Frans Wymeersch, Kris Van der Coelden en Jos De Meyer.
Stad en OCMW hebben één geïntegreerd doelstellingenkader dat tien beleidsdoelstellingen en vijftig actieplannen omvat. Alle beleidsdoelstellingen en actieplannen zijn prioritair. Door deze beleidskeuze wordt er in alle BBC-beleidsrapporten gerapporteerd aan de raad over de volledige werking (nieuw en regulier beleid) van stad en OCMW.
De nieuwe BBC-wetgeving bepaalt dat er vanaf 2020 jaarlijks, vóór eind september, een opvolgingsrapportering wordt voorgelegd aan de raad met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan over de eerste zes maanden van het lopende jaar.
De opvolging bestaat uit drie rapporten.
1° Beleidsevaluatie
In het rapport ‘Beleidsevaluatie’ wordt een beschrijvende toelichting gegeven over de stand van zaken per actieplan op 30 juni 2021. Deze toelichting begint met een vermelding van een status per actieplan. Bij elk actieplan werd geopteerd voor de status ‘Op schema’. De coronacrisis heeft op sommige vlakken voor vertraging gezorgd en dat komt in diverse toelichtingen ook aan bod. De vertraging kan betrekking hebben slechts op enkele acties onder een actieplan, maar niet op het actieplan in zijn geheel (met uitzondering van actieplan 3 rond evenementen) omdat er tientallen tot honderden acties door één actieplan worden gevat.
Bij de beschrijving per actieplan staat ook een overzicht van de uitgaven en inkomsten voor kwartaal 2. Dit zijn de kredieten geboekt in de periode 1 januari tot 30 juni 2021, getotaliseerd voor exploitatie en investering. De initiële kredieten in het schema zijn de kredieten vastgesteld op 1 januari 2021, de eindkredieten zijn de kredieten op 30 juni 2021, inclusief de aanpassingen aan het meerjarenplan in het eerste half jaar.
2° Doelstellingenrekening
Dit is een rapport opgesteld conform BBC-schema J1, dat een overzicht geeft van de uitgaven en ontvangsten per actieplan. Dit rapport wordt ook voorgelegd bij de jaarrekening en werd in deze optiek vorm gegeven. In de kolom 'Jaarrekening" staan de uitgaven en ontvangsten geboekt tot 30 juni 2021 en getotaliseerd voor exploitatie en ontvangsten. In de kolom 'Meerjarenplanning' staan de voorziene kredieten op 30 juni 2021.
3° Overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard
Dit is een rapport opgesteld conform BBC-schema T2, dat een overzicht geeft van uitgaven en ontvangsten per kostensoort (goederen en diensten, werkingssubsidies, infrastructuur...). Ook hier zijn de cijfers een voorloper op de jaarrekening, met de toestand op 30 juni 2021.
Decreet lokaal bestuur, artikel 263.
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen met latere wijziging, artikel 29.
Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018, artikel 5.
kennis te nemen van de stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan 2020-2025 voor stad en OCMW over de periode 1 januari 2021 - 30 juni 2021, aan de hand van volgende opvolgingsrapporten:
1° Rapport 'Beleidsevaluatie": beschrijving per prioritair actieplan;
2° Rapport 'Doelstellingenrekening' (schema J1): overzicht van de ontvangsten en uitgaven;
3° Rapport "Ontvangsten en uitgaven naar economische aard' (schema T2).
De opvolgingsrapporten worden als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Met e-mail van 29 juli 2021 vraagt de Vlaams Belang-fractie haar lid in de algemene vergadering van ACCSI vzw te wijzigen. Gevraagd wordt de heer Hugo Pieters te vervangen door mevrouw Sonja Van Assel.
Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, met latere wijzigingen.
Decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact, met latere wijzigingen.
Decreet lokaal bestuur, artikel 246.
Statuten EVA-vzw Activiteiten Cultuurcentrum Sint-Niklaas.
met 37 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, Vlaams Belang, CD&V, Vooruit) en 1 onthouding (PVDA)
voor de algemene vergadering van ACCSI vzw de heer Hugo Pieters te vervangen door mevrouw Sonja Van Assel.
In het kader van de opdracht 'Leveren van prestaties van derden voor rioleringen' werd een bestek met nr. 2021-142/OVA/rioleringen door derden/DW-GT opgesteld door de dienst overheidsopdrachten en administratie. De indicatieve raming bedraagt 280.000 EUR, inclusief btw voor de totale looptijd van vier jaar.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
De gunningscriteria zijn de volgende:
- prijs (70 %);
- plan van aanpak (30 %): de geplande werkwijze van de inschrijver vanaf ontvangst van de bestelling tot de afrekening van de uitgevoerde diensten (15 %), het in te zetten materiaal en materieel met gedetailleerde documentatie (15 %).
Voor het objectief beoordelen van de ingediende offertes wordt voorgesteld een jury samen te stellen uit vertegenwoordigers van de betrokken dienst en een vertegenwoordiger van het team overheidsopdrachten.
Europese richtlijn 2011/7/EU betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, gewijzigd bij wet van 16 februari 2017.
Wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, in het bijzonder artikel 36 en de daarbij behorende koninklijke besluiten en alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Decreet lokaal bestuur, 40 en artikel 41.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 15 december 2020 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.
met algemene stemmen (38)
het bestek met nr. 2021-132, opgesteld door de dienst overheidsopdrachten en administratie, goed te keuren. De voorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. De indicatieve raming bedraagt 280.000 EUR, inclusief btw voor de totale looptijd van vier jaar.
de opdracht te gunnen bij wijze van een openbare procedure.
akkoord te gaan met de samenstelling van de jury, bestaande uit vertegenwoordigers van de betrokken dienst en een vertegenwoordiger van het team overheidsopdrachten.
Toegelicht door schepen Carl Hanssens.
Interpellatie van raadsleden Jos De Meyer, Marc Huys, Kris Van der Coelden, Christel Geerts en Jef Maes.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
Interpellatie van raadsleden Jos De Meyer en Marc Huys.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
Interpellatie van raadslid Kris Van der Coelden.
In het kader van deze opdracht werd in overleg met de afdeling plannen en ontwikkelen, cel mobiliteit een bestek opgesteld door het team overheidsopdrachten.
De volgende gunningscriteria worden voorgesteld:
- kostprijs (40 %);
- plan van aanpak (60 %).
Het gewicht van het gunningscriterium 'prijs' staat op 40 % van de totaalscore omdat deze opdracht een belangrijke mate van creativiteit en deskundigheid vergt. Hierdoor primeert het plan van aanpak in de beoordeling.
De indicatieve raming bedraagt 28.925,62 EUR + 6.074,38 EUR (21 % btw) = 35.000 EUR, inclusief btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
De jury voor het objectief beoordelen van de offertes bestaat uit vertegenwoordigers van:
- de afdeling plannen en ontwikkelen, cel mobiliteit;
- de verkeerspolitie;
- het team overheidsopdrachten.
met 22 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld), 10 stemmen tegen (Vlaams Belang, CD&V) en 6 onthoudingen (Vooruit, PVDA)
de wijze van gunning (onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking), de indicatieve raming (28.925,62 EUR + 6.074,38 EUR (21 % btw) = 35.000 EUR, inclusief btw) en de voorwaarden goed te keuren voor het aanstellen van een dienstverlener voor een studie rond flankerende mobiliteitsmaatregelen in kader van het strategisch project Grote Markt.
dat de jury voor het objectief beoordelen van de offertes zal bestaan uit vertegenwoordigers van:
- de afdeling plannen en ontwikkelen, cel mobiliteit;
- de verkeerspolitie;
- het team overheidsopdrachten.
In zitting van 23 november 2018 ging de gemeenteraad akkoord om in het kader van het rioproject 'herwaardering Molenbeek' voor de studieopdracht (hydronautstudie) een overeenkomst af te sluiten tussen enerzijds Aquafin nv en de stad Sint-Niklaas en anderzijds studiebureau Antea Belgium nv.
In zitting van 29 april 2019 ging de gemeenteraad akkoord om in het kader van het rioproject 'herwaardering Molenbeek' voor de studieopdracht een overeenkomst af te sluiten tussen enerzijds Aquafin nv en de stad Sint-Niklaas en anderzijds de ontwerper, studiebureau Jouret.
Heden moet een samenwerkingsovereenkomst afgesloten worden tussen Aquafin nv, Scheerders-Van Kerchove verenigde fabrieken
(SVK nv) en de stad, waarbij Aquafin wordt aangeduid als opdrachtgevend bestuur dat de gunningsprocedure zal voeren. De verlegging van de Molenbeek, in het kader van de bodemsanering van de ververij ter hoogte van de Molenbeek, valt hierbij ten laste van SVK nv.
Een verantwoording van de onderstaande kostenverdeling voor de verlegging van de Molenbeek maakt integraal deel uit van deze samenwerkingsovereenkomst:
- aandeel stad: 166.169,67 EUR;
- aandeel Aquafin: 211.639,67 EUR;
- aandeel SVK: 92.504,67 EUR.
Totaal: 470.314 EUR, exclusief btw.
Europese richtlijn 2011/7/EU betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, gewijzigd bij wet van 16 februari 2017.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en de daarbij behorende koninklijke besluiten en alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 15 december 2020 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.
met algemene stemmen (38)
in het kader van het rioproject 'herwaardering Molenbeek' een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met Aquafin nv en Scheerders-Van Kerchove (SVK nv), waarbij Aquafin nv wordt aangeduid als opdrachtgevend bestuur.
Een exemplaar van deze samenwerkingsovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Toegelicht door schepen Wout De Meester.
Interpellatie van raadslid Anneke Luyckx die het stemgedrag van haar fractie motiveert.
Het Lokaal Klimaat- en Energiepact 2030 omvat volgende engagementen:
1) lokale besturen:
- het Burgemeestersconvenant 2030 ondertekenen en uitwerken;
- een gemiddelde jaarlijkse primaire energiebesparing van minstens 2,09 % realiseren in hun eigen gebouwen (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed);
- een reductie van de CO²-uitstoot van hun eigen gebouwen en technische infrastructuur met 40 % in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren;
- tegen ten laatste 2030 de openbare verlichting verLEDden;
- het draagvlak voor hernieuwbare energie verhogen, geen heffing op hernieuwbare energie installaties in te voeren en bestaande heffingen, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025;
- lokale warmte- en sloopbeleidsplannen opmaken;
- burgers, bedrijven en verenigingen stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de vier werven van het Pact te behalen.
2) De Vlaamse overheid:
- via het Netwerk Klimaat professionele ondersteuning bieden aan de lokale besturen, zoals bepaald in het subsidiebesluit en de werkprogramma’s;
- via andere partners binnen de Vlaamse overheid (bijvoorbeeld VEB met het SURE2050-project voor het publiek patrimonium) lokale besturen projectmatige ondersteuning bieden;
- samen met de lokale besturen actief meewerken aan het elimineren van de mogelijke hindernissen die lokale besturen ondervinden in het realiseren van de ambities binnen dit Pact;
- haar eigen voorbeeldfunctie invullen en relevante actoren overtuigen om het Pact te ondertekenen;
- in samenspraak met het middenveld, onderzoeksinstellingen en de verschillende sectororganisaties de wederzijdse engagementen voor dit Pact opvolgen en stroomlijnen;
- aan lokale besturen en/of andere actoren, beleidsmaatregelen die nuttig kunnen zijn om de doelstellingen van het Pact te realiseren en voorzien door de Vlaamse, federale en Europese begroting, actief en stelselmatig promoten;
- ter bijkomende ondersteuning van de gemeenten die het Pact ondertekenen, in een extra jaarlijks budget van 10.000.000 EUR, evenals een vast gedeelte van de vrij beschikbare middelen binnen het Vlaams klimaatfonds, te voorzien. Deze budgettaire engagementen kunnen aangepast worden in functie van het algemeen begrotingsbeleid.
Door de ondertekening onderneemt Sint-Niklaas actie om de hieronder vermelde doelstellingen waar te maken:
Werf 1. Laten we een boom opzetten - groenvoorziening:
- één boom extra per Vlaming tegen 2030 (+ 6.600.000 bomen extra vanaf 2021 tot en met 2030);
- 0,50 m extra haag of geveltuinbeplanting per Vlaming tegen 2030 (+ 3.300 km extra vanaf 2021 tot en met 2030);
- één extra natuurgroenperk per 1.000 inwoners tegen 2030 (= 6.600 perken van 10 m² vanaf 2021 tot en met 2030).
Werf 2. Verrijk je wijk - renovatie & hernieuwbare energie:
- vijftig collectief georganiseerde energiebesparende renovaties per 1.000 wooneenheden vanaf 2021 tot en met 2030;
- één coöperatief/participatief hernieuwbaar energieproject per 500 inwoners tegen 2030 die samen voor een totaal geïnstalleerd vermogen zorgen van 216 MW vanaf 2021 tot en met 2030 (+ 12.000 projecten in 2030).
Werf 3. Elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar - mobiliteit:
- per 1.000 inwoners één 'toegangspunt' voor een (koolstofvrij) deelsysteem tegen 2030 (= 6.600 toegangspunten);
- per 100 inwoners één laadpunt tegen 2030 (= 66.000 laadpunten);
- 1 m nieuw of structureel opgewaardeerd fietspad extra per inwoner vanaf 2021 tot en met 2030.
Werf 4. Water het nieuwe goud - klimaatadaptatie:
- 1 m² ontharding per inwoner vanaf 2021 tot en met 2030 (= 6.600.000 m² ontharding);
- per inwoner 1m³ extra opvang van hemelwateropvang voor hergebruik, buffering en infiltratie voor regenwater vanaf 2021 tot en met 2030 (= 6.600.000 m³ extra regenwater dat wordt opgevangen voor hergebruik of infiltratie).
Sint-Niklaas ondertekende binnen het project ‘Waasland Klimaatland’ van Interwaas, samen met alle andere Wase gemeenten en Hamme, het Burgemeestersconvenant 2030 (gemeenteraad 25 mei 2020, officiële toetredingsdatum is 29 juni 2020).
Binnen het lokaal en regionaal klimaatbeleid levert Sint-Niklaas reeds een wezenlijke bijdrage aan de doelstellingen van dit Klimaatpact. De toegekende middelen uit het Lokaal Klimaat- en Energiepact kunnen beschouwd worden als een extra hefboom om de gezamenlijke klimaatinspanningen op dat vlak verder op te voeren tegen 2030.
Vlaanderen voorziet, ter ondersteuning van de gemeenten die het Lokaal Klimaat- en Energiepact ondertekenden, jaarlijks 10.000.000 EUR, naast een vast deel van de toekomstige klimaatfondsmiddelen. Voor 2021 werd reeds een budget van 24.300.000 EUR vastgelegd, wat voor Sint-Niklaas neerkomt op een subsidiebedrag van ongeveer 300.000 EUR (afhankelijk van het aantal ingetekende gemeenten tegen eind oktober 2021; uitbetaling voorzien 30 april 2022).
Vlaanderen dringt erop aan dat de gemeenten jaarlijks minstens het dubbele van de ter beschikking gestelde subsidie zelf investeren in lokale klimaatacties.
Rapportering Vlaanderen biedt de gemeenten via een digitaal loket een ondersteunende tool aan waarmee het budget indicatief kan verdeeld worden over verschillende mogelijke acties binnen het pact. Het gebruik van deze tool is niet verplicht, maar kan wel helpen bij de opmaak van een plan.
Voor de financiële opvolging wordt gevraagd om in de jaarrekening uitgaven die gelieerd zijn aan het pact een vaste code te geven (ABB-LEKP-202ll). Dit kan zowel investeringskosten, werkingskosten als personeelskosten bevatten.
Het subsidiebedrag is niet gekoppeld aan het al dan niet behalen van de doelstellingen uit de vier werven. Deze doelstellingen zijn bepaald voor Vlaanderen als geheel. Als gemeente zal men niet worden aangesproken op het niet behalen van een doelstelling op gemeentelijk niveau. In de mate dat de gegevens lokaal beschikbaar zijn, zal de stad zich engageren om de realisatie van de doelstellingen op te volgen.
Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019 - 2024.
Vlaams Energie- en Klimaatpact (VEKP) 2021 - 2030.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 2, 40 en 41.
Klimaatplan 2015 - 2020, gemeenteraadsbeslissing 24 april 2015.
Ondertekening Burgemeestersconvenant 2030 binnen Waasland Klimaatland, gemeenteraadsbeslissing 25 mei 2020.
met 33 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, CD&V, Vooruit, PVDA) en 5 onthoudingen (Vlaams Belang)
het Lokaal Klimaat- en Energiepact 2030 met de Vlaamse overheid te ondertekenen.
Een exemplaar van de brief wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen tot ondertekening van het Lokaal Klimaat- en Energiepact 2030 aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
Toegelicht door schepen Wout De Meester.
Op 4 juni 2021 werd de akte verleden betreffende de aankoop van de percelen, kadastraal bekend 1ste afdeling, sectie B, nummers 195, 253 en 254, met een totale oppervlakte van 2,2 ha. Deze percelen werden door de stad aangekocht voor bebossing van het terrein rond scoutsdomein d'Olmen. De percelen zijn verpacht. Aangezien de huidige negenjarige pachtperiode afloopt op 25 december 2021 is het aangewezen de pacht nu te verbreken. Anders gaat er een nieuwe negenjarige pachtperiode in.
De pachter gaat akkoord met de minnelijke beëindiging van de pacht tegen 25 december 2021 aan een pachtverbrekingsvergoeding van 1 EUR/m² of 22.010 EUR. Deze vergoeding moet betaald worden binnen de drie maanden na ondertekening van de akte minnelijke pachtbeëindiging. In de overeenkomst is opgenomen dat de pachter hierna de toelating krijgt om de percelen verder gratis te gebruiken tot de landinrichtingsprocedure duidelijkheid verschaft over de gewenste invulling van de percelen en tot aanvang van de werken door de stad.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
De overeenkomst over het gebruik na pachtverbreking laat toe om een subsidie van het Agentschap voor Natuur en Bos aan te vragen voor het aankopen van grond voor bebossing door besturen, mits binnen een termijn van drie jaar na de aankoop duidelijkheid bestaat over de gewenste locatie voor de bebossing. De voorwaarden van de subsidie stipuleren namelijk dat:
- de terreinen effectief aangekocht en bebost zijn uiterlijk drie jaar na de toekenning van de subsidie;
- de grond al verworven mag zijn, maar niet langer dan één jaar voor indiening van de aanvraag.
De subsidie bedraagt 75 % van het aankoopbedrag, inclusief alle aankoopkosten, met een plafond van 5 EUR/m².
Voor de aankoop van de gronden nabij scouts d'Olmen bedraagt de mogelijke subsidie 110.050 EUR.
met 28 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, Vooruit, PVDA), 5 stemmen tegen (Vlaams Belang) en 5 onthoudingen (CD&V)
akkoord te gaan met de minnelijke pachtbeëindiging van enkele percelen grond, aangekocht werden met het oog op bebossing, kadastraal bekend 1ste afdeling, sectie B, nummers 195, 253 en 254, met een totale oppervlakte van 2,2 ha, aan 22.010 EUR en de voorwaarden van de pachtverbrekingsovereenkomst goed te keuren.
Een exemplaar van de pachtverbrekingsovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
akkoord te gaan met de delegatie van de ondertekening van de pachtverbrekingsovereenkomst aan de algemeen directeur en schepen Wout De Meester.
De aanvraag betreft de volledige ontharding en herinrichting van het openbaar domein in de Kardinaal Cardijnlaan, tussen het kruispunt Broederstraat – Abingdonstraat – Kardinaal Cardijnlaan – Pater Segersstraat en het kruispunt Kardinaal Cardijnlaan –Schongaustraat. Momenteel is op deze locatie een zeer brede rijweg met voetpaden en parkeerplaatsen in een verkavelingswijk van de jaren ‘60. De westzijde van de straat wordt overwegend gekenmerkt door bel-etage woningen met voortuinen/opritten, terwijl de overzijde (oostzijde) overwegend bestaat uit gekoppelde woningen en vrijstaande villa’s. De publieke ruimte tussen de perceelsgrenzen aan beide zijden is nagenoeg volledig verhard. Het stadsbestuur wenst binnen de contouren van het bestaande openbaar domein de verharding uit te breken en het openbaar domein opnieuw aan te leggen. De nieuwe openbare ruimte bestaat vooreerst uit een centrale rijweg voor voetgangers, fietsers, auto’s, en bussen in beton (combinatie geel-beige uitgewassen en grijs getallocheerd) met een minimale breedte van 4 m en van 6 m ter hoogte van de autotoegangen tot de woningen. De ontharde ruimte wordt ingericht als een bloemrijk grasland met solitaire bomen, maar ook met wadi’s en spel- en ontmoetingsinfrastructuur. Verder wordt ook de verbreding van de gracht langs het kerkhof aangevraagd en zullen drie private tuinen (nr. 26-30) langs deze gracht worden opgehoogd om de waterproblematiek in deze tuinen op te lossen. De aanvraag bevat tot slot ook nog de opheffing van een deel van voetweg nr. 86.
Het openbaar onderzoek werd opgestart op 9 juli 2021. Er werd één bezwaarschrift ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Het bezwaarschrift heeft betrekking op het plaatsen van verlichting ter hoogte van Broederstraat 85. De bezwaarindiener zou graag weten of er een verlichtingspaal zal worden geplaatst ter hoogte van Broederstraat 85, en zo ja, of de paal vervangen kan worden door een gevelarmatuur. Uit overleg met de betrokken stadsdienst blijkt dat er ter hoogte van de woning een verlichtingsarmatuur zal worden voorzien die wordt geplaatst op openbaar domein. Bij uitvoering van de werken zal er op worden toegezien dat mogelijke hinder wordt voorkomen (bv. geen plaatsing voor de deur). Een gevelarmatuur bleek evenwel niet mogelijk te zijn.
Alle adviezen zijn gunstig. De plannen werden opgemaakt in nauw overleg met alle stadsdiensten. Alleen aan het gunstige advies van de milieuambtenaar en brandweer worden voorwaarden gekoppeld. De voorwaarden van de milieuambtenaar hebben betrekking op eventuele bronbemaling en grondanalyse. De voorwaarden van de brandweer hebben betrekking op de bereikbaarheid van de meergezinswoning in aanbouw op de hoek van de Kardinaal Cardijnlaan.
Advies omgevingsambtenaar (ruimte): De voorliggende plannen voor de heraanleg van de Kardinaal Cardijnlaan getuigen op alle vlakken van een duurzame visie op stedenbouw. Ten eerste is de Kardinaal Cardijnlaan vandaag een overgedimensioneerde verharde ruimte. Door volop in te zetten op ontharding kan het hemelwater in de toekomst beter plaatselijk infiltreren en is er ook meer kans op hitte-absorptie. Het bijkomende groen is ook goed voor de biodiversiteit. Ten tweede kent de Kardinaal Cardijnlaan vandaag veel sluipverkeer van en naar het centrum. In het ontwerp wordt voorrang gegeven aan lokaal en traag verkeer. Ten derde stimuleert de huidige aanleg geenszins ontmoeting tussen de stadsbewoners en is er geen enkele verblijfsruimte. In het nieuwe ontwerp worden enkele plekken ingericht als kleine pleinen. Er staan banken om uit te rusten en er is plaats om te spelen. Dit ontwerp komt de leefbaarheid van de buurt dan ook onomstotelijk ten goede. De aanvraag is stedenbouwkundig aanvaardbaar. De uiterste beslissingsdatum voor dit dossier is 18 december 2021.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met uitvoeringsbesluiten.
met algemene stemmen (38)
de wegeniswerken aan de Kardinaal Cardijnlaan en de gedeeltelijke afschaffing van de voetweg nr. 86 (Knaptandwegel) goed te keuren conform de bijlagen gehecht aan de notulen van deze zitting.
het bezwaar dat werd ingediend bij de omgevingsaanvraag voor het uitvoeren van wegeniswerken te weerleggen.
met 33 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, Vlaams Belang, Vooruit, PVDA) en 5 onthoudingen (CD&V)
In zitting van 10 augustus 2020 besliste het college van burgemeester en schepenen de opdracht 'vernieuwbouw techniekhuis: aanstellen kredietgever en een technisch financiële projectbegeleider' te gunnen aan Belfius Bank nv, Karel Rogierplein 1210 Brussel, met een marge van 97 basispunten voor de financiering van de investeringsuitgaven en tegen een ereloonpercentage voor de projectbegeleiding van 1,40 %.
In zitting van 26 februari 2021 keurde de gemeenteraad de selectieleidraad goed voor het ontwerp en bouw van het techniekhuis (fase 2). De gunningsleidraad wordt hierbij voorgelegd.
In fase 1a/1b werden het kantoorblok en het centraal magazijn op de site gerenoveerd/heringericht (2014-2015). In fase 2 en 3 van het masterplan was de renovatie en reorganisatie van de stadswerkplaatsen en de stadsgarage voorzien. Fase 2 en 3 worden nu gebundeld in één geheel (fase 2).
Scope fase 2
1) Tegemoet komen aan gebreken/tekortkomingen:
- wettelijke inbreuken op vlak van veiligheid, gezondheid, technische installaties;
- vele bouwkundige en technische gebreken in de stadswerkplaatsen en stadsgarage;
- zeer hoog energieverbruik door een inefficiënt ruimtegebruik (bouwvolume beperken);
- slechte wegenis- en rioleringsinfrastructuur.
2/ Tegemoet komen aan volgende wensen/eisen:
- het nieuw organogram van de cluster techniek vertalen in een interne herschikking van de diensten, gericht op meer polyvalente werking in de ateliers en een nauwere samenwerking tussen administratie en uitvoerende vloer;
- reorganisatie van de werkplaatsen, de materiaalopslag en de stalruimte van de uitvoerende diensten;
- reorganisatie van de facilitaire ruimten (sanitair, refter…) voor de volledige (stads-)site;
- herorganiseren van de stadsgarage in functie van de gewijzigde dienstverlening (buiten het Design/Build-project);
- het optimaliseren van de circulatie/parking op de site en een betere afsluitbaarheid van de site;
- efficiënter ruimtegebruik en ontharden van de site;
- de site in orde stellen conform de stedenbouwkundige bepalingen en Vlaremwetgeving;
- omgevingswerken: noodzakelijke riolerings- en wegeniswerken om de vereiste afkoppeling, opgelegd in de milieuvergunning, te kunnen realiseren. Realiseren van buffering- en infiltratiebekkens, ontharden van de site. Heraanleg van de verouderde wegenisinfrastructuur.
Voor dit dossier werd reeds een eerder ontwerpproces (Low architecten) en een eerdere aanbesteding (openbare procedure) doorlopen, maar niet gegund omwille van een sterke overschrijding van de raming. Er werd beslist om het dossier opnieuw via een DB(f)-formule op de markt te brengen. Hierin wordt het stadsbestuur begeleid door Belfius.
Om binnen het vooropgestelde budget (11.000.000 EUR) te kunnen blijven werd het programma van eisen gereduceerd:
- De bestaande volumes op de site worden optimaal benut (vorstvrije stalling voertuigen reinigingsdienst en de lasruimte worden ondergebracht in de stadsgarage).
- De schrijnwerkerij wordt gereorganiseerd (320 m² => 180 m²).
- De vorstvrije opslag wordt anders geconcipieerd: overdekte ruimte, maar niet geïsoleerd en niet volledig afgesloten.
- Reorganisatie van de buitenopslag: niet in de te renoveren hal, maar onder een luifel en buitenstockage.
- Inkrimping van het voertuigenpark: minder luifels moeten voorzien worden.
- Reprografie en PMD-ophaling worden afgebouwd.
De noodzaak om te renoveren wordt alsmaar dringender. De huidige werkhallen zijn in zeer slechte staat. Een aantal wettelijke inbreuken aan onder andere technische installaties konden niet meer wachten en werden reeds aangepakt. Aan de dakstructuur van de werkhallen moeten, in afwachting van de gunning en de start van de werken, reeds maatregelen genomen worden om de veiligheid te kunnen garanderen. Dit betreft geen lokaal probleem maar is algemeen geldend voor alle hallen en zal mogelijk hinderlijk zijn voor de huidige dienstverlening. Ook de renovatie van de sprinklerinstallatie en de renovatie van de hvac installaties in de stadsgarage werden omwille van hoogdringendheid uit het oorspronkelijk renovatiedossier gehaald en zijn in uitvoering.
De kosten buiten het DB(f)-dossier werden geraamd op 1.070.000 EUR, inclusief btw. Hier zijn de kosten voor maatregelen te nemen aan de dakstructuur van de werkhallen niet inbegrepen. Het totaalbudget voor het huidig DB(f)-dossier bedraagt 9.955.625,00 EUR (all-in). De uitgave voor deze opdracht wordt indicatief op 7.430.000 EUR, exclusief btw (exclusief meerwerken/herzieningen en inclusief erelonen/studies/aansluitingen) geraamd.
Het geraamde totaalbudget voor deze actie uit het MJP bedraagt bijgevolg 11.025.000 EUR.
Er werd geopteerd voor een DB(f)-formule waarin geen maintenance (M) is opgenomen. Het onderhoud zal grotendeels uitgevoerd worden door eigen diensten, aanwezig op de site, en via een beperkt aantal raamcontracten voor de specifieke installatie-onderdelen. Om kwaliteit in het project te garanderen, zonder de onderhoudsmodule, werden zeer strikte technische eisen opgenomen in het bestek en in de gunningscriteria.
In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. 2021/020aa opgesteld door de dienst projecten gebouwen. De gemeenteraad verleende in zitting van 26 februari 2021 goedkeuring aan de selectievereisten, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de mededingingsprocedure met onderhandeling. De publicatie vond plaats op 21 maart 2021.
De procedure omvat twee fasen, een selectie- en een gunningsfase. Bij de selectiefase werden twee kandidaturen ontvangen:
- TM Floré/ACH/SPIE&TM De lange en M4 architecten en ingenieurs met Sweco;
- TM Stadsbader/arQ met studiebureau De Klerck nv.
Beide kandidaten (Bouwbedrijf Floré nv en STADSBADER NV) werden geselecteerd en worden uitgenodigd om een offerte in te dienen, op basis van de gunningsleidraad die nu ter goedkeuring aan de raad wordt voorgelegd.
Gunningscriteria:
1) De geboden forfaitaire prijs voor de opdracht: 25 punten
- met maximum opgelegd budget
2) Voorgesteld ontwerp: 25 punten
- op siteniveau (Macroniveau) (5 punten)
- op gebouwniveau (Microniveau) (15 punten)
- realisatie (plan van aanpak) (5 punten)
3) Technische kwaliteit en duurzaamheid: 50 punten
- technische kwaliteit (30 punten)
- duurzaamheid (20 punten: GRO meting (10 punten), energieprestatie (7 punten), hernieuwbare energie (3 punten))
Planning:
- Procedure: oktober 2021 - februari 2022
- Best And Final Offer
+ gunning: maart 2022 - juni 2022
- Aanvraag omgevingsvergunning + interne verhuis: augustus – december 2022
- Werken: februari 2023 – najaar 2024
Europese richtlijn 2011/7/EU betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, gewijzigd bij wet van 16 februari 2017.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, artikel 36 en de daarbij behorende koninklijke besluiten en alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 15 december 2020 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.
de gunningsleidraad met betrekking tot het project: 'Ontwerp en bouw techniekhuis (fase 2)' goed te keuren.
Een exemplaar van de gunningsleidraad wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De Schakel vzw is de verblijfplaats van de vier jeugdbewegingen van Nieuwkerken: KSA Frassati, Chiro Iris, KLJ Nieuwkerken en Scouts & Gidsen Sint-Martinus, samen goed voor een zeshonderdtal leden. Deze vier jeugdbewegingen hebben er hun wekelijkse werking. De Schakel vzw verhuurt hun domein en gebouwen in de weekends en de (zomer)vakanties. De infrastructuur is door Toerisme Vlaanderen erkend als jeugdverblijf.
De Schakel vzw wil het vroegere kleuterschooltje op de site ombouwen tot moderne lokalen, met op de eerste verdieping een vergaderzaal met zicht op het speelterrein en de kampeergrond. De Schakel vzw ontving van het stadsbestuur de omgevingsvergunning voor dit project op 6 april 2020 en raamde het nieuwbouwproject in juni 2021 op 429.631,06 EUR, inclusief btw.
De Schakel vzw voldoet conform het subsidiereglement aan de voorwaarden voor het ontvangen van een investeringssubsidie van maximaal 200.000 EUR. Omwille van het feit dat de infrastructuur multifunctioneel door vier erkende jeugdverenigingen zal worden gebruikt, wordt aan de gemeenteraad een uitzondering gevraagd voor wat betreft het subsidiebedrag. Er wordt, op basis van de voorziene middelen in het meerjarenplan 2020-2025, voorgesteld dit project te ondersteunen met een subsidie van 250.000 EUR.
De Schakel vzw zal het project verder financieren met eigen middelen en vraagt het stadsbestuur eveneens de goedkeuring voor een renteloze lening van 70.000 EUR, terug te betalen op tien jaar. Deze principiële vraag wordt later voorgelegd.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Meerjarenplan 2020-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019 met latere aanpassingen.
Stedelijke subsidiereglement voor investeringswerken aan jeugd(werk)lokalen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27 februari 2021.
met algemene stemmen (38)
akkoord te gaan met een investeringssubsidie van 250.000 EUR, ter ondersteuning van het nieuwbouwproject van De Schakel vzw.
conform het stedelijk subsidiereglement voor de investeringswerken aan jeugd(werk)lokalen, een voorschot op de subsidie aan De Schakel vzw van 100.000 EUR goed te keuren.
De Zorginspectie vraagt om het huishoudelijk reglement aan te passen als volgt:
- Contactgegevens van elke onthaalouder in een bijlage opnemen.
- De vermelding dat de maaltijden vervat zitten in de dagprijs bij dagopvang opnemen.
- Aan ouders te vragen om bij afwezigheid te verwittigen voor het beginuur dat vermeld staat in het opvangplan.
- De vermelding opnemen van de kosten bij wanbetaling (15 EUR invorderingskosten bij de tweede aanmaning en wettelijk vastgelegde tarieven bij het overmaken van het dossier aan een deurwaarder).
- De contactgegevens van de klachtendienst van Kind en Gezin te vermelden.
- Afhankelijk van het al dan niet gebruiken van een digitaal register door de onthaalouders, moet een ouder ofwel tekenen voor akkoord ofwel de afwezigheden volgen via het softwareprogramma. Voor alle ouders geldt dat ze de aanwezigheden kunnen nakijken op de factuur. Bij betaling keuren ze die goed.
- De vermelding dat de opzegperiode begint te lopen vanaf de datum van ondertekening door het gezin en de onthaalouder.
Verder is het zo dat voor dagopvang van baby's en peuters 0,30 EUR per dag (0,15 EUR per halve dag) wordt aangerekend voor het gebruik van verzorgingsproducten wanneer het kind overdag zindelijk is (exclusief slaapmoment). Echter, voor de vakantieopvang in groepsopvang Driekoningen wordt per kind ook 0,30 euro aangerekend. Hier gaat het om kinderen van 2,5 jaar en ouder, die geen verzorgingsproducten gebruiken en aldus geen extra kost maken. Indien nodig, worden eigen luiers van thuis meegebracht. We vragen om deze dagelijkse extra kost voor de kinderen van de vakantieopvang te schrappen, omdat deze niet te verantwoorden is naar de ouders toe. Voor de opvang van baby's en peuters blijft deze kost ongewijzigd.
Om de reglementen van de gezinsopvang en groepsopvang zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen werden enkele omschrijvingen aangepast.
Decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters.
Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de subsidies en de eraan gekoppelde voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening door gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters.
de wijzigingen in de huishoudelijke reglementen van groeps- en gezinsopvang goed te keuren.
Een exemplaar van de reglementen wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Het stadsbestuur ontvangt van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken (FOD BIZA) jaarlijks een globale toelage van 369.670,14 EUR voor personeels- en werkingsmiddelen en investeringen binnen het strategisch veiligheids- en preventieplan (SVPP). Het huidig plan subsidieert in totaal 7,5 personeelsleden, waarvan twee personeelsleden van het niveau A en 5,5 personeelsleden van het niveau B. Daarnaast is er een subsidie voor een bijkomend gemeenschapswachtcontingent van 4,10 personeelsleden van 22.498,25 EUR.
Met brief van 9 augustus 2021 vraagt de FOD BIZA om de overeenkomst 2020-2021 te ondertekenen en ter kennisgeving aan de gemeenteraad voor te leggen.
Bijkomstig werd op 30 augustus 2021 het Koninklijk Besluit van 24 juli 2021 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, tot wijziging van het Koninklijk besluit van 3 juli 2019 betreffende de verlenging 2020 van de strategische veiligheids-en preventieplannen 2018-2019, gewijzigd bij Koninklijk besluit van 24 december 2020, waarmee de strategische veiligheids- en preventieplannen 2020-2021 verlengd worden tot en met 31 december 2022.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit tot wijziging van het Koninklijk besluit van 3 juli 2019 betreffende de verlenging 2020 van de strategische veiligheids-en preventieplannen 2018-2019.
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 december 2019 tot bepaling van de indienings-, opvolgings- en evaluatievoorwaarden en tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2020.
kennis te nemen van de verlenging van het strategisch veiligheids- en preventieplan tot en met 31 december 2021.
Een exemplaar van dit plan wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de akte aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
Interpellatie van raadslid Filip Herman.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Beantwoord door schepenen Ine Somers en Filip Baeyens.
Ik ben zelf ooit eens aanwezig mogen zijn tijdens het straatmuzikantenfestival in Alphen aan den Rijn in Zuid-Holland. Dit was een zeer leuke ervaring. Daarom zou ik graag voorstellen aan het college om dit soort evenement ook te bekijken en eventueel te organiseren (eventueel samen met een ander evenement).
Interpellatie van raadslid Jef Maes.
Interpellatie van raadslid Lore Baeten.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
Interpellatie van raadslid Jef Maes.
Het ongeval in Antwerpen eind augustus, waarbij twee zusjes om het leven kwamen heeft heel wat mensen beroerd en heeft de discussie over conflictvrije kruispunten in ons land doen opleven. Het kruispunt waar het ongeval gebeurde was conflictvrij gemaakt, maar deze beslissing werd daarna door de schepen van mobiliteit terug gedraaid, met alle nefaste gevolgen van dien.
In Sint-Niklaas hebben we vorig jaar ook zo’n vreselijk ongeval gekend met een jonge vrouw en haar ongeboren baby die het leven lieten aan het kruispunt van de Plezantstraat en de Spoorweglaan. Daar is nu gelukkig wel een conflictvrij kruispunt ingericht. Maar het is in onze stad (en niet alleen in onze stad) nog altijd eerder de uitzondering dan de regel. VIAS en de Fietsersbond pleiten naar aanleiding van het ongeval in Antwerpen voor het veralgemenen van conflictvrije kruispunten. Ook de groep “Bezorgde Ouders” in Antwerpen, pleit hiervoor.
Terzake vergeleek in een zeer interessante reportage de situatie met Nederland[1]. Daar kende men in de jaren ’70 gelijkaardige problemen en ongevallen. Onder druk van de fietsersbeweging en organisaties van ouders van verongelukte kinderen is in Nederland conflictvrij nu de norm en kent men deze ongevallen nog amper. Het argument van de Antwerpse schepen Kennis, dat de automobilisten dan te lang moeten wachten, wuift men daar weg. Wat weegt er het meeste op: een beetje langer wachten of het leven van een kind? Trouwens, in Nederland worden de lichten zo geregeld dat op sommige kruispunten de zachte weggebruiker tussen de rijrichtingen van de auto's in kort maar veilig groen krijgt en dat de wachttijden op die manier zo kort mogelijk worden gehouden. Een win-winsituatie dus voor alle weggebruikers.
Wies Callens van de Fietsersbond klaagt al langer over de niet-conflictvrije kruispunten en klopt nu weer op dezelfde nagel. “Het is een beetje cynisch maar vorige dinsdag is in Gent, in exact dezelfde situatie een fietsster aangereden.” verklaarde hij op VRT-NWS. "Onze vraag is al veel langer dan vandaag: pak dit aan, werk dit weg, zorg dat dergelijke conflicten niet meer mogelijk zijn, tussen gemotoriseerd vervoer, zeker zwaar gemotoriseerd vervoer, en actieve weggebruikers." Dat is de vraag van de Fietsersbond.
En wij willen u vandaag deze vraag stellen: Is het stadsbestuur akkoord om in onze stad conflictvrije kruispunten als norm in te stellen en niet langer als uitzondering? Is het stadsbestuur bereid om hier dringend werk van te maken en in het najaar al een inventaris op te stellen van de meest dringende kruispunten en die al aan te pakken?
Met de invoering van de ruime zone 30 en enkele andere maatregelen aan de scholen zijn er al stappen gezet op het vlak van verkeersveiligheid. Maar we denken dat het conflictvrij maken van kruispunten ook een essentiële en dringende maatregel is. Wij beseffen dat niet alle kruispunten op korte termijn kunnen aangepast worden. Maar wat wij vragen is dat op korte termijn een lijst wordt opgesteld van gevaarlijke kruispunten die zo snel als mogelijk conflictvrij worden gemaakt. Ik heb een rondvraag gedaan en heb de volgende zes kruispunten genoteerd die door fietsers als prioritair naar voren worden geschoven:
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer.
Beantwoord door schepen Maxime Callaert.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer.
Beantwoord door schepen Maxime Callaert.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer.
Enkele maanden geleden kwam dit punt reeds ter sprake op de gemeenteraad. Graag had ik vernomen wat de stand van zaken is in dit dossier?
Welke initiatieven werden er reeds genomen? Welke stappen moeten nog gezet worden? Wat is hierbij de concrete timing?
Interpellatie van raadslid Jef Maes.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
Toen in 2020 duidelijk werd wat het 'decreet basisbereikbaarheid' als effect zou hebben in onze stad, was er grote commotie. Die commotie is anno 2021 nog altijd niet gaan liggen, want een groot deel van de bevolking ziet het nog altijd niet zitten dat de stadsbussen zouden verdwijnen.
Eerst was er sprake van dat dit zou gebeuren in 2021, daarna is het verschoven naar januari 2022. Nu wordt het steeds duidelijker dat, omwille van de onduidelijkheid rond de toepassingen, deze datum niet kan gehaald worden. De vraag is dan ook: waar staan we nu in onze vervoerregio? Kunt u, schepen en voorzitter van de vervoerregio ons verduidelijken waar we staan in onze regio met het decreet basisbereikbaarheid?
Het toverwoord dat overal verscheen, was 'vervoer op maat'. We hebben daar nog niet veel van gemerkt moet ik zeggen in de plannen die ons zijn gepresenteerd. En ik beschouw de deelsteps van het Amerikaanse bedrijf Bird niet als “vervoer op maat” voor het merendeel van de busgebruikers.
De reiziger zou voor info over de beste route moeten aankloppen bij de zogenaamde Mobiliteitscentrale. Die zal de huidige belbuscentrale niet alleen vervangen, maar zal ook een grotere taakbedeling krijgen. De Lijn wilde eerst die opdracht van coördinator graag zelf uitvoeren maar in januari haakte de Lijn af. Ze noemde de voorwaarden van het contract 'te duur, te flou en te complex'. Als zelfs de Lijn het zegt!
Vorige maand bevestigde de Vlaamse regering haar keuze voor ViaVan Technologies als operator van de Mobiliteitscentrale. Het Amerikaans/Duitse ViaVan zet zich in de markt als concurrent van taxi-app Uber. De busgebruiker zou dus gestuurd worden door een Amerikaans privébedrijf met als enig doel: winstmaximalisatie. Terwijl overal in Europa geprivatiseerd openbaar vervoer terug naar de overheid gaat, maken we hier nog een achterhaalde beweging.
Er waren procedureproblemen, waardoor de geplande startdatum van 1 januari 2022 in het water viel. De vakbonden zijn terecht niet te spreken over de liberalisering van het vervoer op maat. 'Het is zeer vreemd dat een groot bedrijf geld krijgt dat eigenlijk bedoeld is voor openbaar vervoer met een krappe financiering', zegt Stan Reusen van het socialistische ACOD. Er wordt ook gevreesd voor de dienstverlening. Het verhaal van flexibele mobiliteit en het combineren van fietsen, deelsteps en bussen klinkt misschien goed, maar is niet voor iedereen weggelegd. Of zoals “onze Jos” zei: “met een rollator geraak je niet op een deelstep”.
Wanneer gaat nu alles van start? De minister kan of wil niet meer zeggen wanneer. Verschillende actoren houden rekening met het rekeningrijdenscenario, waarbij basisbereikbaarheid op de lange baan wordt geschoven.
Steeds meer mensen en organisaties komen in verzet: de TreinTramBusgebruikers zijn niet te spreken over de plannen en Greenpeace organiseerde vorige zaterdag in Gent een actie tegen het schrappen van heel wat lijnen en bushaltes. Onze petitieactie tegen het afschaffen van de stadsbussen en de 83 haltes in Sint-Niklaas loopt nog steeds. We zitten nu al boven de 2.600 handtekeningen en zolang het nodig is, zetten we onze actie verder.
Maar de huidige situatie zorgt voor onzekerheid bij de gebruikers: tot wanneer gaan de stadsbussen blijven rijden? Die bussen zijn eigenlijk aan vervanging toe. Gaan die nu al vervangen worden door nieuwe bussen of gaat men die blijven oplappen? Wanneer gaan de nieuwe dienstregelingen bekend zijn? De zogenaamde Hoppinpunten, waarvoor minister Peeters meer dan 100 miljoen EUR veil heeft, moeten vlot en betrouwbaar overstappen faciliteren. Hoever staat het daarmee? Komt er eindelijk één reisplanner van deur tot deur voor alle vervoersmodi, met aankomstgarantie? Zal de realtime-informatie aan de haltes betrouwbaar zijn, ongeacht welke vervoersbedrijven die haltes bedienen? Blijft het eenheidstarief van De Lijn ook in de toekomst bestaan of zullen de reizigers met een wirwar aan verschillende tarieven geconfronteerd worden? Of nog erger: gaan reizigers voor een slechter aanbod dan vandaag in de toekomst meer moeten betalen? Hoe zit het daarmee in onze regio? Er kan geen sprake van zijn dat de basisbereikbaarheid midden in een schooljaar ingevoerd wordt, zeggen de TTB-gebruikers. Dat zou veel te veel ouders en scholieren in de problemen brengen. Dus is de vroegst haalbare datum is 1 juli 2023.
Kortom: wij vragen aan u als voorzitter van de vervoerregio om hierin duidelijkheid te scheppen.
Wij vragen u ook om aan de Lijn en de Minister duidelijk te maken dat de busgebruikers in onze stad niet zitten te wachten op de doorvoering van dit decreet zoals het nu loopt. Laten we hetzelfde doen als met het rekeningrijden en de zaak afvoeren en de stadsbussen verder laten rijden.
Interpellatie van raadslid Kris Van der Coelden.
Interpellatie van raadsleden Aster Baeck en Julien Ghesquière.
Beantwoord door schepen Filip Baeyens.
Eind juni 2021 ontving ik een antwoord op mijn schriftelijke vraag over de diftar-facturatie. De vraag ging over twee aspecten waar ik graag verder over in gesprek zou willen gaan met het college en met de bevoegde schepen(en).
Van de ongeveer 35.000 aanslagbiljetten die in Sint-Niklaas verstuurd worden voor de ophaling van huishoudelijk restafval, blijken er in de onderzochte periode 682 ook na een dubbele herhaling niet betaald te zijn. Dat is ongeveer 2 %. Deze facturen worden aan een deurwaarder overgemaakt.
Heeft het stadsbestuur inmiddels zicht op de vraag of de inspanning van de deurwaarder leidt tot een uiteindelijke betaling van de facturen? Werden er reeds rechtszaken ingespannen? Zijn er ook nog andere middelen om hardnekkige niet-betalers te overtuigen om op een correcte manier hun factuur te betalen?
Verrassender en indrukwekkender waren de cijfers over de nulfacturen. 1.917 gezinnen blijken door de sociale correcties om medische reden of omwille van hun precaire financiële situatie niet te moeten betalen voor de ophaling van het restafval. Daarnaast zijn er 3.161 gezinnen die om andere redenen een nulfactuur kregen. Dat laatste cijfer betekent dat 9 % van de Sint-Niklase gezinnen niet betaalt voor het diftar-systeem!
In het antwoord op de schriftelijke vraag worden een aantal redenen aangegeven waarom mensen mogelijk niet moeten betalen: omdat ze bijzonder selectief sorteren, omdat ze slechts beperkte tijd (effectief) in Sint-Niklaas woonden, omdat ze hun huishoudelijk restafval bij hun bedrijfsafval voegen wanneer ze een zaak hebben, omdat ze sluikstorten ... Allicht speelt in sommige gevallen ook sociale fraude.
De administratie suggereert om de mensen die een nulfactuur ontvingen aan te schrijven om te polsen naar hun motieven. Die suggestie moest toen echter nog aan het beleid voorgelegd worden.
Is er inmiddels een beleid ontwikkeld om de individuele oorzaken van nulfacturen op het spoor te komen? Zal men deze gezinnen aanschrijven om te polsen naar het waarom van de nulfactuur? Zijn er andere mogelijkheden om van deze gegevens gebruik te maken om mogelijke sluikstorters op te sporen?
Interpellatie van raadslid Kris Van der Coelden.
Interpellatie van raadsleden Jef Maes en Aster Baeck.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
Afgelopen week verschenen in de krant onrustwekkende berichten over het spoorwegaanbod. In een presentatie had de baas van Infrabel een aantal spoorlijnen aangegeven die volgens hem in het vuur lagen bij de opmaak van het nieuwe investeringsplan van de NMBS. Daarbij ook twee verbindingen die van groot belang zijn voor Sint-Niklaas:
- spoorlijn 54 Sint-Niklaas - Mechelen, met de stations Temse, Bornem, Puurs en Willebroek op het traject;
- de verbinding tussen Lokeren en Dendermonde, die onderdeel uitmaakt van de rechtstreekse verbinding tussen Sint-Niklaas en Brussel.
De berichten werden alleszins niet tegengesproken door de NMBS/Infrabel. Ze werden eerder bevestigd door de federale minister van mobiliteit die er meteen aan toevoegde dat hij garant stond voor het behoud van het volledige spoorwegnet.
Ik hoop dat ik het college van burgemeester en schepenen niet moet overtuigen van de noodzaak van beide spoorlijnen voor een kwalitatief treinaanbod, als ruggengraat van het openbaar vervoer en als alternatief voor de auto. Welke stappen heeft het stadsbestuur gezet of wenst het te zetten om aan de bevoegde minister en aan de NMBS/Infrabel duidelijk te maken dat we het volstrekt oneens zijn met deze absurde voorstellen? Wenst men daarbij ook contact te zoeken met andere gemeenten of is men al door henzelf gecontacteerd?
Interpellatie van raadslid Lore Baeten.
Beantwoord door burgemeester Lieven Dehandschutter.
Vorig jaar begon de stad Gent met het proefproject gele brooddozen in Ledeberg. Vanwege het groot succes wordt het nu ook naar andere wijken in Gent uitgebreid.
De gele brooddoos kan levens redden, ze bevat namelijk alle relevante medische en persoonlijke informatie voor hulpverleners aan de hand van twee invulboekjes. Het doelpubliek is vooral 65-plussers en mensen met een speciale zorg.
Ondanks dat heel wat info vandaag gedigitaliseerd is kent deze brooddoos die in de koelkast bewaard wordt nog steeds zijn nut, zeker voor zij die de digitale kloof het sterkst voelen.
Daarom de suggestie van onze fractie om ook gele brooddozen aan te schaffen als stad. Via het OCMW of in samenwerking met de lokale artsen of apothekers zouden hier levens gered kunnen worden!