Notulen  raad voor maatschappelijk welzijn

In uitvoering van het decreet lokaal bestuur worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergaderingen aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd ter goedkeuring.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 74, 277 § 1 en 278 § 1.

Tot heden was het bestuur aangesloten bij de groepsverzekering die aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance. Deze groepsverzekeringsovereenkomst werd in juni 2021 door deze verzekeraars per 1 januari 2022 opgezegd. De Vereniging voor Vlaanse Steden en Gemeenten (hierna: VVSG) en OFP Prolocus hebben samen voor een nieuw voorstel voor de tweede pensioenpijler gezorgd, dat kan starten vanaf 1 januari 2022. OFP Provant, een pensioenfonds dat in 2009 werd opgericht door het provinciebestuur van Antwerpen en een aanvullend pensioen aanbood voor besturen van deze provincie, werd na onderhandelingen met de VVSG omgevormd tot OFP Prolocus (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) met ondernemingsnummer 0809.537.155). Alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden tot dit pensioenfonds.
Door toetreding bij een IBP is het bestuur meer betrokken bij het beheer van zijn pensioenfinanciering. In tegenstelling tot een groepsverzekering vaardigt het bestuur een vertegenwoordiger af in de algemene vergadering van OFP Prolocus. Het bestuur heeft naast de controlebevoegdheid ook de mogelijkheid om - indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten.
In tegenstelling tot een groepsverzekering streeft een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf na en biedt het ruime beleggingsmogelijkheden, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt. 
Het bestuur kan toetreden tot OFP Prolocus zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn.
Het aanbod van OFP Prolocus vereist net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen en voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering. De voorgestelde formule is een vaste-bijdragenplan: de werkgever belooft een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement. In elk geval moet het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen, 0% voor passieve aangeslotenen) behaald worden. Wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, zal het bestuur bijkomende bijdragen moeten betalen. Als bijkomende veiligheid voorziet het bestuur de eerste vijf jaar in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen. Deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen.
Het bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft een zogenaamde MIPS-Groep vormen. Binnen een MIPS-groep is er een interne mobiliteit voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid. Binnen een MIPS-Groep speelt een onderlinge solidariteit.
De kosten voor de werking van OFP Prolocus worden voor 2022 forfaitair vastgelegd op 1.000 EUR per jaar per werkgever en 10 EUR per jaar per aangeslotene. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd tot en met 2024. Nadien zal een meer stabiel systeem van kostenvergoeding worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijk aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds. De verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP Prolocus zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP Prolocus.
Op 21 februari 2022 kregen alle besturen van de VVSG en OFP Prolocus modeldocumenten voor aansluiting bij het pensioenfonds. Het bestuur heeft hierover het noodzakelijke sociaal overleg gevoerd in het bijzonder comité. Het bestuur moet tegen eind april 2022 een beslissing nemen over de toetreding tot het pensioenfonds.
De aansluiting tot het pensioenfonds steunt op een aantal sleuteldocumenten: het kaderreglement, het bijzonder pensioenreglement, de toetredingsakte, de beheersovereenkomst, het financieringsplan, de statuten en de verklaring inzake beleggingsbeslissingen.
Het bestuur wenst toe te treden tot OFP Prolocus met als startdatum 1 januari 2022. De basistoezegging voor de tweede pensioenpijler blijft behouden op 3 %. Het stadsbestuur stelt voor om een MIPS-groep te vormen samen met het OCMW Sint-Niklaas om de interne mobiliteit tussen beide entiteiten te bevorderen. Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 7 maart 2022 de opstart van de procedure tot toetreding tot het aanbod van een tweede pensioenpijler van OFP Prolocus en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging goed. 
In het bijzonder comité van 14 maart 2022 werd onderhandeld over de tweede pensioenpijler met als resultaat een protocol van akkoord.
Het OCMW Sint-Niklaas moet een vertegenwoordiger aanduiden om het OCMW te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP Prolocus. Er kan eventueel ook een vervanger aangeduid worden. Deze persoon is idealiter een beleidsverantwoordelijke. Deze vertegenwoordiging is onbezoldigd. In de praktijk is het mogelijk om een gemeente en een OCMW door éénzelfde persoon te laten vertegenwoordigen, wanneer deze persoon een beleidsverantwoordelijke is. Indien er maar één persoon als vertegenwoordiger wordt afgevaardigd voor twee werkgevers dan heeft deze persoon een dubbel stemrecht in de algemene vergadering.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Beslissing van het vast bureau van 21 maart 2022 betreffende de kennisneming en goedkeuring van de opstart van de procedure tot toetreding tot het aanbod tweede pensioenpijler van OFP Prolocus.

Artikel 38 volgens artikel 74 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bij aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vaststelt waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen in verband met de werking van de raad voor maatschappelijk welzijn en dat dit huishoudelijk reglement op elk moment kan worden gewijzigd. De raad voor maatschappelijk welzijn keurde het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn goed in zitting van 29 april 2019 en keurde enkele wijzigingen goed in zittingen van 26 juni 2020 en 22 januari 2021.
Ingevolge de aanpassing van het decreet lokaal bestuur inzake digitaal en hybride vergaderen en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen, moet het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn aangepast worden. Het huishoudelijk reglement bepaalt of de raad voor maatschappelijk welzijn digitaal of hybride kan vergaderen en de wijze waarop. De raad voor maatschappelijk welzijn kan enkel digitaal of hybride vergaderen onder de uitzonderlijke omstandigheden, vermeld in het huishoudelijk reglement. Daarnaast zijn nog een aantal andere wijzigingen aangewezen.
De wijzigingen hebben betrekking op:
- inzagerecht in persoonsgebonden materies (artikel 7);
- digitaal en hybride vergaderen (artikelen 11; nieuwe artikelen 20, 21 en 22; artikel 28 (vroegere artikel 25));
- werkwijze bij een gezamenlijke oproeping voor gemeente- en OCMW-raad (artikel 14);
- eretitels (artikel 30 (vroeger artikel 27));
- verzoekschriften en voorstellen van burgers (artikelen 31 en 32 (vroegere artikelen 28 en 29));
- livestream tijdens de openbare zittingen van de raad voor maatschappelijk welzijn (artikel 38 (vroeger artikel 35)).

Decreet lokaal bestuur, artikelen 20 en 38 volgens artikel 74.
Besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen, artikelen 1 en 4.

Jan Verheyden, deskundige afdeling plannen en ontwikkelen, en Veerle Stuer, afdelingshoofd plannen en ontwikkelen, werden in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 maart 2019 respectievelijk als effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger in deze vergadering aangeduid. Het mandaat is drie jaar geldig, bijgevolg moeten de afgevaardigden opnieuw aangesteld worden door de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 20 van de statuten van Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw bepaalt dat de algemene vergadering is samengesteld uit de werkende leden. Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen worden vertegenwoordigd door de natuurlijke persoon die door het bevoegde orgaan werden aangeduid.

Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, met latere wijzigingen.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 77 en 78.
Statuten Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw.

Artikel 14bis van de statuten van Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting bepaalt dat de raad van bestuur van de maatschappij samengesteld is uit negen leden, waarvan één mandaat van bestuurder wordt voorbehouden aan het OCMW Sint-Niklaas. De duur van het mandaat wordt vastgesteld op zes jaar. Indien een raadslid voor het einde van het einde van de looptijd van zijn mandaat wordt vervangen, dan wordt de vervanger benoemd ter vervanging en voleindiging van dat mandaat.
In zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 maart 2019 werd volgende persoon aangesteld voor de voleindiging van een mandaat als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting dat in 2022 vervalt:
-de heer Tim De Roeck.
Bijgevolg moeten de afgevaardigde opnieuw aangesteld worden door de raad voor maatschappelijk welzijn voor een volgend mandaat van zes jaar.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Beslissing raad voor maatschappelijk welzijn van 22 maart 2019 met betrekking tot de aanduiding van een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting cv.
Statuten Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting cv.

Voor de algemene vergadering van Zorgpunt Waasland werden tijdens de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 januari 2019 drie afgevaardigden aangeduid. Voor de raad van bestuur werden in diezelfde zitting ook drie bestuurders aangeduid, deze bestuurders moeten lid zijn van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Met e-mail van 10 maart 2022 wordt gevraagd schepen Sofie Heyrman als afgevaardigde in de algemene vergadering en de raad van bestuur te vervangen door raadslid Christine Meert.

Decreet lokaal bestuur, deel 3, titel 4, hoofdstuk 2. 
Statuten Zorgpunt Waasland.

Het OCMW Sint-Niklaas is lid van Geïntegreerde Zorg Waasland vzw en heeft recht op een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vereniging en kan desgewenst ook een kandidaat-bestuurder voordragen voor de raad van bestuur van de vereniging. Tijdens de gemeenteraadszitting van 22 februari 2019 werd adjunct-financieel directeur Luc Vermeiren aangeduid als lid van de algemene vergadering en voorgedragen als lid voor de raad van bestuur. Ingevolge zijn pensioen op 1 mei 2022 moet een nieuwe afgevaardigde aangeduid worden voor beide organen. Maaike Claessens zal in haar functie van hoofd van de dienst Mens deze mandaten opnemen.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 77 en 78.
Statuten Geïntegreerde Zorg Waasland vzw.

Op de site Gerdapark wordt voor het braakliggend terrein naast het Welzijnshuis een ontwikkeling voorzien in drie delen. Eén zone voor een opvanginitiatief, één zone voor sociale woningbouw en één zone voor noodwoningen.
In zitting van 22 januari 2021 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de voorwaarden goed van het ontwerp van overeenkomst betreffende het vestigen van een erfpachtrecht ten voordele van SIF Toontjeshuis cvba-so, Koekoekstraat 72, 2627 Schelle, op een perceel grond gelegen in het Gerdapark, kadastraal bekend onder 4de afdeling, sectie D, deel van perceelnummer 821K, met het oog op het oprichten van een woonproject voor personen met een beperking. De notariële akte dienaangaande werd intussen verleden. Toontjeshuis gaat voor de bouw in zee met Durabrik Bouwbedrijven nv.
Eveneens in zitting van 22 januari 2021 besliste de raad akkoord te gaan om met Durabrik Bouwbedrijven nv, Landegemstraat 10, 9031 Gent, een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten tot het deelnemen aan een zogenaamde CBO-procedure (de CBO-procedure is een mededingingsprocedure met onderhandeling met naleving van Europese bekendmakingsregel) van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) voor het bouwen van sociale woningen voor een sociale huisvestingsmaatschappij op het perceel grond gelegen in het Gerdapark, kadastraal bekend 4de afdeling, sectie D, deel van nummer 821K. Aan Durabrik Bouwbedrijven werd intussen door de VMSW de overheidsopdracht tot bouw van de desbetreffende sociale woningen gegund.
Aangezien zowel het bouwteam van Toontjeshuizen als dat in het kader van de CBO-procedure beroep doet op Claeys Architecten, Koestraat 175 A bus 3.1, 8800 Roeselare, besliste het vast bureau in zitting van 12 juli 2021 eveneens een overeenkomst af te sluiten met Claeys Architecten, voor het ontwerp van negen noodwoningen op de site Gerdapark (aangezien dat bouwteam in het kader van de CBO-procedure reeds via een overheidsopdracht werd aangesteld, het OCMW dezelfde modaliteiten kon overnemen als deze in het kader van de VMSW-procedure en aangezien éénzelfde architect heel wat praktische voordelen met zich meebrengt (één aanspreekpunt, één verantwoordelijke)).
In zitting van 22 november 2021 verleende het college van burgemeester en schepenen een vergunning aan Durabrik Bouwbedrijven nv, Landegemstraat 10, 9031 Gent, tot het bouwen van negentien woongelegenheden, drieëntwintig sociale woningen, negen noodwoningen, fietsenstallingen en aanleggen van bovengrondse parkeerplaatsen, Gerdapark zn, sie D, nr. 0821k.
Aangezien de ontwikkeling technisch één uniform geheel vormt met constructief aaneengeschakelde volumes, éénzelfde architectuur en een gemeenschappelijk groenontwerp, aangezien inzake prijszetting dezelfde voorwaarden zullen worden gehanteerd als deze waarop de gunning in het kader van de CBO-procedure is gebeurd, aangezien de werfinrichting en -coördinatie, de aanleg van nutsvoorzieningen en de aanpak inzake minderhinder naar de buurt toe gebaat zijn bij de uitvoering van de werken door één en dezelfde aannemer, wordt voorgesteld enkel een offerte te vragen aan Durabrik Bouwbedrijven nv.
De uitgave voor deze opdracht wordt indicatief geraamd op 1.265.035,62 EUR, exclusief btw. Deze uitgave wordt evenwel gecompenseerd door de verkoop aan de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting (SNMH) van het gedeelte grond waarop de sociale woningen zullen worden gebouwd aan (632.000 EUR).
Hiermee wordt de initiële raming met 165.000 EUR overschreden. Reden van overschrijding:
- prijsstijging van de materiaalkosten;
- uit de grond mechanische studie blijkt dat een paalfundering noodzakelijk is, dergelijke fundering is opmerkelijk duurder dan een klassieke sleuffundering;
- er wordt een individuele HVAC installatie met warmtepompen voorzien, bij een gezamenlijke installatie geniet je van schaalvoordeel.
Het wel of niet overstappen naar een gezamenlijke HVAC installatie moet nog verder onderzocht worden. Wanneer nagedacht wordt over een gezamenlijke installatie is de overstap naar een warmteveld een logische stap die nog duurzamer is en ook iets meer comfort biedt (naast opwarming ook koeling mogelijk). Maar de investering voor dergelijke installatie is ook duurder, waardoor men dan eerder denkt in de richting van een ESCO formule, waarbij de investering gebeurt door de ESCO partner en deze dan instaat voor het leveren van de energie tegen een prijs gelijk of iets hoger dan bestaande energiefactuur. Er wordt nagezien of dergelijke formule voor de stad wel interessant is.

Europese richtlijn 2011/7/EU betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, gewijzigd bij wet van 16 februari 2017.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1°, d), ii) en iii) en de daarbij behorende koninklijke besluiten en alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 77 en 78.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 december 2021 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.

In het meerjarenplan 2020-2025 is voorzien dat het aantal noodwoningen opgetrokken wordt naar 25. Op dit moment hebben de stad en het OCMW 21 noodwoningen in gebruik. Er is nood aan voorzieningen voor daklozen. Als de noodwoningen worden opgetrokken kan hier  verder aan tegemoet gekomen worden. Recent werd gestart met een vorm van aanmeldlijst voor de noodwoningen.
De SNMH biedt 4 extra woningen aan:
- Glycineplein 10 te Sint-Niklaas, deze overeenkomst loopt tot eind 2022;
- Peter Benoitpark 69 / 91 /109 te Sint-Niklaas, deze overeenkomst loopt tot eind 2023;
Deze woningen moeten nog in orde gebracht worden, bemeubeld worden en voorzien worden van de nodige basisuitrusting om te kunnen gebruiken als noodwoning. Deze woningen beschikken over twee slaapkamers en zijn dus geschikt voor vier à vijf personen.
Voor elk van deze panden van de SNMH dient een maandelijkse huurprijs van 250 EUR betaald te worden.

Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 1.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 77 en 78.
Decreet lokaal sociaal beleid, hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 artikel 7.
Gemeenteraadsbeslissing van 22 maart 2019 betreffende het beleidsprogramma 2019-2024, beleidsdoelstelling 7 punt 32.

Om de toestroom van Oekraïense vluchtelingen op te vangen werd er vanuit de Federale en Vlaamse overheid een oproep gelanceerd naar burgers en lokale besturen om panden open te stellen of in te huren. Er werd onder andere een vraag gesteld aan de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting (SNMH) om leegstaande panden in te zetten voor deze doelgroep. De SNMH gaf een akkoord om vier extra panden te huren waarvan wordt voorgesteld er twee in te zetten voor Oekraïense vluchtelingen en twee voor  andere daklozen. Aangezien de wooncodex aangepast werd voor deze tijdelijke ingebruikname van deze panden, kon de SNMH nog 23 extra panden voorzien om deze problematiek op te vangen.
Volgende woningen kunnen vanaf 1 mei (of later indien de werken niet op tijd afgerond zijn) ingezet worden als noodwoning voor Oekraïense vluchtelingen:

Er dienen nog herstellingen te gebeuren aan de woningen en deze moeten voorzien worden van de nodige basisuitrusting om te kunnen gebruikt worden als noodwoning. Deze kosten worden gedragen door de SNMH aangezien zij hiervoor subsidies kunnen ontvangen.
Voor deze panden van de SNMH dient een maandelijkse huurprijs van respectievelijk 175 EUR voor een appartement of 250 EUR voor een huis te worden betaald. 

Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 1.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 77 en 78.
Decreet lokaal sociaal beleid, hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 artikel 7.
Gemeenteraadsbeslissing van 22 maart 2019 betreffende het beleidsprogramma 2019-2024, beleidsdoelstelling 7 punt 32.

Met deze samenwerkingsovereenkomst wordt aan het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Oost-Vlaanderen (CAW) gedurende twee jaar de opdracht gegeven om het project ambulante perspectiefbegeleiding voor mensen zonder wettig verblijf uit te voeren. De doelstelling van dit project is een duurzaam toekomstperspectief te creëren met en voor mensen zonder wettig verblijf, die op het grondgebied van de stad verblijven. De doelgroep bestaat uit individuele derdelanders (geen burgers van de Europese Unie) die niet beschikken over een wettig verblijfsstatuut en zich in een maatschappelijk kwetsbare situatie bevinden. De instroom in het project gebeurt na screening door het onthaalteam precair verblijf van het CAW. De aanmelding kan gebeuren door partnerorganisaties die deel uitmaken van het lokaal vluchtelingenoverleg. Om dit project te realiseren zet het CAW een perspectiefbegeleider in op halftijdse basis. Deze wordt ingebed in de werking van het CAW-huis in het Waasland.
Volgende indicatoren bepalen de resultaten van het project:
- de hulpvrager maakt een onderbouwde keuze met betrekking tot zijn toekomst op basis van de verblijfsrechtelijke mogelijkheden;
- hij beschikt over de nodige capaciteiten en middelen (inclusief een netwerk) om die keuze ook daadwerkelijk te realiseren;
- hij is aan het eind van de begeleiding in staat zelfstandig een eigen leven uit te bouwen in België of in het land waarnaar hij terugkeert of doorreist.
De stad kent een subsidie van 35.000 EUR toe om deze ambulante perspectiefbegeleiding uit te bouwen.

Wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 77 en 78.
Strategisch programma iedereen mee, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 23 oktober 2020.