Bepaalde lokaal erkende culturele verenigingen met eigen infrastructuur komen stillaan in ademnood door enerzijds de hoge huurprijs van hun infrastructuur op de private markt en anderzijds de huidige uit de pan swingende energiekosten.
Om het hoofd boven water te houden vragen deze verenigingen niet liever dan hun infrastructuur te kunnen onderverhuren aan derden.
Verenigingen met eigen infrastructuur kunnen echter qua huurprijs niet concurreren tegen de gesubsidieerde lage huurprijzen van de stedelijke infrastructuur.
Er ontstaat hierdoor een kafkaiaanse situatie waarbij de goedkope stedelijke infrastructuur niet beschikbaar is omwille van een overbevraging door onze lokale verenigingen. Anderzijds is er de voor het grootste deel van de tijd leegstaande infrastructuur van culturele vzw’s, zoals bijvoorbeeld JTO en De Vlasbloem, voor wie de verhuur een noodzaak is om te overleven maar die door de andere verenigingen ook niet kunnen gehuurd worden omdat ook zij er de middelen niet voor hebben.
Wat denkt de schepen van een systeem van een 'huurcheque cultuurinfrastructuur' waarmee wij als stad zouden kunnen tussenkomen in de huurprijs van culturele infrastructuur in bezit van lokaal erkende culturele vzw’s met eigen infrastructuur?
Op die manier brengt de stad vraag en aanbod aan cultuurruimte samen en creëert ze een win-win voor huurder en verhuurder.
Concreet zou dit een systeem kunnen zijn, gebaseerd op de idee van de dienstencheque, waarbij de stad 'cheques' ter waarde van bijvoorbeeld 10 EUR uitgeeft die een lokale vereniging kan aankopen aan bijvoorbeeld de helft van de waarde en door de verhuurder-vzw bij de stad opnieuw kan ingeruild worden aan de uitgiftewaarde van 10 EUR.
Op die manier komt de stad dan voor de helft tussen in de huurprijs en trekken we de ongewilde oneerlijke concurrentie tussen openbaar en privé-aanbod van cultuurinfrastructuur een beetje recht. Het systeem is objectief in die zin dat er geen afwending van subsidie kan zijn. De cheques zijn enkel in omloop tussen lokaal erkende verenigingen die zich bij het systeem hebben aangesloten en gelden enkel als betaalmiddel voor de huur van niet-stedelijke culturele infrastructuur.
Zo helpen we ook de lokale culturele vzw’s met eigen infrastructuur die momenteel werken met een strop rond hun nek. Een strop dat er rond gelegd is door Corona en nu stevig aangetrokken wordt door extreme energieprijzen.