Notulen  gemeenteraad

Met brief van 5 september 2022 diende raadslid Vanessa Blommaert bij de voorzitter van de gemeenteraad haar ontslag in als raadslid.
Ingevolge het decreet lokaal bestuur, artikel 14, wordt het gemeenteraadslid dat ontslag neemt vervangen door de eerstvolgende kandidaat op de lijst van het te vervangen gemeenteraadslid, dit conform artikel 169 van het lokaal en provinciaal kiesdecreet van 8 juli 2011. De eerstvolgende kandidaat is de heer Marcel Van Looy. Aldus worden zijn geloofsbrieven gecontroleerd en legt hij volgende eed af: 'Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen'. Van rechtswege wordt de heer Van Looy ook lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Lokaal en provinciaal kiesdecreet van 8 juli 2011, artikel 169.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 6 § 3, 13, 14, 15 en 68.

De gemeenteraad nam in zitting van heden kennis van het ontslag van raadslid Vanessa Blommaert en de aanstelling van de heer Marcel Van Looy als nieuw raadslid. Ingevolge vraagt de N-VA-fractie om de samenstelling van de gemeenteraadscommissies te wijzigen.
De gemeenteraad richt de gemeenteraadscommissies op, bepaalt het aantal en de bevoegdheden van die commissies en stelt de leden aan. De wijziging van de samenstelling van volgende gemeenteraadscommissies wordt derhalve ook aan de gemeenteraad voorgesteld.
- gemeenteraadscommissie voor financiën, personeel en sport;
- gemeenteraadscommissie voor economie, evenementen, stadspromotie en digitalisering;
- gemeenteraadscommissie voor mobiliteit, publieke ruimte en stadsontwikkeling;
- gemeenteraadscommissie voor jeugd, participatie en gebouwen;
- gemeenteraadscommissie voor cultuur, deeltijds kunstonderwijs en landbouw;
- gemeenteraadscommissie voor wonen, kinderopvang, opvoeding en onderwijs;
- gemeenteraadscommissie voor welzijn, diversiteit en burgerzaken.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 37 en 38, 7°.
Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Gemeenteraadsbeslissing van 2 januari 2019 houdende verdeling, samenstelling en verkiezing voorzitters gemeenteraadscommissies, aangevuld met latere wijzigingen.

In uitvoering van het decreet lokaal bestuur worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering aan de gemeenteraad voorgelegd ter goedkeuring.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 32, 277 § 1 en 278 § 1.

Stad en OCMW hebben één geïntegreerd doelstellingenkader dat tien beleidsdoelstellingen en vijftig actieplannen omvat. Alle beleidsdoelstellingen en actieplannen zijn prioritair. Door deze beleidskeuze wordt er in alle BBC-beleidsrapporten gerapporteerd aan de raad over de volledige werking (nieuw en regulier beleid) van stad en OCMW.
De nieuwe BBC-wetgeving bepaalt dat er vanaf 2020 jaarlijks, vóór eind september, een opvolgingsrapportering wordt voorgelegd aan de raad met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan over de eerste zes maanden van het lopende jaar.

De opvolging bestaat uit drie rapporten:
1. Beleidsevaluatie: in het rapport ‘beleidsevaluatie’ wordt een beschrijvende toelichting gegeven over de stand van zaken per actieplan op 30 juni 2022. Deze toelichting begint met een vermelding van een status per actieplan. Bij elk actieplan werd geopteerd voor de status ‘Op schema’. Bij de beschrijving per actieplan staat ook een overzicht van de uitgaven en inkomsten voor kwartaal twee. Dit zijn de kredieten geboekt in de periode 1 januari tot 30 juni 2022, getotaliseerd voor exploitatie en investering. De initiële kredieten in het schema zijn de kredieten vastgesteld op 1 januari 2022, de eindkredieten zijn de kredieten op 30 juni 2022, inclusief de aanpassingen aan het meerjarenplan in het eerste half jaar.
2. Doelstellingenrekening: dit is een rapport opgesteld conform BBC-schema J1, dat een overzicht geeft van de uitgaven en ontvangsten per actieplan. Dit rapport wordt ook voorgelegd bij de jaarrekening en werd in deze optiek vorm gegeven. In de kolom 'Jaarrekening' staan de uitgaven en ontvangsten geboekt tot 30 juni 2022 en getotaliseerd voor exploitatie en ontvangsten. In de kolom 'Meerjarenplanning' staan de voorziene kredieten op 30 juni 2022.
3. Overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard: dit is een rapport opgesteld conform BBC-schema T2, dat een overzicht geeft van uitgaven en ontvangsten per kostensoort (goederen en diensten, werkingssubsidies, infrastructuur ...). Ook hier zijn de cijfers een voorloper op de jaarrekening, met de toestand op 30 juni 2022.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40, 41 en 263.
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen met latere wijziging, artikel 29.
Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018, artikel 5.

Met e-mail van 30 augustus 2022 meldt het Agentschap Zorg en Gezondheid dat bij de visuele controle van de Aquarena van Provinciaal Recreatiedomein De Ster in Sint-Niklaas een verdachte ernstige bloei van potentieel toxische cyanobacteriën of cyanobacteriën werd vastgesteld. Omdat de drijflaag in de zwemzone ligt en er ernstige gezondheidsrisico's zijn bij contact met de drijflaag of bij de inname van water waarin microcystines (toxines die vrijgezet worden bij het afsterven van de cyanobacteriën) aanwezig zijn, adviseerde het Agentschap Zorg en Gezondheid om een zwemverbod uit te vaardigen. Hiervoor moet er een waarschuwingsbord, met de vermelding 'zwemverbod' ter hoogte van de zwemzone worden geplaatst. Het zwemverbod moet steeds gestaafd worden met een officieel besluit van de burgemeester, aangebracht op het waarschuwingsbord. Ook de recreatieve sporten windsurfen, waterski en duiken vallen onder dit verbod. Tevens worden alle activiteiten (zoals bootje varen, roeien, zeilen, pedalo, wakeboarden, tubing, bootvissen, kajakken...) op het water van de zone Aquarena ontraden.

Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat in geval van onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, de burgemeester politieverordeningen kan maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

Nieuwe gemeentewet, artikel 134.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.

Op 25 maart 2022 werd tussen de stad en Groep Sportoase nv een samenwerkingsovereenkomst afgesloten betreffende de modaliteiten voor de bouw en exploitatie van het zwembad 'De Watermolen' op de site van het sport- en recreatiepark Puyenbeke. In deze samenwerkingsovereenkomst is opgenomen dat voor de start van de bouwwerken een opstalrecht moet verleend worden door de stad. Het opstalrecht wordt verleend aan Sportoase De Watermolen nv, Oostmalsesteenweg 261, 2310 Rijkevorsel.
De belangrijkste bepalingen van het ontwerp van opstalakte luiden als volgt:
- voorwerp: vestigen opstalrecht op de percelen grond gelegen Watermolenstraat, kadastraal gekend 9e afdeling, sectie B, deel van perceelnummers 1031A en 1043E met een totale oppervlakte van 28.331,86 m²;
- bestemming: bouw van het zwembad 'De Watermolen" conform de bepalingen van de samenwerkingsovereenkomst van 25 maart 2022;
- duurtijd: dertig jaar vanaf de datum van de start van de exploitatiefase van het zwembad. Deze dertig jaar loopt samen met de duurtijd van de samenwerkingsovereenkomst van 25 maart 2022. Het opstalrecht loopt reeds vanaf heden om de eigendomsrechten op de opstallen te realiseren in hoofde van de opstalhouder; 
- vergoeding: kosteloos.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Samenwerkingsovereenkomst DBFMO zwembad 'De Watermolen' op site sport- en recreatiepark Puyenbeke van 25 maart 2022. 

Atletiekclub Waasland vzw, Hoge Bokstraat 12, 9111 Belsele, is een sportclub met driehonderdvijftig à vierhonderd wedstrijdatleten en tweehonderd recreanten en richt zich tot de leeftijdscategorieën vanaf zes jaar tot en met negenennegentig jaar. Op de atletiekpiste wordt zes van de zeven dagen getraind en de club heeft een competitieaanbod van gemiddeld vijftien wedstrijden op jaarbasis. De club organiseert ook verschillende meetings en kampioenschappen. Er is een samenwerking met de stad (Steratlon, Ontdek De Ster) en de infrastructuur van de club wordt ter beschikking gesteld aan zowel scholen, als de WALO (Wase Lopers) en WTT (Waaslands Triathlon en Duathlon Team). Naast de competitieve insteek heeft Atletiekclub Waasland vzw ook een recreatieve pijler. De recreanten kunnen driemaal per week trainen en er worden verschillende activiteiten georganiseerd (ontbijt, uitstap, Halloween ...). Atletiekclub Waasland vzw beheert zelf de piste en staat in voor het onderhoud van de piste en de gebouwen. De club voorziet ook in de nodige investeringen en wenst nu een aantal renovatiewerken uit te voeren. Het dak van het oude gebouw, waar de kantine en oude kleedkamers gevestigd zijn (bouwjaar 1994), moet vernieuwd en geïsoleerd worden. In de kantine/vergaderruimte wordt ventilatie geplaatst en op het dak van de nieuwe kleedkamers zullen zonnepanelen met bijkomend batterijen voorzien worden. De kostprijs voor deze werken worden geraamd op 72.500 EUR. De club kan dit bedrag financieel niet dragen in één werkjaar en zou dan in de tweede helft van haar werkjaar in cashflow problemen komen.
De gronden zijn eigendom van de stad. De stad heeft hierop ingevolge aktes van 24 mei 1994, 8 september 2008 en 2 april 2009 een opstalrecht verleend aan Atletiekclub Waasland vzw voor het oprichten van sportaccommodatie ten behoeve van de aanpalende atletiekpiste, zoals kleedkamers, een EHBO-lokaal, een sanitair blok, een berging en een clubhuis.
Om het project verder te kunnen financieren vraagt Atletiekclub Waasland vzw aan de stad om hiervoor een renteloze lening ten bedrage van 50.000 EUR toe te staan. Atletiekclub Waasland vzw stelt voor de lening af te betalen op een maximale periode van vijf jaar.
De belangrijkste bepalingen van de ontwerpakte tot renteloze lening met hypothecair mandaat zijn de volgende:
- renteloze lening van 50.000 EUR, terugbetaalbaar op vijf jaar, de terugbetalingen zijn jaarlijks gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer;
- de uitbetaling gebeurt op basis van voorgelegde facturen en vorderingsstaten en een betaalbaarstelling door het college van burgemeester en schepenen;
- de eerste terugbetaling moet gebeuren uiterlijk op de vervaldag van het kalenderjaar volgend op dat waarin de uitbetaling van de renteloze lening is gebeurd;
- hypothecair mandaat op de goederen gelegen Lange Rekstraat 40+, 9100 Sint-Niklaas, kadastraal bekend 6de afdeling, sectie B, nummers 1212 K2 en 1212 M2 met een oppervlakte van respectievelijk 431 m² en 295 m².

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.

Een vereniging van mede-eigenaars (VME) is een rechtspersoon die alle mede-eigenaren van een gebouw samenbrengt. Deze juridische entiteit zorgt voor het dagelijks beheer, het onderhoud en de goede gezondheid van de mede-eigendom. Er zijn geen voorwaarden om lid te zijn van de VME, behalve een van de mede-eigenaars zijn. De toetreding tot de VME gebeurt dus de facto, van zodra je een betrokken eigendom verwerft, word je lid van de VME.
Om het mede-eigendom zo efficiënt mogelijk te regelen, beschikt de VME over verschillende organen met welomschreven doelstellingen en actieterreinen:
1) Algemene vergadering:
iedere eigenaar van een kavel is lid van de algemene vergadering en neemt deel aan de beraadslagingen. In gevolg artikel 3.87 van de wet houdende boek drie 'goederen' van het Burgerlijk Wetboek is iedere eigenaar van een kavel lid van de algemene vergadering en neemt hij deel aan de beraadslagingen. Hij kan zich laten bijstaan door één persoon op voorwaarde dat hij de syndicus ten minste vier werkdagen vóór de dag van de algemene vergadering daarvan bij aangetekende zending in kennis stelt. Deze persoon mag tijdens de algemene vergadering de discussie niet leiden, noch ze monopoliseren.
Om de stad te vertegenwoordigen wordt voorgesteld schepen Carl Hanssens namens de stad af te vaardigen in de algemene vergadering en zich te laten bijstaan door de heer Filip Brokken;
2) Syndicus;
3) Commissaris van de rekeningen:
de algemene vergadering wijst jaarlijks een commissaris van de rekeningen of een college van commissarissen van de rekeningen aan, die al dan niet mede-eigenaar zijn, en die de rekeningen van de vereniging van mede-eigenaars controleren, wier bevoegdheden en verplichtingen bij het reglement van interne orde worden bepaald.
Er wordt voorgesteld de financieel directeur, de heer Bart Foubert, voor te dragen;
4) Raad van mede-eigendom:
de raad van mede-eigendom heeft als opdracht erop toe te zien dat de syndicus zijn taken naar behoren uitvoert. Alle titularissen van een zakelijk recht die stemrecht hebben in de algemene vergadering kunnen lid zijn. De algemene vergadering beslist bij volstrekte meerderheid over de benoeming van de leden van de raad van mede-eigendom, zulks voor elk lid afzonderlijk. Het mandaat van de leden van de raad van mede-eigendom loopt tot de volgende gewone algemene vergadering en is hernieuwbaar.
Om de stad te vertegenwoordigen wordt voorgesteld schepen Carl Hanssens voor te dragen.

Wet houdende boek 3 'Goederen' van het Burgerlijk Wetboek, artikel 3.87.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Statuten Vereniging van mede-eigenaars van het gebouw, genaamd Reinaert, te Sint-Niklaas, Grote Markt +61. 

Door het ondertekenen van het Burgemeestersconvenant engageren steden en gemeenten zich om tegen 2030 minstens 40 % minder broeikasgassen uit te stoten tegenover 2011. De ondertekenaars verbinden zich ertoe om, binnen de twee jaar na ondertekening, een actieplan voor duurzame energie en klimaat (Sustainable Energy and Climate Action Plan of ‘SECAP’) op te maken. In dit plan wordt een CO₂-nulmeting voorzien en een klimaatsrisico- en kwetsbaarheidsanalyse uitgevoerd, die als basis dient om verdere acties uit te werken. De gemeenten rapporteren elke twee jaar aan Europa over de vooruitgang van hun acties. Het Burgemeestersconvenant voorziet ook in territoriale coördinatoren die zich inzetten om gemeenten en steden te ondersteunen bij dit engagement. In Oost-Vlaanderen zijn zowel de provincie Oost-Vlaanderen als Interwaas erkend als territoriale coördinator. Waasland Klimaatland is een samenwerkingsverband tussen de Provincie Oost-Vlaanderen, Interwaas en elf gemeenten in het Waasland. Het doel van deze samenwerking is gezamenlijke klimaatambities realiseren met als leidraad het Burgemeestersconvenant. Het project startte in 2014 met zeven aangesloten gemeenten en werd ondertussen uitgebreid tot elf gemeenten: Sint-Niklaas, Beveren, Temse, Waasmunster, Stekene, Sint-Gillis-Waas, Lokeren, Kruibeke, Moerbeke, Hamme en Zwijndrecht. De elf betrokken gemeenten beslisten in het voorjaar van 2020 om samen als groep de doelstellingen van het Burgemeestersconvenant 2030 te onderschrijven. Concreet betekent dit dat de projectpartners zich engageerden tot het opmaken van één regionaal actieplan (= joint SECAP) waarin ook lokale accenten kunnen gelegd worden. In hun rol van territoriale coördinatoren engageerden de provincie en Interwaas zich om de gemeenten te ondersteunen bij de opmaak en uitvoering van dit actieplan voor duurzame energie en klimaat en bij het uitwerken van een regionale strategie en gezamenlijke klimaatacties voor de Wase regio. De provincie Oost-Vlaanderen begeleidde hierbij de opmaak van het intussen goedgekeurde regionaal adaptatieplan en Interwaas staat in voor het mitigatieplan. Streefdoel is om eind 2022 het klimaatplan voor de regio in te dienen bij Europa.
Het bijgevoegde mitigatieplan is het resultaat van verschillende participatie- en feedbackmomenten. De lokale besturen en de burgers kregen op verschillende tijdstippen de mogelijkheid om input en feedback te geven op het plan. Tijdens de bijeenkomsten van de werkgroepen in januari 2022 bepaalden de lokale experten en externe stakeholders de prioriteiten. Deze input vormde de basis voor de eerste draft. Waasland klimaatland stelde deze draft voor op de verschillende klimaatteams van de gemeenten. Hierna kregen de gemeenten nog de mogelijkheid om feedback te formuleren op de tweede draft. Begin maart werd ook een eerste burgerbevraging opgestart, waardoor ook burgers de mogelijkheid kregen om hun input te geven. Grote lijnen uit de burgerbevraging werden samen met de feedback van de gemeenten verwerkt tot een derde draft. Tot eind juni hadden de gemeenten nog de tijd om hier laatste opmerkingen op te formuleren.
Het finale mitigatieplan bestaat uit acht blokken:
- context en analyse van de regio (huishoudens, mobiliteit, economie, voeding);
- CO₂-nulmeting totaal, huishoudens, mobiliteit, economie en voeding;
- toekomstscenario;
- strategische doelstellingen;
- actieplan;
- participatie;
- partnerschappen;
- vervolgtraject.
Samen met het adaptatiedeel zetten we in op klimaatneutraliteit en voldoende weerbaarheid tegen weersveranderingen. Beide delen zijn opgebouwd rond een aantal strategische doelstellingen. Hieronder staan deze strategische doelstellingen voor adaptatie en mitigatie schematisch weergegeven. 

Na de goedkeuring van de verschillende gemeenten wordt voor elke gemeente bekeken hoe het regionale plan lokaal vertaald kan worden. Het regionale plan bevat vele acties, waarvan sommige strikt lokaal opgenomen zullen worden door één of meerdere gemeenten, en enkele regionaal uitgewerkt zullen worden. Interwaas ondersteunt de lokale besturen in deze oefening.
In het najaar brengt Interwaas voor elk lokaal bestuur de klimaatteams samen met als doel:
- een overzicht te krijgen van waar de verschillende lokale besturen de komende jaren op willen inzetten;
- het concreter maken van de eerste acties: wie, wanneer, hoe, welke middelen…
Ieder lokaal bestuur zal hierbij vanuit haar eigen karakter, mogelijkheden en pijnpunten lokale acties prioriteren. Vanuit de coördinerende rol binnen Waasland Klimaatland zal Interwaas er wel op toezien dat vanuit elke gemeente voldoende impactvolle acties worden opgenomen in functie van de doelstelling om minstens 40 % CO₂ reductie te behalen tegen 2030.
Elke gekozen actie zal in de loop van het najaar uitgewerkt worden in een actiefiche. De bedoeling is om in het voorjaar van 2023 met de eerste acties van start te gaan.
De actiefiches kunnen in combinatie met het klimaatrapport van www.provinciesincijfers.be beschouwd worden als een ‘lokaal mitigatieplan’.   

Voor de opvolging van de 40 %-reductiedoelstelling en de klimaatacties maken we gebruik van FutureProofedCities. Het platform biedt hiervoor immers een aantal behulpzame functies:
- Interwaas kan de inspanningen van alle gemeenten monitoren: elk lokaal bestuur voegt haar klimaatacties, de status en resultaten aan het eigen plan toe. Op basis van de som van al deze lokale plannen wordt dan voor de regio de verwachte CO₂-uitstoot berekend en gevisualiseerd;
- Interwaas kan, op dezelfde manier als de lokale besturen, ook regionale acties toevoegen. Zo bekomen we in één overzicht alle lokale en regionale inspanningen;
- we kunnen inspiratie halen uit de plannen en acties van meer dan honderdtwintig gemeenten die eveneens zijn aangesloten op dit platform;
- het platform laat toe om de ingegeven acties en hun progressie zichtbaar te maken en te communiceren naar de inwoners van de regio. Dit zorgt voor een zekere transparantie en voor sensibilisering.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Ondertekening van de Overeenkomst van Parijs in maart 2019 door het Europees Parlement, met het doel om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. De lancering van de ‘European Green Deal’ door de Europese Commissie eind 2019. The Green Deal moet van Europa het eerste klimaatneutrale continent maken tegen 2050, met een netto-uitstoot van broeikasgassen die nul is. Goedkeuring door de Vlaamse Regering van het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 op 9 december 2019. Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41. Provincieraadsbesluit van 2 september 2015 tot goedkeuring van het klimaatplan en het klimaatactieplan 2015-2020 van de Provincie Oost-Vlaanderen. Besluit van de deputatie van 21 juli 2021 om het Lokaal energie- en klimaatpact te ondertekenen als ondersteunende partner en dus om de Oost-Vlaamse gemeenten en steden te ondersteunen bij de uitvoering van hun klimaatplannen. De erkenning van de Provincie als territoriaal coördinator in het kader van het burgemeestersconvenant en daaruit volgende ondersteuning van de Oost-Vlaamse gemeenten bij de opmaak en uitvoering van klimaatplannen. De erkenning van Interwaas als territoriaal coördinator en daaruit volgende ondersteuning van de Wase gemeenten bij de opmaak en uitvoering van klimaatplannen. Gemeenteraadsbeslissing van 25 mei 2020 betreffende de gezamenlijke ondertekening van de Burgemeesterconvenant 2030 binnen Waasland Klimaatstad. 

De gemeenteraad keurde in zitting van 27 september 2019 de toetreding van Sint-Niklaas tot het intergemeentelijk samenwerkingsproject Woonwijzer Waasland goed. In 2020 trad Sint-Niklaas samen met Lokeren, Sint-Gillis, Stekene, Kruibeke, Moerbeke, Beveren en Hamme toe tot het intergemeentelijk samenwerkingsverband. Het project wordt voor de periode 2020-2025 gecoördineerd en opgevolgd door Interwaas.
De Vlaamse Regering voorziet subsidies voor intergemeentelijke samenwerkingsprojecten om gemeenten te ondersteunen in hun regisseursrol en hen te stimuleren om intergemeentelijk samen te werken met het oog op de realisatie van de drie Vlaamse beleidsprioriteiten voor het lokaal woonbeleid.
1. De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod afhankelijk van de woonnoden.
2. De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving.
3. De gemeente informeert, adviseert en begeleidt bewoners met vragen over wonen.

Aan het intergemeentelijk samenwerkingsproject Woonwijzer Waasland (IGS) zijn subsidies verbonden: een basissubsidie voor de verplichte activiteiten in functie van de realisatie van de drie Vlaamse beleidsprioriteiten op het vlak van het lokaal woonbeleid, eventueel verhoogd met een subsidie voor aanvullende activiteiten.
Voor de werkingsjaren 2020-2022 bedroeg de totale basissubsidie 360.000 EUR. Vanaf 2023 vermindert de basissubsidie met 72.000 EUR omdat er geen subsidiepunten meer toegekend worden voor gemeenten zonder IGS verleden.
De basissubsidie wordt door Interwaas aangewend voor de aanwerving en inzet van personeelsleden ter ondersteuning van het gemeentelijk woonbeleid. Voor Sint-Niklaas betreft het de detachering van 1 VTE woningcontroleur en 1 (0,8) VTE administratief medewerker woning bij cluster omgeving.
Elke gemeente kan ook een aantal aanvullende activiteiten uitvoeren en daarvoor een subsidie bekomen. Per activiteit bedraagt de subsidie 5 % van de basissubsidie. Na gunstige evaluatie door Wonen-Vlaanderen wordt deze via Interwaas uitbetaald aan de gemeenten. Sint-Niklaas diende voor de periode 2020-2022 acht aanvullend activiteiten in.
Eenmalig kan een herziening van het pakket aanvullende activiteiten en/of werkingsgebied aangevraagd worden voor de periode 2023-2025.
Dit biedt de mogelijkheid om voor deze periode, naast de reeds ingediende activiteiten, volgende nieuwe aanvullende activiteiten in te dienen (zie ook bijlage):
- AA2_9: Een budget voorzien op de begroting van de gemeente voor de toepassing van het sociaal beheersrecht en zo nodig de procedure toepassen;
- AA3_2: Sociaal en/of technisch begeleiden op maat van kwestbare inwoners;
- AA3_2: Samenwerken met het vredegerecht en de deurwaarder in het kader van de procedure gerechtelijke uithuiszetting.
Daarnaast zal ook Waasmunster vanaf 1 januari 2023 aansluiten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband wonen. De gemeente Hamme treedt uit en sluit zich, in het kader van de regiovorming, aan bij de intergemeentelijke samenwerkingsprojecten in de Denderregio.

Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, Boek 2, deel 2 'Lokaal Woonbeleid'.
Decreet Lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Beleidsprogramma 2019-2024, actie 13 Werken aan kwaliteitsvol en betaalbaar wonen.

Op 26 augustus 2022 keurde de gemeenteraad de herziening van het subsidiereglement kernversterkende premies goed, als één van de actiepunten uit het kernversterkend economisch beleidsplan.
Het kernversterkende premiestelsel ging van kracht in juli 2017 onder de vorm van vijf mogelijke premies:
- renovatiepremies (tot 10.000 EUR) om herontwikkeling en renovatie (binnen- en buitenkant) van panden in het focusgebied aan te moedigen bij nieuwe en bestaande ondernemers;
- starterspremies (tot 5.000 EUR) om nieuwe ondernemers aan te moedigen te starten binnen het focusgebied. De premie verlaagt het startersrisico en is belangrijk om competitief te zijn ten opzichte van andere steden en gemeenten;
- verhuispremies (tot 5.000 EUR) om bestaande ondernemers van buiten het focusgebied aan te moedigen om zich binnen het focusgebied te vestigen;
- herbestemmingspremies (tot 10.000 EUR) om eigenaars van panden buiten het focusgebied aan te moedigen hun panden te herbestemmen naar kwalitatieve bewoning (indien mogelijk) of vrije beroepen-functie;
- premie 'wonen/werken boven winkels' (tot 5.000 EUR) om bewoning of ondernemende activiteit op de bovenverdieping aan te moedigen en zo het idee van de ondernemende kern te ondersteunen.

Evaluatie: vijf jaar na de invoering werd het premiestelsel geëvalueerd voor de periode 1 juli 2017 tot en met 1 september 2022:
- De stad ontving 221 premieaanvragen, waarvan er 157 goedgekeurd werden. 54 aanvragen werden geweigerd, onder andere omdat de zaak bijvoorbeeld niet in het focusgebied ligt of omdat de werken al zijn uitgevoerd bij aanvraag. Tien dossiers zijn momenteel in voorbereidende fase, omwille van ontbrekende info of verder onderzoek.
- Na de invoeringsperiode en rekening houdend met een lagere investeringsbereidheid in 2020-2021 is het jaarlijks aantal aanvragen in kernversterkende premies min of meer stabiel: in 2017 waren er 16 aanvragen, in 2018 waren dat 41 aanvragen, in 2019 ging het om 32 aanvragen, in 2020 werden 57 aanvragen ingediend, in 2021 ging het om 38 aanvragen en in 2022 werden er voorlopig 37 aanvragen ingediend.
- Van de 157 toegekende premies waren er:
1. 66 renovatiepremies, goed voor een bedrag van 323.810 EUR;
2. 61 starterspremies, goed voor een bedrag van 211.456 EUR;
3. 11 herbestemmingspremies, goed voor een bedrag van 72.000 EUR;
4. 14 premies wonen/werken boven winkels, goed voor een bedrag van 52.330 EUR;
5. 5 verhuispremies, goed voor een bedrag van 25.000 EUR.
Van de 684.596 EUR toegekende premies werd 407.114 EUR toegekend aan ondernemers die hun eerste zaak starten in de stad. Dat maakt dat 60 % van de kernversterkende premies naar nieuwe ondernemers gaat die een eerste zaak openen in Sint-Niklaas.

Op basis van deze cijfers kan gesteld worden dat het premiestelsel, voornamelijk dan de starterspremies en renovatiepremies, wel degelijk ondernemers aanmoedigt om een zaak te starten op de gewenste locaties en om panden in het focusgebied te renoveren. De stad acht het prioritair om te blijven investeren in kernversterkende premies en deze uit te breiden naar de kernen van de deelgemeenten.
De kernversterkende premies zijn voorzien tot en met 2025. Vanaf november 2022 kan er bovendien met betrekking tot de renovatiepremie opnieuw beroep gedaan worden op financiële steun van Vlaanderen.
Het reglement wordt bijgestuurd om nog beter aan te sluiten bij de ambities voor een bedrijvige, ondernemende stadskern en levendige kernen van de deelgemeenten.

Op basis van de aanvragen die de afgelopen jaar werden ontvangen en de tussentijdse evaluaties, worden e een aantal wijzigingen aan het subsidiereglement voorgesteld:
1) De starterspremie wordt beoordeeld op basis van dertien beoordelingscriteria. De starterspremie is bedoeld als steuntje in de rug voor nieuwe ondernemingen, maar tot op heden werd elke starter over dezelfde kam geschoren qua startersbudget waarop hij kan rekenen, met als enige factor de huur- of aankoopprijs van het pand.
De nood aan een complementair businessmodel werd reeds naar voor geschoven in de laatste aanpassing van het reglement. Kernversterkende premies worden niet toegekend aan zaken die volgens de strategische toekomstvisie van de stad voor handel en ondernemerschap in de stadskern niet passen in het profiel of de gewenste ondernemers- en belevingsmix van het focusgebied. Het college van burgemeester en schepenen wordt de bevoegdheid toegekend om hierover te oordelen en de premie-aanvraag te weigeren indien de handels-, horeca- of dienstverleningszaak niet complementair, publiekstrekkend of versterkend blijkt te zijn. Om hierover te oordelen, worden dertien specifieke beoordelingscriteria vastgelegd. Elke starterspremie die ontvankelijk is verklaard, wordt door twee deskundigen economie objectief beoordeeld op basis van het verplichte startersgesprek en bijkomende info gegeven door de ondernemer. De beoordelingscriteria vallen binnen drie categorieën: passend binnen de gewenste ondernemers- en belevingsmix in de kern, ruimtelijke aspecten en engagement ten opzichte van handelskernversterkende activiteiten van stad Sint-Niklaas.
Op deze manier moedigen we voorgestelde concepten aan die het publiekstrekkend karakter, de kwaliteit, de doelgroep, de aantrekkingskracht, de innovatie, de creativiteit, de klantenbeleving, de financiële duurzaamheid... hoog in het vaandel dragen.
De starterspremie varieert op basis van bovenstaande beoordelingscriteria van 0 EUR tot 15.000 EUR voor ondernemers in de stadskern en van 0 EUR tot 5.000 EUR voor ondernemers in de deelgemeenten.
2) De renovatiepremie wordt een duurzame renovatiepremie die ondernemers stimuleert hun handelspanden op een duurzame en klimaatbestendige wijze te renoveren. Interieurelementen, eigen aan de bedrijfsvoering en niet aan het pand, zoals schilderwerken, pleisterwerken, vaste installaties zoals toonbanken... komen niet langer in aanmerking voor een renovatiepremie. De renovatiepremie wordt uitgebreid en kan bestaan uit (cumulatie mogelijk tot het maximum bedrag van 10.000 EUR):
- gevelverfraaiing: werkzaamheden die de publiek zichtbare gevel(s) verfraaien;
- vergroening: werkzaamheden die inzetten op groengevels, groendaken en andere vormen van vergroening die inzetten op een verbeterde thermische en akoestische isolatie en natuurlijke luchtzuivering;
- zuinig energieverbruik: werkzaamheden die het energieverbruik terugdringen of het gebruik van fossiele energiebronnen afbouwen: zonnepanelen, nieuwe hoogrendementsbeglazing, nieuw raamwerk, duurzame verwarming, ledverlichting;
- optimaliseren indeling: aanpassingswerken die nodig zijn om beter handel te drijven, namelijk panden vergroten door samenvoeging, verkleinen door opsplitsing of een uitbreiding, inbreiding of een andere geschikte indeling van het huidige pand mogelijk maken;
- verweving met andere functies, gericht op het invullen van de niet-commerciële ruimtes in de verdiepingen boven handelspanden. Mengfuncties in het kader van zuinig ruimtegebruik worden aangemoedigd.
3) Er worden bijkomende vereisten opgelegd voor het ontvangen van kernversterkende premies: in de periode van vijf jaar na de uitbetaling van de premie moet er een uitbating zijn van ten minste vier dagen per week, met een minimum gemiddelde van zeven uur per dag. Voor horeca kan een afwijking verkregen worden voor het gemiddeld aantal openingsuren. Indien de zaak enkel op afspraak open is, kan er geen premie verkregen worden.
De kernversterkende premies worden in geen geval toegekend aan:
1. handelszaken waarbij de commerciële ruimte enkel aangewend wordt om goederen of diensten te etaleren;
2. (kantoor)functies zonder voor publiek vrij toegankelijke ruimte, zijnde een effectieve verkoopsruimte en/of co-workingruimte waarin verschillende gebruikers ruimte delen;
3. nachtwinkels, club-vzw’s, Shisha-bars;
4. private bureaus voor telecommunicatie;
5. automatenshops;
6. kansspelinrichtingen;
7. seks- of nachtclubs, erotische diensten;
8. lunaparken;
9. import/exportzaken, bazaars, fail-/stockverkoop;
10. horecazaken die meer dan 50 % van hun omzet halen uit eten/drinken dat wordt afgehaald of bezorgd. Bij een gemengde activiteit is de ingeschreven hoofdactiviteit in de Kruispuntbank doorslaggevend;
11. handelsgehelen: een geheel van kleinhandelszaken die zich al dan niet in afzonderlijke gebouwen bevinden en waarvan al dan niet eenzelfde persoon de promotor, de eigenaar of de uitbater is, die zich samen op eenzelfde plaats bevinden en die vanwege rechtswege of feitelijk met elkaar verbonden zijn, in het bijzonder op financieel, commercieel of materiaal vlak of die het voorwerp zijn van een procedure in gezamenlijk overleg op het gebied van de omgevingsvergunning;
12. ondernemers die eerder een premie verkregen via dit reglement en zich niet aan de voorwaarden ervan gehouden hebben;
13. panden gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd onteigeningsplan.
4) De premie ‘verweving met andere functies’ die onderdeel uitmaakt van de duurzame renovatiepremie, met als doel het instapklaar zetten van de bovenliggende verdieping voor een verweven functie, wordt pas verleend indien de verweven functie effectief in gebruik is genomen, na bewijs van bijvoorbeeld verhuur van het bovenliggend appartement of inschrijving van een aparte vestigingsplaats van een nieuwe bovenliggende onderneming. Enkel bouwkundige werken & nutsvoorzieningswerken komen in aanmerking hiervoor. Verfraaiingswerken binnenin het pand komen niet in aanmerking.
5) Wanneer sprake is van een samenvoeging van twee of meer panden, worden de samen te voegen panden beschouwd als één pand en komen bijgevolg in aanmerking voor één subsidie. Per kadastraal perceelnummer wordt maximum één van elke premies toegekend.
6) Toekennen van premies ten bevordering van kernversterking in de deelgemeenten: de kernen van de deelgemeenten zijn ruimtelijk afgebakend, zoals omschreven in het Kernversterkend economisch beleidsplan, goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 augustus 2022. Binnen deze kernen wordt een levendige dynamiek gecreëerd en een gezonde functionele mix van publieke en private voorzieningen nagestreefd. De kracht van centra in deelgemeenten is de nabijheid en het gemak voor de consument. Een verarming van het aanbod heeft een negatief effect op het sociale weefsel en zal mensen dwingen om zich met de wagen te verplaatsen voor basisvoorzieningen. Vanaf heden kunnen ondernemers en pandeigenaars in de afgebakende kernen van de deelgemeenten beroep doen op een starterspremie (maximum 5.000 EUR), duurzame renovatiepremie (maximum 5.000 EUR) en herbestemmingspremie (maximum 2.500 EUR).

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.

De aanvraag situeert zich aan de noordelijke rand van het centrum van Sint-Niklaas, binnen een woonomgeving ten noorden van het station. De Berkenlaan wordt getypeerd door architecturaal gelijkaardige woningen van het vrijstaande en halfopen bouwtype, meestal bestaande uit één bouwlaag onder een zadeldak. De voorliggende aanvraag betreft het aanleggen van een voetweg en het deels inbuizen van een waterloop (nummer 67). De voetweg loopt van tussen de percelen Berkenlaan 6 en Berkenlaan 8 naar een nieuwe verkaveling die ontsloten wordt via de Sparrenhofstraat. In deze verkaveling wordt aangesloten op het wandel- en fietspad dat rondom de verkaveling ligt. Het tracé, de wijze van aanleg en de uitrusting van de wegenis in deze verkaveling werd door de gemeenteraad vastgesteld in zitting van 25 september 2015.
Voor de werken moet een bestaande haag en struiken verwijderd worden en moet waterloop 67 deels ingebuisd worden.
De voetweg heeft een lengte van circa 29 m en een breedte van 3 m in waterdoorlatende betonstraatstenen, met aan weerszijden een berm van circa 0,50 m in groenaanleg. De totale breedte van de voetweg is 4 m ter hoogte van de nieuwe verkaveling en 4,50 m ter hoogte van de Berkenlaan.
De waterdoorlatende betonstraatstenen worden geplaatst in halfsteens verband op een 3 cm dik legbed van brekerszand en steenslag. Dit legbed is aangelegd op een laag van 15 cm drainerend schraal beton met daarop geotextiel. Aan de buitenzijden van de groenstroken wordt een afsluiting geplaatst aan de kant van Berkenlaan 6. Aan de kant van Berkenlaan 8 wordt de bestaande afsluiting behouden.
De inbuizing van waterloop 67 gebeurt over een lengte van 7 m met een buis met diameter 400 mm. Ter hoogte van de inbuizing worden de taluds verstevigd met kasseien op een fundering van schraal beton.
De aanvraag moest worden onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek werd gehouden van 16 mei 2022 tot en met 14 juni 2022. Er werd een opmerking ingediend tijdens het openbaar onderzoek. De opmerking handelt over de afsluiting langs de voetweg. De indiener stelt voor om, teneinde het groene karakter van de wijk te vrijwaren/respecteren, te opteren voor een natuurlijke barrière, en denkt daarbij aan een gemengde haag (haagbeuk/meidoorn) met aan het begin/einde van de voetweg een boom.
De nieuwe afsluiting wordt geplaatst aan de kant van het perceel van de indiener van de opmerking. De suggestie een groene afsluiting te plaatsen is zeker waardevol in deze wijk waar de groenaanleg een grote rol speelt. De aanvrager zou akkoord gaan om de haag te paard te planten (het midden van de haag is op de perceelgrens) en zijn kant te onderhouden. Wat de bomen betreft, wordt niet ingegaan op de vraag, omdat deze eventueel de verharding zouden kunnen opdrukken. Er wordt bijgevolg gedeeltelijk ingestemd met de opmerking: de afsluiting moet worden vervangen door een gemengde haag. Het aanleggen van deze nieuwe gemeenteweg vereist een besluit van de gemeenteraad over de zaak der wegen. De grond werd eerder verworven door de stad. Er werd een rooilijnplan aan het dossier toegevoegd. De uiterste beslissingsdatum voor dit dossier is 19 oktober 2022.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met uitvoeringsbesluiten.
Decreet betreffende de omgevingsvergunning en uitvoeringsbesluiten.

De aanvraag werd openbaar gemaakt van 13 mei 2022 tot en met 11 juni 2022, volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit. Er werd een bezwaarschrift ingediend, met opmerkingen die niet de zaak van de wegen betreffen (ivm de toegelaten hoogte van de gebouwen, het aanplanten van bomen en wateropvang).
Overeenkomstig artikel 4.2.25 VCRO neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak der wegen: als de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.
Een bestaand bedrijventerrein, gelegen aan de gewestweg N70, bestaat momenteel uit vier loten voor bedrijven en werd gerealiseerd in 2013-2014. Interwaas, de bouwheer, wil het bedrijventerrein uitbreiden in noordelijke richting door het aanleggen van wegenis en het verkavelen van de gronden in acht loten, de zogenaamde fase 2 van deze ontwikkeling. Het terrein is bestemd voor grote bedrijven of minstens bedrijven met een bovenlokale werking en wordt ingedeeld in grote bedrijfspercelen. Het gaat om vier percelen van 3.740 m² tot 4.845 m². In het oostelijk deel heeft lot 5 een oppervlakte van 22.590 m². Ter hoogte van het keerpunt blijft een restperceel (lot 6, circa 830 m²) dat geschikt zou zijn om er het propaangasvulstation van de plaatselijke ballonvaartvereniging te vestigen. Indien dit perceel niet zou worden ingevuld met het propaangasstation, blijft het geschikt voor gemeenschappelijke voorzieningen in overeenstemming met de voorschriften (bijvoorbeeld: een tankstation, parkeerplaatsen…). Twee zeer kleine restpercelen (loten 7 en 8, elk 18 m²) aan de kant van de Moerputstraat, ter hoogte van de aansluiting met de nieuwe verkaveling, kunnen aan de eigenaars van de percelen van fase 1 of van fase 2 verkocht worden. De voorschriften van de respectievelijke verkaveling gelden voor deze restpercelen.
Wat de bestemming betreft worden de voorschriften van het gewestelijk rup integraal overgenomen.
De omgevingsvergunningsaanvraag omvat daarnaast ook de aanleg van nieuwe openbare weginfrastructuur, collectieve voorzieningen voor opvang van hemelwater, groenbuffers en overige aanhorigheden, een gedeeltelijke ontbossing en het rooien van hoogstammige bomen.
Het terrein wordt ontsloten via de bestaande ontsluiting aan de Heidebaan. Alle bedrijven hebben hun erftoegang op deze ontsluitingsweg.
De weg ligt in het verlengde van de bestaande Moerputstraat en heeft een totale rooilijnbreedte van 10 m. Na circa 104 m maakt de weg een haakse bocht van 90° naar rechts, om dan na circa 115 m dood te lopen in een vork. Centraal wordt een 6 m brede betonbaan voorzien tussen twee ter plaatse gegoten betonnen weggoten/kantstroken van 0,50 m breedte. Aan beide zijden zijn er zijbermen voorzien van 1,50 m, die als grasberm worden aangelegd. Daar onder worden de nodige nutsleidingen aangelegd.
Langs drie zijden wordt een buffer voorzien ten opzichte van het stedelijk woongebied.In deze buffer worden fiets- en wandelpaden aangelegd, die de verbinding maken tussen Passtraat, Kallohoekstraat en Heidebaan. Er wordt een fietspad aangelegd aan oostelijke zijde van het bedrijventerrein, naast en parallel met waterloop 82. Dit fietspad maakt de verbinding met Kallohoekstraat, wordt verder doorgetrokken en buigt vervolgens af richting Passtraat. Er wordt tevens een aanzet voorzien voor een verbinding doorheen de open groenzone richting Kallohoekstraat.
Het projectgebied omvat verscheidene akkers en weilanden die van elkaar gescheiden worden door grachten of oud-geklasseerde waterlopen (nummers twee- en drieëntachtig). De oud-geklasseerde waterloop 83 werd reeds deels afgeschaft met het ontwikkelen van de eerste fase van het bedrijventerrein en zal nu volledig afgeschaft worden. De oud-geklasseerde waterloop tweeëntachtig wordt behouden en geïntegreerd in de waterstructuur van het bedrijventerrein, met name als hoofdas voor het hemelwater. De regenwaterafloop van de bedrijventerreinen wordt aangesloten op het regenwatersysteem in de groenbuffer. Grachten en infiltratiezones zorgen voor een vertraagde afvoer naar de centrale waterloop. Er wordt een vijver aangelegd die ook kan dienen als bluswatervoorraad.
Langs de zijde van de Passtraat wordt de buffer deels ingevuld door het behoud van de tuinen en aanplanting van verschillende woningen. Verder wordt aan de noordelijke zijde een groenbuffer met vijver aangelegd, en sluit de buffer aan op de bestaande buffer van fase 1.
De buffer wordt gedifferentieerd aangelegd. Naar de woningen wordt een opgaand groenscherm aangeplant, naar de groene lob in het noorden wordt een meer open en toegankelijke buffer aangelegd. De buffers fungeren ook als wateropvangplaats, er worden verschillende biotopen aangeplant. Het nieuwe plantgoed op de wal met beplanting aan de zijde van Heidebaan en het te behouden deel bos moeten in elkaar overlopen, zodat een volledige dichte buffer wordt gecreëerd. Dit wordt als voorwaarde opgelegd. De buffers worden integraal overgedragen aan het openbaar domein.

Het aanleggen van deze nieuwe gemeenteweg vereist een besluit van de gemeenteraad over de zaak der wegen. De grond werd eerder verworven door de stad. Er werd een rooilijnplan aan het dossier toegevoegd.
Adviezen: alle adviezen zijn (voorwaardelijk) gunstig.
Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar (stedenbouwkundige handelingen): er wordt geen extra toegang aan de Heidebaan voorzien, het aantal conflictpunten met de N70 blijft hetzelfde. Per bedrijfsperceel wordt de ontsluiting beperkt tot twee toegangen per perceel, met een maximale breedte van acht meter per oprit, zoals in fase 1. De fiets- en wandelverbindingen zorgen voor een betere doorwaadbaarheid van een tot dan toe onontsloten gebied en maken veilige verplaatsingen voor de zachte weggebruikers van het bedrijventerrein mogelijk.
Het terrein wordt visueel ingekaderd door het aanplanten van bomen en ander wortelend groen. De aanleg houdt rekening met het omringende landschap. De aanvraag beantwoordt aan een visie tot ontwikkeling van een bedrijventerrein waarbij verantwoord omgegaan wordt met water, groen, kavelinvulling en mobiliteit. De aanvraag is stedenbouwkundig aanvaardbaar en passend in de omgeving, indien aan de opgelegde voorwaarden wordt voldaan.
De uiterste beslissingsdatum voor dit dossier is 18 oktober 2022.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met uitvoeringsbesluiten.

De musicalvereniging Belcanto vzw en Koninklijke Toneelvereniging Sint-Genesius vzw waren beiden op zoek naar een repetitieruimte met opslagmogelijkheid. Na een lange zoektocht is op de terreinen van SVK een loods gevonden, die Belcanto vzw vanaf 1 januari 2023 kan huren met een 3-6-9 contract. Belcanto vzw zal fungeren als hoofdhuurder en maakt een overeenkomst met Koninklijke Toneelvereniging Sint-Genesius. Om het industrieel magazijn om te vormen tot een repetitieruimte zijn nog heel wat werken en kosten nodig (geraamde kosten, exclusief werkuren vrijwilligers: 25 419,12 EUR, inclusief werkuren vrijwilligers: 32.181,12 EUR). Een overzicht van de kostenramingen in detail voor beide verenigingen zit in bijlage.
De nominatieve subsidie van 15.000 EUR aan Belcanto vzw zal gebruikt worden voor de inrichting van de loods als repetitieruimte en om in het bijgebouw een foyer, kostuumatelier en sanitaire blok te voorzien. Verder zal deze subsidie ook gebruikt worden om de verhuiskosten van beide verenigingen te dekken. Belcanto vzw en Koninklijke Toneelvereniging Sint-Genesius vzw hebben hiervoor onderlinge afspraken gemaakt.

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.