Terug
Gepubliceerd op 28/08/2023

2023_GR_00176 - Ontwerp provinciaal Beleidsplan Ruimte Oost-Vlaanderen: advies

gemeenteraad
vr 23/06/2023 - 21:00 de gemeenteraadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Lieven Dehandschutter, burgemeester (N-VA); Wout De Meester, schepen (Groen); Peter Buysrogge, schepen (N-VA); Ine Somers, schepen (Open Vld); Carl Hanssens, schepen (N-VA); Bart De Bruyne, schepen (Groen); Filip Baeyens, schepen (N-VA); Sofie Heyrman, schepen (Groen); Jos De Meyer, raadslid (CD&V); Gaspard Van Peteghem, raadslid (Vooruit); Kris Van der Coelden, raadslid (Vooruit); Roland Pannecoucke, raadslid (Vlaams Belang); Julien Ghesquière, raadslid (CD&V); Ilse Bats, raadslid (Vooruit); Marc Huys, raadslid (Vlaams Belang); Bart Merckx, raadslid (N-VA); Anita Dhollander, raadslid (CD&V); Maxime Callaert, schepen (N-VA); Veerle De Beule, raadslid (N-VA); Femke Pieters, raadslid (Vlaams Belang); Hasan Bilici, raadslid (Vooruit); Marcel Van Looy, raadslid (N-VA); Luk Huys, raadslid (N-VA); Kelly Van Elslande, raadslid (N-VA); Mia Mortier, raadslid-voorzitter (Groen); Filip Herman, raadslid (N-VA); Aster Baeck, raadslid (Groen); Johan Uytdenhouwen, raadslid (CD&V); Saloua El Moussaoui, raadslid (CD&V); Kristof Van Gansen, raadslid (CD&V); Anneke Luyckx, raadslid (Vlaams Belang); Tchantra Van De Walle, raadslid (N-VA); Koen De Smet, raadslid (N-VA); Karel Noppe, raadslid (Open Vld); Tunrayo Adeolu, raadslid (Groen); Christine Meert, raadslid (N-VA); Chris Wauman, raadslid (PVDA); Steve Vonck, raadslid (Vooruit); Johan Verhulst, algemeen directeur; Fabrice Vandemalle, Korpschef Wd.

Verontschuldigd

Frans Wymeersch, raadslid (Vlaams Belang); Jan Snellings, raadslid (Vlaams Belang); Lore Baeten, raadslid (CD&V); Tamara De Boey, raadslid (Vlaams Belang); Tarik Van Ballaer, adjunct-algemeen directeur

Secretaris

Johan Verhulst, algemeen directeur
2023_GR_00176 - Ontwerp provinciaal Beleidsplan Ruimte Oost-Vlaanderen: advies 2023_GR_00176 - Ontwerp provinciaal Beleidsplan Ruimte Oost-Vlaanderen: advies

Motivering

Argumentatie

Het ontwerp bevat een strategische langetermijnvisie voor een duurzaam gebruik van de ruimte in Oost-Vlaanderen tot 2050 en drie operationele beleidskaders met planhorizon 2035: de transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte, de transitie naar een circulaire samenleving en de transitie naar een solidaire (be)leefomgeving.

De strategische visie ziet vier grote uitdagingen en strategische doelstellingen voor de lange termijn: klimaatgezond zijn, een duurzame maatschappelijke groei realiseren, circulair en geïntegreerd denken en handelen en de biodiversiteit en ecosystemen versterken. Het beleidsplan streeft hiervoor naar een evenwicht tussen open en bebouwde ruimte door enerzijds essentiële open ruimte te herstellen en anderzijds bijkomende ontwikkelingen te concentreren op plekken die strategisch gelegen zijn.
De transities die hiervoor nodig zijn, zijn vormgegeven in drie beleidskaders.

Het beleidskader robuuste en veerkrachtige ruimte bepaalt hoe we willen bouwen aan een klimaatgezonde leefomgeving die klimaatschokken kan opvangen en ruimte geeft aan biodiversiteit en robuuste ecosystemen. Door ruimte te vrijwaren om ons nu en in de toekomst te kunnen verzekeren van onder andere duurzame voedselproductie, hernieuwbare energie, een watersysteem in balans, gezonde lucht, ruimte voor ontspanning … Hiervoor werd een  transitiekaart opgemaakt met drie soorten gebieden: de sponzen van Oost-Vlaanderen om water vast te houden (op ons grondgebied is dit voornamelijk ter hoogte van de beekvalleien), de longen van Oost-Vlaanderen die een bijdrage leveren aan luchtzuivering en koolstofopslag (op ons grondgebied zijn dit voornamelijk de bestaande bosgebieden) en de gouden gronden van Oost-Vlaanderen die instaan voor de productie van voedsel en gewassen (in Sint-Niklaas gaat het voornamelijk over de professionele landbouwgronden). Daarnaast wordt aandacht besteed aan een sterk groenblauw netwerk.

Het beleidskader circulaire samenleving bepaalt hoe we de ruimte duurzaam en efficiënt kunnen organiseren en transformeren naar een circulaire samenleving. Door te streven naar duurzaam en efficiënt ruimtegebruik, door het optimaliseren van stromen en het sluiten van kringlopen. Hierbij wordt gestreefd naar een ruimtebeslag in balans. Hiervoor wordt het ruimtegebruik georganiseerd op strategisch gelegen plekken om zo de open ruimte te vrijwaren. Strategische plekken zijn vandaag al goed bereikbaar en kunnen meer activiteiten aantrekken. De transitiekaart toont welke plekken prioritair zijn (voor Sint-Niklaas zijn dit de kernen en de bedrijventerreinen). De bedrijventerreinen zijn hierbij exclusief voorbehouden voor niet-verweefbare activiteiten. Tevens wordt hierbij aangegeven welke mogelijk in aanmerking komen om zich te ontwikkelen als HUB (bijvoorbeeld rond energie of logistiek).

Het beleidskader solidaire (be)leefomgeving bepaalt hoe we willen bouwen aan een leefomgeving waar iedereen kan deelnemen aan alle facetten van het maatschappelijk leven. Door de focus te verleggen naar het versterken van steden en kernen waar het goed toeven is, in plaats van de open ruimte te blijven innemen. In die kernen zijn kwalitatieve voorzieningen voorhanden en is er plaats voor groen. Daarbij is er aandacht voor de identiteit van de kernen en hun omgeving. In de transitiekaart wordt hiervoor een variatie van kerntypering onderscheiden (voor Sint-Niklaas behoort het stedelijk gebied tot de grote stedelijke kernen en de dorpskernen Sinaai, Belsele en Nieuwkerken tot de bovenlokale kernen en Puivelde tot de kleine kernen en bebouwingsconcentraties) en de troeven in kaart gebracht (bijvoorbeeld rond nabijheid openbaar vervoer, fietssnelweg, poort tot het landschap). Tevens wordt hieruit een woonopgave binnen de woonregio toebedeeld (voor Sint-Niklaas gaat dit in totaal over 5.400 woningen).

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen.

Adviezen

Ruimtelijke planning Gunstig onder voorwaarden

De algemene visie en principes sluiten aan bij de beleidsdoelstellingen van Sint-Niklaas om de stads- en dorpskernen te versterken en de open ruimte te beschermen. De vooropgestelde transitiekaders sluiten hierbij aan. Het beleidsplan dient hierbij rekening te houden met de reeds goedgekeurde en lopende planningsprocessen zoals bijvoorbeeld rup AZ Nikolaas, De Winningen, rup Stadsrandbos Noord en rup Bolleakkergebied. Het kaartmateriaal moet dan ook in die zin worden bijgestuurd.

Landbouw Gunstig onder voorwaarden

De doelstellingen van het beleidsplan voor de land- en tuinbouwsector worden ondersteund maar de concrete uitwerking is te vaag en te onduidelijk. Het is aangewezen dat hierover eerst overleg is met de lokale landbouwsector en het lokale bestuur.

Economie (ECO) Gunstig onder voorwaarden

Het is een legitieme taakstelling van een provinciaal bestuur om een beleidsplan ruimte uit te werken, net zoals we dit doen voor onszelf, op stedelijk en zoals Vlaanderen dit doet op Vlaams niveau (BRV). Niet tegenstaande deze plannen geen planhiërarchie kennen, hebben beiden andere bovenlokale besturen wel degelijk middelen om onze lokale plannen, meer bepaald, in de uitvoerings- of operationele fase (rup’s …) bij te sturen zelfs te schorsen of vernietigen. De timing is in deze ook wat bijzonder omdat er nog geen Vlaams ruimteplan is, en ook (nog) geen stedelijk ruimteplan. We mogen dus een beetje hopen dat het beleidsplan ruimte dezelfde doelstelling nastreeft dan ons stedelijk ruimteplan en op economisch gebied nog ‘ruimte om te ondernemen’ overblijft.
De strategische doelstellingen en de beleidskaders zijn relevant in Oost-Vlaamse, zelfs Vlaamse context. De realisatiegerichtheid, met name de uitvoerbaarheid op lokaal vlak, terrein lijkt ons voor de stad nog een opdracht. Meer bepaald de ruimtetransities van niet- verweefbare activiteiten naar verweefbare activiteiten en andersom. Met andere woorden plaats, ruimte maken voor niet- verweefbare activiteiten in industrieterreinen. Onze ervaring leert (conform rup Industriepark- Noord) dat dit geen evidente opgave is.
In het plan worden we in globo opgenomen als potentievolle kern(en), hub’s en met bedrijventerreinen met hoge tot zeer hoge potentie waarden. Over onze bovenlokale rol als centrumstad, met een lage jobratio (78) vinden we minder terug. De vraag of wens om ons ruimtebeslag in casu te vermeerderen in relatie tot onze omliggende lokale kernen (lees gemeenten) evenzeer. We nemen toch enkele bovenlokale functies op ( ziekenhuis, onderwijsinstellingen, wegennet …) als bovenlokale opdrachten (kenniscentrum circulaire economie) op.

Wonen Gunstig advies

Het Beleidsplan Ruimte Oost-Vlaanderen versterkt de rol van Sint-Niklaas binnen het Waasland.

Natuur Gunstig advies
Mobiliteit (MOB) Gunstig advies

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

kennis te nemen van het ontwerp provinciaal beleidsplan ruimte Oost-Vlaanderen en formuleert volgend advies: de gemeenteraad kan zich vinden in de algemene strategische visie en de geformuleerde doelstellingen van het ontwerp provinciaal beleidsplan ruimte Oost-Vlaanderen. 
In de beleidskaders wordt dit verder uitgewerkt in transitiekaarten en potentiekaarten. Hierbij is het niet duidelijk wat de impact zal zijn van deze kaarten en de daaraan gekoppelde beleidslijnen op de lokale ruimtelijke beleidsplanning en het vergunningenbeleid in het bijzonder op het in opmaak zijnde gemeentelijke beleidsplan ruimte Sint-Niklaas en de daaruit voortvloeiende planningsinstrumenten. Ook worden bedenkingen geformuleerd bij de (on)nauwkeurigheid van dit kaartmateriaal.
In het beleidskader transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte moeten de transitiekaarten zo rekening houden met de reeds goedgekeurde en lopende planningsprocessen zoals b.v. de rup’s AZ Nikolaas, Bolleakkergebied, Stadsrandbos Noord en De Raap en worden er vragen gesteld bij de potentiekaarten robuuste landschapseenheden en windenergie. Deze lijken heel voluntaristisch te zijn ingetekend zonder rekening te houden met bestaande bebouwing (b.v. bedrijventerreinen) of bestaande of lopende planningsinitiatieven (b.v. De Winningen, rup Botermelkstraat-Heimolenstraat en AZ Nikolaas). Dit moet worden aangepast.
In het beleidskader transitie naar een circulaire samenleving kan de gemeenteraad zich vinden in de geformuleerde doelstellingen en de aanduiding van de strategische plekken en de meest kansrijke plekken voor niet-verweefbare activiteiten, maar het verplaatsen van verweefbare activiteiten naar de kernen is hierin weinig realistisch en moet daarin genuanceerd worden. Ook is het niet duidelijk welke ruimte nog moet voorzien worden voor bijkomende bedrijvigheid. Daarnaast worden ook vragen gesteld bij de specifieke aanduiding van bepaalde types van bovenlokale HUBs op de bedrijventerreinen. Het is aan de lokale besturen zelf om hierin een focus te leggen. Een betere uitwerking met meer aandacht voor bedrijvigheid in samenspraak met het lokaal bestuur is dan ook aangewezen.
In het beleidskader transitie naar een solidaire (be)leefomgeving kan de gemeenteraad zich grotendeels vinden in de vooropgestelde kernentypering met uitzondering van de bebouwingsconcentraties Passtraat en Zonneke die niet apart moeten getypeerd worden maar integraal deel uitmaken van de grote stedelijke kern Sint-Niklaas. Hierbij zal de stad zelf instaan voor de verfijning van de kernafbakening. Wel worden vragen gesteld bij de vooropgestelde woonopgave (Is dit een richtcijfer, een minimum of een maximum? Kan hiervan worden afgeweken?) in het kader van de ambitie om een sturend beleid te voeren binnen de stad. Hierbij willen we ook meegeven dat de gemeenteraad beslist heeft om de plangebieden Dillaartwijk III en Bellestraat-Zonneke niet meer te ontwikkelen als woongebied zoals aanbevolen in de woonbeleidsstudie. Tevens wordt het uitbreiden van het aanbod aan sociale (huur)woningen ondersteund en moet hiervoor ook de nodige ruimte voor voorzien worden. Tot slot wordt terecht het bestaand juridisch aanbod op slecht gelegen plaatsen in vraag gesteld maar kan het geenszins de bedoeling zijn dat dit wordt afgewenteld op de lokale besturen (inzake instrumentarium en financiële middelen).