Toegelicht door schepen Maxime Callaert.
In uitvoering van het decreet lokaal bestuur worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering aan de gemeenteraad voorgelegd ter goedkeuring.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 32, 277 § 1 en 278 § 1.
met algemene stemmen (37)
de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 17 februari 2023 goed te keuren.
Toegelicht door schepen Wout De Meester.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Interpellatie van raadsleden Luk Huys, Chris Wauman en Jos De Meyer.
Beantwoord door schepen Wout De Meester.
Interpellatie van raadslid Chris Wauman die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Interpellatie van raadsleden Luk Huys en Jos De Meyer.
Het stadsbestuur vindt het belangrijk dat voor bomen die worden geveld of gerooid om welke reden dan ook, een heraanplant gebeurt. Bomen leveren immers een belangrijke bijdrage aan een aantrekkelijke beeldkwaliteit van de omgeving. Bovendien zuiveren ze de lucht, temperen ze de effecten van de klimaatopwarming op lokaal niveau en zorgen ze voor een grotere natuurlijke biodiversiteit. Op het openbaar domein levert de stad reeds geruime tijd de nodige inspanningen om het bomenbestand te vergroten. Echter wordt regelmatig vastgesteld dat ook op privédomein bomen worden/werden gerooid of geveld, maar niet werden heraangeplant.
Het voorliggende belastingreglement biedt de mogelijkheid om de niet-heraanplant van gevelde of gerooide bomen gedurende maximum vier jaar te belasten. Daarbij wordt gekozen voor een getrapt tarief waarbij het eerste jaar na de opname op de belastinglijst 125 EUR per boom moet betaald worden, het tweede jaar 250 EUR, het derde jaar 500 EUR, en tot slot het vierde jaar 1.000 EUR. Na vier jaar wordt de betrokkene automatisch geschrapt van de belastinglijst, ongeacht of de heraanplant gebeurd is of niet. De belasting geldt enkel voor het niet heraanplanten van bomen waarvan voor het vellen ervan een omgevingsvergunning nodig is. Dus voor gevelde bomen in een straal van 15 m rond de eigen woning zal in de meeste gevallen geen belastingplicht gelden voor het niet-heraanplanten van deze bomen.
Wie zelf een heraanplant voorziet, is niet belastingplichtig. Mocht dit niet gebeurd zijn, voorziet het reglement voldoende tijd zodat iemand die van de stad een verzoek krijgt om een bewijs van heraanplant aan te leveren nog steeds een volledig plantseizoen de tijd krijgt om de boom alsnog heraan te planten vooraleer men op de belastinglijst terechtkomt.
Alle houders van een vergunning waar het vellen van bomen in vervat zit, krijgen na drie jaar een verzoek om een bewijs van heraanplant aan te leveren. Mocht de heraanplant nog niet gebeurd zijn, krijgen deze vergunningshouders de kans om de boom alsnog te heraanplanten vóór het einde van het eerstvolgende volledige plantseizoen, vooraleer men op de belastinglijst opgenomen wordt.
Er worden een aantal vrijstellingen voorzien in specifieke situaties. Zo worden onder meer vrijgesteld:
- voor bomen die geveld worden in het kader van de uitvoering van een omgevingsvergunning voor bouwwerken, inclusief de bijhorende tuinaanleg, geldt een vrijstelling van drie jaar. Deze vrijstelling start vanaf het moment dat de omgevingsvergunning kan uitgevoerd worden (vijfendertig dagen na het verlenen van een omgevingsvergunning door het college, of onmiddellijk na het verlenen van de vergunning door de deputatie) en dus niet wanneer de boom geveld wordt en ook niet wanneer de vergunning effectief uitgevoerd wordt (de stad heeft meestal geen zicht op het begin van effectieve uitvoering, de uitvoerder moet dit niet melden aan de stad). De termijn wordt wél automatisch verlengd zolang er een procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen loopt;
- daarnaast wordt er ook een vrijstelling toegevoegd wanneer het niet (tijdig) heraanplanten het gevolg is van overmacht te wijten aan redenen buiten de wil van de belastingplichtige. Deze vrijstelling wordt geval per geval toegekend door middel van een gemotiveerde beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Tevens is expliciet voorzien dat de termijnen na het verlopen van de vrijstelling starten in jaar één (dus vanaf 125 EUR).
Door de invoering van het belastingreglement kan verwacht worden dat er sneller en vaker tot heraanplant zal worden overgegaan.
Door de aanstelling van de toezichter klimaat samen met een ondersteunde administratieve kracht in het team is er ook de nodige ruimte om dit reglement op te volgen. Een goede communicatie naar de burger (en een aantal van de eigen diensten) omtrent (de geest van) het reglement is hierbij essentieel. Er zal naast het reglement een makkelijk leesbare infofolder worden aangemaakt met daarin de nodige info omtrent het opzet van het reglement en wat er van de burger verwacht wordt om vrijgesteld te kunnen worden van de belasting.
Volgende werkstroom zal hierbij in acht genomen worden door de diensten:
1. Verzoek om aanleveren van bewijs heraanplant of vaststelling van een niet heraanplant van een recent gevelde of gerooide boom door de dienst vergunnen en toezicht:
- per brief aan betrokken eigenaar van het goed (waarop de boom werd geveld of gerooid);
- ofwel op basis van verleende omgevingsvergunning die het vellen van bomen omvat;
- ofwel op basis van vaststelling dat een gevelde boom niet heraan geplant werd;
- toelichting van het belastingreglement;
- vraag om vóór het einde van het eerste volledige plantseizoen een bewijs te leveren van heraanplant (om vrijgesteld te worden van de belasting);
- mogelijkheid om de eventuele onmogelijkheid tot heraanplant te betwisten (via communicatie met de dienst vergunnen en toezicht). Dit wordt vervolgens voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen;
2. Herinneringsbrief drie maanden voor het verlopen van heraanplantingsperiode:
- aan diegenen die nog geen bewijs van heraanplant aanleverden (met de melding om dit alsnog aan te leveren);
- nog steeds mogelijkheid om de eventuele onmogelijkheid om (tijdig) her aan te planten te betwisten;
3. Opname op de lijst 'te belasten' van diegenen die geen bewijs van heraanplant leverden:
- na 1 mei (één maand na het aflopen van de heraanplantingsperiode, want de belastingplichtige heeft één maand de tijd om het bewijs van heraanplant te leveren);
- door de dienst vergunnen en toezicht;
4. Heffing van de belasting indien geen bewijs van heraanplant geleverd werd:
- jaarlijkse belasting, gedurende maximum vier jaar;
- door de dienst belastingen en facturatie.
De inwerkingtreding van het belastingreglement is voorzien op 1 april 2023, na afloop van het huidige plantseizoen. Enkel bomen die geveld zijn na de inwerkingtreding van het belastingreglement en waar de verplichting geldt te beschikken over een omgevingsvergunning vallen onder de toepassing van het reglement, waardoor er de eerste jaren nauwelijks inkomsten zullen zijn. Ook nadien zullen er naar verwachting weinig inkomsten zijn aangezien men tijd genoeg krijgt om in heraanplant te voorzien vooraleer men daadwerkelijk belast wordt.
Voorbeelden:
- op 16 juni 2024 wordt vastgesteld dat een boom die geveld werd na de inwerkingtreding van dit belastingreglement boom niet heraangeplant werd. Betrokkene krijgt tijd tot 31 maart 2025 om de boom te heraanplanten. Indien uiterlijk op 1 mei 2025 geen bewijs van heraanplant aan de stadsdiensten bezorgd werd zal er 125 EUR per gevelde boom gerekend worden;
- op 5 november 2024 wordt vastgesteld dat een recent gevelde boom niet heraangeplant werd. Betrokkene heeft tijd tot 31 maart 2026 om de boom heraan te planten (immers het eerste volledige plantseizoen is het plantseizoen 2025 - 2026). Indien uiterlijk op 1 mei 2026 geen bewijs van heraanplant aan de stadsdiensten bezorgd werd, zal er 125 EUR per boom aangerekend worden.
Dit reglement werd opgesteld in nauw overleg met de toezichthoudende overheid (het agentschap binnenlands bestuur van de Vlaamse Overheid (afdeling lokale financiën)).
Grondwet, artikelen 41, 162 en 170 § 4.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Bomenbeleidsplan, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23 maart 2018.
Gezamenlijke ondertekening Burgemeestersconvenant 2030 binnen Waasland Klimaatland, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 mei 2020.
Ondertekening Lokaal Klimaat- en Energiepact 2030, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van
24 september 2021.
Regionaal Klimaatadaptatieplan Waasland i.k.v.h. Burgemeestersconvenant en Waasland Klimaatland, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 januari 2022.
Het reglement werd in nauw overleg met de dienst vergunnen opgemaakt.
met 30 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, CD&V en Vooruit), 6 stemmen tegen (Vlaams Belang) en 1 onthouding (PVDA)
het belastingreglement op het niet heraanplanten van gevelde of gerooide bomen met ingang van 1 april 2023 goed te keuren.
Een exemplaar van het reglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Agendapunten 5 en 20 worden samen behandeld.
Toegelicht door schepen Ine Somers.
De jaarrekening van Centrummanagement vzw bestaat uit een resultatenrekening, een balans en een toelichting waarin de waarderingsregels worden opgenomen. De jaarrekening is gecontroleerd door een externe commissaris erkend bedrijfsrevisor. Het commissarisverslag wordt opgemaakt na de raad van bestuur van 27 februari 2023 en zal, van zodra beschikbaar, aan de leden van de gemeenteraad worden bezorgd.
Het balanstotaal op 31 december 2022 (momentopname) bedraagt 113.953 EUR.
De te bestemmen winst van 2022 bedraagt 11.042 EUR.
De overgedragen winst bedraagt + 80.907 EUR.
Centrummanagement vzw heeft een werkingstoelage van de stad ontvangen die 311.110 EUR bedraagt.
De overige opbrengsten bedragen 34.596 EUR.
De totale bedrijfskosten bedragen 318.006 EUR, de voornaamste kosten bestaan uit:
- evenementen (106.140 EUR);
- projecten (95.652 EUR);
- Oh magazine (63.697 EUR);
- werkingskosten en andere kosten (52.517 EUR).
In deze rekening zitten ook boekingen in verband met waardeverminderingen. Dit geeft een verschil tussen het boekhoudkundig en budgettair resultaat, omdat de waardevermindering geen budgettaire boeking is.
Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, met latere wijzigingen.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Statuten vzw Centrummanagement.
de jaarrekening 2022 van Centrummanagement vzw goed te keuren.
Een exemplaar van de jaarrekening wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Agendapunten 6, 7 en 8 worden samen behandeld.
Toegelicht door schepen Ine Somers.
De jaarrekening van het AGB ’t Bau-huis bestaat uit de beleidsevaluatie en de financiële nota (doelstellingenrekening, staat financieel evenwicht, realisatie van de kredieten, balans en staat van opbrengsten en kosten). Daarnaast is er ook een toelichting waarin de waarderingsregels worden opgenomen.
De jaarrekening is gecontroleerd door een externe commissaris erkend bedrijfsrevisor. Het commissarisverslag zal, van zodra beschikbaar, aan de leden van de gemeenteraadscommissie worden bezorgd.
Staat van opbrengsten en kosten (J5): de staat van opbrengsten en kosten geeft de toestand op het einde van een jaar weer van alle algemene opbrengsten- en kostenrekeningen. Sommige van deze algemene rekeningen worden budgettair gestuurd en beïnvloeden de cashflow, terwijl andere geen enkele invloed hebben op de cashflow (de zogenaamde niet-kas-kosten en niet-kas-ontvangsten: bijvoorbeeld afschrijvingen en verrekening van investeringssubsidies). De staat is ingedeeld in operationele en financiële kosten en opbrengsten.
De over te dragen overschot van het boekjaar 2022 bedraagt 52.369 EUR.
Dit overschot valt uiteen in twee delen: een budgettair deel + 104.824 EUR en een boekhoudkundig deel met betrekking tot de niet-kas-kosten en -opbrengsten en overlopende rekeningen - 52.455 EUR.
Het negatief effect van het boekhoudkundig deel ten bedrage van 52.455 EUR op het resultaat van 2022 is ontstaan door afschrijvingskosten ten bedrage van -154.041 EUR, het in kosten nemen van niet-aftrekbare btw van - 52.369 EUR, overlopende rekeningen ontvangsten van 1.080 EUR en tenslotte van het definitief in resultaat nemen van de investeringssubsidie van 154.105 EUR.
Balans (J4): het balanstotaal op 31 december 2022 (momentopname) bedraagt 4.157.811 EUR. De te bestemmen winst van 2022 bedraagt 52.369 EUR. Het overgedragen verlies bedraagt 257.711 EUR. Budgettaire rekening ten opzichte van budget 2022.
Uit de bijlage 'J1 doelstellingenrekening' blijkt dat voor de exploitatie aan ontvangstenzijde er 43.957 EUR minder werd ontvangen dan begroot en aan uitgavenzijde er 62.719 EUR minder werd uitgegeven. Dit resulteert in een positief saldo van 18.762 EUR. Hierdoor wordt het financieel draagvlak groter op moment van de jaarrekening ten opzichte van het budget (zie hierna autofinancieringsmarge).
Op het niveau van de investeringen werd er evenveel uitgegeven als ontvangen. De niet afgesloten investeringen worden overgedragen naar de stad in 2023.
Tenslotte is voor de financiering hetzelfde uitgegeven dan begroot namelijk 44.595 EUR.
In de bijlage 'standopgaven van de ontvangsten en uitgaven' zijn meer details terug te vinden over kredieten en rekeningcijfers per actie en raming.
Beschikbaar budgettair resultaat: dit is het gecumuleerd budgettair resultaat verminderd met de bestemde gelden (nihil in AGB) en is een parameter voor het toestandsevenwicht (op korte termijn). Het beschikbaar budgettair resultaat van het financiële boekjaar moet groter zijn dan of gelijk zijn aan nul. Dit wil zeggen dat het AGB tijdens het boekjaar meer geld overhoudt dan het plant uit te geven. Het beschikbaar budgettair resultaat bedraagt 236.309 EUR. Dit is 78.347 EUR meer dan het initiële budget waardoor er dus een gezond structureel evenwicht is.
Autofinancieringsmarge (AFM): dit is het verschil tussen enerzijds het deel van de ontvangsten en uitgaven uit de exploitatie dat gebruikt kan worden voor de vereffening van de netto periodieke leningsuitgaven, en anderzijds de netto periodieke leningsuitgaven zelf. Dit drukt met andere woorden uit hoeveel van de middelen er overblijven die het AGB heeft gegenereerd uit de exploitatie, na vereffening van de geplande en lopende periodieke leningsuitgaven, om nieuwe investeringen zelf te financieren of om de leningslast van bijkomende leningen te dragen. De autofinancieringsmarge is een parameter voor het structureel evenwicht (tijdens de beleidsperiode) en moet positief zijn op het einde van de planningsperiode.
Bij het AGB is de AFM eind 2022 -59.694 EUR. Dit is 18.762 EUR meer dan het budget ten gevolge van een groter financieel draagvlak (zie hiervoor ‘budgettaire rekening ten opzichte van budget 2022). De AFM is positief op het einde van de planningsperiode waardoor er dus een structureel evenwicht is.
De waarderingsregels maken deel uit van de jaarrekening en zijn ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Deze waarderingsregels zorgen voor een consistente waardering van vorderingen, schulden, vaste activa …
Decreet lokaal bestuur artikelen 40 en 41, 231 tot en met 244, met in het bijzonder artikel 243.
Ministerieel besluit van 9 september 2009 van de Vlaamse Gemeenschap betreffende goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2009 met betrekking tot de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf ’t Bau-huis.
Gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2009 betreffende de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf ’t Bau-huis en vaststelling van de statuten.
Gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2013 houdende goedkeuring van het ontwerp van statutenwijziging van het autonoom gemeentebedrijf ’t Bau-huis.
Gemeenteraadsbeslissing van 21 juni 2013 in verband met het sluiten van een beheersovereenkomst tussen de stad Sint-Niklaas en het autonoom gemeentebedrijf ’t Bau-huis.
Statuten autonoom gemeentebedrijf ’t Bau-huis, artikel 37 § 2 betreffende de goedkeuring van de jaarrekening.
Vereffeningsverslag van 27 februari 2023.
de jaarrekening 2022 van het autonoom gemeentebedrijf 't Bau-huis gunstig te adviseren.
Een exemplaar van de jaarrekening wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
kwijting te verlenen aan de vereffenaar.
kwijting te verlenen aan de commissaris.
AGB ’t Bau-Huis heeft in het verleden krediet nummer 1 aangegaan. Op voorstel van de vereffenaar wil AGB ‘t Bau-huis de bestaande schuld van het krediet nummer 1 volledig overdragen naar rekening van de stad met behoud van de oorspronkelijke modaliteiten, eventueel gewijzigd door latere bepalingen uit het overnamebesluit. Het krediet zal worden overgenomen met waardedatum 1 januari 2023. De respectievelijke vervaldagen, de intresten en terugbetalingstranches van de kredieten worden geboekt op de betaalrekening van de stad.
Het totaal kredietbedrag bedraagt 920.000 EUR en de schuldsaldo die zal overgedragen worden naar de stad, met valuta 1 januari 2023 bedraagt 585.676,08 EUR.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Brief Belfius 15 februari 2023.
de volledige schuld van krediet 1 over te nemen van AGB ’t Bau-huis met behoud van de oorspronkelijke kredietmodaliteiten, eventueel gewijzigd door latere bepalingen uit overnamebesluit.
ermee akkoord te gaan dat het kapitaalsaldo door Belfius Bank effectief wordt overgedragen met valutadatum 1 januari 2023 na ontvangst van dit besluit.
de bestaande waarborg aan te passen naar waarborg gecentraliseerde ontvangsten van de stad Sint-Niklaas.
dat het er zich toe verbindt, tot de eindvervaldag van zijn kredieten bij Belfius Bank, alle nodige maatregelen te nemen om de storting te verzekeren op zijn rekening geopend bij deze maatschappij, van al de bedragen die er op dit ogenblik gecentraliseerd worden, hetzij uit hoofde van de wet, hetzij uit hoofde van een overeenkomst en in voorkomend geval de gemeentelijke toelage evenals de stortingen van betalende derden en dit niettegenstaande elke eventuele wijziging in de manier van inning van deze inkomsten.
dat het de machtiging geeft aan Belfius Bank om deze inkomsten aan te wenden tot de betaling van de intresten, van de reserveringscommissies en van de terugbetalingen evenals van alle andere financiële kosten die een directe band hebben met deze kredieten. Deze bedragen zullen op hun respectievelijke vervaldagen op het debet van de betaalrekening geboekt worden. Deze inkomsten mogen niet zonder het expliciet akkoord van Belfius Bank aangewend worden als waarborg van andere schulden dan deze tegenover Belfius Bank.
Mochten de voormelde ontvangsten hiertoe ontoereikend zijn, verbindt de lener zich bij Belfius Bank ertoe onmiddellijk het nodige bedrag te storten om de vervallen schuld volledig af te betalen. Deze door de stad gegeven machtiging geldt als onherroepelijk delegatie ten voordele van Belfius.
dat bij gehele of gedeeltelijke laattijdige betaling van de verschuldigde bedragen, de interesten voor laattijdige betaling en de vergoeding voor invorderingskosten van rechtswege en zonder ingebrekestelling verschuldigd zijn, berekend volgens de wettelijke rentevoet die van toepassing is bij betalingsachterstand bij handelstransactie.
In zitting van 25 november 2022 besliste de gemeenteraad over te gaan tot de ontbinding en vereffening van het autonoom gemeentebedrijf 't Bau-huis. In uitvoering hiervan moet het gebouw van 't Bau-huis, Slachthuisstraat 60, 9100 Sint-Niklaas, door het AGB van rechtswege overgedragen worden aan de stad, vooraleer de gemeenteraad over kan gaan tot definitieve vereffening.
De belangrijkste voorwaarden voor deze overdracht luiden als volgt:
- voorwerp: 't Bau-huis, Slachthuisstraat 60, 9100 Sint-Niklaas, kadastraal bekend onder 7de afdeling, sectie B, perceelnummer 400F;
- oppervlakte: 5.352,60 m²;
- doel: de overdracht geschiedt om reden van openbaar nut, namelijk met het oog op de verderzetting van de exploitatie van een multifunctionele evenementenhal;
- vergoeding: kosteloos.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2022 betreffende de ontbinding en vereffening van het autonoom gemeentebedrijf 't Bauhuis.
akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van rechtswege van het gebouw en grond gelegen Slachthuisstraat 60, 9100 Sint-Niklaas, kadastraal bekend onder 7de afdeling, sectie B, perceelnummer 400F, met een oppervlakte van 5.352,60 m², door AGB 't Bau-huis aan de stad Sint-Niklaas, om reden van openbaar nut, namelijk met het oog op de verderzetting van de exploitatie van een multifunctionele evenementenhal, dit naar aanleiding van de ontbinding en vereffening van het AGB.
machtiging te verlenen aan de algemeen directeur en en de burgemeester, of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen, om de overdrachtakte namens de stad Sint-Niklaas te ondertekenen.
Met e-mail van 23 februari 2023 bezorgt de Intergemeentelijke Samenwerking Westlede (IGS Westlede) de uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering die zal doorgaan op 30 mei 2023.
Op de agenda staan volgende punten:
1. Vaststelling dat de vereniging de rechtsvorm dient aan te nemen van de coöperatieve vennootschap en de statuten dienen aangepast te worden volgens de regels van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen.
2. Opheffen van de statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening en beschikbaar stellen van de middelen.
3. Aanneming van de volledig nieuwe statuten.
4. Bevestiging van de mandaten van het bestuur.
In toepassing van het decreet lokaal bestuur wordt deze agenda ter kennisneming aan de raad voorgelegd en moet de raad het mandaat bepalen van de vertegenwoordiger in de vermelde buitengewone algemene vergadering.
Volgende mandatarissen werden aangeduid als vertegenwoordigers in de algemene vergadering van IGS Westlede:
- mevrouw Veerle De Beule, raadslid, °10 april 1973, Klapperbeekstraat 57, 9100 Sint-Niklaas;
met als plaatsvervanger;
- de heer Maxime Callaert, schepen, °11 september 1989, Vijfstraten 117, 9100 Sint-Niklaas.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40, 41, 432 en 441.
Gemeenteraadsbeslissing van 26 januari 1979 houdende de toetreding van de stad Sint-Niklaas tot IGS Westlede.
Gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2019 en 29 april 2019 houdende de aanduiding van vertegenwoordigers in de organen van IGS Westlede.
Statuten IGS Westlede.
akte te nemen, overeenkomstig artikel 432 van het decreet lokaal bestuur, van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van IGS Westlede, die doorgaat op 30 mei 2023.
Een exemplaar van deze agenda wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
opdracht te geven aan de effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordiger om in de buitengewone algemene vergadering op 30 mei 2023 van IGS Westlede in te stemmen met de op de agenda van deze vergadering vermelde voorstellen.
Volgens artikel 24 van de statuten van de vzw kan het dagelijks bestuur van de vzw op intern vlak, alsook de externe vertegenwoordiging wat betreft dat dagelijks bestuur, door het bestuursorgaan worden opgedragen aan één of meer bestuurder(s), die elk alleen, gezamenlijk of als college optreden. Deze persoon/personen draagt/dragen de titel van dagelijks bestuurder. Het bestuursorgaan is bevoegd voor het toezicht op dit orgaan van dagelijks bestuur.
Statuten Eerstelijnszone Zuid-West Waasland vzw.
mevrouw Veerle Vermeulen, clustermanager Welzijn, voor te dragen als vertegenwoordiger binnen het dagelijks bestuur van de eerstelijnszone Zuid West Waasland.
Toegelicht door schepen Wout De Meester.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Interpellatie van raadslid Kristof Van Gansen.
Beantwoord door schepen Wout De Meester.
Interpellatie van raadsleden Jos De Meyer en Frans Wymeersch.
Interpellatie van raadslid Kris Van der Coelden die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Beantwoord door schepen Wout De Meester.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer.
Beantwoord door burgemeester Lieven Dehandschutter.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer die de schorsing vraagt.
Voorzitter Mia Mortier schorst de zitting gedurende een halve minuut.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Handhaven is het sluitstuk van elk degelijk bestuur. De praktijk leert dat de workload bij de betrokken gemeentelijke dienst geen ruimte laat voor een doorgedreven handhavingsbeleid. Daarenboven moet worden vastgesteld dat handhaving, net zoals vele andere taken binnen het bestuur, een specialistenwerk is dat bij voorkeur uitgevoerd wordt door personen die dagdagelijks met deze materie werken. Door aan te sluiten bij een intergemeentelijke handhavingsdienst kan een op tijdsefficiënte wijze een doorgedreven en juridisch correct handhavingsbeleid uitgevoerd worden.
Sinds augustus 2022 biedt Interwaas het handhaven van de omgeving (ruimtelijke ordening, stedenbouw en milieu) als nieuwe dienst aan. Het intergemeentelijk handhaven wordt gefactureerd volgens het kostendelend principe waarbij het tarief jaarlijks wordt vastgelegd door de raad van bestuur van Interwaas (tarief voor een senior projectmanager in 2022: 85 EUR per uur). De opdrachten worden door de gemeente aangereikt en handhaven gebeurt steeds in overleg met de betrokken gemeentelijke dienst. Er kan door de gemeente op elk moment een overzicht van de reeds gepresteerde uren opgevraagd worden. Doordat de gemeente zelf de handhavingsdossiers aanreikt, blijft ze zelf de regie behouden.
Als gemeente zijn wij aangesloten bij het intergemeentelijke samenwerkingsverband van het Land van Waas (Interwaas). De statuten van Interwaas (artikel 1) bepalen dat bepaalde bevoegdheden door de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten exclusief kunnen worden toevertrouwd aan Interwaas. Het begrip “exclusiviteit” zoals gebruikt in de statuten van Interwaas, dient begrepen te worden als een exclusiviteit per opdracht. De door Interwaas uitgevoerde opdrachten worden beschouwd als “in-houseopdrachten” zoals bepaald in artikel 30 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 waardoor het afnemen van deze diensten kan gebeuren zonder marktbevraging, waarbij deze diensten bovendien vrijgesteld zijn van btw volgens artikel 44 van het btw-wetboek.
Decreet algemene bepalingen milieubeleid, Titel XVI (milieuhandhavingsbesluit).
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Statuten intergemeentelijk samenwerkingsverband van het Land van Waas.
met 26 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld en Vooruit), 6 stemmen tegen (Vlaams Belang) en 6 onthoudingen (CD&V en PVDA)
het intergemeentelijk samenwerkingsverband van het Land van Waas (Interwaas) exclusief aan te stellen voor opdrachten inzake het handhaven van de ruimtelijke ordening en het leefmilieu. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de opdrachten die terzake aan Interwaas worden toegekend.
De beheerscommissie wordt samengesteld uit dertig leden:
- vijftien afgevaardigden van de gemeenteraad, waarbij de mandaten van afgevaardigden evenredig worden verdeeld over alle fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld;
- vijftien vertegenwoordigers van de gebruikers en de strekkingen, namelijk negen gebruikers aangeduid door de gemeenteraad en zes afgevaardigden van de culturele raad.
De Open Vld-fractie verzoekt per e-mail van 4 februari 2023 de vervanging van één van de vertegenwoordigers van de fractie in de beheerscommissie. De heer Laurens De Buck wordt vervangen door de heer Freddy De Bock.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40, 41 en 245.
Decreet betreffende het cultuurpact van 28 januari 1974.
Organiek reglement van de stedelijke openbare bibliotheek.
de heer Laurens De Buck in de beheerscommissie van de stedelijke openbare bibliotheek als lid namens Open Vld, met ingang van heden, te vervangen door de heer Freddy De Bock.
Sinds 2017 stelt de stad vierentwintig bouwgronden voor private woningbouw te koop op veld veertien in de Clementwijk. Drieëntwintig loten zijn bestemd voor een ééngezinswoning en één lot voor groepswoningbouw (lot vijftien). Van de loten bestemd voor ééngezinswoningen zijn er intussen zeventien loten verkocht en is er één in optie genomen. In zitting van 21 december 2022 besliste de gemeenteraad akkoord te gaan met de rechtstreekse onderhandse verkoop van de overblijvende loten bestemd voor ééngezinswoningen aan de eerste koper die een geldig bod op een lot uitbrengt. Het betreft de loten 3, 4, 6, 7 en 21. Ingevolge de basisakte van deze verkaveling moet de koper van een lot ook een aandeel kopen van de gemeenschappelijke parking (1/36) en de gemeenschappelijke groenzone (1/36). De prijs van de loten werd bijgevolg als volgt vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 31 mei 2017:
| m² | prijs/m² | tussen-totaal | aandeel gemeenschappelijk groen en oprit | Aandeel exclusief gebruik parkeerplaats | Totaalprijs |
Lot 3 | 160,16 m² | 275 EUR | 44.044 EUR | 10.316,85 EUR | 5.500 EUR | 59.860,85 EUR |
Lot 4 | 153,80 m² | 275 EUR | 42.295 EUR | 10.316,85 EUR | 5.500 EUR | 58.111,85 EUR |
Lot 6 | 168,85 m² | 275 EUR | 46.433,75 EUR | 10.316,85 EUR | 5.500 EUR | 62.250,60 EUR |
Lot 7 | 297,44 m² | 275 EUR | 81.796 EUR | 10.316,85 EUR | 5.500 EUR | 97.612,85 EUR |
Lot 21 | 140 m² | 250 EUR | 35.000 EUR | 10.316,85 EUR | / (carport op lot zelf) | 45.316,85 EUR |
De Waasse Landmaatschappij (WLM) heeft interesse in de aankoop van de loten 3, 4, 6 en 21. In het lastenboek, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 31 mei 2017 is onder artikel 8 echter opgenomen dat de loten bestemd voor ééngezinswoningen enkel verkocht mogen worden aan natuurlijke personen. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd hiervan af te wijken.
Daarnaast is onder artikel 36 opgenomen dat de koper het aangekocht lot noch geheel, noch gedeeltelijk mag verkopen gedurende de eerste tien jaar van bewoning, tenzij mits voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen. Bovendien zijn de kopers ingevolge artikel 36 gehouden om binnen de vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning, de woning zelf en persoonlijk te bewonen en dit voor een termijn van ten minste tien opeenvolgende jaren. Van deze voorwaarde kan worden afgeweken, doch enkel op gemotiveerd verzoek van de koper en met instemming van het college van burgemeester en schepenen. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd ook van artikel 36 af te wijken aangezien de WLM deze loten aankoopt met het oog op de verkoop van de opgerichte woningen aan kopers van sociale koopwoningen. Zij kunnen onmogelijk zelf aan de bewoningsverplichting voldoen. De WLM legt echter bij de verkoop van de opgerichte woningen een bewoningsverplichting op van twintig jaar met sancties wanneer de bewoningsverplichting niet wordt nageleefd. Hun kopers mogen gedurende die termijn de woning niet verhuren of er geen zakelijk recht op vestigen. De bewoningsplicht zou voor de loten 3, 4, 6 en 7 dan verder opgevolgd worden door de WLM.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
akkoord te gaan met de rechtstreekse verkoop van de loten 3, 4, 6 en 21 van stadsverkaveling Clementwijk (veld veertien) aan de Waasse Landmaatschappij, William Griffithsstraat 92, 9100 Sint-Niklaas, en bijgevolg af te wijken van artikel 8 van het lastenboek Clementwijk, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 31 mei 2017, dat stelt dat deze loten enkel aan natuurlijke personen verkocht mogen worden.
voor de loten 3, 4, 6 en 21 af te zien van artikel 32 uit het lastenboek Clementwijk, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 31 mei 2017, en er bijgevolg mee akkoord te gaan dat er geen borgsom betaald moet worden bij de verkoop van de loten 3, 4, 6 en 21 aan de Waasse Landmaatschappij. Deze afwijking is enkel geldig bij een verkoop van de loten aan de Waasse Landmaatschappij.
voor de loten 3, 4, 6 en 21 af te zien van artikel 36 uit het lastenboek Clementwijk, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 31 mei 2017, dat stelt dat de kopers van deze loten de op te richten woning gedurende tien jaar zelf en persoonlijk dienen te bewonen. Deze afwijking is enkel geldig bij een verkoop van deze loten aan de Waasse Landmaatschappij.
Toegelicht door schepen Wout De Meester.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Beantwoord door schepen Maxime Callaert.
Interpellatie van raadsleden Jos De Meyer en Roland Pannecoucke.
Beantwoord door schepen Maxime Callaert.
Interpellatie van raadslid Kris Van der Coelden.
Beantwoord door schepen Maxime Callaert.
Ondertussen werd ook een nieuwbouwproject in het Gerdapark goedgekeurd voor de oprichting van noodwoningen, sociale woningen en woningen voor mensen met een beperking (Toontjeshuis). De werken zijn reeds in uitvoering. Dit project wijkt af van de huidige rooilijn.
Om bovengenoemde redenen moet de rooilijn gewijzigd worden. Door landmeetbureau Irtas, Gasmeterstraat 81 A, 9100 Sint-Niklaas, werd op 28 februari 2023 een rooilijnplan opgemaakt met nummer M2018.027.
Bij beslissingen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen moet de stad rekening houden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019. De wijziging van de rooilijn van het Gerdapark beantwoordt hieraan.
De procedure volgens het decreet gemeentewegen verloopt als volgt:
- opmaak rooilijnplan;
- voorlopige vaststelling rooilijnplan door de gemeenteraad;
- het ontwerp rooilijnplan wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek dat binnen een ordetermijn van dertig dagen na voorlopige vaststelling wordt aangekondigd en dit gedurende een termijn van dertig dagen;
- tijdens de periode van het openbaar onderzoek wordt advies gevraagd aan de deputatie en het departement mobiliteit en openbare werken;
- binnen de termijn van zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek stelt de gemeenteraad het rooilijnplan plan definitief vast;
- bekendmaking besluit definitieve vaststelling.
akkoord te gaan met de wijziging van de rooilijn van het Gerdapark.
het ontwerp rooilijnplan met nummer M2018.027 van 28 februari 2023, opgemaakt door Landmeetbureau Irtas, voorlopig vast te stellen.
Een exemplaar van het rooilijnplan wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
opdracht te geven aan het college van burgemeester en schepenen om de nodige procedure op te starten volgens de bepalingen van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
Toegelicht door schepen Carl Hanssens.
Interpellatie van raadsleden Gaspard Van Peteghem en Julien Ghesquière.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
Interpellatie van raadslid Julien Ghesquière.
Het uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval schrijft voor dat bij hoogbouw eigenaars een substantieel deel van de kosten voor de investering van het systeem moeten dragen. In uitvoering daarvan werd een voorstel uitgewerkt waarbij drie partijen (stadsbestuur, MIWA en de VME) elk een derde van de kosten voor de containers betalen. Op basis van het aantal wooneenheden per Fabiolablok (+/- 200) werd bepaald dat drie ondergrondse containers voor restafval een minimum zijn opdat de bewoners steeds hun restafval kunnen deponeren. De kostprijs voor het leveren en plaatsen van drie ondergrondse containers bedraagt 58.082,70 EUR, inclusief btw. De bijdrage per contractspartij bedraagt 19.360,90 EUR (= 1/3). De VME van Fabiola II koos ervoor om deze kostprijs te spreiden over drie jaar. Alle kosten voor onderhoud zullen door de stad gedragen worden. De modaliteiten over de financiering, de installatie, het onderhoud en de herstelling van de ondergrondse afvalcontainers werden samengevat in een driepartijenovereenkomst.
Materialendecreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Stadsaandeel + voorfinanciering VME Fabiola IV te verrekenen op MJP000301 - AC000199 (plaatsen van ondergrondse afvalcontainers). (Het aandeel van VME Fabiola IV zal daarna jaarlijks voor 1/3 worden doorgefactureerd).
Transactiekrediet 2023 (na overdracht 2022): 549.642,35 EUR (waarvan beschikbaar op 2 maart 2023: 543.035,75 EUR).
Onderhoudskosten te verrekenen op MJP000297 - AC000199 (beheer van ondergrondse afvalcontainers). Jaarlijks voorzien transactiekrediet: 41.700 EUR.
met 38 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, Vlaams Belang, CD&V en Vooruit) en 1 onthouding (PVDA)
de driepartijenovereenkomst tussen de stad, de afvalintercommunale voor de regio Midden-Waasland (MIWA) en de vereniging van mede-eigenaars (VME) van Fabiola II over de financiering, de installatie, het onderhoud en de herstelling van drie ondergrondse afvalcontainers voor restafval goed te keuren.
Een exemplaar van de driepartijenovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de overeenkomst aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
De gemeenteraad ging in zitting van 22 december 2022 akkoord met de rechtstreekse verkoop van lot 15 (bestemd voor groepswoningbouw) van stadsverkaveling Clementwijk aan de Waasse Landmaatschappij (WLM) aan 461.500 EUR. In het bijhorende lastenboek bij deze verkaveling is onder artikel 32 het volgende opgenomen: "tot waarborg van de uitvoering van het project zal de koper/bouwheer een borgsom storten ten voordele van de stad ten bedrage van tien procent (10 %) van de koopsom binnen de dertig dagen na toewijzing. De totale borgsom zal worden vrijgegeven één jaar na de ingebruikname van het nieuwe project en mits volledig voldaan aan alle voorwaarden gesteld in de artikels 8, 9, 34, 35, 36 en 37."
De waarborg zou in dit geval dus 46.150 EUR bedragen. De WLM ging er echter van uit dat deze waarborg geen betrekking had op hen en enkel werd opgelegd bij de verkoop aan private personen of ondernemingen. In hun financieringsaanvraag bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen hebben zij hier dan ook geen rekening mee gehouden. Zij vragen aan de stad om hiervan af te zien.
De hierboven vermelde artikelen 8, 9, 36 en 37 zijn niet van toepassing op lot 15 (enkel op de loten bestemd voor eengezinswoningen). Artikel 34 beschrijft de soort woning die opgericht dient te worden op lot 15 (woongelegenheden volgens het concept 'levenslang wonen'+ nevenbestemmingen mogelijk op de benedenverdieping). Daarnaast legt het ook op dat de bouwaanvraag binnen de twaalf maanden na akte moet ingediend worden. Artikel 35 legt de specifieke voorwaarden inzake energievereisten op. Beide artikelen zijn grotendeels controleerbaar bij de omgevingsvergunningsaanvraag.
In de verkoopakte die op 1 maart 2023 verleden werd, werd een clausule opgenomen dat het niet betalen van de waarborg bekrachtigd moet worden door de gemeenteraad. Indien dit niet het geval is verbindt de WLM zich ertoe de waarborg alsnog te betalen.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40, 41 en 56.
met 38 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, Vlaams Belang, CD&V en Vooruit) en 1 onthouding (PVDA)
af te zien van artikel 32 uit het lastenboek Clementwijk, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 31 mei 2017, en er bijgevolg mee akkoord te gaan dat er geen borgsom betaald moet worden bij de verkoop van lot 15 aan de Waasse Landmaatschappij.
Artikel 21 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de voorzitter van de Gecoro jaarlijks verslag moet uitbrengen aan de gemeenteraad over de werking van de Gecoro en over het beheer van de werkingsmiddelen. Dit verslag heeft betrekking op het afgelopen kalenderjaar en wordt uitgebracht vóór 1 april van het daaropvolgend jaar.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Besluit van 19 mei 2000 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening, inzonderheid artikel 4.
Huishoudelijk reglement, goedgekeurd door de Gecoro tijdens de startvergadering van 4 maart 2020, artikel 21.
kennis te nemen van het jaarverslag 2022 van de Gecoro.
Een exemplaar van het verslag wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De algemene vergadering van Centrummanagement vzw besliste in zitting van 19 december 2022 met unanimitiet om de ontbinding en vereffening van het Centrummanagement te laten doorgaan in de (bijzondere) algemene vergadering van 27 maart 2023. Alvorens de ontbinding en vereffening te laten plaatsvinden, moet de jaarrekening worden vastgesteld door de 'gewone' algemene vergadering en de ontbinding en vereffening in een bijzondere algemene vergadering. Beiden vinden plaats op 27 maart 2023.
In toepassing van vermeld decreet worden deze agenda's ter kennisneming aan de gemeenteraad voorgelegd en moet de gemeenteraad het mandaat bepalen van de vertegenwoordiger in vermelde algemene vergaderingen.
Volgende mandatarissen werden aangeduid als vertegenwoordigers van stad Sint-Niklaas voor de algemene vergadering van Centrummanagement vzw: schepen Ine Somers, met als plaatsvervanger raadslid Karel Noppe.
Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 1 mei 2019.
Decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact, met latere wijzigingen.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Statuten Centrummanagement Sint-Niklaas vzw.
kennis te nemen van de agenda van de algemene vergadering van Centrummanagement vzw, die doorgaat op 27 maart 2023.
Een exemplaar van de agenda wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
kennis te nemen van de agenda van de bijzondere algemene vergadering van Centrummanagement Sint-Niklaas vzw, die doorgaat op 27 maart 2023.
Een exemplaar van de agenda wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
opdracht te geven aan de vertegenwoordiger om in te stemmen met de op de agenda's vermelde voorstellen.
In overeenstemming met de nota 'Stedelijk reglement welzijnssubsidies: wijzigingen en nieuwe vaststelling' die ook in deze zitting voorligt, wordt hierbij aan de gemeenteraad voorgesteld een nieuw subsidiereglement vast te stellen ter ondersteuning van vrijwilligersverenigingen in het welzijnsveld. Dit ter vervanging van de bepalingen voor volgende subcategorieën van het stedelijk reglement welzijnstoelagen uit 2010: onder categorie F Vrijwilligersorganisaties wordt voorgesteld om de subcategorieën F1 seniorenverenigingen, F2 zelfhulpgroepen en F3 verenigingen voor personen met een beperking te schrappen.
Er zijn verschillende redenen om de subsidiëring van de werking van vrijwilligersverenigingen uit het welzijnsreglement van 2010 te halen en er een nieuw reglement voor te voorzien:
- Geen onderscheid meer tussen verschillende soorten vrijwilligersverenigingen in het welzijnsveld - 'Iedereen mee'.
- Door de categorisering in het welzijnsveld in seniorenverenigingen (F1), zelfhulpgroepen (F2) en verenigingen voor personen met een beperking (F3) sluit je welzijnsverenigingen uit die niet in dat hokje passen. Via het nieuwe reglement krijgen dus ook andere welzijnsverenigingen, die nu mogelijk nog niet in aanmerking kwamen, wél de kans om een werkingssubsidie aan te vragen. Daarnaast was de huidige indeling ook nogal arbitrair (bv. het onderscheid tussen F2 en F3 was niet altijd duidelijk).
- Administratieve vereenvoudiging: zowel voor de aanvragers als voor de behandelende dienst. Het welzijnsreglement hanteerde voor de verschillende subcategorieën andere regels. Zo was het puntensysteem voor de berekening van de aanvullende subsidie anders, werd ook in de activiteiten een moeilijk hanteerbare categorisering toegepast en was er een relatief grote bewijslast voor de verenigingen om hun activiteiten te verantwoorden. In het nieuwe reglement zijn de regels voor alle verenigingen gelijk en eenvoudig.
- Beloning van inspanningen voor een inclusieve werking: via dit reglement wil de stad haar 'Iedereen mee'-beleid uitdragen naar de vrijwilligersverenigingen. In het reglement voorzien we een forfait van 150 EUR indien de vereniging inspanningen levert om inclusief te werken. Dit houdt in dat de vereniging inspanningen doet rond één of meerdere thema's uit het diversiteitsprogramma en armoedeplan en tracht bepaalde doelgroepen die ze nog niet bereiken, toch bij de werking te betrekken.
De voornaamste wijzigingen tegenover het welzijnsreglement dat werd goedgekeurd in 2010:
- Formele voorwaarden: alle vrijwilligersverenigingen in het welzijnsveld kunnen een werkingssubsidie aanvragen conform de definitie in het reglement, voor zover ze minimum zes activiteiten op het grondgebied van Sint-Niklaas hebben georganiseerd. De vereniging hoeft niet langer aangesloten te zijn bij een stedelijke adviesraad (in het welzijnsreglement van 2010 was dat voor seniorenverenigingen en verenigingen voor mensen met een beperking wel een verplichting om aanspraak te kunnen maken op een subsidie).
- Inhoudelijke voorwaarden: om de subsidie te verkrijgen worden inhoudelijke voorwaarden toegepast waaraan de activiteiten moeten voldoen. In het oude reglement werd er gewerkt met soorten activiteiten om de subsidie te berekenen. Die categorisering in soorten activiteiten wordt afgeschaft.
- Samenstelling subsidie: net als in het oude reglement wordt nog steeds gewerkt met een basis- een een aanvullende subsidie. Anders is dat de basissubsidie nu voor alle verenigingen gelijk is (200 EUR, per jaar). Voor de berekening van de aanvullende subsidie telt niet louter het kwantitatieve (aantal activiteiten), maar ook de aard van de activiteiten waarbij iedere activiteit evenveel waard is (in het oude reglement werden activiteiten verschillend gewaardeerd). Er wordt een limiet gezet op het aantal activiteiten dat wordt gesubsidieerd (met name maximum veertig per jaar), om te vermijden dat het kwantitatieve te veel doorweegt. Ook nieuw is dat er een forfait van 150 EUR kan worden toegekend als de vereniging inspanning levert om inclusief te werken.We vragen hier een inspanningsverbintenis, geen resultaatsverbintenis, waarbij we de verenigingen ook zullen ondersteunen (bv. door inspiratiemomenten te organiseren). Voor het totale subsidiebedrag wordt een limiet gezet op maximum 1.000 EUR, per jaar. Dit is nog steeds meer dan wat de meeste verenigingen tot nog toe kregen.
- Aanvraagprocedure: we vragen enkel om een chronologische lijst van de activiteiten door te geven, met vermelding van de plaats en aard van de activiteiten. Andere bewijsstukken (bijvoorbeeld lijsten met handtekeningen, uitnodigingen...) moeten niet langer aangeleverd worden. Daarnaast zal ook gevraagd worden op welke manier de vereniging inspanningen doet om inclusief te werken.
- Indien de subsidie wordt toegekend, wordt de vereniging ook automatisch erkend door de stad zodat ze een beroep kunnen doen op het voordeeltarief voor het huren van stadslokalen en feestmateriaal.
In de aanloop naar dit nieuw reglement zijn de betrokken verenigingen geïnformeerd op hun adviesraden en is er ook op 8 december 2022 een participatiemoment georganiseerd om input aan de verenigingen te vragen voor het nieuwe reglement. Hiermee werd rekening gehouden door onder meer in te zetten op administratieve vereenvoudiging. Daarnaast was de basisvoorwaarde voor deze hervorming ook dat de grootte-orde van de subsidies die de verenigingen nu krijgen niet te veel wijzigt. Ook hiermee werd rekening gehouden. Na bespreking van dit reglement in de seniorenraad van 18 januari 2023 en het dagelijks bestuur van 10 februari 2023 werd een positief advies bekomen van de seniorenraad op dit reglement. Ook de adviesraad voor personen met een beperking heeft op de raad van 13 februari 2023 positief advies gegeven.
Dit nieuw reglement is budgetneutraal. De kredieten van het welzijnsreglement uit 2010 worden hier immers voor aangewend. Voorgesteld wordt om dit reglement in werking te laten treden vanaf werkingsjaar 2023.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet lokaal sociaal beleid.
Gemeenteraadsbesluit van 24 september 2010 stedelijk reglement welzijnstoelagen: nieuwe vaststelling.
Beleidsprogramma 2019-2024: AP 33 - Samenwerken met partners aan een sterk armoede- en welzijnsbeleid.
Strategisch programma Iedereen Mee.
het subsidiereglement ter ondersteuning van vrijwilligersverenigingen in het welzijnsveld goed te keuren.
Een exemplaar van het reglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
't Clubke krijgt al jaren als vrijwilligersvereniging een werkingssubsidie vanuit het welzijnsreglement uit 2010. Maar omdat zij veel meer activiteiten organiseren dan andere verenigingen voor personen met een beperking, ontvangen ze ook veel meer subsidie (jaarlijks circa 2.300 EUR, terwijl de meeste andere verenigingen onder de 1.000 EUR blijven). Daarom wordt voorgesteld om 't Clubke te ondersteunen via een aparte samenwerkingsovereenkomst, waarbij hen jaarlijks een subsidie van 2.300 EUR gegeven wordt voor de werkingsjaren 2023, 2024 en 2025.
In ruil verbindt 't Clubke er zich toe om:
- periodiek (wekelijks, tweewekelijks, maandelijks, jaarlijks) vrijetijdsactiviteiten te organiseren voor mensen met een beperking, met aandacht voor inclusie (zoals zwemmen, daguitstappen, jongerenclubke, reizen…);
- inspanningen te leveren om moeilijk bereikbare doelgroepen bij de activiteiten te betrekken, onder andere door het aanbod actief bekend te maken bij verschillende voorzieningen waar potentiële deelnemers zitten;
- vrijetijdsactiviteiten aan deelnemers met beperkte financiële mogelijkheden aan te bieden tegen een betaalbare prijs;
- in haar werking het ‘Iedereen mee’-beleid van de stad uit te dragen en deel te nemen aan activiteiten die de stad hieromtrent organiseert (bijvoorbeeld het stadsgesprek Iedereen mee).
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Gemeenteraadsbeslissing van 22 maart 2019 betreffende het beleidsprogramma 2019-2024.
Uitgave te verrekenen op AC000776 (personen met een beperking, hun verenigingen en instellingen ondersteunen). Hiervoor zal een nieuw MJP-nummer aangemaakt worden met ARK 64900500 (toegestane werkingssubsidies op basis van een samenwerkingsovereenkomst). Compensatie (via een kredietverschuiving met akkoord van het college van burgemeester en schepenen) vanuit MJP001136 (toelagen aan verenigingen voor personen met een beperking volgens reglement welzijnstoelagen).
de samenwerkingsovereenkomst met 't Clubke vzw, Destelwijk 29, 9100 Sint-Niklaas, voor haar werking voor personen met een beperking, goed te keuren.
Een exemplaar van de samenwerkingsovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Interpellatie van raadslid Anneke Luyckx die het stemgedrag van haar fractie motiveert.
Met ‘Plan Samenleven’ biedt de Vlaamse regering ondersteuning aan gemeenten en steden in het bevorderen van het samenleven in diversiteit. In de loop van 2022 tot en met 2024 worden steden en gemeenten financieel en inhoudelijk ondersteund. Op deze manier legt de Vlaamse overheid de regie voor het integratie- en gelijkekansenbeleid expliciet in handen van de lokale besturen. De lokale besturen maken van samenleven in diversiteit een succes door het uitrollen van acties die ze ofwel zelf als actor ofwel in samenwerking met partners uitvoeren. Bij uitvoering van de acties van het Plan Samenleven kan als lokaal bestuur beroep gedaan worden op de ondersteuning van het Agentschap Integratie en Inburgering, dat expertise heeft in de thema’s taal, verbinding en participatie. Het Agentschap Integratie en Inburgering zal ondersteuning bieden aan het lokaal bestuur door een personeelsinzet van maximum 0.6 VTE toe te wijzen die zal bijstaan in de uitvoering van het Plan Samenleven. Deze personeelstijd wordt verdeeld over verschillende personeelsleden van het Agentschap. Deze persoon zal het lokaal bestuur algemeen ondersteunen bij de planning, monitoring en evaluatie. Deze persoon zal op deze manier mee instaan voor een kwalitatieve uitwerking en duurzame verankering van de acties. De vaste ondersteuner is het aanspreekpunt binnen het agentschap en zorgt voor afstemming tussen de verschillende collega’s. Verder wordt ook thematische ondersteuning voorzien voor enkele acties.
De volgende afspraken zijn opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst:
Algemene ondersteuningsafspraken:
- deelname stuurgroep Plan Samenleven Sint-Niklaas;
- deelname aan netwerken in verband met acties Plan Samenleven;
- ondersteuning bij omgevingsanalyse en communicatie omstaanderstrainingen;
- monitoring en eventuele bijsturing van de samenwerking met de thematische consulenten, doorheen het werkjaar.
Thematische ondersteuningsafspraken:
- Actie 5: Oefenkansen Nederlands
1. Ondersteuning en deelname bij het nog te ontwikkelen platform/netwerk oefenkansen;
2. Op vraag geven van vormingen voor organisatoren en begeleiders van oefenkansen.
- Actie 15: Brug leggen naar onderwijs
1. Ondersteuning op vraag via vormingsaanbod;
2. Op vraag deelnemen aan netwerken en platformen.
Actie 17: Opleiden in omstaandersprincipe
1. Ondersteuning bij opmaak van een omgevingsanalyse;
2. Ondersteuning bij conclusies resultaten: op basis van een omgevingsanalyse maken we samen een mapping van de belangrijkste doelgroepen en contexten waar er nood en draagvlak is voor omstaanderstrainingen:
3. Ondersteuning bij communicatie en promotie;
4. We trainen burgers en professionals in het leren reageren op ongewenst gedrag;
5. We zoeken mee naar partners die omstaanderstrainingen aanbieden;
6. Klankbord rond impactmeting.
- Actie 20: Sociale mix in scholen bevorderen
1. Ondersteuning op vraag via vormingsaanbod;
2. Op vraag deelnemen aan netwerken en platformen
- Actie 2: Lokaal Actieplan Polarisering
1. Advies en inhoudelijke ondersteuning bij het lerend netwerk (mentorschap Sint-Niklaas).
Daarnaast worden er vier overlegmomenten per jaar gepland in het kader van planning, monitoring en evaluatie.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Diversiteitsprogramma 2020-2025.
Plan Samenleven.
met 33 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, CD&V, Vooruit en PVDA) en 6 stemmen tegen (Vlaams Belang)
de samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Integratie en Inburgering in het kader van Plan Samenleven goed te keuren.
Een exemplaar van de samenwerkingsovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
Toegelicht door schepen Sofie Heyrman.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Beantwoord door schepenen Maxime Callaert en Sofie Heyrman.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Beantwoord door schepen Sofie Heyrman.
Nu het subsidiereglement voor projecten en activiteiten Iedereen Mee meer dan een jaar in werking is, zijn enkele aanpassingen nodig gebleken om de toepassing ervan te verbeteren.
Hierbij de inhoudelijke aanpassingen op een rijtje:
- Indien voor het project of de activiteit inschrijvingsgeld wordt gevraagd, wordt gevraagd om een kansenpastarief toe te passen. Dit tarief mag maximaal 50 % van het normale tarief bedragen.
- Om het subsidiebedrag te bepalen, moet de aanvrager een raming geven van zowel de uitgaven als de inkomsten. Nu wordt enkel een raming van de uitgaven gevraagd, terwijl er soms wel inschrijvingsgeld wordt gevraagd.
- Er wordt voorgesteld om een financieringspercentage toe te passen van maximaal 90 % op de subsidiabele nettokost (= de in aanmerking komende kosten - totale inkomsten). Op deze manier is er ook een zeker financieel engagement van de aanvrager.
- Geen onderscheid meer in de wijze van beoordelen van aanvragen tussen categorie 1 enerzijds en categorie 2 en 3 anderzijds. Alle aanvragen worden beoordeeld door team lokaal sociaal beleid en vanuit het team wordt een advies voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, dat beslist over de toekenning.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet lokaal sociaal beleid.
Reglementen subsidie projecten en activiteiten iedereen mee: goedkeuring.
Beleidsprogramma 2019-2024: AP 33 - samenwerken met partners aan een sterk armoede- en welzijnsbeleid.
Strategisch programma Iedereen Mee.
met 33 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, CD&V, Vooruit en PVDA) en 6 stemmen tegen (Vlaams Belang)
de wijzigingen aan het subsidiereglement projecten en activiteiten Iedereen Mee goed te keuren.
Een exemplaar van het subsidiereglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Toegelicht door schepen Sofie Heyrman.
Interpellatie van raadslid Chris Wauman die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Beantwoord door schepen Sofie Heyrman.
In het kader van het Relanceplan 'Vlaamse Veerkracht' investeert de Vlaamse Regering in lokale 'digibanken' met als doel het risico op digitale uitsluiting te verkleinen via drie gerichte doelstellingen:
- Gelijke toegang tot digitale technologie door het voorwaardelijk beschikbaar stellen van laptops, schermen en andere hardware en ondersteuning in een specifieke context (bijvoorbeeld uitleendienst).
- Via opleiding en kennisdeling digitale vaardigheden versterken, zowel inzake persoonlijke vaardigheden als technische vaardigheden (bijvoorbeeld herstel van IT-materiaal).
- Via begeleiding zorgen voor een verbeterde digitale toegang tot essentiële diensten (bijvoorbeeld digitale dienstverlening vanuit de Vlaamse overheid, tax-on-web ...) via zogenaamde fysieke knooppunten.
Door deze subsidie startte op 1 december 2022 het project 'Digibank Sint-Niklaas'. Interwaas is één van de betrokken partners in dit project. Interwaas diende zelf ook een projectaanvraag in onder de naam 'Weerbaar Digitaal'. Dit project werd ook goedgekeurd en loopt van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024. Sint-Niklaas wil hierin een rol opnemen om op zoek te gaan naar regionale verbinding en samenwerkingsmogelijkheden tussen de twee digibankprojecten 'Digibank Sint-Niklaas' en 'Weerbaar Digitaal': kennisdeling, verduurzaming, opleidingen voor vrijwilligers...
Er wordt voorgesteld dit engagement te bestendigen door het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Beleidsprogramma Sint-Niklaas 2019-2024 - 47. Samen een slimme stad uitbouwen - § 4 Een slimme stad zorgt dat iedereen mee kan in de digitalisering en dat financiële barrières en digitaal analfabetisme worden weggewerkt.
Lokaal armoedeplan Sint-Niklaas - 8. Iedereen digitaal.
Diversiteitsprogramma Sint-Niklaas - Pijler 1 - Integrale toegankelijkheid: wegwerken van mogelijke drempels.
de samenwerkingsovereenkomst rond het partnerschap 'Weerbaar Digitaal' goed te keuren.
Een exemplaar van de samenwerkingsovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het stedelijk reglement welzijnstoelagen uit 2010 op te heffen en een nieuw subsidiereglement voor welzijnsorganisaties goed te keuren.
Het lokaal welzijnsbeleid ondersteunt lokale welzijnsorganisaties en -verenigingen op verschillende manieren:
- via nominatieve subsidies;
- via samenwerkingsovereenkomsten;
- via diverse subsidiereglementen;
- via activiteiten- of projectsubsidies.
Het oude reglement welzijnstoelagen moet geactualiseerd worden, omdat er binnen het welzijnsveld heel wat nieuwe wetgeving werd ingevoerd en er zich nieuwe tendensen ontwikkelden. Bepaalde terminologieën zijn ook in onbruik geraakt. Verder is een aantal categorieën uit het oude reglement de facto overbodig geworden, omdat ze slechts één organisatie subsidiëren, die ook op een andere manier kan ondersteund worden, bijvoorbeeld via een samenwerkingsovereenkomst of nominale subsidie. Er is nood aan duidelijkheid, meer vereenvoudiging en minder administratieve last, zowel voor de aanvragende organisatie, als voor de behandelende dienst.
Voorstellen van wijzigingen
A: Instellingen met sociale kenmerken die een werking realiseren ten voordele van kansengroepen via samenwerkingsovereenkomst:
Het voorstel is om dit luik te schrappen. Het louter vermelden van deze categorie in het reglement biedt geen meerwaarde. De lopende samenwerkingsovereenkomsten blijven uiteraard bestaan (overzicht in bijlage 2). Impact op betrokken organisaties: geen. De samenwerkingsovereenkomsten blijven lopen.
B1A Organisaties voor gezins- en bejaardenzorg (thuiszorg):
Het voorstel is om dit luik te schrappen.
De begunstigde organisaties hebben een brede bovenlokale werking, met maatschappelijke zetel in Gent, Leuven, Mechelen, Brussel of Elversele. Deze organisaties werken met ledenbijdragen en worden gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, Agentschap Zorg en Gezondheid. De bijdragen van lokale besturen in de budgetten van deze organisaties zijn verwaarloosbaar klein en nemen steeds verder af. Bovendien waren in het verleden niet alle organisaties voor gezins-en bejaardenhulp gevat (bijv. Partena en enkele kleine zelfstandige entiteiten komen weliswaar in aanmerking, maar dienden geen aanvraag in). Recent stellen we vast dat de schaalvergroting toeneemt en grotere organisaties kleinere entiteiten overnemen. Uiteindelijk zijn dit meer en meer commerciële spelers op de welzijnsmarkt geworden waarbij de ondersteuning door een lokaal bestuur niet echt een meerwaarde betekent. Begunstigde organisaties: Familiehulp, I-mens Thuishulp vzw, I-mens, Familiezorg Oost-Vlaanderen vzw, Ferm Thuiszorg, Zorgconnect Thuishulp. Impact op betrokken organisaties: in 2023 nog een uitbetaling voor prestaties in 2022 op basis van het oude reglement. In 2024 is er geen uitbetaling meer voor prestaties 2023.
B1B Organisaties voor palliatieve zorg:
Het voorstel is om dit luik te schrappen. In deze categorie is er slechts één begunstigde. Sedert 1 januari 2022 is er een samenwerkingsovereenkomst met het Netwerk Palliatieve Zorg, waardoor deze categorie sindsdien zonder voorwerp is. Impact op betrokken organisatie: de samenwerkingsovereenkomst voorziet een hoger bedrag dan het welzijnsreglement (15.000 EUR in plaats van 7.900 EUR).
B2 Verenigingen die plaatselijk een babysitdienst organiseren:
Het voorstel is om dit luik te schrappen en te vervangen door een nominatieve subsidie aan Gezinsbond, de enige begunstigde in deze categorie. Impact op betrokken organisatie: geen.
B3 Autonome centra voor algemeen welzijnswerk:
Het voorstel is om dit luik te schrappen.
Het CAW is de enige organisatie die in deze categorie in aanmerking komt. De subsidie is mee opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst met het CAW Oost-Vlaanderen, waardoor deze categorie sindsdien zonder voorwerp is. Impact op betrokken organisatie: geen.
C1 Centra voor residentiële opvang en dagopvang van personen met een beperking, die een vervangingsinkomen genieten:
Het voorstel is om dit luik voorlopig te behouden in het reglement. Hoewel deze organisaties door de Vlaamse overheid worden erkend en gesubsidieerd, kunnen zij bijkomende ondersteuning door de lokale overheid gebruiken. Begunstigde organisaties: Raakzaam vzw (fusie Dagcentrum en Vesta), De Klokke vzw, Bijs vzw,Toontjeshuis vzw (eens opgestart). Impact op betrokken organisatie: geen.
C2 Centra voor residentiële opvang van thuislozen:
Het voorstel is om dit luik te schrappen. Het CAW is de enige organisatie die in deze categorie in aanmerking komt. De subsidie is mee opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst met het CAW Oost-Vlaanderen, waardoor deze categorie sindsdien zonder voorwerp is. Impact op betrokken organisatie: geen.
D: Professionele organisaties die ambulante begeleiding verstrekken aan personen met een beperking en E: Centra voor opvang in het kader van de bijzondere jeugdbijstand en centra voor opvoedkundige bijstand aan kansarme gezinnen:
Het voorstel is om dit luik voorlopig te behouden in het reglement. Hoewel deze organisaties door de Vlaamse overheid worden erkend en gesubsidieerd, kunnen zij bijkomende ondersteuning door de lokale overheid gebruiken. Begunstigde organisaties: CAR Het Veer, Fiola vzw, Tanderuis vzw, vzw De Steiger (Lenteweelde Belsele), CKG Het Open Poortje Waasland, vzw Spoor 56 -Tehuis Sint-Carolus, Dagcentrum Triangel. Impact op betrokken organisaties: geen.
F1 Seniorenverenigingen, F2 Zelfhulpgroepen, F3 Verenigingen voor personen met een beperking:
Het voorstel is om dit luik te
behouden en op te nemen in een nieuw subsidiereglement ter ondersteuning van vrijwilligersverenigingen in het welzijnsveld.
Begunstigde organisaties:
F1: diverse OKRA-afdelingen, Vlaamse actieve senioren Vl@s, NEOS, S-Sport Belsele, VIEF Sint-Niklaas;
F2: V.V.S.A. Waasland, Zelfhulpgroep Amazone, Zelfhulpgroep Hartpatiënten Waasland, Zelfhulpgroep Iets Trager, Stoma Club Waasland vzw, Ouders van een overleden kind vzw, Familiegroep dementie, De Companjong vzw, Weduwen en Weduwnaars Waasland;
F3: Belgische Vereniging voor Strijd tegen Muco, Ziekenzorg CM Sint-Niklaas/Samana Gewest Sint-Niklaas, Katholieke Vereniging Gehandicapten, Multiple Sclerose Liga Waasland, Vlaamse Federatie Gehandicaptenzorg, Waasvrienden Koninklijke Maatschappij voor Doven, Stan Waasland Trefpunt Verstandelijke Handicap.
Impact op betrokken organisaties: betrokken organisaties worden geïnformeerd en begeleid binnen het nieuwe subsidiereglement. Naarmate zij inspanningen doen om het Iedereen Mee-programma in hun werking te integreren, worden zij hiertoe financieel beloond.
F4 Vrijwilligersgroepen die ambulante begeleiding verstrekken of acties tegen achterstelling en/of onwelzijn ondernemen:
Het voorstel is om dit luik te schrappen. De facto wordt van deze categorie geen gebruik meer gemaakt. Groepen die van deze categorie gebruik zouden willen maken, kunnen terecht bij het subsidiereglement activiteiten en projecten Iedereen Mee.
F5A Consultatiebureaus Kind en Gezin:
Het voorstel is om dit luik voorlopig te behouden in het reglement. De vier consultatiebureaus krijgen een subsidie op basis van het aantal raadplegingen. Impact op betrokken organisaties: geen.
F5B Kruisverenigingen:
Het voorstel is om dit luik te schrappen. In deze categorie worden het Rode Kruis Sint-Niklaas en de Wase Hulpdienst gesubsidieerd. Omwille van het puntensysteem (met punten voor sociale werking, organisatie EHBO-cursussen, bekendmakings- en sensibiliseringsacties zoals opendeurdagen, bloed- en plasma-inzameling, bezoeken aan scholen, bestuursvergaderingen) gaat 86 % van de middelen naar het Rode Kruis. De Wase Hulpdienst slaakte reeds diverse noodkreten en is vragende partij voor meer financiering. Met het Rode Kruis loopt ook een samenwerkingsovereenkomst die binnenkort wordt hernieuwd, wat een reden is om deze categorie uit het reglement te schrappen. Aan de Wase Hulpdienst kan een nominatieve subsidie worden gegeven.
Impact op betrokken organisaties:
- Rode Kruis Sint-Niklaas: de toelage wordt geïntegreerd in de samenwerkingsovereenkomst;
- Wase Hulpdienst: nominatieve subsidie.
G: Instellingen met sociale kenmerken met een personeelsomkadering die werken rond sociale tewerkstelling:
Het voorstel is om dit luik voorlopig te behouden in het nieuw reglement, in één categorie: maatwerkbedrijven, met een subsidie die gebaseerd is op het aantal doelgroepwerknemers. Voor de Wase Werkplaats, die in vergelijking met de andere maatwerkbedrijven een zeer groot aantal doelgroepwerknemers in dienst heeft en derhalve niet kan vergeleken worden in een zelfde categorie, stellen we voor de bestaande regel te behouden, nl. een subsidie gebaseerd op het aantal inwoners. Andere begunstigde organisaties: vzw JOMI, Mo-Clean vzw, Groep Intro Maatwerk. Impact op betrokken organisaties: geen, behalve voor de Wase Werkplaats: afhankelijk van beslissing college.
H1 Participatie- en kennismakingsprojecten en H2 Kansarmoede-, achterstellings- en welzijnsprojecten:
Het voorstel is om dit luik te schrappen.
Deze projectfinanciering is geïntegreerd in het reglement Subsidiereglement activiteiten en projecten Iedereen Mee.
H3 Investeringstoelagen:
Het voorstel is om dit luik te schrappen.
Het budget hiervoor is eerder beperkt. Organisaties die in het kader van een project investeringsuitgaven hebben, kunnen dit verantwoorden binnen een aanvraag in het kader van het Subsidiereglement activiteiten en projecten Iedereen Mee.
Het gewijzigde reglement dat ter goedkeuring wordt voorgelegd, bevat de overblijvende en gewijzigde categorieën zoals hierboven uiteengezet, met name:
1. Voorzieningen die begeleiding, dagopvang of dagondersteuning en verblijf of woonondersteuning aanbieden voor personen met een handicap;
2. Voorzieningen in de bijzondere jeugdzorg;
3. Consultatiebureaus Kind en Gezin;
4. Maatwerkbedrijven.
Daarnaast wordt in een andere nota een nieuw reglement voor vrijwilligersverenigingen voorgelegd. De wijzigingen zijn budgetneutraal.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet lokaal sociaal beleid 9 februari 2018.
Gemeenteraadsbeslissing van 24 september 2010: stedelijk reglement welzijnstoelagen: nieuwe vaststelling.
Beleidsprogramma 2019-2024: 33: samenwerken met partners aan een sterk armoede- en welzijnsbeleid.
Strategisch programma Iedereen Mee.
het stedelijk reglement welzijnstoelagen, vastgesteld door de gemeenteraad op 24 september 2010, op te heffen.
het subsidiereglement voor welzijnsorganisaties goed te keuren.
Een exemplaar van het subsidiereglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
een nominatieve subsidie van 350 EUR te voorzien voor de Sint-Niklase afdeling van de Gezinsbond.
een nominatieve subsidie van 500 EUR te voorzien voor de Wase Hulpdienst.
Voorzitter Mia Mortier schorst de zitting gedurende 10 minuten.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Interpellatie van raadsleden Jos De Meyer en Steve Vonck.
Beantwoord door schepen Ine Somers.
Interpellatie van raadsleden Frans Wymeersch, Jos De Meyer, Steve Vonck en Gaspard Van Peteghem.
Beantwoord door schepen Ine Somers.
Interpellatie van raadsleden Frans Wymeersch en Jos De Meyer.
De meerderheid van de horecazaken in het centrum staat leeg. Dat deze sector het moeilijk heeft is zeker ook een gevolg van de coronamaatregelen de afgelopen periode.
De teloorgang was echter daar voor al bezig.
Er wordt nu gezocht naar remedies om de leegstand weg te werken maar blijkbaar tot nu toe zonder enig succes.
De stad heeft al pogingen ondernomen maar ook dat bracht geen zoden aan de dijk.
Het aanreiken van oplossingen kan mijns inziens maar lukken mits inbreng van de sector zelf.
Daarom ondermeer volgende vragen:
- welke inspanningen of pogingen heeft de stad al ondernomen?
- er was in eerste instantie interesse om op een aanbod van de stad in te gaan. Wat waren de redenen dat er niemand uiteindelijk op is ingegaan?
- is er overleg met de sector?
- heeft men al onderzocht waarom zo een groot aantal horecazaken leeg staan?
- zo neen, waarom niet. Zo ja wat is het resultaat en wat doet het college van burgemeester en schepenen hiermee ?
- heeft de stad ondertussen nieuwe ideeën? Zo ja, welke?
- is het gerucht over een zomerbar een gerucht of meer dan dat?
Deze interpellatie werd behandeld bij regulier agendapunt 15.
Bij de aanvang van de werken voor het rioproject in de Zwaanaardestraat in Sinaai werd er besloten om de Weimanstraat af te sluiten door middel van een bareel voor auto’s ter hoogte van de brug. Zelfde verhaal in de Keizerstraat. Met als gevolg dat er geen auto’s naar en van Stekene en Eksaarde door kunnen. Niet enkel het doorgaand verkeer heeft daar last van maar ook de inwoners van Sinaai zelf. Zeker de bewoners van de Keizerstraat.
Over de gebruikte signalisatie en de wijze waarop er mee wordt omgesprongen had ik graag een aantal bedenkingen en vragen gesteld.
Interpellatie van raadslid Anneke Luyckx.
Beantwoord door schepen Sofie Heyrman.
Woensdag 8 maart werd er ter gelegenheid van de Internationale vrouwendag een panelgesprek georganiseerd in kasteel Walburg door Vrouwencentrum vzw.
Graag had ik een aantal opmerkingen gemaakt en vragen gesteld.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Beantwoord door schepenen Filip Baeyens en Ine Somers en burgemeester Lieven Dehandschutter.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Naar verluidt zou onze stad dit jaar de stad van Reynaert geworden zijn. Dit is vrijwel in alle stilte gebeurd.
Als we de berichten moeten geloven gaat dit gepaard met allerlei activiteiten. De ene al wat bescheidener dan de andere. De doorsnee inwoner van deze stad is hier zelfs niet van op de hoogte, laat staan dat hij/zij ervoor zou warm lopen.
Kers op het denkbeeldige 'reinaertgebak' (de taart schrijf ik met hoofdletter), een massaspektakel op de terreinen van SVK (waarom nu niet op de markt?).
Het zou een 'eigentijdse' bewerking worden van het Reynaertverhaal.
Hoe is het mogelijk dat de stad deze gelegenheid niet te baat neemt om de stad publiekelijk de stempel van Reinaertstad te geven?
Rond deze figuur en in zijn historisch en literair kader zijn er zoveel mogelijkheden die de stad niet te baat neemt.
Onze stad speelt alle grote manifestaties kwijt of behandelt ze stiefmoederlijk, of in dit geval, neemt het de geboden kansen niet waar.
Hierover mijn vragen en bedenkingen.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Beantwoord door schepen Wout De Meester.
Interpellatie van raadsleden Frans Wymeersch, Kris Van der Coelden en Lore Baeten.
Beantwoord door schepen Wout De Meester.
Het is duidelijk dat de straat van de toekomst, geestelijk kind (niet het geestig kind) van onze groene hoofdschepen, letterlijk en figuurlijk een slag in het water is.
We willen hem ondervragen naar het hoe en waarom van een en ander, de toekomst van dit folieke en zijn eventuele verdere intenties in dezelfde richting.
Interpellatie van raadslid Johan Uytdenhouwen.
Beantwoord door schepenen Filip Baeyens en Peter Buysrogge.
Interpellatie van raadslid Johan Uytdenhouwen.
Op de gemeenteraad van 23 september vorig jaar informeerde ik naar de bereidheid van de schepen van cultuur tot invoering van, zoals de burgemeester het noemde, een cult(h)uurcheque om tussen te komen in de huur van zalen van cultuurverenigingen met een eigen infrastructuur.
Dit zou tegemoetkomen aan de nood aan bijkomende culturele ruimte voor onze verenigingen tegen een betaalbare prijs en zou zo de oneerlijke concurrentie van de overbevraagde stedelijke infrastructuur voor een stuk wegwerken.
De schepen was het idee genegen en beloofde te onderzoeken of er een systeem uit te denken viel dat gunstig was voor zowel huurder als verhuurder, met zelfs zo mogelijk een uitbreiding naar de sportinfrastructuur. De schepen vroeg daartoe enkele weken of een paar maanden de tijd. Intussen zijn we een half jaar verder. Graag verneem ik de stand van zaken.
Deze interpellatie werd behandeld tijdens de bespreking van interpellatie 1.
Cafés in onze stad en deelgemeenten hebben een sociale functie. Men kan er uiteraard een koffie, thee, frisdrank of biertje drinken. Zij hebben ook een 'sociale functie' in het stads- en dorpsleven. Voor sommige mensen zijn ze één van de weinige ontmoetingsplaatsen, vandaar hun 'verbindend karakter'.
Het is mede daarom goed dat een aantal herbergen op het Sint-Nicolaasplein opnieuw zullen openen. Dat het stadsbestuur dit faciliteerde was zinvol. Anderzijds stellen sommigen zich terecht de vraag of er niet gewerkt werd/wordt met twee maten en gewichten …
Vandaar mijn vragen:
- welke ondersteuning/subsidiëring was/is er hier voorzien en onder welke voorwaarden?
- worden soortgelijke initiatieven/subsidiëring ook elders in de stad en deelgemeenten voorzien?
Deze interpellatie werd niet behandeld, maar omgezet naar een schriftelijke vraag.
Op 12 mei is het zover: de allereerste Open Scholendag vindt dan plaats!
De Open Scholendag is een initiatief dat erop gericht is mensen warm te maken om les te geven, door hen al eens kort te laten proeven van een potentiële nieuwe werkomgeving.
De Vlaamse Overheid, en meer specifiek het Departement Onderwijs en Vorming, neemt de coördinatie op zich en hoopt zo zij-instromers en laatstejaars warm te maken voor een job als leerkracht mho op het huidige lerarentekort.
Alle scholen van alle onderwijsniveaus kunnen deelnemen en de concrete invulling van de Open Scholendag op maat uitwerken, en kunnen daarenboven nog eens rekenen op o.a. voorbereidend en promotioneel digitaal (beeld)materiaal, maar ook op artikels en tips over personeelsbeleid en zij-instromers.
Alle deelnemende potentiële leraren op hun beurt ontvangen via het departement na de Open Scholendag alle praktische info die nodig is om de laatste stappen naar het onderwijs te zetten: informatie over lerarenopleidingen, anciënniteit, bekwaamheidsbewijzen, vacatures …
Sint-Niklaas staat alom bekend als een heuse scholenstad, maar ongetwijfeld hebben ook onze talrijke warme scholen te kampen met een lerarentekort. Het lijkt me dus een evidentie om dit Vlaams initiatief te steunen, onze scholen te informeren en tegelijk ook de kwaliteit van onze Sint-Niklase scholen nog meer op de kaart te zetten.
Mijn vragen zijn dus:
- heeft de stad al stappen ondernomen om de scholen binnen ons grondgebied te informeren en eventueel aan te sporen om deel te nemen aan deze Open Scholendag? Er is nog tijd tot 30 maart voor de scholen om zich in te schrijven en aan te geven hoeveel bezoekers zij wensen te ontvangen;
- heeft de schepen weet van het aantal tot nu toe geïnteresseerde en/of ingeschreven scholen?
Meer informatie over de (organisatie van de) Open Scholendag: https://www.vlaanderen.be/lesgeven-is-alles-geven/nieuwsberichten/12-mei-2023-open-scholendag
Deze interpellatie werd behandeld tijdens de bespreking van interpellatie 11.
Sinds 1 februari worden de controles op het betaald parkeren uitgeoefend door een scanwagen. We ontvingen diverse reacties over fouten in de afhandeling. Graag kregen we een eerste evaluatie door het college, ondersteund door cijfers over het aantal geregistreerde overtredingen, het aantal klachten en het aandeel daarvan dat terecht was. Verder hebben we een aantal specifieke vragen.
Mevrouw Sofie Anthuenis is in dienst sedert 1 april 2013 met een contract van bepaalde duur van 1 april 2013 tot en met 31 maart 2018.
In zitting van 27 januari 2012 besliste de gemeenteraad bij de open verklaring van de functie dat de geselecteerde kandidaat een contract van vijf jaar zou aangeboden worden, inclusief een proefperiode van zes maanden. In zitting van 23 februari 2018 werd mevrouw Anthuenis aangesteld als voltijds contractueel ombudsvrouw, voor een tweede periode van vijf jaar en dit van 1 april 2018 tot en met 31 maart 2023. Aangezien mevrouw Sofie Anthuenis gunstig geëvalueerd wordt, wordt gevraagd haar aan te stellen als voltijds contractueel beleidsadviseur A1a-A3a (ombudsvrouw) met ingang van 1 april 2023 voor onbepaalde duur. De regels in de rechtspositieregeling met betrekking tot het functioneren en evalueren van de ombudsvrouw blijven van kracht.
Gemeentedecreet, artikelen 42 en 43.
Gemeenteraadsbeslissing van 27 november 2015 (met latere wijzigingen), houdende vaststelling van de rechtspositieregeling geldend voor het personeel van de stad Sint-Niklaas.
mevrouw Sofie Anthuenis, RRN 76.06.25-186.23, Joseph Lonckestraat 46, 9100 Sint-Niklaas, aan te stellen als voltijds contractueel beleidsadviseur A1a-A3a (ombudsvrouw), met ingang van 1 april 2023 voor onbepaalde duur.