In het centrum van de stad, tussen Pastoor De Meerleerstraat en Beneluxstraat, loopt een zachte doorsteek, voornamelijk bestaand uit steenslag, die plaatselijk gemengd is met baksteenpuin en/of aarde. De gronden zijn in eigendom van de stad.
Onderhavig dossier betreft de aanleg van een tweesporenpad. Na het opbreken van de bestaande verharding wordt een verharding aangelegd die bestaat uit cementbetonverharding (393 m²) en betongrasdallen (266 m²). De twee sporen zijn 1 m breed en worden aangelegd met cementbetonverharding, daartussen wordt de ruimte van circa 1 m breed opgevuld met grasbetontegels. De betonverharding bestaat uit een steenslagfundering met een dikte van 0,30 m met daarop een geborstelde betonlaag met een dikte van 0,20 m. De betongrasdallen worden gelegd op een legbed van 60 % steenslag, 30 % kleikorrels en 10 % groencompost.
Er wordt een ontwerp van rooilijnplan toegevoegd, de weg wordt aangelegd tussen de rooilijnen. De breedte tussen de rooilijnen varieert van circa 3,83 m tot maximaal circa 5,66 m.
De weg is bestemd voor niet-gemotoriseerd verkeer, alleen voor aangelanden is plaatselijk gemotoriseerd verkeer toegelaten. In het midden van de wegel wordt een flexibele paaltje geplaatst om doorgaand verkeer onmogelijk te maken. Het aanleggen van deze weg vereist een besluit van de gemeenteraad over de zaak der wegen.
Het tracé, de aanleg en de uitrusting van de weg zijn niet in overeenstemming met de voorschriften van het bpa. In toepassing van artikel 4.4.9/1 VCRO is het echter mogelijk af te wijken van de voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat ouder is dan 15 jaar. Overeenkomstig artikel 4.4.7 VCRO § 2 mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
De impact van het verharden van een wegel die reeds lang in gebruik is, is beperkt in aard en in omvang. Het verbeteren van de aanleg van de wegel draagt bij aan een veiliger gebruik voor zachte weggebruikers, terwijl deze tegelijkertijd bruikbaar blijft voor gemotoriseerd verkeer voor de aangelanden. Door het plaatsen van een paaltje wordt verhinderd dat de weg als sluipweg zou worden gebruikt. De uitrusting die werd gekozen laat waterinsijpeling toe, net als het begroeien van de middenstrook en de niet verharde zijkanten. De impact is dus beperkt.
Er werden naar aanleiding van het openbaar onderzoek geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend. Alle adviesinstanties verlenen een (voorwaardelijk) gunstig advies.
De aanvraag is stedenbouwkundig aanvaardbaar en passend in de omgeving, indien aan de opgelegde voorwaarden wordt voldaan.
Advies omgevingsambtenaar (stedenbouw): het college van burgemeester en schepenen kan de vergunning pas verlenen of weigeren nadat de gemeenteraad een uitspraak heeft gedaan over de zaak van de weken. De heraanleg van de weg leidt tot meer veiligheid voor de zwakke weggebruiker. Het rooilijnplan voldoet aan de geldende normen. Om die redenen wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om het ontwerp van voorliggend rooilijnplan en aanleg en uitrusting van de wegenis vast te stellen.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met uitvoeringsbesluiten.
Besluit betreffende de omgevingsvergunning en uitvoeringsbesluiten.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
in toepassing van artikel 31 van het omgevingsdecreet en artikel 12 § 2 van het decreet houdende de gemeentewegen akkoord te gaan met het rooilijnplan van Pastoor De Meerleerstraat, 4de afdeling, sectie D, nrs. 2444 a en b, 2445 a, b en c, 761 l2, 756, t, x, y.
Een exemplaar van de ontwerpplannen wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.