Op 27 augustus 2023 vond tijdens het buurtcafé in de Bomenwijk een voorstelling plaats van het speel- en onthardingsproject in de Berkenlaan.
Bedoeling is om de centrale openbare groenzone die omringd wordt door de twee rijbanen van de Berkenlaan in te richten tot speelplein met speeltoestellen waarbij één rijbaan rond het plein wordt opgeheven zodat het verkeer in enkel nog langs één kant rond het plein kan circuleren.
Volgens de onlangs geplaatste informatieborden starten de werken dit najaar.
1. Omgevingsvergunningsplicht
Op mijn vraag naar de omgevingsvergunning voor dit project, antwoordde de schepen dat de dienst vergunnen ervan uitgaat dat dit project van een omgevingsvergunning is vrijgesteld op grond van artikel 8.1 van het Vrijstellingenbesluit van 16 juli 2010. De schepen verwees hiervoor naar een ingewonnen juridisch advies.
Daarin wordt gesteld dat voor onder meer de herinrichting van openbare terreinen voor recreatie geen omgevingsvergunning nodig is als er geen gebouwen worden opgericht en als de herinrichting eigen is aan de functie van het terrein.
Deze visie gaat m.i. uit van de foutieve stelling dat het huidige plein reeds een terrein voor recreatie is dat thans wordt heringericht. Het huidige terrein is echter een openbare groenzone in de zin van artikel 8.1, 2° Vrijstellingenbesluit die wordt uitgebreid en via speeltoestellen heringericht wordt naar een openbaar terrein voor recreatie in de zin van artikel 8.1, 3° Vrijstellingenbesluit. Het gaat dus niet om een herinrichting die eigen is aan de huidige functie van het terrein.
Bovendien wordt het terrein effectief uitgebreid wat dus in strijd lijkt met de vrijstellingsvoorwaarde van artikel 8.2, 2° Vrijstellingenbesluit.
Het project lijkt dus niet vrijgesteld te zijn van een omgevingsvergunning.
Blijft de schepen bij zijn standpunt?
2. Opheffing van een gemeenteweg
De ontharding waarvan sprake in het project komt neer op de opheffing van een gedeelte van de Berkenlaan.
Dit dient overeenkomstig het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019 te gebeuren door een besluit tot opheffing van de rooilijn. Het is daarbij de bevoegdheid van de gemeenteraad om op voorstel van het schepencollege te besluiten tot opheffing van een gemeenteweg (artikel 20 e.v. Gemeentewegendecreet).
Na de voorlopige vaststelling door de gemeenteraad van het ontwerp van grafisch plan tot opheffing van een gemeenteweg volgt binnen de dertig dagen een openbaar onderzoek gedurende dertig dagen waarna de gemeenteraad binnen de zestig dagen het plan tot opheffing definitief kan vaststellen.
De opheffingsprocedure neemt dus een viertal maanden in beslag.
Het voornemen om te starten met de werken in het najaar, lijkt niet verenigbaar met de doorlooptijd voor de opheffing van het stukje Berkenlaan.
Is de schepen van oordeel dat de ontharding kan plaatsvinden met miskenning van de opheffingsprocedure van een gemeenteweg zoals voorgeschreven door het gemeentewegendecreet?