Algemene aanpassingen: de algemene aanpassingen van de rechtspositieregeling (RPR) en arbeidsreglement (AR) hebben betrekking op:
- kindbegeleiders moeten de werkgever op de hoogte brengen van het feit dat ze voorwerp uitmaken van een strafrechtelijk onderzoek (verplichting vanuit de hogere overheid). Ze krijgen na indiensttreding ook drie jaar de tijd (in plaats van twee) om te voldoen aan alle kwalificatievereisten voor erkenning door Kind en Gezin;
- persoonlijkheidsvragen zijn geen eliminerend selectie-onderdeel (enkel adviserend);
- evaluatoren mogen niet in hun inloopperiode zitten;
- bij het volgen van vorming wordt de werkelijke verplaatsingstijd meegerekend als werktijd;
- uitbreiding van de bewijsmogelijkheden met betrekking tot relevante ervaring bij andere werkgevers;
- invoering van het omstandigheidsverlof bij zwangerschapsverlies;
- geven van bloed, plasma, gebeurt in principe buiten de werktijd, tenzij het niet anders kan;
- aanpassing van de berekening van het vakantiegeld naar aanleiding van de overgang naar het publiek vakantiestelsel voor iedereen;
- arbeidsreglement: opname van de coördinaten van de nieuwe vertrouwenspersonen.
Aanpassingen met betrekking tot interne personeelsmobiliteit:
één van de acties in het kader van het optimalisatietraject van de afdeling personeel is het uitwerken van een intern mobiliteitsbeleid. Dit is een belangrijk aandachtspunt in het kader van talentontwikkeling (VTO), wendbaarheid van de organisatie en behoud van personeel op een krappe arbeidsmarkt. Via interne mobiliteit kunnen personeelsleden zich gedurende hun loopbaan bewegen binnen onze organisatie en er een andere functie opnemen. Hierdoor kunnen ze talenten en competenties toepassen die ze in een eerdere functie niet konden gebruiken, met andere collega’s samenwerken en nieuwe loopbaanmogelijkheden verkennen.
De bedoeling is om werk te maken van een interne arbeidsmarkt om zoveel mogelijk medewerkers loopbaanperspectieven te bieden, kansen te geven en hen te behouden door in te zetten op intern aanwezig talent bij het invullen van bestaande en/of nieuwe vacatures binnen de organisatie.
Vacatures zullen, in overleg met de clustermanagers, eerst intern gepubliceerd en ingevuld worden via een procedure van interne mobiliteit. Onder interne mobiliteit voor de invulling van een vacature wordt verstaan: de heraanstelling van een personeelslid in een vacante betrekking van de personeelsformatie in hoogstens dezelfde graad of in een andere graad van dezelfde rang is ingedeeld. Met andere woorden betreft het een invulling van een functie met dezelfde weddeschaal. Dit gebeurt door een interne oproep die tweemaal per jaar plaatsvindt. De planning van de selecties wordt zo opgemaakt dat er geen of slechts een beperkte invloed is op de timing voor de invulling van de vacatures (zie schema in bijlage).
Om het huidige proces van interne mobiliteit efficiënter te maken, worden enkele bepalingen in de rechtspositieregeling aangepast:
- er wordt voorgesteld om na een invulling via interne mobiliteit een inloopperiode van maximum drie maanden te voorzien (artikel 138). Dit biedt meer zekerheid voor de dienst en het personeelslid om te bekijken of er een match is tussen de werknemer en de jobinhoud. De inlooptijd kan maximum één keer verlengd worden. Het personeelslid kan ambtshalve loopbaanverlof krijgen in zijn/haar vorige functie tijdens deze periode;
- om deel te kunnen nemen mag de werknemer de voorbije twee jaar geen ongunstige evaluatie gehad hebben. Een bijkomende voorwaarde wordt: niet in een evaluatietraject zitten (artikel 139);
- jury: bij interne mobiliteit bestaat de examenjury uit minimum twee leden, waarvan één selectiedeskundige (de aanstellende overheid beslist zoals steeds over samenstelling van de jury).
Deze voorstellen werden gunstig geadviseerd door het managementteam en de vakorganisaties.
De nieuwe werkwijze zal na ongeveer één jaar (twee publicatierondes van vacatures) geëvalueerd worden. Indien de evaluatie positief is, zal bekeken worden hoe bevordering kan worden toegevoegd aan de oproep op de interne arbeidsmarkt.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 77 en 78.
Besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen en latere wijzigingen.
Rechtspositieregeling geldend voor het personeel van de stad Sint-Niklaas
de voorgestelde wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed te keuren.
Een exemplaar van de rechtspositieregeling wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.