Stad Sint-Niklaas treedt voor specifieke opdrachten op als aanbestedende overheid en penhouder bij occasioneel gezamenlijke opdrachten. Ten gevolge hiervan wenst de stad Sint-Niklaas een algemene samenwerkingsovereenkomst voor occasioneel gezamenlijke opdrachten op te stellen waarin de wijze van samenwerking en aansprakelijkheid tijdens de plaatsingsprocedure wordt vastgelegd. De overeenkomst betreft een kader-samenwerkingsovereenkomst voor toekomstige occasioneel gezamenlijke (overheids)opdrachten.
Overeenkomstig artikel 48 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, komen de betrokken partijen overeen om occasioneel gezamenlijke overheidsopdrachten te organiseren. Ter uitvoering hiervan wordt een kader-samenwerkingsovereenkomst opgesteld, waarin de wederzijdse rechten en verplichtingen van de partijen duidelijk worden vastgelegd.
Deze overeenkomst heeft tot doel de samenwerking tussen de partijen juridisch te structureren en de verantwoordelijkheden tijdens de gunningsprocedure te verduidelijken. In het bijzonder wordt Stad Sint-Niklaas hierdoor beschermd, aangezien alle kosten en risico’s die voortvloeien uit de gezamenlijke procedure gedragen worden door alle deelnemende partijen, die hiervoor hoofdelijk aansprakelijk zijn. Om deze risico's in te dekken wordt voorgesteld afzonderlijke samenwerkingsovereenkomsten met individuele partijen goed te keuren.
Europese richtlijn 2011/7/EU van 16 februari 2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties.
Wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken.
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandeling.
Wet van 17 juni 2013, rechtsbeschermingswet overheidsopdrachten, betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
Wet van 16 februari 2017 betreffende de wijziging van de rechtsbeschermingswet overheidsopdrachten van 17 juni 2013.
Wet van 17 juni 2016, overheidsopdrachtenwet, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, in het bijzonder artikel 48.
Wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 77 en 78.
Koninklijk besluit van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991.
Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 inzake plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
Koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 19 december 2024 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.
En alle latere wetgevende aanvullingen en aanpassingen geldig op datum van bekendmaking.
de algemene samenwerkingsovereenkomst voor occasioneel gezamenlijke opdrachten goed te keuren, waarin de wijze van samenwerking en aansprakelijkheid tijdens de plaatsingsprocedure en de uitvoering van de opdracht wordt vastgelegd.
Een exemplaar van de overeenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
het vast bureau namens de raad voor maatschappelijk welzijn te machtigen deze samenwerkingsovereenkomst met afzonderlijke, individuele partijen goed te keuren.