Een veranderende stad in groei en dynamiek brengt heel wat uitdagingen met zich mee. Ook op vlak van ruimtelijke ordening of omgeving is dit de laatste jaren enorm voelbaar met nieuwe regelgevingen op Vlaams en lokaal niveau. Als we allemaal samen een steentje duurzaamheid bijdragen, kan er nog heel wat gebouwd en verbouwd worden.
Echter dienen hiervoor onze inwoners en bedrijven zich in een goed gestructureerde omgevingen te bevinden. In onze stad zijn immers heel wat zonevreemde woningen en bedrijven die zich vandaag in het agrarische gebied bevinden (de gewone agrarische en de landschappelijk waardevolle gebieden).
Het verplaatsen van al die zonevreemde bedrijfsactiviteiten zou betekenen dat bv de site van SVK wel eens volledig zou ingevuld kunnen zijn met deze bedrijven waardoor we geen nieuwe bedrijven met de bijhorende tewerkstelling kunnen aantrekken.
In het verleden zijn er reeds enkele RUPS geweest van zonevreemde bedrijven in agrarisch gebied die een uitbreiding van de activiteit hebben verkregen en dit met de voorwaarde dat ze zich landschappelijk inkleden. Ook zijn er reeds heel wat vergunningen verleend voor het verbouwen of herbouwen van woningen, zelfs met uitbreiding van het bestaande bouwvolume tot het gereglementeerde volume van 1000m³.
De agrarische ondernemers hebben geen probleem met de aanwezigheid van voornoemde entiteiten als dit de hoofdfunctie van het agrarisch gebied niet ondermijnd. Onze land- en tuinbouwsector is een belangrijke “economische” schakel in onze samenleving en is één van de koplopers in het duurzaam produceren van voedsel in de wereld. Maximale rechtszekerheid en ruimte voor de land- en tuinbouwsector om te ondernemen is essentieel. Elke land- en tuinbouwer moet de keuze hebben of deze ruimte aangewend wordt voor een primair inkomen (voedselproductie) of een secundair inkomen (verbrede land- en tuinbouw). Dit in hoofd-of nevenberoep.
De land-en tuinbouwsector dient constant te kunnen anticiperen op de steeds veranderende uitdagingen waar land en tuinbouw voor staat, om maar enkele vb op te noemen:
- de energietransitie met als eerste voorbeeld de agrivoltaïcs of agrofotovoltaïek. Een baanbrekende praktijk die landbouw combineert met opwekking van fotovoltaïsche energie. Door het installeren van zonnepanelen naast of boven gewassen kunnen energieplatformen gebouwd worden die buurten voorzien van stroom. De eerste projecten hiervan zijn reeds in werking in Vlaanderen;
- de impact van het klimaat kant als tweede voorbeeld aangehaald worden. Er zullen zich steeds meer nattere en droge periodes voordoen met als gevolg teveel of te weinig water. Hierdoor zal wateropslag de komende jaren steeds belangrijker worden en zien we reeds hier en daar grote waterbassins in de agrarische ruimte naar voor komen.
Mogen wij verwachten dat land-en tuinbouw en de huidige bedrijfszetels in het toekomstig agrarisch gebied de hoofdfunctie behoud met alle nodige ontwikkelingskansen, zonder dat dit de hoofdfunctie ‘landbouw’ ondermijnt en dat andere functies kunnen blijven maar van ondergeschikt belang zijn?
Hoe zal stad Sint-Niklaas deze toekomst voor agrarische gebieden invullen?