Terug
Gepubliceerd op 15/01/2020

2019_IP_00093 - Interpellatie van raadslid Johan Uytdenhouwen: Afwijken van oude BPA voorschriften in functie van meer ruimtelijk rendement (art. 4.4.9/1 VCRO) - beleidsintenties

gemeenteraad
vr 23/08/2019 - 19:00 gemeenteraadzaal
Behandeld

Samenstelling

Aanwezig

Mia Mortier, Lieven Dehandschutter, Wout De Meester, Peter Buysrogge, Ine Somers, Marijke Henne, Carl Hanssens, Bart De Bruyne, Filip Baeyens, Sofie Heyrman, Jos De Meyer, Gaspard Van Peteghem, Frans Wymeersch, Kris Van der Coelden, Christel Geerts, Roland Pannecoucke, Julien Ghesquière, Ilse Bats, Marc Huys, Bart Merckx, Maxime Callaert, Veerle De Beule, Hasan Bilici, Luk Huys, Kelly Van Elslande, Jan Snellings, Filip Herman, Aster Baeck, Johan Uytdenhouwen, Saloua El Moussaoui, Kristof Van Gansen, Jef Maes, Vanessa Blommaert, Anneke Luyckx, Tchantra Van De Walle, Freyja De Rijcke, Koen De Smet, Karel Noppe, Johan Verhulst

Afwezig

Bart Foubert, Alex  Lemmens

Verontschuldigd

Femke Pieters, Lore Baeten, Ronan Rotthier

Secretaris

Johan Verhulst

Voorzitter

Mia Mortier
2019_IP_00093 - Interpellatie van raadslid Johan Uytdenhouwen: Afwijken van oude BPA voorschriften in functie van meer ruimtelijk rendement (art. 4.4.9/1 VCRO) - beleidsintenties 2019_IP_00093 - Interpellatie van raadslid Johan Uytdenhouwen: Afwijken van oude BPA voorschriften in functie van meer ruimtelijk rendement (art. 4.4.9/1 VCRO) - beleidsintenties

Motivering

Indiener(s)

Johan Uytdenhouwen

Gericht aan

Wout De Meester

Tijdstip van indienen

vr 02/08/2019 - 13:36

Toelichting

Het college van burgemeester en schepenen mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een BPA voor zover dit ouder dan 15 jaar is op het ogenblik van de indiening van de aanvraag en de afwijkingen geen betrekking hebben op wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden. (Artikel 4.4.9/1 VCRO)
Deze afwijkingsmogelijkheid werd ingevoerd naar analogie met de regeling voor oude verkavelingen om op die manier via verdichting, renovatie en hergebruik een hoger ruimtelijk rendement te bereiken.
Een recente decreetswijziging (Verzameldecreet 26 april 2019) geeft de gemeenteraad evenwel de temperende bevoegdheid om de afwijkingsmogelijkheid voor bepaalde oude BPA's toch in zijn algemeenheid uit te sluiten.
Uit de gegevens via een schriftelijke vraag opgevraagd bij onze dienst vergunnen blijkt dat in anderhalf jaar tijd sinds de regeling van kracht is, twaalf maal een beroep is gedaan op deze afwijkingsmogelijkheid. In drie van deze dossiers is de afwijking geweigerd door het schepencollege.
Zo werd bijvoorbeeld een vergunning in de kern van Sinaai geweigerd voor het bouwen van twee woningen in een gesloten bebouwing in plaats van één woning in een halfopen bebouwing (BPA Papenackerwijck). Deze vorm van verdichting werd geweigerd om redenen van goede ruimtelijke ordening van het perceel gelegen in het buitengebied.
In de binnenstad werd de vergunning geweigerd voor een project dat een extra vijfde bouwlaag wou realiseren en een teruggetrokken zesde bouwlaag in afwijking van BPA Centrum II dat slechts vier verdiepingen en een technische laag toelaat. Motivatie was hier dat de afwijking gericht is op rendement maar de negatieve impact op het monument vergroot.
De toegestane afwijkingen die wel tot een vergunning hebben geleid, hadden voornamelijk betrekking op van een BPA afwijkende functies of bouwdieptes.
Er is dus vast te stellen dat in twee projecten waar de aanvraag duidelijk gericht was op verdichting en rendementsverhoging, de afwijking van het oude BPA door het college werd geweigerd.
- Kaderen deze twee weigeringsbeslissingen in een ruimere gemeentelijke ruimtelijke beleidsvisie waarbij het schepencollege ervoor opteert op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas niet in te zetten op rendementsverhoging en verdichting in de kernen van de stad en de deelgemeenten?
- Zal het college in voorkomend geval gebruik maken van de temperingmogelijkheid ingevolge de recente decreetswijziging en aan de gemeenteraad voorstellen om de afwijkingsmogelijkheid van artikel 4.4.9./1 VCRO uit te sluiten voor bepaalde oude BPA's waarvoor het college deze afwijkingmogelijheid gericht op rendementsverhoging niet wenselijk acht?