De grote beleidsambities van het mobiliteitsplan zijn het verhogen van de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid. Door het verkeer te leiden op de verkeersassen worden woonstraten ontlast van oneigenlijk verkeer, wat de verkeersleefbaarheid verhoogt. Die verkeersassen moeten zo ingericht worden dat er vlot en veilig verkeer mogelijk wordt. De verkeersassen zijn de invalswegen naar de stad. Om hun functie zo veel als mogelijk af te dwingen worden deze assen voorrangsassen en geldt er een snelheidsbeperking van 50 km/u. Op die manier krijgen zij een hoger verkeersstatuut dan de woonwijken. In die zin wordt Driegaaienstraat als voorrangsas ingericht.
Het inzetten op de fiets als stedelijk vervoermiddel is één van de vier pijlers binnen het mobiliteitsplan. Er wordt dan ook volop ingezet op een integraal fietsbeleid. Een belangrijk onderdeel van het fietsbeleid is de uitbouw van een samenhangend, veilig en comfortabel fietsnetwerk. Om dit netwerk op een goede kwalitatieve manier uit te tekenen werkte de stad een fietsinfrastructuursstudie uit. Fietsstraten worden hierin gezien als lijm binnen het fietsnetwerk. Door de fietser als hoofdgebruiker te definiëren, wordt bovendien de dominante positie van de auto in de stad verminderd. Momenteel heeft de stad acht fietsstraten waarvan het Stationsplein er één is. Op het Stationsplein geldt het principe van de voorrang van rechts. Dit zorgt voor comfortverlies voor de fietser. Daarom wordt in het aanvullend reglement op het verkeer de voorrangssituatie op het Stationsplein herzien.
Naar aanleiding van de gewijzigde voorrangsregimes wordt het aanvullend reglement gewijzigd.
Volgende straten worden gewijzigd:
- Driegaaienstraat;
- Mercatorstraat;
- Pater Segersstraat;
- Prins Albertstraat;
- Stationsplein;
- Verzusteringslaan.
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.
Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009.
met algemene stemmen (39)
het stedelijk aanvullend reglement op het verkeer van 24 februari 1995, met latere wijzigingen, op te heffen wat betreft volgende straten:
- Driegaaienstraat;
- Mercatorstraat;
- Pater Segersstraat;
- Prins Albertstraat;
- Stationsplein;
- Verzusteringslaan.
het stedelijk aanvullend reglement op het verkeer van 24 februari 1995, met latere wijzigingen, aan te vullen met nieuwe verkeersmaatregelen wat betreft volgende straten:
- Driegaaienstraat;
- Mercatorstraat;
- Pater Segersstraat;
- Prins Albertstraat;
- Stationsplein;
- Verzusteringslaan.
dit aanvullend reglement ter kennisgeving over te maken aan de afdeling Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid.