Terug
Gepubliceerd op 27/01/2020

2019_GR_00420 - Gemeentebelastingen: aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting: goedkeuring

gemeenteraad
do 19/12/2019 - 19:00 gemeenteraadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Mia Mortier, Lieven Dehandschutter, Wout De Meester, Peter Buysrogge, Ine Somers, Marijke Henne, Carl Hanssens, Bart De Bruyne, Filip Baeyens, Sofie Heyrman, Gaspard Van Peteghem, Frans Wymeersch, Kris Van der Coelden, Christel Geerts, Julien Ghesquière, Ilse Bats, Marc Huys, Bart Foubert, Bart Merckx, Maxime Callaert, Veerle De Beule, Femke Pieters, Hasan Bilici, Luk Huys, Kelly Van Elslande, Jan Snellings, Filip Herman, Aster Baeck, Johan Uytdenhouwen, Lore Baeten, Saloua El Moussaoui, Kristof Van Gansen, Jef Maes, Vanessa Blommaert, Anneke Luyckx, Tchantra Van De Walle, Freyja De Rijcke, Koen De Smet, Karel Noppe, Johan Verhulst

Verontschuldigd

Jos De Meyer, Roland Pannecoucke

Secretaris

Johan Verhulst

Voorzitter

Mia Mortier
2019_GR_00420 - Gemeentebelastingen: aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting: goedkeuring 2019_GR_00420 - Gemeentebelastingen: aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting: goedkeuring

Motivering

Argumentatie

- Het is toegestaan om de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor meerdere jaren vast te stellen. Van deze mogelijkheid wordt hier gebruik gemaakt.
- Inzake het doel van deze belasting:
Deze belasting draagt bij aan de algemene financiering van de stad. Voor de aanslagjaren 2020 en 2021 blijft het percentage behouden. Gelet op de financiële toestand van de stad zal het percentage vanaf het aanslagjaar 2022 dalen.

Juridische grond

Grondwet, artikel 170 § 4.
Decreet lokaal bestuur, artikel 40 § 3.
Wetboek van de inkomstenbelastingen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992 en bekrachtigd bij wet van 12 juni 1992.
Ministeriële onderrichtingen ter zake.

Besluit

met 33 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, CD&V, sp.a en PVDA) en 6 stemmen tegen (Vlaams Belang)

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2021 een aanvullende belasting te vestigen ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 2

de belasting vast te stellen op 8,50 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar;
deze belasting te vestigen op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

Artikel 3

de vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting door het toedoen van het bestuur der directe belastingen te laten geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.