Het ongevraagd en systematisch verspreiden van ongeadresseerd reclamedrukwerk en gelijkgestelde producten in alle brievenbussen of op de openbare weg is nadelig voor het milieu, verhoogt het volume papierafval en brengt bijkomende kosten voor onder meer afhaling en verwerking mee. De hernieuwing van deze belasting valt onder toepassing van actieplan 25 (minder afval produceren) van het beleidsprogramma 2019-2024. Dit belastingreglement heeft dus een ecologisch doel, namelijk de papierberg beperken, waarbij het principe 'de vervuiler betaalt' wordt gehanteerd. In toepassing van actieplan 44 (belastingen en premies doorlichten en hervormen) van het beleidsprogramma 2019-2024 is dit belastingreglement opnieuw geëvalueerd en worden een aantal gerichte aanpassingen doorgevoerd. Tevens is het budgettair noodzakelijk een belasting te heffen die toelaat de uitgaven van de gemeente in het algemeen te financieren. De heffing van de belasting zelf moet efficiënt en rendabel zijn. Aldus moeten de belastingopbrengsten de administratieve kosten, verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen, dekken.
Er is geen aangifteplicht, vermits er voor geopteerd werd om voor deze belasting te werken met forfaitaire aantallen van verspreide exemplaren. Deze aantallen zullen aangepast worden door het college van burgemeester en schepenen telkens de nieuwe aantallen werden bekomen van de diensten van bpost.
Wel is een clausule opgenomen, waarbij vermindering kan bekomen worden wanneer men kan bewijzen dat het aantal exemplaren dat effectief verspreid is, lager is dan het forfaitaire aantal.
Voor het verzamelen van de gegevens zijn door het college van burgemeester en schepenen personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van het belastingreglement.
Er wordt differentiatie in de tarieven voorzien om te vermijden dat de verspreiding van reclamedrukwerken of gelijkgestelde producten evenveel zou kosten, ongeacht het aantal bladzijden dat het drukwerk of het product bevat. Daarom wordt de belasting berekend per gewicht van het drukwerk of product.
Inzake de vrijstellingen en verminderingen van deze belasting:
- Lokale handelaars verspreiden in hun buurt reclamedrukwerk over lokale acties. Dit gebeurt meestal met drukwerk van één blad, dat gewoonlijk minder dan 10 gram weegt. Om de lokale handel te bevorderen is het billijk om dergelijke lokale acties, die slechts een beperkt publiek bereiken, van de belasting vrij te stellen. Om die reden wordt een nultarief voorzien voor alle reclamedrukwerken en gelijkgestelde producten die maximaal 10 gram wegen.
- De vrijstelling voor drukwerken in het kader van notariële bekendmakingen, volksraadplegingen, burgerinitiatieven, publicaties zonder commerciële doeleinden, of wanneer de verspreiding van drukwerken uitgaat van politieke partijen, onderwijsinstellingen van de stad, of van handelaars die hinder ondervinden van infrastructuurwerken in de stad, kan gemotiveerd worden door de aard van het drukwerk of door de reden voor of de opdrachtgever van de verspreiding van het drukwerk.
- Bepaalde reclamedrukwerken bevatten ook streeknieuws of andere redactionele artikelen. Proefondervindelijk is vastgesteld dat de reclame die dergelijke drukwerken bevatten, beperkt blijft tot 30 % van het volledige drukwerk. Daarom is het te verantwoorden om vermindering van de belasting te verlenen door in dergelijke gevallen het belastbaar gewicht van het drukwerk te beperken tot 30 % van het effectief gewicht.
- Zoals hiervoor gesteld kan vermindering van de belasting bekomen worden wanneer men kan bewijzen dat het aantal exemplaren dat effectief verspreid is, lager is dan het forfaitaire aantal. De aanvraag om vermindering is wel gebonden aan een aantal voorwaarden.
Het is noodzakelijk gebleken om alle natuurlijke of rechtspersonen die bij de verspreiding van het reclame-drukwerk of van het gelijkgesteld product zijn betrokken, op te nemen als mogelijke belastingplichtige, zodat de betaling van de belastingschuld steeds kan gevorderd worden van een van de betrokkenen.
Deze belasting zou in principe een uitdovend karakter moeten hebben: ze zou automatisch ten einde lopen, wanneer de papierberg verdwijnt. Evenwel moet worden opgemerkt dat, hoewel er een vermindering in het aantal verspreidingen kan worden vastgesteld, deze vermindering toch beperkt blijft. Om een nog beter resultaat te kunnen bekomen, is een hogere belastingaanslag een middel. Daarom is het te verantwoorden om de tarieven in elke gewichtsklasse te verhogen met 0,0025 EUR, en om de minimale aanslag te verdubbelen.
Grondwet, artikelen 41, 162 en 170 § 4.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere aanvullingen en/of wijzigingen.
Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, met latere aanvullingen en/of wijzigingen.
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaal kringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) , met latere aanvullingen en/of wijzigingen.
Gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2015 houdende invoering van het reglement op de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten, met latere aanvullingen en/of wijzigingen.
met 32 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, CD&V en sp.a) en 7 onthoudingen (Vlaams Belang en CD&V)
met ingang van 1 januari 2020 het reglement op de gemeentebelasting op de verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten goed te keuren.
Een exemplaar van het reglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.