Het is noodzakelijk gebleken om de benaming van het belastingreglement te wijzigen (van tweede verblijven naar tweede verblijven en weekendverblijven).
De stad levert heel wat inspanningen voor personen die niet zijn ingeschreven in de stedelijke bevolkingsregisters of het wachtregister, maar die er toch dikwijls verblijven en dus ook gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en de dienstverlening. Wie niet is ingeschreven, wordt er ook niet aangeslagen in de aanvullende personenbelasting.
Een belasting op tweede verblijven en weekendverblijven kan gelden als stimulans om de woongelegenheden in de stad effectief als hoofdverblijfplaats aan te wenden en op die manier het residentieel wonen te beschermen en de sociale cohesie te versterken, die in het gedrang komt wanneer woongelegenheden alleen occasioneel of in bijkomende orde worden gebruikt.
Ook wanneer men wel ingeschreven is in de bevolkingsregisters of het wachtregister, maar een tweede verblijf of een weekendverblijf tot beschikking heeft, maakt men op de locatie van dit verblijf gebruik van de stedelijke infrastructuur en dienstverlening.
Het is wenselijk om een bijdrage te vragen in de financiering van de gemeentelijke uitgaven ten laste van deze personen.
Tevens is het budgettair noodzakelijk een belasting te heffen die toelaat de uitgaven van de gemeente in het algemeen te financieren. De heffing van de belasting zelf moet efficiënt en rendabel zijn. Aldus dienen de belastingopbrengsten de administratieve kosten verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen te dekken.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen tweede verblijven en weekendverblijven.
Een tweede verblijf wordt omschreven als elke woning op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas die (sporadisch) wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie, maar waar niemand is ingeschreven of kan ingeschreven worden in de bevolkingsregisters of het wachtregister. In deze gevallen gaat het derhalve over woningen die bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande. Het (sporadisch) gebruik in overeenstemming met de woonfunctie moet door de gebruiker worden bewezen.
Tevens wordt gedefinieerd welke woningen niet als tweede verblijf worden beschouwd: woningen op de inventaris leegstand en woningen die dienst doen als verblijfplaats tijdens een wachtdienst. Voor deze laatste groep woningen geldt immers dat men bij een wachtdienst verplicht moet kunnen beschikken over een volledig uitgeruste verblijfplaats (onder andere ten gevolge van het ARAB).
Een weekendverblijf wordt omschreven als elk verblijf andere dan woning op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas dat in hoofdzaak bestemd is voor en gebruikt wordt als verblijf voor recreatieve of gelijkaardige doeleinden, en dat niet voor bewoning bestemd is of kan bestemd worden. In deze gevallen gaat het vooral over panden voor recreatie, waar niet kan gewoond worden.
De reden van dit onderscheid is vooral voor de bepaling van de belastingtarieven van belang.
De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastbaarheid.
De belasting wordt gevorderd van de eigenaar van het tweede verblijf of het weekendverblijf, zelfs wanneer het verblijf verhuurd wordt of door een derde feitelijk gebruikt wordt.
Een tweede verblijf is een woning, terwijl een weekendverblijf niet voor bewoning bestemd is of kan bestemd worden. Dit onderscheid in mogelijkheden en waarde verantwoordt het feit dat een tweede verblijf hoger belast wordt dan een weekendverblijf.
Daarnaast is het feit of de gebruiker van het tweede verblijf of het weekendverblijf wel of niet in de stad gedomicilieerd is, eveneens een grond om de tarieven te differentiëren, vermits de gebruiker dan wel of niet bijdraagt in de gemeentelijke ontvangsten via de aanvullende personenbelasting.
Grondwet, artikelen 41, 162 en 170 § 4.
Decreet lokaal bestuur, artikel 40 § 3.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, met latere aanvullingen en wijzigingen.
Gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2013 houdende nieuwe vaststelling van het reglement op de belasting op tweede verblijven.
met 33 stemmen voor (N-VA, Groen, Open Vld, CD&V, sp.a en PVDA) en 6 onthoudingen (Vlaams Belang)
met ingang van 1 januari 2020 het reglement op de gemeentebelasting op tweede verblijven en weekendverblijven goed te keuren.
Een exemplaar van het reglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.