In april 2019 stelde ik een schriftelijke vraag in verband met het toezicht door de stad op de verplichting volgens het Woninghuurdecreet en ons algemeen politiereglement tot verplichte bekendmaking van huurprijs, kosten en lasten bij het te huur stellen van woongelegenheden.
Uit het antwoord dat ik hierop toen kreeg, bleek dat er sinds 2014 geen enkele gasboete werd opgelegd met uitzondering van 2017 met welgeteld 1 boete van 60 EUR. De aangegeven reden was toen een gebrek aan tijd, personeel en prioriteit.
Ik interpelleerde hierover op de gemeenteraad van mei vorig jaar en werd in mijn bezorgdheid om kordaat op te treden om inbreuken te voorkomen bijgevallen door collega Van Elslande. U was zich als burgemeester bewust van enige verslapping van aandacht in de sector, in de eerste plaats bij de immokantoren. U beloofde om naar de sector toe opnieuw een sensibilisering in te voeren en daaraan gekoppeld ook een actief handhavingsbeleid vanuit de stad.
Dat gaf mij hoop, zeker toen de gemeenteraad in september 2019 het intergemeentelijk project ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid goedkeurde.
Hierin werd vanaf 2020 onder meer voorzien in de sensibilisering van immokantoren en eigenaars-verhuurders door enerzijds overleg en anderzijds communicatie via een artikel in de stadskroniek, via de website en via waarschuwingsbrieven. Vanaf juli 2020 zouden de stadswachten dan maandelijks de verplichte affichering van de huurprijs en de kosten en lasten ook effectief gaan controleren. De administratieve controle van internet en advertenties zou tweemaandelijks gebeuren. Een nieuwe woningcontroleur zou een opleiding tot GAS-ambtenaar volgen en zou dan GAS-boetes gaan opleggen. Ook zou er een digitaal meldpunt komen waar overtredingen kunnen gemeld worden.
Via een schriftelijke vraag eind juni vroeg ik naar een actualisatie van de cijfers van de inbreuken voor de periode april 2019 - juni 2020 evenals naar de stand van zaken met betrekking tot de effectieve uitvoering van de voorgenomen acties uit het intergemeentelijk project.
Tot mijn verwondering moet ik vaststellen dat we na 1,5 jaar nog geen stap verder staan: “Vanwege een structurele onderbezetting van de gemeenschapswachten in dezelfde periode werd niet gecontroleerd op de affichering van de huurprijs”.
Dit betekent dat wij in Sint-Niklaas sinds 2014 en dus bijna zeven jaar geen controles uitoefenen op een maatregel die tot doel heeft structurele discriminatie op de woninghuurmarkt tegen te gaan. Dagelijks zie ik nog steeds afficheringen die niet voldoen aan de wetgeving. Op de gemeenteraad van juni wees de meerderheid nog een voorstel vanuit de oppositie tot praktijktesten op de huurmarkt af. Nochtans blijkt de discriminatie bij Marokkaans-Belgische kandidaat-huurders sinds de lockdown bijna verdubbeld te zijn (De Morgen 15 oktober). Die onrustwekkende vaststelling deden Pieter-Paul Verhaeghe en Abel Ghekiere, twee professoren van de vakgroep Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel in een onderzoek naar etnische discriminatie op de huurwoningmarkt.
Ik moet vaststellen dat in deze stad, met nochtans een grote diversiteit in zijn bevolking, het tegengaan van discriminatie op de woninghuurmarkt duidelijk geen prioriteit is.
In uw schriftelijk antwoord kondigde u aan dat tot eind augustus overtreders van de afficheringsplicht een waarschuwingsbrief zouden krijgen en dat vanaf 1 september 2020 effectief GAS-boetes zullen opgelegd worden samen met een administratieve controle van het internet.
Graag krijg ik een overzicht van het resultaat van de sinds juli ondernomen acties en van de in de maand september en oktober opgelegde GAS-boetes voor de overtreding van de afficheringsverplichtingen. Graag verneem ik ook wanneer het digitaal meldpunt van overtredingen actief zal worden zodat eindelijk werk kan gemaakt worden van een kordate aanpak van de inbreuken op de afficheringsplicht.
Wanneer wordt er in deze stad werk gemaakt van een actief antidiscriminatiebeleid op de woninghuurmarkt?