Vorige week werd bekend dat Ghelamco een groot bouwproject plant in de Stationsstraat. Het is inderdaad een groot project. Het loopt van nummer 82 tot nummer 96. Het project omvat quasi heel het gebied tussen de Stationsstraat, de Casinostraat en de Van Britsomstraat, het College niet meegerekend.
Dat er meer leven moet komen in de Stationsstraat daar zijn we het volledig mee eens. Maar de essentiële vraag is: wie bepaalt hier de regels? Gaan wij ons als stad volledig overleveren aan de willekeur en de projecten van grote bouwpromotoren of houden wij als stadsbestuur zelf de touwtjes in handen? Hebben wij zelf een visie op wat er in deze buurt kan en mag ontwikkeld worden of laten we dat bepalen door projectontwikkelaars?
Kortom, volgens de PVDA moet het stadsbestuur duidelijk bepalen welke projecten onder welke voorwaarden mogelijk zijn. Zo'n project moet kaderen binnen een globale visie op de toekomst van de binnenstad. Het kan toch niet dat een kapitaalkrachtige bouwpromotor gaat bepalen hoe de stad er moet uitzien. Want een bouwpromotor wil vanuit zijn winstprincipe zoveel mogelijk woningen bouwen op een zo klein mogelijke oppervlakte.
Wij vinden dat het stadsbestuur hierin zelf initiatief moet nemen. Wij zijn voorstander van een stadsregie, een wooncoöperatie die per buurt bekijkt op welke manier de woonkwaliteit en het woonaanbod kan uitgebreid worden. In de Stationsstraat zijn er meerdere panden waarvan enkel de benedenverdieping gebruikt wordt en waarvan de bovenverdiepingen leeg staan. Zo’n stadsregie kan dit onderzoeken en voorstellen formuleren. Want wij zijn voorstander van meer leven in de Stationsstraat en van een combinatie van wonen, werken en winkelen in deze buurt. Maar deze plannen moeten vertrekken van een visie van een stad op mensenmaat en niet vanuit een visie van winstmaximalisatie door grote bouwpromotoren.