De laatste jaren zien we een trend van dalende fysieke dienstverlening in heel wat sectoren. Zo ook in de banksector: de laatste jaren verdwenen er heel wat bankkantoren en geldautomaten. Waar er in 2015 nog 1173 bankkantoren waren, zijn er dat in 2020 nog slechts 739 voor onze provincie. (= min 37 %) Dat is meer dan een derde dat verdwenen is. Ook het aantal bankautomaten daalde met meer dan 20 %.
Om die afbouw te milderen belooft Batopin – een alliantie van BNP Paribas Fortis, KBC, Belfius en ING – ervoor te zorgen dat 98 % van de Belgische bevolking een geldautomaat binnen een straal van 5 km rond de eigen woning heeft. Dat is een goede zaak, maar gaat dat wel ver genoeg? Het gaat hier immers om bankneutrale automaten waar enkel geld afgehaald kan worden, geldafhalingen die niet eens gratis zijn. Bovendien is het al heel lang stil rond dit project dat eigenlijk al in uitvoer zou moeten zijn. VOORUIT heeft daar veel vragen bij en blijft ijveren voor een eerlijke basisdienstverlening. De collega’s Van Der Coelden en Bilici voerden in het verleden ook al actie tegen het alsmaar verder schroeven van de dienstverlening van banken.
Voor veel mensen is dat niet voldoende. Heel wat burgers hebben een bank gewoon nodig voor basiszaken als betalingen uitvoeren, overschrijvingen doen of papieren uittreksels krijgen. Daarnaast is er zo nu en dan nood aan een fysieke afspraak voor info rond leningen, verrichtingen, beleggingen, enz. Senioren zijn vaak niet thuis in het thuisbankieren en krijgen de gapende digitale kloof niet overbrugd. Jongeren worden door hun bank enkel nog digitaal ontvangen om te informeren naar een lening, dit terwijl het toch vaak om grote bedragen gaat.
De algemene oorzaken van dit probleem liggen wellicht niet binnen de bevoegdheid van dit lokaal bestuur, maar onze fractie is er niet van overtuigd dat zij geen maatregelen kan nemen om de leegloop van fysieke dienstverlening te stoppen of minstens vertragen. Fysieke dienstverlening zou immers een basisrecht moeten zijn waar al onze inwoners blijvend gebruik van kunnen maken. En wanneer deze bankkantoren toch verdwijnen, moeten inwoners de kans krijgen om mee te springen op de digitale trein. Ook daar liggen kansen voor een lokaal bestuur.
Daarom de volgende vragen:
1. Heeft dit bestuur een plan van aanpak om de leegloop van bankkantoren en andere zaken die fysieke dienstverlening aanbieden te stoppen of af te remmen? Indien niet, waarom niet?
2. In Vlaanderen zijn er voorbeelden van gemeenten die overeenkomsten afsluiten om banken in de gemeente te houden. In Koksijde betaalt het bestuur bijvoorbeeld jaarlijks een bepaald bedrag om een bankautomaat open te houden. Een kleine prijs voor een gemeente als hier jaarlijks heel wat inwoners mee geholpen zijn. Overweegt dit bestuur gelijkaardige akkoorden te sluiten met bankkantoren en automaten om deze dienstverlening te garanderen? Indien niet, waarom niet?
3. De digitale kloof wordt steeds groter, zeker voor senioren. Zij zijn niet mee met het thuisbankieren en lopen zo vaak belangrijke info mis. Het bestuur ontwikkelt al heel wat initiatieven in het kader van de digitalisering: wat is het aandeel binnen die inspanningen voor cursussen digitaal bankieren voor senioren?