Onlangs werd artikel 29 quater van de wegverkeerswet (GAS 5) aangepast ingevolge artikel 3 van het decreet van 22 maart 2024 over de weginfrastructuur en het wegenbeleid en de waterinfrastructuur en het waterbeleid. Deze wijziging is in werking getreden op 6 mei 2024.
Waar artikel 29 quater § 2, 4° voordien luidde: 'de snelheidsovertreding wordt begaan door een meerderjarige natuurlijke persoon of een rechtspersoon', luidt dit nu als volgt: 'de snelheidsovertreding wordt begaan door meerderjarige natuurlijke personen, vermoed of aangeduid overeenkomstig artikel 67 bis en 67 ter'.
Door de wijziging wordt de juridische onzekerheid omtrent de identificatie van de overtreder opgehelderd. Voortaan zal enkel nog een administratieve geldboete kunnen worden opgelegd aan meerderjarige natuurlijke personen die geïdentificeerd zijn overeenkomstig de regels in de wegverkeerswet, met name op grond van artikel 67 bis (natuurlijke personen) of 67 ter (rechtspersonen).
Als een kenteken ingeschreven is op naam van een natuurlijke persoon, voorziet artikel 67 bis van de wegverkeerswet in een (weerlegbaar) vermoeden dat de (snelheids)overtreding begaan werd door deze natuurlijke persoon.
Bij rechtspersonen liggen de kaarten anders. Ingevolge de wijziging van artikel 29 quater § 2, 4° kunnen rechtspersonen niet langer snelheidsovertredingen begaan. Artikel 67 ter wegverkeerswet voorziet voor rechtspersonen in een verplichting om de identiteit van de onmiskenbare bestuurder op het ogenblik van de feiten mee te delen of, indien zij die niet kennen, de identiteit van de persoon die verantwoordelijk is voor het voertuig. In het kader van de strafrechtelijke procedure werd dit volledig geautomatiseerd.
Geeft de rechtspersoon die informatie niet, dan staan daarop zeer zware sancties. Het gaat om een apart misdrijf. Zowel de bestuurder van de rechtspersoon als de rechtspersoon zelf kunnen dan gedagvaard worden voor de politierechtbank en riskeren daar geldboetes van 1.600 EUR tot € 32.000 EUR en/of een gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden.
Wanneer de overtreding evenwel werd begaan met een motorvoertuig ingeschreven op naam van een rechtspersoon die de gebruikelijke bestuurder in de kruispuntbank voertuigen (RENTA) heeft laten registreren, wordt de gebruikelijke bestuurder gelijkgesteld met de houder van de kentekenplaat en is artikel 67 bis van toepassing.
Om in overeenstemming te zijn met de gewijzigde bepaling, wordt een wijziging van artikel 3 § 1, 4° van de bijzondere politieverordening betreffende de beperkte snelheidsovertredingen voorgesteld.
Omwille van de juridische leemte die voorheen bestond omtrent de identificatie van de overtreder, had de gemeenteraad in zitting van 26 mei 2023 een eigen kentekenaansprakelijkheid aangenomen. Aangezien dit vraagstuk thans geregeld is in de Wegverkeerswet, moet de lokale regeling die opgenomen was in art. 3 § 4 van de bijzondere politieverordening betreffende de beperkte snelheidsovertredingen, geschrapt worden.
Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, artikel 29quater.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Bijzondere politieverordening betreffende de beperkte snelheidsovertredingen van 26 augustus 2022
de wijzigingen in de bijzondere politieverordening betreffende de beperkte snelheidsovertredingen
goed te keuren en in werking te laten treden op 1 juli 2024.
Een exemplaar van de verordening wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.