Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Beantwoord door schepen Ine Somers.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
In uitvoering van het decreet lokaal bestuur worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering aan de gemeenteraad voorgelegd ter goedkeuring.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 32, 277 § 1 en 278 § 1.
de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 24 mei 2024 goed te keuren.
Om de continuïteit van de operationele leiding te verzekeren, is er telkens één permanentieofficier (PO) zeven dagen, per week, 24 uur, per dag, beschikbaar. Deze officier is officier van bestuurlijke politie (zie bevoegdheden verder) en ondersteunt de medewerkers op het terrein. Politiezone Sint-Niklaas zal de PO verzekeren voor de Politiezone Lokeren buiten de normale diensturen, vanaf 17 uur tot 8 uur, tijdens weekdagen en 24/24 tijdens weekends, feest- en brugdagen, en dit maximaal twee weken, per maand. De samenwerking zal starten vanaf donderdag 13 juni 2024. De periodiciteit kan aangepast worden naargelang de mogelijkheden van de politie Sint-Niklaas. Deze samenwerking zal aanhouden tot maart 2025, waarna de regeling geëvalueerd zal worden.
De officier van bestuurlijke politie beschikt over een aantal wettelijk aan hem/haar voorbehouden bevoegdheden:
- het laten verlaten van de plaats van de ramp, het onheil, of het schadegeval na hiervan een officier van bestuurlijke politie te hebben ingelicht en zich ervan te hebben vergewist dat hun aanwezigheid niet langer vereist is om opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie te vervullen (artikel 17 WPA);
- het laten ontruimen van gebouwen (artikel 27 WPA);
- het laten fouilleren van personen (artikel 28 WPA);
- het laten in beslag nemen van de voor de openbare veiligheid en gezondheid gevaarlijke voorwerpen en dieren (artikel 30 WPA);
- het laten verrichten van bestuurlijke aanhoudingen (artikel 31 WPA);
- de bevestiging van de bestuurlijke arrestatie, het voldoen aan de controle- en informatieverplichtingen op het vlak van rechten, medische bijstand, voedsel en sanitair en het in kennis stellen van een vertrouwenspersoon (artikel 33 WPA);
- het laten controleren van de identiteiten van personen die een plaats wensen te betreden die het voorwerp is van een bedreiging (artikel 34 WPA);
- het vervullen van zijn rol inzake bepaald vuurwapengebruik (artikel 38 WPA);
- het vragen van bijstand aan andere politiediensten in bepaalde omstandigheden (artikel 43 WPA);
- het laten verrichten van een bestuurlijke arrestatie bij dronkenschap (artikel 1 besluitwet beteugeling dronkenschap);
- het laten verrichten van een bestuurlijke arrestatie bij het onder invloed zijn van verdovende of psychotrope stoffen (artikel 9 ter drugswet)
- het laten verrichten van een bestuurlijke arrestatie van vreemdelingen (artikel 74/7 vreemdelingenwet);
- het laten in beslag nemen van wapens, munitie, laders, erkenningen en vergunningen ingeval van gevaar voor de openbare orde of voor de fysieke integriteit (artikel 28 § 2 wapenwet).
kennis te nemen van de samenwerkingsovereenkomst tussen de politiezones Sint-Niklaas en Lokeren binnen het domein permanentieofficier bestuurlijke politie, waarbij de politie Sint-Niklaas op basis van afspraken maximaal twee weken per maand de permanentieofficier zal leveren voor politie Lokeren, na de kantooruren en in het weekend en op feestdagen.
Een inspecteur van de lokale politie Sint-Niklaas, is op 12 mei 2024 plots overleden. Als gevolg hiervan ontstaat er een vacature van inspecteur bij het bureel operaties, dienst evenementen.
De lokale politie Sint-Niklaas wil deze functie invullen via een mobiliteitscyclus. De geïnteresseerde kandidaten moeten nadien voor een selectiecommissie verschijnen die een rangschikking opmaakt van de meest geschikte tot de minst geschikte kandidaat. De samenstelling van de selectiecommissie wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Tot slot gaat de burgemeester over tot benoeming.
Indien er geen geschikte kandidaten zijn binnen de gewone mobiliteitsprocedure, wil de politie overgaan tot de invulling van de functies via de externe laureatenrekrutering.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 december 2005, artikel 2, dat artikel IV.I.37 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten vervangt.
Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.
Omzendbrief GPI 23 van 12 juli 2002 over de commissies van geschiktheid van het personeel van de politiediensten.
Gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2019 betreffende de delegatie van bevoegdheid van de gemeenteraad aan de burgemeester voor de benoemingen van politiepersoneelsleden.
Gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2019 betreffende de personeelsformatie van de lokale politie Sint-Niklaas.
een functie van inspecteur van politie vacant te verklaren als inspecteur bij het bureel operaties, dienst evenementen, en deze in te vullen op basis van de wetgeving inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
volgende selectiewijze vast te stellen:
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de plaatselijke selectiecommissie, die een rangschikking van de kandidaten opmaakt;
- de functie niet toe te kennen op basis van anciënniteit van de kandidaten.
naar aanleiding van de selectie geen wervingsreserve aan te leggen voor deze functies.
in te stemmen met de deelname van de lokale politie Sint-Niklaas aan de externe aanwervingsprocedure met laureaten indien er geen kandidaten gevonden worden in de gewone mobiliteit.
Een inspecteur van de lokale recherchedienst verlaat het korps via mobiliteitscyclus 2024-02 om te gaan werken bij de federale gerechtelijke politie (FGP). Als gevolg hiervan ontstaat er een vacature bij de lokale recherchedienst. De korpschef wenst deze functie van inspecteur bij de lokale recherchedienst in te vullen door te putten uit de wervingsreserve die zal vastgesteld worden naar aanleiding van de twee vacatures bij de afdeling intelligence & opsporingen, lokale recherchedienst,
die de gemeenteraad in zitting van 26 april 2024 vacant verklaarde, waarbij de raad besliste om een wervingsreserve aan te leggen.
Het is de bevoegdheid van de burgemeester om de geselecteerde kandidaat uit de vastgestelde wervingsreserve te benoemen.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 december 2005, artikel 2, dat artikel IV.I.37 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten vervangt.
Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.
Omzendbrief GPI 23 van 12 juli 2002 over de commissies van geschiktheid van het personeel van de politiediensten.
Gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2019 betreffende de delegatie van bevoegdheid van de gemeenteraad aan de burgemeester voor de benoemingen van politiepersoneelsleden.
Gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2019 betreffende de personeelsformatie van de lokale politie Sint-Niklaas.
een functie van inspecteur van politie vacant te verklaren als inspecteur bij de afdeling intelligence & opsporingen, lokale recherchedienst.
volgende selectiewijze vast te stellen: invulling van de vacature door te putten uit de wervingsreserve die zal vastgesteld worden naar aanleiding van de twee vacatures bij de afdeling intelligence & opsporingen, lokale recherchedienst, die de gemeenteraad in zitting van 26 april 2024 vacant verklaarde en waarbij de raad besliste om een wervingsreserve aan te leggen.
De korpschef verzoekt de gemeenteraad de functie vacant te verklaren via de procedure van de mobiliteit, de wettelijke voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, de externe aanwerving van een dringende nood.
De geïnteresseerde kandidaten moeten steeds voor een plaatselijke selectiecommissie verschijnen die een rangschikking opmaakt van de meest geschikte tot de minst geschikte kandidaat. De samenstelling van de selectiecommissie wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Tot slot gaat de burgemeester over tot benoeming.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Omzendbrief GPI 17 van 13 maart 2002.
Omzendbrief GPI 15bis van 25 juni 2002.
Omzendbrief GPI 23 van 19 januari 2003.
Permanente nota van 3 juli 2009 van de directie van de juridische dienst van de federale politie.
Gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2019 betreffende de personeelsformatie van de lokale politie Sint-Niklaas.
een functie van assistent (administratief en logistiek kader) voor de dienst verkeerspolitie, dienst lokaal verwerkingscentrum, van de lokale politie Sint-Niklaas vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit, de wettelijke voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, de externe aanwerving van een dringende nood.
voor deze functie een wervingsreserve aan te leggen.
Interpellatie van raadslid Steve Vonck.
Beantwoord door schepenen Ine Somers en Carl Hanssens.
Interpellatie van raadslid Steve Vonck.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met:
- vrijstelling van standgelden voor de donderdagse markt gedurende vijf marktdagen voor aanslagjaar 2024. Er zal één donderdagse markt niet kunnen doorgaan (de donderdag voor de Vredesfeesten in 2024), maar er wordt voorgesteld vijf keer vrijstelling te geven als compensatie voor alle hinder die de marktkramers zullen ondervinden naar aanleiding van verplaatste markten en dergelijke;
- halvering van de abonnementskost voor de foorkramers van de winterkermis 2025. De winterkermis kan in 2024 niet doorgaan, als compensatie krijgen de standhouders bij de editie in 2025 halvering van de standgelden;
- vrijstelling van de belasting op inname van het openbaar domein voor reclame-objecten (op de werfzone) voor aanslagjaar 2025;
- vrijstelling voor de terrasbelasting voor het projectgebied voor aanslagjaar 2024 en 2025;
- vrijstelling voor de terrasbelasting Houtbriel, twee kwartalen aanslagjaar 2025. In 2025 zullen er ook ingrijpende werken zijn op de Houtbriel, vandaar dat hiervoor ook vrijstelling wordt voorgesteld.
Grondwet, artikel 170 § 4.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere aanvullingen en wijzigingen.
Gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende het belastingreglement op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein, met latere wijzigingen.
vrijstelling te verlenen voor de standgelden op de donderdagse markt (gemeentebelasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - openbare markten), aanslagjaar 2024, en akkoord te gaan met de afwijking op het belastingreglement 'tijdelijke privatisering van het openbaar domein'.
vrijstelling te verlenen voor de abonnementen van de foorkramers voor de winterkermis in 2025 (gemeentebelasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - kermisattracties), aanslagjaar 2025, aanslagjaar 2025, en akkoord te gaan met de afwijking op het belastingreglement 'tijdelijke privatisering van het openbaar domein'.
vrijstelling te verlenen voor de inname van reclame-objecten op de werfzone (gemeentebelasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - reclame-objecten), aanslagjaar 2025, en akkoord te gaan met de afwijking op het belastingreglement 'tijdelijke privatisering van het openbaar domein'.
vrijstelling te verlenen voor de terrasbelasting (gemeentebelasting op de tijdelijke privatisering - terrassen), aanslagjaar 2024 en 2025, en akkoord te gaan met de afwijking op het belastingreglement 'tijdelijke privatisering van het openbaar domein'.
vrijstelling te verlenen voor de terrasbelasting op de Houtbriel (gemeentebelasting op de tijdelijke privatisering - terrassen), gedurende twee kwartalen in aanslagjaar 2025, en akkoord te gaan met de afwijking op het belastingreglement 'tijdelijke privatisering van het openbaar domein'.
Volgende wijzigingen worden voorgesteld:
- § 3 inzake administratieve dienstverlening
Vanaf 1 juli kan iedere volwassene de familienaam wijzigen bij de burgerlijke stand. Vroeger kon dik enkel via een vonnis, maar de wetgeving werd gedeeltelijk vereenvoudigd. Men kan de naam wijzigen naar bijv. de naam van de moeder of een combinatie van de beide ouders. Hiervoor wordt een tarief aangerekend van 55,00 EUR, gelijkaardig met een voornaamswijziging.
- § 6 inzake ophalen en verwerken van huisvuil en overige:
A.e tarieven voor diverse diensten:
Er wordt een tarief toegevoegd voor het afvoeren van zeefverloop (dit is het houtachtige materiaal dat vrijkomt na compostering en afzeving). Ophalen en verwerken van zeefverloop kan slechts via een paar gespecialiseerde en vergunde firma's verlopen. De tarieven die via het raamcontract werden aangerekend waren zo hoog dat men is beginnen zoeken naar gunstigere voorwaarden. Nu wordt de zeefoverloop opgehaald door een gespecialiseerde firma, deze betalen een marktconforme prijs (heden: 7,50 EUR, per ton) en er zijn geen transportkosten meer voor de stad.
Het is aangewezen om dit tarief op te nemen in het retributiereglement. Zeefoverloop wordt gebruikt als biomassa, de energiemarkt is zeer volatiel, er zal regelmatig worden onderhandeld om de beste prijs te bekomen.
- § 10 Inzake overig woonbeleid:
De Vlaamse regering besliste dat vanaf 1 juni 2024 geen vergoeding meer kan gevraagd worden voor het afleveren van een conformiteitsattest. Er kan dan enkel een vergoeding gevraagd worden voor het uitvoeren van een confomiteitsonderzoek. Het tarief voor het attest wordt geschrapt en er wordt een retributie van 200 EUR (gekoppeld aan een indexering) gevraagd vanaf de tweede hercontrole.
Grondwet, artikelen 41, 162 en 170 § 4.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, met latere aanvullingen en wijzigingen.
Decreet lokaal bestuur, artikel 40 en 41.
Gemeenteraadsbeslissing van 15 december 2020 betreffende het retributiereglement op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de gemeentelijke instellingen, gewijzigd in zittingen van 26 maart 2021, 25 juni 2021, 21 december 2021, 26 april 2022, 22 december 2022, 28 april 2023, 23 juni 2023, 25 augustus 2023 en 19 december 2023.
met ingang van 1 juli 2024 de wijzigingen van het reglement 'retributie op het gebruik van diensten, infrastructuur en materiaal, aangeboden door de gemeentelijke instellingen' goed te keuren.
Een exemplaar van het reglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Recente rechtspraak omtrent de gemeentebelasting masten en pylonen toonde aan dat de aangiftebepaling in een belastingreglement gespecifieerd moet worden met een bepaalde datum. Een vermelding als 'de vervaldatum op het aangifteformulier' is onvoldoende.
Daarom wordt in dit reglement in artikel 7 (de bepalingen met betrekking tot de fiscale aangifte) de aangiftetermijn aangepast naar 30 september van het aanslagjaar.
Grondwet, artikel 170 § 4.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 houdende invoering van het reglement gemeentebelasting op masten en pylonen.
de wijzigingen van het reglement gemeentebelasting op masten en pylonen, met ingang van 1 juli 2024, goed te keuren.
Een exemplaar van het reglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De begrotingsrekening 2023 sluit af met volgend resultaat:
Gewone dienst:
- een begrotingsresultaat van 4.909.669,17 EUR;
- een boekhoudkundig resultaat van 4.964.243,76 EUR.
Buitengewone dienst:
- een begrotingsresultaat van -117.411,75 EUR;
- een boekhoudkundig resultaat van 442.313,61 EUR.
De balans sluit af met een totaal van 24.283.855,81 EUR.
De resultatenrekening sluit af met een positief resultaat van 825.031,03 EUR, een positief exploitatieresultaat van 768.693,18 EUR en een positief
uitzonderlijk resultaat van 56.337,85 EUR.
Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 34.
Nieuwe gemeentewet, Titel VI, Hoofdstuk I, artikel 240 § 1.
Koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie, artikelen 66 tot en met 72.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Omzendbrief PLP33 betreffende de jaarrekening van de politiezones.
de begrotings- en jaarrekening 2023 van politiezone Sint-Niklaas goed te keuren.
Een exemplaar van de begrotings- en jaarrekening wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Jaarlijks wordt het aflossingsbedrag bij een renteloze lening aangepast aan de gezondheidsindex:
jaarlijks aflossingsbedrag x nieuw indexcijfer
indexcijfer bij ondertekening/eerste opvraging
De evolutie van de gezondheidsindex (gemiddelde/jaar) toont echter dat er in 2022 en 2023 een uitzonderlijk grote procentuele stijging was:
Jaar | Basis 2004 | Basis 2013 | % stijging | Gemiddelde 2015-2023 |
2015 | 122,52 | 101,45 | ||
2016 | 125,09 | 103,58 | 2,10 % | 2,10% |
2017 | 127,40 | 105,49 | 1,84 % | 1,97 % |
2018 | 129,65 | 107,35 | 1,76 % | 1,90 % |
2019 | 131,55 | 108,92 | 1,46 % | 1,79 % |
2020 | 132,84 | 110 | 0,99 % | 1,63 % |
2021 | 135,51 | 112,21 | 2,01 % | 1,69 % |
2022 | 148,05 | 122,59 | 9,25 % | 2,77 % |
2023 | 154,46 | 127,90 | 4,33 % | 2,97 % |
Hierdoor moest er een veel groter bedrag worden terugbetaald terwijl dit initieel bij het toestaan van de renteloze leningen nooit de bedoeling was. Om dit te corrigeren, en bij een aanname van een gemiddelde stijging van 2 %, geeft dit de volgende correctie op de basisindex in 2022 en vanaf 2023.
Jaar | Afwijking boven 2 % gemiddelde | Correctie op basisindex (in ptn) | |
Basis 2004 | Basis 2013 | ||
2022 | 7,25 % | 9,83 | 8,14 |
2023 | 2,33 % | 3,45 | 2,86 |
De budgettaire impact voor deze herrekening wordt geraamd op 20.812,07 EUR.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
om voor de renteloze leningen afgesloten voor 2022 een correctie op de basisindex toe te passen waarbij de stijging van de gemiddelde gezondheidsindex op jaarbasis voor 2022 en vanaf 2023 geplafoneerd wordt op 2 %.
De stad en haar OCMW vormen samen één rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening op. Juridisch blijven het echter twee afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. De gemeenteraad keurt ook het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed en stelt tenslotte ook de gezamenlijke jaarrekening van de stad en het OCMW definitief vast.
Nadat de rekeningen van de budgettaire en algemene boekhouding in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris van al de bezittingen, rechten, vorderingen, schulden en verplichtingen, van de stad en het OCMW, worden ze samengevat opgenomen in het ontwerp van de jaarrekening.
De jaarrekening bevat volgende rapporten: een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.
Het rapport beleidsevaluatie bevat, voor elke beleidsdoelstelling uit de strategische nota van het meerjarenplan, de mate van realisatie van de prioritaire actieplannen en de prioritaire beleidsdoelstelling waaraan ze gekoppeld zijn, met de bijbehorende ontvangsten en uitgaven voor exploitatie, investeringen en financiering voor het jaar 2023. Er zijn geen niet-prioritaire actieplannen of doelstellingen.
Er wordt achteraan het rapport verwezen naar de website van de stad waar het overzicht beschikbaar is met de omschrijving van alle beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties.
De financiële nota van de jaarrekening bevat:
- de doelstellingenrekening (schema J1);
- de staat van het financieel evenwicht (schema J2);
- de realisatie van de kredieten (schema J3);
- de balans (schema J4);
- de staat van opbrengsten en kosten (schema J5).
De toelichting van de jaarrekening bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van de jaarrekening die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen. Ze omvat:
- een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (schema T1);
- een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar economische aard (schema T2);
- de investeringsprojecten (schema T3);
- een overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4);
- een overzicht van de financiële risico’s met een omschrijving van die risico’s en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken;
- een toelichting bij de balans (schema T5);
- de waarderingsregels;
- de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen en andere aanvullingen;
- de toelichting over de kosten, opbrengsten, uitgaven en ontvangsten met een buitengewone invloed op het budgettair resultaat van het boekjaar en het overschot of tekort van het boekjaar (met de materiële verschillen tussen de gerealiseerde en de geraamde ontvangsten en uitgaven);
- een overzicht van de overgedragen (gedeelten van) kredieten voor investeringen en financiering;
- een verwijzing naar de plaats waar de bijbehorende documentatie op de website van de stad beschikbaar is.
De documentatie bevat de volgende onderdelen:
- het overzicht van alle beleidsdoelstellingen die in de jaarrekening zijn opgenomen, met de bijbehorende actieplannen, acties, ontvangsten en uitgaven;
- een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies van het boekjaar;
- een overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein;
- een overzicht van de verbonden entiteiten;
- een overzicht van de personeelsinzet;
- een overzicht van de opbrengst per belastingsoort.
kennis te nemen van de informatiebundel, bijkomend aan de jaarrekening 2023, die na de raad digitaal ter beschikking wordt gesteld op de website.
Een exemplaar van de informatiebundel wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De stad en haar OCMW vormen samen één rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening op. Juridisch blijven het echter twee afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. De gemeenteraad stelt ook het deel van de jaarrekening, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, vast en stelt tenslotte ook de gezamenlijke jaarrekening van de stad en het OCMW definitief vast.
Nadat de rekeningen van de budgettaire en algemene boekhouding in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris van al de bezittingen, rechten, vorderingen, schulden en verplichtingen, van de stad en het OCMW, worden ze samengevat opgenomen in het ontwerp van de jaarrekening.
De jaarrekening bevat volgende rapporten: een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.
Het rapport beleidsevaluatie bevat, voor elke beleidsdoelstelling uit de strategische nota van het meerjarenplan, de mate van realisatie van de prioritaire actieplannen en de prioritaire beleidsdoelstelling waaraan ze gekoppeld zijn, met de bijbehorende ontvangsten en uitgaven voor exploitatie, investeringen en financiering voor het jaar 2023. Er zijn geen niet-prioritaire actieplannen of doelstellingen.
Er wordt achteraan het rapport verwezen naar de website van de stad waar het overzicht beschikbaar is met de omschrijving van alle beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties.
De financiële nota van de jaarrekening bevat:
- de doelstellingenrekening (schema J1);
- de staat van het financieel evenwicht (schema J2);
- de realisatie van de kredieten (schema J3);
- de balans (schema J4);
- de staat van opbrengsten en kosten (schema J5).
De toelichting van de jaarrekening bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van de jaarrekening die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen. Ze omvat:
- een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (schema T1);
- een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar economische aard (schema T2);
- de investeringsprojecten (schema T3);
- een overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4);
- een overzicht van de financiële risico’s met een omschrijving van die risico’s en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken;
- een toelichting bij de balans (schema T5);
- de waarderingsregels;
- de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen en andere aanvullingen;
- de toelichting over de kosten, opbrengsten, uitgaven en ontvangsten met een buitengewone invloed op het budgettair resultaat van het boekjaar en het overschot of tekort van het boekjaar (met de materiële verschillen tussen de gerealiseerde en de geraamde ontvangsten en uitgaven);
- een overzicht van de overgedragen (gedeelten van) kredieten voor investeringen en financiering;
- een verwijzing naar de plaats waar de bijbehorende documentatie op de website van de stad beschikbaar is.
De documentatie bevat de volgende onderdelen:
- het overzicht van alle beleidsdoelstellingen die in de jaarrekening zijn opgenomen, met de bijbehorende actieplannen, acties, ontvangsten en uitgaven;
- een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies van het boekjaar;
- een overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein;
- een overzicht van de verbonden entiteiten;
- een overzicht van de personeelsinzet;
- een overzicht van de opbrengst per belastingsoort.
kennis te nemen van de informatiebundel, bijkomend aan de jaarrekening 2023, die na de raad digitaal ter beschikking wordt gesteld op de website.
Een exemplaar van de informatiebundel wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De stad en haar OCMW vormen samen één rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening op. Juridisch blijven het echter twee afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. De gemeenteraad stelt ook het deel van de jaarrekening, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, vast en stelt tenslotte ook de gezamenlijke jaarrekening van de stad en het OCMW definitief vast.
Nadat de rekeningen van de budgettaire en algemene boekhouding in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris van al de bezittingen, rechten, vorderingen, schulden en verplichtingen, van de stad en het OCMW, worden ze samengevat opgenomen in het ontwerp van de jaarrekening.
De jaarrekening bevat volgende rapporten: een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.
Het rapport beleidsevaluatie bevat, voor elke beleidsdoelstelling uit de strategische nota van het meerjarenplan, de mate van realisatie van de prioritaire actieplannen en de prioritaire beleidsdoelstelling waaraan ze gekoppeld zijn, met de bijbehorende ontvangsten en uitgaven voor exploitatie, investeringen en financiering voor het jaar 2023. Er zijn geen niet-prioritaire actieplannen of doelstellingen.
Er wordt achteraan het rapport verwezen naar de website van de stad waar het overzicht beschikbaar is met de omschrijving van alle beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties.
De financiële nota van de jaarrekening bevat:
- de doelstellingenrekening (schema J1);
- de staat van het financieel evenwicht (schema J2);
- de realisatie van de kredieten (schema J3);
- de balans (schema J4);
- de staat van opbrengsten en kosten (schema J5).
De toelichting van de jaarrekening bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van de jaarrekening die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen. Ze omvat:
- een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (schema T1);
- een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar economische aard (schema T2);
- de investeringsprojecten (schema T3);
- een overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4);
- een overzicht van de financiële risico’s met een omschrijving van die risico’s en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken;
- een toelichting bij de balans (schema T5);
- de waarderingsregels;
- de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen en andere aanvullingen;
- de toelichting over de kosten, opbrengsten, uitgaven en ontvangsten met een buitengewone invloed op het budgettair resultaat van het boekjaar en het overschot of tekort van het boekjaar (met de materiële verschillen tussen de gerealiseerde en de geraamde ontvangsten en uitgaven);
- een overzicht van de overgedragen (gedeelten van) kredieten voor investeringen en financiering;
- een verwijzing naar de plaats waar de bijbehorende documentatie op de website van de stad beschikbaar is.
De documentatie bevat de volgende onderdelen:
- het overzicht van alle beleidsdoelstellingen die in de jaarrekening zijn opgenomen, met de bijbehorende actieplannen, acties, ontvangsten en uitgaven;
- een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies van het boekjaar;
- een overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein;
- een overzicht van de verbonden entiteiten;
- een overzicht van de personeelsinzet;
- een overzicht van de opbrengst per belastingsoort.
kennis te nemen van de informatiebundel, bijkomend aan de jaarrekening 2023, die na de raad digitaal ter beschikking wordt gesteld op de website.
Een exemplaar van de informatiebundel wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Subsidies kunnen enkel worden toegekend in uitvoering van een subsidiereglement, een subsidieovereenkomst of een aparte nominatieve subsidielijst die door de gemeenteraad werd goedgekeurd. Het uitvoerend orgaan is bevoegd voor de goedkeuring van ingediende subsidie-aanvraagdossiers en voor de toekenning van subsidiebedragen, mits die aanvragen gebeuren binnen de geautoriseerde kredieten en voldoen aan de voorwaarden van een goedgekeurd subsidiereglement, een goedgekeurde subsidie-overeenkomst of op de goedgekeurde lijst van nominatieve subsidies zijn vermeld. Naar aanleiding van de vaststelling van de aanpassing nr. 9 van de meerjarenplanning 2020-2025 wordt deze lijst voorgelegd.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Besluit Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van 30 maart 2018 met latere wijzigingen.
Gemeenteraadsbesluit van 21 juni 2019 met betrekking tot organisatiebeheersing: verbintenissen met betrekking tot subsidies.
naar aanleiding van de vaststelling van de aanpassing nr. 9 van de meerjarenplanning 2020-2025 de lijst met de nominatieve subsidies goed te keuren.
De lijst met de nominatieve subsidies, inclusief aanpassingen, wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De aanpassing nr.9 van het meerjarenplan is geïntegreerd voor stad en OCMW en bestaat uit één bundel. De rapporten bevatten geconsolideerde bedragen en vertrekken vanuit de doelstellingenboom (doelstelling-actieplan) die voor beide besturen dezelfde is. Toch moet elk bestuur eerst zijn aandeel apart vaststellen vooraleer de integrale versie door de gemeenteraad kan worden vastgesteld. Voor de uitvoering van de doelstellingen door het aangaan van verbintenissen en voor de concrete ontvangsten en uitgaven, zijn de stad en het OCMW twee afzonderlijke budgettaire entiteiten met elk hun eigen kredieten en transacties. Omdat stad en OCMW aparte rechtspersonen zijn, stelt elke raad eerst het beleid vast van de eigen rechtspersoon. De kredieten voor beiden komen tot uiting in het schema M3 (overzicht kredieten).
Artikel 274 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeente ervoor moet zorgen dat het OCMW zijn financiële verplichtingen kan nakomen. Dat verloopt echter niet meer zoals vroeger via de opname van een geraamde gemeentelijke bijdrage in het meerjarenplan, maar door een tussenkomst in de financiële verplichtingen van het OCMW bij de vaststelling van de jaarrekening en de resultaatsverwerking die erin is opgenomen. Omdat de stad de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt, is het nodig dat de stad eerst zijn goedkeuring geeft aan het aandeel van het OCMW in het meerjarenplan, vooraleer het volledig geïntegreerde meerjarenplan wordt vastgesteld.
Samenstelling bundel meerjarenplan:
1. inleiding;
2. strategische nota;
2.1. strategische tekst bij de meerjarenplanning;
2.2. omschrijving en geraamde ontvangsten en uitgaven per prioritair actieplan en beleidsdoelstelling;
3. financiële nota;
3.1. financieel doelstellingenplan (M1);
3.2. staat financieel evenwicht (M2);
3.3. overzicht kredieten (M3);
4. toelichting;
4.1. overzicht ontvangsten en uitgaven – functioneel (T1);
4.2. overzicht ontvangsten en uitgaven – economisch (T2);
4.3. investeringsprojecten – per prioritair actieplan (T3);
4.4. evolutie financiële schulden (T4);
4.5. financiële risico's;
4.6. beschrijving grondslagen en assumpties;
4.7. plaats waar de aanvullende documentatie te vinden is.
Daarnaast wordt aan de raad ook een informatiebundel ter beschikking gesteld, die enkel digitaal wordt voorzien, met volgende onderdelen:
a. omgevingsanalyse;
b. overzicht beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties en geraamde bedragen;
c. toegestane werkings- en investeringssubsidies;
d. samenstelling beleidsdomeinen;
e. overzicht verbonden entiteiten;
f. overzicht renteloze leningen;
g. personeelsinzet waarvan uitgegaan is voor de raming van de personeelsuitgaven;
h. overzicht jaarlijkse opbrengst per belastingsoort.
De aanpassing van het meerjarenplan nr.9 bevat aanpassingen van het lopende boekjaar 2024 en ook aanpassingen voor de komende boekjaren 2025 tot en met 2027. In uitvoering van artikel 257 van het decreet lokaal bestuur is het ook nodig om de kredieten voor het boekjaar 2025 vast te stellen, zodat ze uitvoerbaar worden vanaf 1 januari 2025.
Na de vaststelling op 21 juni 2024 wordt de digitale rapportering aan Vlaanderen bezorgd via de software en worden de bundels opgeladen op de website (luik meerjarenplannen en budgetten) aangezien deze vorm van publicatie een bijkomende toezichtvoorwaarde is geworden.
Decreet lokaal bestuur, deel 2 titel 4.
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen met latere wijziging.
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur.
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 tot vaststelling van de wijze van communicatie tussen het lokaal bestuur, de indiener van de klacht en de toezichthoudende overheid in het kader van het bestuurlijk toezicht op het lokaal bestuur.
Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018.
Omzendbrief KB/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
het aandeel van het OCMW in de geïntegreerde aanpassing nr. 9 van het meerjarenplan 2020-2025 voor stad en OCMW en de kredieten voor het boekjaar 2025 goed te keuren.
Een exemplaar van de geïntegreerde aanpassing nr. 9 van het meerjarenplan wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
kennis te nemen van de informatiebundel, bijkomend aan de aanpassing nr. 9 van het meerjarenplan 2020-2025, die na de raad digitaal ter beschikking wordt gesteld op de website.
Een exemplaar van de informatiebundel wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De aanpassing nr. 9 van het meerjarenplan is geïntegreerd voor stad en OCMW en bestaat uit één bundel. De rapporten bevatten geconsolideerde bedragen en vertrekken vanuit de doelstellingenboom (doelstelling-actieplan) die voor beide besturen dezelfde is. Toch moet elk bestuur eerst zijn aandeel apart vaststellen, vooraleer de integrale versie door de gemeenteraad kan worden vastgesteld. Voor de uitvoering van de doelstellingen door het aangaan van verbintenissen en voor de concrete ontvangsten en uitgaven, zijn de stad en het OCMW twee afzonderlijke budgettaire entiteiten met elk hun eigen kredieten en transacties. Omdat stad en OCMW aparte rechtspersonen zijn, stelt elke raad eerst het beleid vast van de eigen rechtspersoon. De kredieten voor beiden komen tot uiting in het schema M3.
Samenstelling bundel meerjarenplan
1. inleiding;
2. strategische nota;
2.1. strategische tekst bij de meerjarenplanning;
2.2. omschrijving en geraamde ontvangsten en uitgaven per prioritair actieplan en beleidsdoelstelling;
3. financiële nota;
3.1. financieel doelstellingenplan (M1);
3.2. staat financieel evenwicht (M2);
3.3. overzicht kredieten (M3);
4. toelichting;
4.1. overzicht ontvangsten en uitgaven – functioneel (T1);
4.2. overzicht ontvangsten en uitgaven – economisch (T2);
4.3. investeringsprojecten – per prioritair actieplan (T3);
4.4. evolutie financiële schulden (T4);
4.5. financiële risico's;
4.6. beschrijving grondslagen en assumpties;
4.7. plaats waar de aanvullende documentatie te vinden is.
Daarnaast wordt aan de raad ook een informatiebundel ter beschikking gesteld, die enkel digitaal wordt voorzien, met volgende onderdelen:
a. omgevingsanalyse;
b. overzicht beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties en geraamde bedragen;
c. toegestane werkings- en investeringssubsidies;
d. samenstelling beleidsdomeinen;
e. overzicht verbonden entiteiten;
f. overzicht renteloze leningen;
g. personeelsinzet waarvan uitgegaan is voor de raming van de personeelsuitgaven;
h. overzicht jaarlijkse opbrengst per belastingsoort.
De aanpassing van het meerjarenplan nr. 9 bevat aanpassingen van het lopende boekjaar 2024 en ook aanpassingen voor de komende boekjaren 2025 tot en met 2027. In uitvoering van artikel 257 van het decreet lokaal bestuur is het ook nodig om de kredieten voor het boekjaar 2025 vast te stellen, zodat ze uitvoerbaar worden vanaf 1 januari 2025.
Na de vaststelling op 21 juni 2024 wordt de digitale rapportering aan Vlaanderen bezorgd via de software en worden de bundels opgeladen op de website (luik meerjarenplannen en budgetten) aangezien deze vorm van publicatie een bijkomende toezichtvoorwaarde is geworden.
Decreet lokaal bestuur, deel 2 titel 4.
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen met latere wijziging.
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur.
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 tot vaststelling van de wijze van communicatie tussen het lokaal bestuur, de indiener van de klacht en de toezichthoudende overheid in het kader van het bestuurlijk toezicht op het lokaal bestuur.
Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018.
Omzendbrief KB/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
het aandeel van de stad in de geïntegreerde aanpassing nr. 9 van het meerjarenplan 2020-2025 voor stad en OCMW en de kredieten voor het boekjaar 2025 vast te stellen.
Een exemplaar van de geïntegreerde aanpassing nr. 9 van het meerjarenplan wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
kennis te nemen van de informatiebundel, bijkomend aan de aanpassing nr. 9 van het meerjarenplan 2020-2025, die na de raad digitaal ter beschikking wordt gesteld op de website.
Een exemplaar van de informatiebundel wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Interpellatie van raadslis Julien Ghesquière.
Beantwoord door schepen Peter Buysrogge.
De aanpassing nr. 9 van de meerjarenplanning is geïntegreerd voor stad en OCMW en bestaat uit één bundel. De wettelijke rapporten zijn geconsolideerd en vertrekken vanuit de doelstellingenboom (doelstelling-actieplan) die voor beide besturen dezelfde is. Het aandeel van elk bestuur in de kredieten werd vooraf vastgesteld en, voor wat het aandeel van het OCMW betreft, ook door de stad goedgekeurd. Nu ligt de beslissing over de geïntegreerde aanpassing nr. 9 van het meerjarenplan 2020-2025 voor stad en OCMW voor ter vaststelling.
Samenstelling bundel meerjarenplan:
1. inleiding;
2. strategische nota;
2.1. strategische tekst bij de meerjarenplanning;
2.2. omschrijving en geraamde ontvangsten en uitgaven per prioritair actieplan en beleidsdoelstelling;
3. financiële nota;
3.1. financieel doelstellingenplan (M1);
3.2. staat financieel evenwicht (M2);
3.3. overzicht kredieten (M3);
4. toelichting;
4.1. overzicht ontvangsten en uitgaven – functioneel (T1);
4.2. overzicht ontvangsten en uitgaven – economisch (T2);
4.3. investeringsprojecten – per prioritair actieplan (T3);
4.4. evolutie financiële schulden (T4);
4.5. financiële risico's;
4.6. beschrijving grondslagen en assumpties;
4.7. plaats waar de aanvullende documentatie te vinden is.
Daarnaast wordt aan de raad ook een informatiebundel ter beschikking gesteld, die enkel digitaal wordt voorzien, met volgende onderdelen:
a. omgevingsanalyse;
b. overzicht beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties en geraamde bedragen;
c. toegestane werkings- en investeringssubsidies;
d. samenstelling beleidsdomeinen;
e. overzicht verbonden entiteiten;
f. overzicht renteloze leningen;
g. personeelsinzet waarvan uitgegaan is voor de raming van de personeelsuitgaven;
h. overzicht jaarlijkse opbrengst per belastingsoort.
De aanpassing van het meerjarenplan nr. 9 bevat aanpassingen van het lopende boekjaar 2024 en ook aanpassingen voor de komende boekjaren 2025 tot en met 2027. In uitvoering van artikel 257 van het decreet lokaal bestuur is het ook nodig om de kredieten voor het boekjaar 2025 vast te stellen, zodat ze uitvoerbaar worden vanaf 1 januari 2025.
Na de vaststelling op 21 juni 2024 wordt de digitale rapportering aan Vlaanderen bezorgd via de software en worden de bundels opgeladen op de website (luik meerjarenplannen en budgetten) aangezien deze vorm van publicatie een bijkomende toezichtvoorwaarde is geworden.
Decreet lokaal bestuur, deel 2 titel 4.
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen met latere wijziging.
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur.
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 tot vaststelling van de wijze van communicatie tussen het lokaal bestuur, de indiener van de klacht en de toezichthoudende overheid in het kader van het bestuurlijk toezicht op het lokaal bestuur.
Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018.
Omzendbrief KB/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
de geïntegreerde aanpassing nr. 9 van het meerjarenplan 2020-2025 voor stad en OCMW en de kredieten voor het boekjaar 2025 vast te stellen.
Een exemplaar van de geïntegreerde aanpassing nr.9 van het meerjarenplan wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
kennis te nemen van de informatiebundel, bijkomend aan de aanpassing nr. 9 van het meerjarenplan 2020-2025, die na de raad digitaal ter beschikking wordt gesteld op de website.
Een exemplaar van de informatiebundel wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Naar aanleiding van de nieuwe wetgeving werd de vernieuwde procedure psychosociale aspecten op het werk voorgelegd voor een voorafgaand akkoord aan het betrokken comité preventie en bescherming op het werk (comité PBW) van stad Sint-Niklaas van 4 maart 2024. De vernieuwde procedure vervangt de vorige procedure psychosociale aspecten op het werk in het arbeidsreglement. De in bijlage aangeleverde nieuwe procedure moet nog verder worden aangevuld met de namen en de coördinaten van de nieuwe interne vertrouwenspersonen. Momenteel volgen zes medewerkers daartoe een opleiding. In het comité PBW van februari 2024 werd door de voorzitter gesteld dat deze pas na de opleiding definitief binnen het comité PBW zouden worden aangeduid. Er is voor elke entiteit een intern vertrouwenspersoon vereist. Bij (tijdelijke) ontstentenis moet een intern preventieadviseur van de gemeenschappelijke dienst deze rol op zich nemen voor de betrokken entiteit.
De wijziging in de Codex over de psychosociale aspecten op het werk betreffen onder meer:
Formeel (steeds via Idewe):
- de informatie aan de werkgever in geval van een formele klacht: de werkgever ontvangt vanaf heden onmiddellijk de aard van de feiten van het formeel verzoek (al of niet verband houdend met een discriminatiegrond), daar waar dit voorheen enkel een kennisgeving was van de identiteit van de verzoeker van een formele klacht;
- de inspectie krijgt vanaf nu wel toegang tot de anonieme getuigenverklaringen in de dossiers van de externe dienst PBW.
Informeel en formeel (interne vertrouwenspersonen of formeel via Idewe):
- algemeen: een uitbreiding van de discriminatiegronden;
- algemeen: uitbreiding van de omvang van de beschermingsgronden van een slachtoffer en of de getuige, in geval van feiten van discriminatie en kennisgeving aan de werkgever. Er wordt verondersteld dat de werkgever in kennis is gesteld na het ontvangen van een mail of na ontvangst van een attest via het slachtoffer, of via de getuige of via een intern medewerker (al of niet vertrouwenspersoon) of via Idewe;
- in geval van discriminatie: een bestraffing van valse getuigenissen en bestraffing van valse meldingen door slachtoffer. De werkgever kan een schadevergoeding of ontslag eisen;
- in geval van discriminatie, meer expliciet bij ‘ongewenste intimiteiten’ (= dit is immers een discriminatiegrond), volstaat nu een eenvoudige melding aan de werkgever (opvolging en actie vereist vanwege de werkgever) daar waar voordien de informele of de formele weg te bewandelen was.
Welzijnswet 1996.
Wet op de psychosociale risico’s op het werk 28 februari 2014.
Pestwet 2014.
Represaillewet 15 mei 2024.
Wet op het verplicht aanstellen van interne vertrouwenspersonen 1 december 2023.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
met algemene stemmen (38)
de aanpassingen met betrekking tot de vernieuwde procedure psychosociale risico’s op het werk in het arbeidsreglement goed te keuren.
Een exemplaar van het arbeidsreglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Interpellatie van raadsleden Kris Van der Coelden, Jos De Meyer en Chris Wauman die het stemgedrag van hun fractie motiveren.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Beantwoord door schepen Peter Buysrogge.
Interpellatie van raadslid Kris Van der Coelden.
Beantwoord door algemeen directeur Johan Verhulst.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer.
Beantwoord door schepen Peter Buysrogge.
Interpellatie van raadslid Kris Van der Coelden.
Beantwoord door burgemeester Lieven Dehandschutter.
De wijzigingen aan het organogram en het kader zijn ingegeven door de volgende overwegingen:
- hertekening van het kader van drie ondersteunende diensten op vraag van de organisatie met name personeel, communicatie en ICT;
- aanpassing binnen de afdeling plannen en ontwikkelen naar aanleiding van een pensionering;
- hertekening van het organogram van de cluster techniek. Dit om de integratie van de teams inzake onderhoud van groen en wegenis (grijs) te formaliseren.
Een organogram geeft een schematische voorstelling van een organisatie(onderdeel). Het kader is een overzicht in VTE en schaal van het personeelsbestand.
Formatiewijzigingen marketing en communicatie
MARCOM | huidige kader | voorstel |
B1 - B3 | 6 | 8 |
C1 - C3 | 6.5 | 5 |
D1 - D3 | 0.5 | 0 |
Het gaat hier om een optrekking van 1.5 VTE op niveau C1 - C3 en een optrekking van 0.5 VTE D1 - D3 naar 2 VTE op niveau B1 - B3.
Doel van de gevraagde uitbreiding met 2 VTE deskundigen:
- print-opdrachten opnemen en het inhoudelijk beheer van de website en sociale media kanalen rond 'ontdek Sint-Niklaas';
- het prioriteren van de boodschappen;
- opzetten campagnejaarplan;
- updaten handleidingen en procedures op intranet.- ruimte creëren voor changetraject binnen de dienst:
- interne flow verduidelijken;
- op punt zetten van de intakeprocedure;
- projectmanagement mogelijk maken.
In bijlage is een presentatie toegevoegd ter verduidelijking.
Formatiewijziging ICT:
ICT | huidig kader | voorstel |
A1a - A2a | 1 | 3 |
B4 - B5 | 7 | 5 |
Het gaat hier om een optrekking van 2 VTE op niveau B4 - B5 naar niveau A1a - A2a
Eén bijkomende functie op niveau B4 - B5 en één bijkomende functie op niveau A1a - A2a.
De functie van diensthoofd op niveau A1a - A2a wordt geschrapt.
Motivering adviseur ICT technologie en security:
- keuzes en bijsturing steeds complexer hybride ICT landschap;
- keuzes en bijsturing security ICT en applicatielandschap;
- keuzes en bijsturing toegankelijkheid applicatielandschap.
Motivering adviseur Microsoft solution architect:
- prominente rol van Microsoft apps in IT landschap;
- benutten functionaliteiten in Azure cloud en Microsoft F3/E5 licenties;
- benutten mogelijkheden LB365.
Motivering hoofddeskundige applicatiebeheer Microsoft Dynamics:
- benutten van functionaliteiten Microsoft Dynamics / LB365;
- nood aan eigen kennis van Microsoft Dynamics / LB365 (ondernemersloket, verenigingsloket, premies, productencataloog …)
Motivering adviseur business analist
- complexiteit IT landschap;
- governance snel veranderende applicaties;
- complexer veiligheidsbeleid.
In bijlage is een presentatie gevoegd ter verduidelijking.
Formatiewijziging personeel:
Personeel | huidig kader | voorstel |
A1a - A2a | 4 | 3 |
B4 - B5 | 4 | 5 |
B1 - B3 | 12.5 | 16.5 |
C1 - C3 | 13 | 8 |
Het gaat hier om een optrekking van 3 VTE C 1-2-3 naar niveau B 1-2-3:
Eén VTE extra op niveau B1 - B3;
Eén VTE extra op niveau B4 - B5;
Eén VTE op niveau A1a - A2a wordt geschrapt (bij pensionering van de huidige functionaris);
Twee VTE op niveau C123 worden geschrapt (bij pensionering van de huidige functionaris).
De doelstelling van deze wijziging is het versterken van de afdeling personeel in het kader van een toekomstbestendig hr-beleid.
In dat kader is er gekozen voor:
- versterking bij de dienst wedden en beheer met één deskundige (lonen) en één deskundige (beheer: vakantie, ziekte, uurroosters).
De functie van teamcoördinator moet ook worden ingevuld, dit om de vacante plaats van leidinggevende in te vullen.
Het is de bedoeling om de dienst om te bouwen tot een kennis-en contactcenter voor de individuele medewerker;
- versterking bij het team selectie met één deskundige.
Met als doel een antwoord te bieden op de stijgende vraag van de diensten om snel(ler) vacante plaatsen in te vullen en ook extra aandacht te kunnen besteden aan employer branding, een noodzaak in de huidige arbeidsmarktkrapte;
- versterking bij het team loopbaan met één deskundige.
Vanuit de organisatie wordt er gevraagd extra in te zetten op VTO, ondersteuning van leidinggevenden, hr-partnerschap en individuele trajecten
In bijlage is een presentatie toegevoegd ter verduidelijking.
Formatiewijziging afdeling plannen en ontwikkelen:
Er wordt één functie opgetrokken van niveau D 1-2-3 naar niveau B 1-2-3.
Motivering: antwoord bieden op een aantal uitdagingen in de (nabije) toekomst, onder andere:
- het beheer van de mobiliteitsmodi en -stromen wordt steeds complexer en overstijgt de operationele werking van een lokaal bestuur;
- multimodale mobiliteitsdata: mobiliteit is één van de beleidsdomeinen die op korte termijn vooral door multimodale mobiliteitsdata zullen gestuurd worden;
- actualiseren, evalueren mobiliteitsplan;
- verder inzetten op kennis- en capaciteitsopbouw en samenwerking;
- ...
Organogram cluster techniek:
De wijziging betreft een naamswijziging van de drie teams binnen de dienst beheer openbaar domein. De huidige teams zullen toekomstgericht anders worden samengesteld. Deze wijziging komt er om de integratie van groen en grijs te formaliseren, de bestaande eilandcultuur op te heffen en de samenwerking te bevorderen.
In bijlage vindt u de huidige tekening, het toekomstige voorstel en een korte presentatie ter verduidelijking.
In bijlage eveneens het protocol voor akkoord (met opmerkingen) van de syndicale organisaties.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
het organogram van de cluster techniek goed te keuren.
Een exemplaar van het organogram wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
de voorgelegde wijzigingen van het kader goed te keuren voor de afdelingen personeel, marketing en communicatie, ICT en plannen en ontwikkelen.
De voorgestelde wijzigingen aan de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement hebben betrekking op;
- opvolging, feedback en evaluatie:
Er wordt voorgesteld om de duur van het evaluatietraject bij disfunctioneren vast te stellen op zes maanden met beroepsmogelijkheid. Momenteel bestaat het traject uit twee periodes van zes maanden met telkens een beroepsmogelijkheid. De praktijk leert dat dit traject te lang is, zowel voor de collega's, als het betrokken personeelslid en de evaluatoren;
- aanpassingen in uitvoering van het ontslagdecreet en ontslagbesluit:
De aanleiding tot de definitieve ambtsbeëindiging wordt aangepast aan de nieuwe regelgeving. Het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd (nu 65 jaar, in 2030 67 jaar) betekent niet meer automatisch het einde van de tewerkstelling voor statutaire medewerkers. Ofwel vraagt de medewerker zijn/haar pensioen aan ofwel zegt de werkgever op. Opzegging door de werkgever moet gebeuren met in acht name van een opzeggingstermijn en zal gemotiveerd moeten worden. Het louter bereiken van de pensioenleeftijd is als enige motivatie niet voldoende.
Verder worden de nodige verwijzingen naar de arbeidsovereenkomstenwet en het decreet lokaal bestuur opgenomen:
- deeltijds prestaties wegens medische ongeschiktheid:
Vandaag kunnen enkel statutairen die nog ziektedagen hebben, deeltijds hervatten na ziekte. Statutairen wiens ziektekrediet is opgebruikt en in disponibiliteit staan, kunnen dit niet. Het nieuwe rechtspositiebesluit maakt het mogelijk om toch deeltijds te hervatten voor wie geen ziektedagen meer heeft. Men krijgt hiervoor een vergoeding die 37,50 % bedraagt van het salaris dat verschuldigd zou zijn voor de prestaties die niet worden geleverd (50 %).
Er wordt voorgesteld om deze regeling in te schrijven in de rechtspositieregeling. Dit past in het gevoerde re-integratiebeleid voor langdurig zieken. De bedoeling is wel om het systeem te beperken in de tijd;
- verlof nieuwe contractuelen:
Er wordt voorgesteld om de contractuele personeelsleden (vanaf 1 januari 2025) verlof toe te kennen op basis van het lopende jaar (net zoals de statutairen). Hierdoor hebben nieuwe contractuele medewerkers ook onmiddellijk verlof. Dit betekent ook geen uitbetaling meer van de resterende en toekomstige vakantiedagen bij uitdiensttreding, een vereenvoudiging met grote impact voor de opvolging van vakantierechten (geen uitbetalingen bij vermindering van prestaties, bij ziekte op het einde van het jaar ...), eenvoudige verloftoekenning bij indiensttreding (niet afhankelijk van attesten vorige werkgever of vakantiekas) ... Voor de bestaande contractuele medewerkers zal een overgangsregeling worden uitgewerkt waarbij gedurende vier jaar, telkens vijf dagen bijkomend (opgebouwd) verlof kan worden opgenomen;
- betaling nieuwe statutairen:
Er wordt voorgesteld om het loon van nieuwe statutairen (in dienst vanaf 1 januari 2025) te betalen na prestatie, in plaats van vooraf. Dit is ook zo voor de contractuelen. Hierdoor hebben we minder correcties op het loon (ingevolge ziekte, afwezigheden ...), moet er bij disponibiliteit niet meer teruggevorderd worden en is er nog een loonuitbetaling op het einde van de tewerkstelling. Dit heeft geen meerkost;
- berekeningswijze ecocheques en cadeaubon
Het aantal ecocheques waar men recht op heeft worden nu berekend op basis van prestaties van het jaar voordien. Er wordt voorgesteld om in de toekomst de berekening te maken aan de hand van de berekening van de maaltijdcheques. Het recht op ecocheques zal in verhouding staan tot het recht op maaltijdcheques met de nodige correcties (gelijkstelling voor vakantie, feestdagen, deels ziekte, zwangerschapsrust ...). Dit maakt de berekening een stuk eenvoudiger. Voor de medewerkers is er weinig verschil.
Het bedrag van de jaarlijkse cadeaubon op 6 december wordt eveneens berekend op basis van prestaties (minimum 200 uur) in een referteperiode die loopt van 1 oktober van het vorige jaar tot 30 september van het lopende jaar. Er wordt voorgesteld om in de toekomst de cadeaubon toe te kennen aan iedereen die op 1 december van het lopende jaar in dienst is. Hierdoor krijgen ook collega's die in september of later in het lopende jaar in dienst zijn gekomen een bon op 6 december. Budgettair is de impact klein of eerder gunstig (geen bon meer voor wie uit dienst is op 1 december). Voor het seizoenspersoneel en medewerkers met losse prestaties voorzien we een uitzondering. Zij blijven de bon krijgen op basis van hun prestaties.
- aanpassing toepassingsgebied en technische aanpassingen:
Het toepassingsgebied wordt geactualiseerd en er worden een aantal technische aanpassingen gedaan.
De voorgestelde aanpassingen werden onderhandeld met de vakorganisaties en resulteerden in een protocol van akkoord met een aantal opmerkingen.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2024 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.
de voorgestelde wijzigingen aan de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement goed te keuren.
Een exemplaar van de regeling en het reglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Toegelicht door burgemeester Lieven Dehandschutter.
Interpellatie van raadslid Steve Vonck die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Interpellatie van raadsleden Karel Noppe en Chris Wauman.
Beantwoord door burgemeester Lieven Dehandschutter.
Het is noodzakelijk het algemeen politiereglement te wijzigen. In de toelichtingsnota in bijlage worden alle voorstellen tot wijziging toegelicht met een bijhorende motivering.
De wijzigingen hebben voornamelijk betrekking op louter tekstuele verbeteringen, aanvullingen op bestaande bepalingen of doorhalingen ingevolge het in werking treden van hogere wetgeving waardoor de gemeenteraad niet langer bevoegd is bepaalde gedragingen te bestraffen (lachgas).
Tevens wordt in het kader van de aanpak van zogeheten patservoertuigen een regeling inzake bestuurlijke inbeslagname van voertuigen ingevoerd.
Wanneer het KMI code oranje of code rood afkondigt voor wind wordt het betreden van parken en bossen op het grondgebied van de stad verboden.
De voormalige voetbalterreinen ter hoogte van de Pastoor Copstraat worden ter beschikking gesteld aan Waasballon vzw als tijdelijk opstijgterrein voor luchtballonnen mits voorafgaande melding aan politie of de gemachtigde terreinoverste.
Er wordt tevens een verbod ingevoerd om de banden van andermans voertuig te laten leeglopen zonder diens toestemming.
De recente wijziging van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zorgt ook voor een aantal aanpassingen. Zo wordt het maximumboetebedrag dat aan meerderjarige overtreders kan worden opgelegd, opgetrokken naar 500 EUR. Voor minderjarigen is de wet niet gewijzigd en blijft het maximum op 175 EUR. In het algemeen politiereglement van Sint-Niklaas wordt evenwel nog steeds het maximumboetebedrag van 125 EUR gehanteerd. Het is aangewezen dit op te trekken naar het wettelijk toegestane maximumbedrag van 175 EUR, temeer daar het protocolakkoord met het parket van de procureur des Konings van Oost-Vlaanderen toestaat dat minderjarigen ook voor gemengde inbreuken (zoals winkeldiefstal) met GAS kunnen worden gesanctioneerd. In functie van deze ernstige feiten kan een hogere maximumboete verantwoord zijn. Momenteel voorziet het algemeen politiereglement ook nog steeds de minimumleeftijd van zestien jaar om gesanctioneerd te kunnen worden met GAS. Op advies van de lokale politie wordt de minimumleeftijd waarop minderjarigen met GAS kunnen worden gesanctioneerd verlaagd naar de wettelijk toegestane minimumleeftijd van veertien jaar, aangezien zij meer en meer vaststellen dat veertien- tot zestienjarigen inbreuken plegen en deze ongestraft blijven.
Nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 119.
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Algemeen politiereglement, eerder goedgekeurd in gemeenteraadszittingen van 23 november 2018, 25 januari 2019, 29 april 2019, 24 april 2020, 23 december 2021 en 26 mei 2023.
We stellen enkele randvoorwaarden bij de verlaging van de leeftijd voor GAS voor, om de kwetsbaarheid van jongeren op deze leeftijden op te vangen, om te vermijden dat de band met de samenleving bij kwetsbare jongeren nog meer in gevaar komt, of om de relatie tussen jongeren en ordehandhaving niet nog meer onder druk te zetten.
- Communicatie. Het is niet altijd gemakkelijk voor 14- of 15-jarigen om te weten welke regels waar van toepassing zijn. Dat GAS-reglementering lokaal kan verschillen, draagt hier aan bij. Daarom stellen we voor om hier een gerichte communicatie rond te voeren. We willen dit ook mee opvangen in het traject over communicatie tussen jongeren en politie, waarover momenteel wordt nagedacht, en zouden hierbij de expertise van Bataljong (zeg maar de ondersteunende koepelvereniging van jeugddiensten) willen betrekken.
- Gemeenschapsdienst. We stellen voor om de bemiddelaar te vragen waar mogelijk te kiezen voor gemeenschapsdienst of gelijkwaardig. Dit advies gaat voor ons overigens op voor alle minderjarigen. Geldboetes zijn ons inziens niet effectief. Bovendien kunnen ze soms niet betaald worden en komt het dan op de kap van ouders. Zeker in kwetsbare gezinnen kan dit ongewenste gevolgen hebben. Gemeenschapsdienst lijkt ons effectiever, mits goede begeleiding. Het kan het contact met de lokale samenleving bevorderen en heeft een inhoudelijke meerwaarde. Dan moet er wel op zoek gegaan worden naar partners in bepaalde sectoren, die het zien zitten om dit op te vangen.
- Snelheid. We stellen voor om de duur van de bemiddelingsprocedure te beperken tot een redelijke termijn (niet de wettelijk voorziene termijn van 12 maanden). Laat jongeren tijdig weten waar ze aan toe zijn. Tijdsbeleving is anders bij jongeren.
Een andere belangrijke vraag van onze sector, is om hier niet enkel repressief op te reageren. We stellen een brede aanpak voor, zonder te willen vervallen in bepampering. Denk aan de inrichting van de publieke ruimte, vrijetijdsaanbod, buurt- en jeugdopbouwwerk ...
De politie is er voorstander van om de minimumleeftijd om gesanctioneerd te worden met GAS te verlagen naar 14 jaar. Bij het verlagen van de leeftijdsgrens van 16 naar 14 jaar zal de bewustwording van de ouders worden gestimuleerd, waar ze voorheen mogelijk zelfs volledig in het ongewisse werden gelaten van de gepleegde feiten. Door de verplichte bemiddeling na een inbreuk op de APR, kan op jonge leeftijd ingegrepen worden en een gedragsverandering nagestreefd worden. Dat blijft dan ook de voornaamste motivering van de politie om deze leeftijdsverlaging te verantwoorden.
Voor minderjarigen voorziet de wet immers in een verplichte bemiddeling samen met ouders/voogd. Alle GAS-dossiers die betrekking hebben op minderjarigen, moeten door de sanctionerend ambtenaar in bemiddeling worden gegeven bij de GAS-bemiddelaar. De wet voorziet een termijn van 12 maanden om deze dossiers af te behandelen. In de verdere afhandeling van de bemiddeling komt de sanctionerend ambtenaar niet tussen, gelet op de onafhankelijkheid van de GAS-bemiddelaar. In de GAS-procedure wordt de minderjarige overtreder verplicht bijgestaan door een (pro deo)advocaat, die door de Stafhouder wordt aangesteld. De minderjarige overtreder heeft dus steeds de kosteloze bijstand van een raadsman die hem/haar kan begeleiden en adviseren gedurende de GAS- en bemiddelingsprocedure. Het resultaat van deze bemiddeling zou een vorm van gemeenschapsdienst kunnen zijn, bijv. een opleiding volgen of een prestatie leveren. Als laatste sluitstuk volgt het opleggen van een geldboete, eventueel aangevuld met het vergoeden van materiële schade.
De politie is bereid haar team jeugd en gezin in te schakelen om deel te nemen aan deze bemiddelingen. Deze dienst heeft veel ervaring in het empathisch, doch ook kordaat benaderen van deze doelgroep en kijkt naar de volledige leefwereld van de tiener (bijv. situatie op school of in het gezin).
De politie kan echter niet anders dan vaststellen dat enerzijds de jeugdcriminaliteit toeneemt en anderzijds ook het aantal overlastmeldingen waarbij de 14- tot 16-jarigen betrokken zijn.
In 2021 werd 4,17 % van de geregistreerde criminaliteit gepleegd door tieners van 14 en 15 jaar. Het aandeel 14- tot -15-jarigen nam nadien elk jaar toe: 6,38 % in 2022, 7,42 % in 2023 en 8,10 % in 2024. Indien we het aandeel van de minderjarigen (tot en met 17 jaar) in de geregistreerde criminaliteit samentellen, komen we aan de volgende percentages: 10,64 % in 2021, 15, 29 % in 2022, 15,47 in 2023 en 16,9 % in 2024. Daarnaast stelt de politie vast dat het aandeel van 14- tot 16-jarigen in de meldingen van overlast, diefstal, dronkenschap, bedreigingen en slagen jaar na jaar toeneemt. In 2021 waren 276 veertien- tot zestienjarigen betrokken bij dit soort incidenten, in 2022 reeds 342 jongeren en in 2023 maar liefst 420 jongeren.
Tenslotte krijgt de politie signalen van bijv. scholen dat de moraliteit van steeds jongere minderjarigen ook in andere domeinen in negatieve zin evolueert (gedrag op school, in verenigingen, op sociale media, …).
het gewijzigd algemeen politiereglement goed te keuren. Deze wijzigingen treden in werking op 1 juli 2024.
Een exemplaar van het algemeen politiereglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Toegelicht door burgemeester Lieven Dehandschutter.
Hulpverleningszone Waasland legt een model van politieverordening voor houdende vaststelling van de minimumnormen brandpreventie voor publiek toegankelijke inrichtingen. De minimumnormen worden in de praktijk reeds toegepast binnen de Hulpverleningszone maar worden nu vervat in een reglementering. In het algemeen politiereglement van stad Sint-Niklaas zijn de minimumnormen inzake brandpreventie met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen thans opgenomen onder hoofdstuk IV, afdeling 3, artikelen 91 tot en met 116.
Het toepassingsgebied blijft hetzelfde.
In de nieuwe politieverordening worden de publiek toegankelijke inrichtingen ingedeeld in twee categorieën: categorie 1: maximumcapaciteit van 49 personen en categorie 2: maximumcapaciteit van 50 personen of meer.
Inrichtingen van categorie één worden principieel niet gecontroleerd tenzij bij expliciete vraag van de burgemeester. Voor inrichtingen van categorie twee wordt een brandveiligheidsattest afgeleverd door de burgemeester.
Als uit het brandpreventieverslag blijkt dat de inrichting voldoet aan de brandveiligheidsnormen kan de burgemeester een brandveiligheidsattest A uitreiken. Dit attest heeft principieel een onbepaalde geldigheidsduur.
Als uit het brandpreventieverslag blijkt dat de inrichting niet volledig voldoet aan de brandveiligheidsnormen maar dat de veiligheid van het personeel en de bezoekers niet in gevaar komt, kan de burgemeester een brandveiligheidsattest B uitreiken. De burgemeester bepaalt de geldigheidsduur van dit attest, met een maximale geldigheidsduur van vijf jaar.
Na uitvoering van de aanpassingswerken (indien een stappenplan werd opgemaakt) of uiterlijk dertig dagen voor het aflopen van de geldigheidsduur van het brandveiligheidsattest B moet de exploitant de burgemeester verzoeken om een nieuwe controle.
Indien uit de hercontrole blijkt dat de inrichting voldoet aan de brandveiligheidsnormen, kan de burgemeester een brandveiligheidsattest A uitreiken met in principe onbepaalde geldigheidsduur.
Indien er reeds aanpassingswerken werden uitgevoerd maar er nog steeds opmerkingen zijn, kan de burgemeester het brandveiligheidsattest B verlengen indien de totale geldigheidsduur van vijf jaar nog niet werd overschreden.
Indien de inrichting nog steeds niet voldoet aan de brandveiligheidsnormen en het attest B de totale geldigheidsduur van vijf jaar heeft bereikt, kan de burgemeester uitzonderlijk het brandveiligheidsattest B verlengen mits verscherpte controles worden uitgevoerd.
Als uit het brandpreventieverslag blijkt dat de inrichting niet voldoet aan de brandveiligheidsnormen en hierdoor de veiligheid van personeel en bezoekers in gevaar komt of de inrichting gedurende vijf jaar in het bezit is van een B-attest zonder daarbij voldoende gevolg te geven aan de bijhorende opmerkingen, kan de burgemeester een brandveiligheidsattest C uitreiken. In dit geval kan de uitbating van de inrichting niet starten of verder doorgaan.
Indien het onmogelijk is te voldoen aan een of meerdere specificaties van het reglement kan de burgemeester afwijkingen toestaan. Dit kan enkel op de bepalingen die niet door een andere wetgeving zijn opgenomen.
De aanvraag tot afwijking wordt door de exploitant schriftelijk aan de burgemeester bezorgd, die ze doorstuurt naar de afwijkingscommissie. De afwijkingscommissie, bestaande uit een secretaris en twee deskundigen brandveiligheid, lid van de Hulpverleningszone Waasland, verstrekt een advies aan de burgemeester.
Binnen een periode van zes maanden na ontvangst van de aanvraag doet de burgemeester uitspraak op basis van het gemotiveerd advies van de afwijkingscommissie en maakt de beslissing over aan de exploitant.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen.
Algemeen politiereglement van de stad Sint-Niklaas.
met algemene stemmen (37)
de politieverordening houdende vaststelling van de minimumnormen inzake brandpreventie voor publiek toegankelijke inrichtingen goed te keuren.
Een exemplaar van de verordening wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Onlangs werd artikel 29 quater van de wegverkeerswet (GAS 5) aangepast ingevolge artikel 3 van het decreet van 22 maart 2024 over de weginfrastructuur en het wegenbeleid en de waterinfrastructuur en het waterbeleid. Deze wijziging is in werking getreden op 6 mei 2024.
Waar artikel 29 quater § 2, 4° voordien luidde: 'de snelheidsovertreding wordt begaan door een meerderjarige natuurlijke persoon of een rechtspersoon', luidt dit nu als volgt: 'de snelheidsovertreding wordt begaan door meerderjarige natuurlijke personen, vermoed of aangeduid overeenkomstig artikel 67 bis en 67 ter'.
Door de wijziging wordt de juridische onzekerheid omtrent de identificatie van de overtreder opgehelderd. Voortaan zal enkel nog een administratieve geldboete kunnen worden opgelegd aan meerderjarige natuurlijke personen die geïdentificeerd zijn overeenkomstig de regels in de wegverkeerswet, met name op grond van artikel 67 bis (natuurlijke personen) of 67 ter (rechtspersonen).
Als een kenteken ingeschreven is op naam van een natuurlijke persoon, voorziet artikel 67 bis van de wegverkeerswet in een (weerlegbaar) vermoeden dat de (snelheids)overtreding begaan werd door deze natuurlijke persoon.
Bij rechtspersonen liggen de kaarten anders. Ingevolge de wijziging van artikel 29 quater § 2, 4° kunnen rechtspersonen niet langer snelheidsovertredingen begaan. Artikel 67 ter wegverkeerswet voorziet voor rechtspersonen in een verplichting om de identiteit van de onmiskenbare bestuurder op het ogenblik van de feiten mee te delen of, indien zij die niet kennen, de identiteit van de persoon die verantwoordelijk is voor het voertuig. In het kader van de strafrechtelijke procedure werd dit volledig geautomatiseerd.
Geeft de rechtspersoon die informatie niet, dan staan daarop zeer zware sancties. Het gaat om een apart misdrijf. Zowel de bestuurder van de rechtspersoon als de rechtspersoon zelf kunnen dan gedagvaard worden voor de politierechtbank en riskeren daar geldboetes van 1.600 EUR tot € 32.000 EUR en/of een gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden.
Wanneer de overtreding evenwel werd begaan met een motorvoertuig ingeschreven op naam van een rechtspersoon die de gebruikelijke bestuurder in de kruispuntbank voertuigen (RENTA) heeft laten registreren, wordt de gebruikelijke bestuurder gelijkgesteld met de houder van de kentekenplaat en is artikel 67 bis van toepassing.
Om in overeenstemming te zijn met de gewijzigde bepaling, wordt een wijziging van artikel 3 § 1, 4° van de bijzondere politieverordening betreffende de beperkte snelheidsovertredingen voorgesteld.
Omwille van de juridische leemte die voorheen bestond omtrent de identificatie van de overtreder, had de gemeenteraad in zitting van 26 mei 2023 een eigen kentekenaansprakelijkheid aangenomen. Aangezien dit vraagstuk thans geregeld is in de Wegverkeerswet, moet de lokale regeling die opgenomen was in art. 3 § 4 van de bijzondere politieverordening betreffende de beperkte snelheidsovertredingen, geschrapt worden.
Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, artikel 29quater.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Bijzondere politieverordening betreffende de beperkte snelheidsovertredingen van 26 augustus 2022
de wijzigingen in de bijzondere politieverordening betreffende de beperkte snelheidsovertredingen
goed te keuren en in werking te laten treden op 1 juli 2024.
Een exemplaar van de verordening wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De politieverordening werd opgesteld voortgaand op de ervaringen van de voorbije edities, teneinde de Vredefeesten in veilige omstandigheden te laten doorgaan. Er bestaat een noodzakelijkheid om over te gaan tot het nemen van meerdere tijdelijke maatregelen ter vrijwaring van de openbare orde, rust en veiligheid.
Grondwet, artikelen 41 en 162.
Besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap.
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, artikelen 1, 2 en 3.
Nieuwe gemeentewet, artikelen 119, 119 bis, 119 ter en 135 § 2.
Wet van 28 december 1983, met latere wijzigingen, betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht.
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, gepubliceerd op 31 oktober 2017, artikelen 115 en 116.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Koninklijke besluiten van 17 juli 1989 en 14 mei 1990, houdende de normen betreffende de bescherming van de toeschouwers tegen brand en paniek bij manifestaties in openluchtinrichtingen.
Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie.
Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Koninklijk besluit van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgische luchtruim.
Circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken van 10 december 1987 houden de gecoördineerde algemene onderrichtingen betreffende de handhaving van de openbare orde.
Algemeen politiereglement stad Sint-Niklaas.
met 36 stemmen voor (N-VA, Groen, Liberaal Sint-Niklaas, Vlaams Belang, CD&V, Vooruit) en 1 onthouding (PVDA)
de tijdelijke politieverordening naar aanleiding van de Vredefeesten 2024 goed te keuren.
Een exemplaar van de verordening wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
De gemeenteraad keurde in zitting van 23 juni 2023 inzake deze uittreding reeds een cascade-regeling goed:
1. bij voorkeur de aandelen te ruilen;
2. indien een ruil niet mogelijk blijkt voor (een deel van) de aandelen, of indien er geen akkoord wordt bereikt over de finale ruilovereenkomst tussen de betrokken partijen, door middel van een koop/verkoop aan één of meer publieke aandeelhouders uit de andere werkingsgebieden;
3. indien er voor geen van bovenstaande opties een akkoord kan worden bereik, door een uittreding.
Uit de berekening van de volstorting is gebleken dat de aandelenpakketten die geruild zouden worden redelijk verschillen in volstorte waarde. Om die reden is uittreden de meest logische optie. Woonpunt Waas doet stad Sint-Niklaas het voorstel uit te treden waarbij we recht hebben op de nominale waarde van het werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van woonmaatschappij.
Vlaamse codex wonen, artikel 4.39/2.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Statuten Woonpunt Waas.
met algemene stemmen (37)
de uittreding uit Woonpunt Waas goed te keuren.
In zitting van 25 augustus 2023 keurde de gemeenteraad de instap in Opdrachtencentrale vzw goed.
Volgens de statuten van Opdrachtencentrale zijn we als toegetreden lid ook lid van de algemene vergadering.
Volgende mandatarissen worden aangeduid als vertegenwoordigers in de algemene vergadering van Opdrachtencentrale vzw:
- schepen Ine Somers;
met als plaatsvervanger
- raadslid Karel Noppe.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 25 augustus 2023 houdende instap Opdrachtencentrale vzw.
Statuten Opdrachtencentrale vzw.
volgende personen als vertegenwoordigers van de stad Sint-Niklaas op de (buitengewone) algemene vergaderingen van Opdrachtencentrale vzw voor de huidige zittingsperiode aan te duiden:
effectieve vertegenwoordiger:
- schepen Ine Somers;
plaatsvervangende vertegenwoordiger:
- raadslid Karel Noppe.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
In het kader van deze opdracht werd door team overheidsopdrachten in overleg met de betrokken diensten een bestek met nummer 2024-029/OVA/leveren van bomen/TA-DV opgemaakt.
Volgende gunningscriteria worden voorgesteld:
- prijs 50 %;
- assortiment 20 %;
- kwaliteit en duurzaamheid 30 %.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van een openbare procedure. De indicatieve raming bedraagt 520.000 EUR, inclusief btw.
Voor het objectief beoordelen van de ingediende offertes zal een jury samengesteld worden, bestaande uit vertegenwoordigers van de diensten projecten openbaar domein, beheer openbaar domein en overheidsopdrachten. Deze overheidsopdracht zal zowel nationaal als Europees gepubliceerd worden.
Europese richtlijn 2011/7/EU betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, gewijzigd bij wet van 16 februari 2017.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en dien-sten, in het bijzonder artikel 36 en de daarbij behorende KB’s en alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 19 december 2023 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.
het bestek met nummer 2024-029/OVA/leveren van bomen/TA-DV, opgesteld door dienst overheidsopdrachten en administratie, en indicatieve raming goed te keuren. De voorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. De indicatieve raming bedraagt 520.000 EUR, inclusief btw.
bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
akkoord te gaan met het samenstellen van de jury voor het objectief beoordelen van de ingediende offertes, bestaande uit vertegenwoordigers van de diensten projecten openbaar domein, beheer openbaar domein en overheidsopdrachten leveringen en diensten.
Interpellatie van raadslid Roland Pannecoucke die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Interpellatie van raadslid Chris Wauman.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
Het groenonderhoud van Sinaai is niet meer als afzonderlijk geheel opgenomen in de opdracht (wat voorheen wel het geval was).
Het toekomstplan beheer openbaar domein voorziet in een andere aanpak. Sinaai zal met een eigen polyvalente ploeg onderhouden worden (zoals alle andere wijken) en de focus van de dienstverlener (opdrachtnemer van dit bestek) is gericht op taakgerichte ondersteuning naar alle wijkploegen over het volledige grondgebied.
Het budget dat voorheen voor Sinaai werd voorzien komt dan ter beschikking voor het volledige grondgebied. Met de ruimte die daarbij vrijkomt (door uitbesteden van taakgerichte opdrachten), komen er eigen uren ter beschikking waarmee de polyvalente ploeg van Sinaai kan samengesteld worden.
Dit kadert in de wijziging rond het beeldkwaliteitsgericht werken, wat de opdracht is en blijft van onze wijkploegen. Die daarbij wel taakgericht ondersteund worden.
In het kader van deze opdracht werd een bestek opgesteld door het team overheidsopdrachten in overleg met de dienst beheer openbaar domein. De indicatieve raming bedraagt 375.000 EUR, inclusief btw, op jaarbasis (1.500.000 EUR, inclusief btw, voor een periode van vier jaar).
Het betreft een voorbehouden opdracht voor 'sociale economie'.
De initiële looptijd van deze overeenkomst is één jaar met drie expliciete verlengingen van telkens één jaar. De maximale looptijd is vier jaar.
Het bestek is in bijlage toegevoegd.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
- perceel 1 (onderhoud van verhardingen op afroep (alle gebieden));
- perceel 2 (diverse onderhoudswerken op afroep (alle gebieden));
- perceel 3 (werken in het kader van natuurbeheer (alle gebieden)).
Volgende gunningscriteria worden voorgesteld:
- prijs: 52 %;
- proefopdracht: 48 %, met als subcriteria:
- rendement: 12 %;
- werkwijze: 12 %;
- veiligheid: 12 %;
- capaciteiten van de ingezette personeelsleden: 12 %.
De jury voor het objectief beoordelen van de offertes bestaat uit vertegenwoordigers van onder andere:
- het beheer openbaar domein;
- het team overheidsopdrachten.
Europese richtlijn 2011/7/EU betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, gewijzigd bij wet van 16 februari 2017.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, in het bijzonder artikel 36 en de daarbij behorende koninklijke besluiten en alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB), Welzijnswet en Codex over het welzijn op het werk.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 19 december 2023 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.
Standaardbestek 250.
de wijze van gunning (openbare procedure), de indicatieve raming (1.239.669,42 EUR + 260.330,58 EUR (21 % btw) = 1.500.000 EUR) en de voorwaarden goed te keuren voor het aanstellen van een dienstverlener voor het onderhoud van groenzones op het gehele grondgebied van Sint-Niklaas over een periode van minimaal één jaar en maximaal vier jaar (op basis van drie expliciete verlengen van telkens één jaar).
dat de jury voor het objectief beoordelen van de offertes zal bestaan uit vertegenwoordigers van onder andere:
-de dienst beheer openbaar domein;
- het team overheidsopdrachten.
In het kader van de opdracht 'raamovereenkomst voor het uitvoeren van rioolherstellingen' werd een bestek met nummer 2024/017aa opgesteld door de dienst overheidsopdrachten en administratie.
Deze opdracht is als volgt opgedeeld:
- basisopdracht (raamovereenkomst voor het uitvoeren van rioolherstellingen), indicatieve raming: 307.219,60 EUR, exclusief btw;
- verlenging 1 (raamovereenkomst voor het uitvoeren van rioolherstellingen), indicatieve
raming: 307.219,60 EUR, exclusief btw;
- verlenging 2 (raamovereenkomst voor het uitvoeren van rioolherstellingen), indicatieve raming: 307.219,60 EUR, exclusief btw;
- verlenging 3 (raamovereenkomst voor het uitvoeren van rioolherstellingen), indicatieve
raming: 307.219,60 EUR, exclusief btw.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt indicatief geraamd op 1.228.878,40 EUR, exclusief btw.
De volledige looptijd van deze opdracht is vier jaar vanaf de sluiting van de opdracht. De looptijd van de basisopdracht bedraagt één jaar vanaf de sluiting van de opdracht en wordt drie keer voor één jaar stilzwijgend verlengd.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.
Europese richtlijn 2011/7/EU betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, gewijzigd bij wet van 16 februari 2017.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, en de daarbij behorende koninklijke besluiten en alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 21 juni 2019 houdende vaststelling van de definitie dagelijks bestuur.
Raadsbeslissingen voor stad en OCMW van 19 december 2023 houdende vaststelling van verrichtingen die niet worden beschouwd als zijnde van dagelijks bestuur.
het bestek met nummer 2024/017aa en de indicatieve raming voor de opdracht 'raamovereenkomst voor het uitvoeren van rioolherstellingen', opgesteld door de dienst projecten openbaar domein, goed te keuren. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De indicatieve raming bedraagt 1.228.878,40 EUR, exclusief btw.
Een exemplaar van het bestek wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
de uitgave te verrekenen op AC000626/MJP000946 (saneringsuitgaven voor rioprojecten).
Bpost nv, Anspachlaan 1, Mailbox 1, 1000 Brussel, wenst op de openbare parking ter hoogte van de Sint-Antoniusstraat een microhub op te richten voor de verdeling van pakjes op het grondgebied Sint-Niklaas.
Naar analogie met de cabines die voor Fiberklaar en Eurofiber reeds geplaatst werden op het grondgebied van de stad, is het aangewezen hiervoor ook een opstalrecht toe te staan met dezelfde modaliteiten.
De belangrijkste bepalingen van het ontwerp van overeenkomst tot het vestigen van het opstalrecht luiden als volgt:
- locatie: Sint-Antoniusstraat, 4de afdeling, sectie D, deel van nummer 781 V3;
- duurtijd: dertig jaar;
- vergoeding van 1.100 EUR, per jaar;
- oppervlakte: 37,50 m²;
- authentieke akte wordt verleden binnen een termijn van vier maanden na ondertekening van de overeenkomst;
- alle kosten voor de overeenkomst en de authentieke akte zijn ten laste van Bpost nv.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Er is reeds een omgevingsvergunningsaanvraag (omv_2024075222) ingediend voor de microhub. Deze wordt momenteel nagekeken op volledig- en ontvankelijkheid.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van het BPA Baenslandwijk (ministerieel besluit 20 april 1999), in een strook voor wegenis met het opschrift parking. Er zijn geen specifieke voorschriften gekoppeld aan de strook voor wegenis. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de handelingen niet strijdig zijn met het BPA.
Wel wordt, op basis van de plannen gevoegd bij de ingediende aanvraag, opgemerkt dat de constructie weinig kwalitatief is op vlak van vormelijkheid. De materialisatie in antracietkleurige golfplaten wordt in vraag getrokken. Deze microhub is de eerste in een rij van mogelijks nog volgende microhubs. Daarom wordt gevraagd om te bekijken welke maatregelen er kunnen worden genomen of welke voorwaarden kunnen worden gesteld om deze constructies inpasbaar te maken in de omgeving. Het afwerken met meer kwalitatieve materialen, streetart of een inkleding met groen worden naar voor geschoven als optie.
akkoord te gaan om aan Bpost nv, Anspachlaan 1, Mailbox 1, 1000 Brussel, een opstalrecht te verlenen voor het plaatsen van een microhub op de openbare parking gelegen Sint-Antoniusstraat, kadastraal bekend 4de afdeling, sectie D, deel van perceelnummer 781 V3, eigendom van de stad, in het kader van de verdeling van pakjes op het grondgebied Sint-Niklaas en de voorwaarden van het ontwerp van overeenkomst tot het vestigen van het opstalrecht goed te keuren.
Een exemplaar van de overeenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de overeenkomst tot het vestigen van het opstalrecht en de authentieke akte aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer.
Beantwoord door schepen Ine Somers.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Op 22 november 2019 werd het gemeentelijk rup ‘Lokaal bedrijventerrein Botermelkstraat - Heimolenstraat’ goedgekeurd door de gemeenteraad van de stad Sint-Niklaas. Het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Lokaal bedrijventerrein Heimolenstraat - Botermelkstraat’ is gelegen tussen de Gentse Baan, Botermelkstraat en Heimolenstraat. Het plangebied is ruim 12 ha groot.
Met het rup wordt het verouderd bijzonder plan van aanleg (BPA) ‘Den Hogen Kouter’, met een ambachtelijke zone, herzien.
Met het ruimtelijk uitvoeringsplan wordt tegemoetgekomen aan:
- de taakstelling voor bijkomende lokale bedrijventerreinen binnen het regionaalstedelijk gebied Sint-Niklaas;
- de behoefte aan herlokalisatie van zonevreemde bedrijven in Sint-Niklaas (zoals voorzien in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan).
Bijzonder aandachtspunt voor dit ruimtelijk uitvoeringsplan is de opmaak van een globaal inrichtingsplan voor het volledige plangebied waarbij onderstaande principes worden verwerkt en gemotiveerd:
- de bescherming van de nabije woonomgeving door middel van buffers en een ruimtelijke inpassing van niet-hinderlijke bedrijven door een kwalitatieve inrichting van het openbaar domein en een verzorgde architecturale vormgeving;
- een kwalitatieve beeldvorming naar de N41 toe;
- het streven naar zuinig en meervoudig ruimtegebruik (gemeenschappelijk gebruik van parkings, uitbouw van gemeenschappelijke voorzieningen, aaneengesloten bebouwing, stapelbouw …);
- een perceelsgrootte afgestemd op lokale bedrijven waaraan stedenbouwkundige voorschriften worden gekoppeld tot bouwverplichting;
- de ontsluiting van het lokale bedrijventerrein via (de kortste weg tot) bovenlokale wegen, met aandacht voor een veilige en leefbare bereikbaarheid voor openbaar vervoer en langzaam verkeer.
Het nieuwe lokale bedrijventerrein moet de dialoog aangaan met de twee functies in het plangebied: het wonen enerzijds en de bestaande bedrijvigheid anderzijds. De uitbreiding van het bedrijventerrein moet een voorbeeld worden van multifunctioneel ruimtegebruik waarbij een kwalitatieve bedrijvenzone hand in hand gaat met een behoud van het woongebied.
De onbebouwde ruimte van het projectgebied bestaat voornamelijk uit een groene buffer. Deze buffer moet worden opgevat als een groenzone tussen het wonen en de bedrijvigheid die dienst doet als buurtgroen, ontmoetingsplaats en daarenboven een ‘trage’ verbinding maakt tussen de N70 en de Heimolenstraat.
Met betrekking tot de ontsluiting staat het behoud van een goede bereikbaarheid met verschillende vervoersmodi voorop. Daarenboven wordt er gestreefd naar een zo klein mogelijke verkeersbelasting voor de omgeving. De uitbreiding van het bedrijventerrein moet aansluiten op een hoofdontsluiting via de N70. Als nevenontsluiting komt de Heimolenstraat in aanmerking, die minstens moet worden gerealiseerd voor de toegankelijkheid van fietsers, voetgangers en hulpdiensten. Dit onderscheid in hoofd- en nevenontsluiting komt tegemoet aan de bepalingen van het huidige mobiliteitsplan (goedgekeurd in gemeenteraad van 24 april 2015). Tot slot moet nog een fietsontsluiting worden gemaakt naar de Botermelkstraat.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het rooilijnplan voorlopig vast te stellen overeenkomstig de bepalingen van het decreet gemeentewegen.
De vaststelling van de rooilijn voor de aanleg van de hoofdontsluiting voor het lokaal bedrijventerrein Botermelkstraat - Heimolenstraat via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat is in overeenstemming met de doelstellingen en principes van artikel drie en artikel vier van het decreet gemeentewegen
A. Voorlopige vaststelling van de rooilijn voor de aanleg van de hoofdontsluiting via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat.
Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen bepaalt een netwerk van hoofdwegen en primaire wegen.
Doorgaande verkeersstromen op internationaal en nationaal moeten hier maximaal gebruik van maken. Daarnaast moet ook het bestemmingsverkeer zo lang als mogelijk op dit netwerk gehouden worden. Vanaf het hoofdwegennet bepaalt het Vlaams vrachtroutenetwerk een structuur op mesoniveau die zorgt voor de selectieve bereikbaarheid van de bedrijven op mesoniveau.
Het vrachtroutenetwerk op mesoniveau volstaat echter niet om alle regionale en lokale bedrijven(terreinen) bereikbaar te maken. Daarom kan het vrachtroutenetwerk op mesoniveau door de gemeente verder aangevuld worden met lokale vrachtroutes. Op deze manier kan ook het lokale vrachtverkeer volgens vastgestelde routes naar het hoofdwegennet ontsloten worden. Dit is tevens ten gunste van de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid.
Het netwerk voor vrachtverkeer op grondgebied Sint-Niklaas moet zo opgebouwd worden dat het vrachtverkeer zo snel mogelijk afgeleid kan worden naar het hogerliggend wegennet. Het ligt dan ook voor de hand dat het vrachtverkeer zo snel mogelijk richting de meest nabij gelegen hoofdweg, zijnde de E17, wordt afgeleid. Om de ontsluiting richting E17 te voorzien geldt als belangrijkste principe dat de wegencategorisering binnen Sint-Niklaas maximaal gevolgd wordt.
De verkeersstructuren in de randgemeenten voorzien een vrijwel directe aansluiting op het hoofdvrachtroutenetwerk. Daarom zal hier met de bereikbaarheid vanuit de randgemeenten slechts in mindere mate rekening worden gehouden. Zo kan vrachtverkeer vertrekkende vanuit Lokeren, zoals voorzien in het vrachtroutenetwerk, via de N47 rechtstreeks op de hoofdroute E17 aansluiten. Terwijl vrachtverkeer komende van de noordelijke randgemeenten bij voorkeur gebruikt maakt van de E34. Op die manier hebben de bedrijventerreinen in de randgemeenten weinig impact op Sint-Niklaas zonder dat het distributieverkeer uit deze gemeenten onnodig grote omwegen hoeft te maken. Enkel op grondgebied van randgemeente Beveren zijn er op mesoniveau geen routes geselecteerd, noch zijn er in het mobiliteitsplan van die gemeente lokale routes vastgelegd. Vooral het bedrijventerrein Doornstraat zal in de huidige situatie wellicht deels of volledig via het grondgebied Sint-Niklaas ontsluiten. Het is dan ook aangewezen om de lokale vrachtroute verder door te trekken langs de N70. Voor de geselecteerde vrachtverkeer generende bedrijven op lokaal niveau moet de aangewezen route naar het hoofdwegennet/hoofdvrachtroutenetwerk geselecteerd worden. Daarbij geldt als belangrijkste principe dat de wegencategorisering binnen Sint-Niklaas maximaal gevolgd moet worden. Daarnaast zijn de parameters verkeersveiligheid en leefbaarheid op deze routes van primordiaal belang. Bij elke geselecteerde route zal de link met deze twee parameters gelegd worden. Voor de parameter verkeersveiligheid zal daarvoor in hoofdzaak gekeken worden naar eventuele conflicten met het opgestelde fietsroutenetwerk.
Het mobiliteitsplan van Sint-Niklaas werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 april 2015.
In het kader van een klimaatneutraal Sint-Niklaas tegen 2050 moet de wegencategorisering ook de eerste stappen richting een duurzaam Sint-Niklaas mee uitzetten.
Een autoluw stadscentrum vormt daar een belangrijk onderdeel van. Om dit te verwezenlijken in de compacte stadskern komt het lobbenstadmodel op de voorgrond. Daarbij worden de stedelijke woonwijken met een systeem van lussen en/of poorten ontsloten langs de historische invalswegen van de stad.
Autoverkeer tussen de verschillende woonwijken is enkel mogelijk via de rondweg. Op die manier is er geen doorgaand verkeer door het stadscentrum meer mogelijk en worden de reistijden voor duurzame modi korter dan voor het autoverkeer. Dit heeft als bijkomend voordeel dat het stadscentrum makkelijker doorwaadbaar en bereikbaarder wordt voor fietsers, voetgangers en het openbaar vervoer.
Wat betreft het projectgebied van het ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet het mobiliteitsplan volgende categorisering:
- de N41 tussen Dendermonde, de E17 en de N70 is een primaire weg categorie II: de weg heeft een verzamelende hoofdfunctie op Vlaams niveau en als aanvullende functie het verbinden op Vlaams niveau (in overeenstemming met ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en ongewijzigd ten opzichte van het mobiliteitsplan 2002);
- de N41 van de N70 tot de Leon Scheerderslaan - Hoge Bokstraat is gecategoriseerd als secundaire weg type II: de hoofdfunctie van de weg is het verzamelen op bovenlokaal niveau van verkeer dat afkomstig is van mobiliteit genererende elementen van provinciaal/regionaal niveau, naar het hogere wegennet. In mindere mate neemt de weg een verbindende taak op.
Vanwege het lagere karakter van de weg is hier een hogere mate van toegang verlenen mogelijk (in overeenstemming met provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen en ongewijzigd ten opzichte van het mobiliteitsplan 2002);
- de N70 loopt parallel met de E17.
De N70 (tussen N41 en R42) werd in het mobiliteitsplan van 2002 gecategoriseerd als secundaire weg type 3, met een verbindende functie voor het openbaar vervoer en fietsers en een regionale verzamelfunctie voor het autoverkeer (in overeenstemming met provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen en de korte termijn visie in het huidig mobiliteitsplan 2015).
Het huidig mobiliteitsplan 2015 voorziet een downgrade naar een lokale weg type 1 op lange termijn, met als hoofdfunctie het verbinden op lokaal niveau en aanvullend een verzamelende functie op lokaal niveau.
Een randvoorwaarde vormt de realisatie van de oostelijke tangent, waardoor het regionaal en bovenlokaal verkeer zijn bestemming zal kiezen op de E17.
Dit segment van de N70 verliest hierdoor haar bovenlokale functie waardoor het wegbeeld zal moeten worden aangepast naar een stadsboulevard in functie van een autoluwer centrum. Er is geen bovenlokale autoverkeersfunctie gewenst, evenmin is de as een belangrijke stamas voor het openbaar vervoer of de hoofdfietsroute op provinciaal niveau;
- De Heimolenstraat wordt gecategoriseerd ten noorden van de N70 als lokale weg type 2 (een gebiedsontsluitingsweg) terwijl ten zuiden van de N70 deze gecategoriseerd is als lokale weg type 1 (een lokale verbindingsweg) in het mobiliteitsplan van 2002.
Het huidig mobiliteitsplan 2015 categoriseert de Heimolenstraat als lokale weg type 2 b, met als hoofdfunctie het verzamelen op lokaal niveau gecombineerd met het verlenen van erftoegang, en aanvullend een verbindende functie op lokaal niveau.
Type 2b heeft geen belangrijke structuurbepalende rol, zijn geen dragers van lokaal vrachtverkeer en hebben over het algemeen een lager snelheidsregime.
Voor de Heimolenstraat staat in het huidig mobiliteitsplan 2015 gespecifieerd dat een lokaal verbindende route niet wordt aangemoedigd, een alternatief verloopt via de Waasmunsterse Steenweg - Steenweg Hulst-Lessen - Dendermondse Steenweg;
- de Botermelkstraat en de westelijke aftakking van de Heimolenstraat zijn gecategoriseerd als erftoegangsweg (lokale weg type 3).
In Sint-Niklaas zijn er zeven regionaalstedelijke fietsroutes. Dit zijn hoofdassen voor fietsverkeer waar vlot, snel en veilig fietsen aan de basis liggen van de kwaliteitsstandaard: veilig, conflictvrij, voorrang op de zeldzame kruispunten en ongelijkvloerse kruisingen met verkeerswegen.
Het plangebied van voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan grenst aan dergelijke regionaalstedelijke fietsroute, met name de Heideroute richting Waasmunster. Deze zeven regionaalstedelijke fietsroutes zijn ook opgenomen in het ‘Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk’ (BFF).
Dit netwerk verbindt de belangrijkste gemeentelijke/stedelijke kernen en attractiepolen met elkaar. Het netwerk zet routes uit voor louter functionele verplaatsingen, dat wil zeggen verplaatsingen voor werken, onderwijs, winkelen ... eerder dan voor ontspannende fietstochten.
De twee fietsroutenetwerken (BFF en LAF, zijnde lange afstandsfietspaden) worden verder aangevuld met lokale functionele fietsroutes (LFF) die de maaswijdte van het netwerk verkleinen en gericht zijn op doelgerichte, lokale fietsverplaatsingen in functie van het werk, de school, de winkel, het sportcentrum, het openbaar vervoer, de carpoolparking en vrije tijd in het algemeen. Ten opzichte van de huidige selectie worden volgende wijzigingen aan het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk voorgesteld: de volledige N70 werd ingekleurd als lokaal netwerk (circa 11,60 km).
Een heel aantal missing links in de fietsinfrastructuur worden gekoppeld aan belangrijke infrastructuurwerken die de komende jaren gepland staan. Daarbij zal de veiligheid en het comfort van de fietser verhoogd worden.
Hiertoe behoren onder andere volgende infrastructuurwerken (gepland 2015-2018):
- Heimolenstraat: wegwerken missing link op de Heideroute richting Waasmunster door het aanleggen van verhoogde, aanliggende eenrichtingsfietspaden:
1. Verkeersveiligheid
Het projectgebied is gesitueerd ten zuidwesten van de stadskern van Sint-Niklaas. Het is gelegen in de oksel van de ongelijkvloerse kruising van de gewestwegen N70 en N41. De woonbebouwing langsheen de Botermelkstraat en de Heimolenstraat begrenzen aan andere zijden het projectgebied.
In vogelvlucht is het projectgebied op ± 2 km van de Grote Markt gelegen. Morfologisch sluit het nog aan op de stedelijke structuur. Het is goed ontsluitbaar naar bovenlokale wegennet maar ook goed bereikbaar via het openbaar vervoer via de frequente buslijnen op de N70 en de Heimolenstraat.
De N41 vormt feitelijk de westelijke ontsluitingsweg van de stadskern naar de E17 toe. Het is daarenboven de bovenlokale verbinding van Sint-Niklaas naar Dendermonde. Ter hoogte van het projectgebied omvat deze weg 2 x 2 rijstroken in asfalt van elkaar gescheiden door een brede groene middenberm. Eén rijstrook wordt afgeleid naar de N70 toe. De andere gaat in een viaduct over de N70. Er zijn geen erftoegangen in dit wegsegment. De langsbebouwing is beperkt. Enkel ter hoogte van het kruispunt met de N70 zijn een aantal grootschalige bedrijfsgebouwen aanwezig: Wavin (regionaal bedrijf inzake kunststof leidingensystemen), motorgarage, bedrijvencenter De Oude Fruitveiling (met onder andere haarden Van Raemdonck) en bouwmarkt Santens. Vooral de laatste twee vallen op door hun architecturaal voorkomen. Hoewel deze bedrijven langsheen de N41 gelegen zijn, ontsluiten deze allen op de N70.
De N70 is een brede asfaltbaan verdeeld in 2 x 1 rijstrook met een geschilderde middenberm. Aan beide zijden is eveneens een enkelrichting fietspad. Langsheen de N70 vinden we verschillende functies terug. Ter hoogte van het projectgebied staan een aantal woningen. Op de hoek met de Botermelkstraat staat het heel recent gebouwde en markante kantoorgebouw van VGD.
De Botermelkstraat is door middel van paaltjes afgesloten van de N70 zodat dit een doodlopende woonstraat vormt. Het is aangelegd als een breed woonerf in betonstraatstenen met plantenbakken als snelheidsremmers. Deze straat is nagenoeg volledig bebouwd met woningen in halfopen en open bebouwing. Een tweetal bedrijven langs de N70 ontsluiten eveneens met hun achterzijde op deze straat.
De Heimolenstraat vormt samen met Driegaaienhoek en Driegaaienstraat een invalsweg tot de stad Sint-Niklaas. Het bestaat uit een asfaltbaan aan beide zijden opgesloten door brede betonstroken. Van een vrij open agrarische omgeving nabij de N41 evolueert deze straat naar een bebouwde omgeving bestaande uit een afwisseling van open bebouwingen en woninggroepen. De Heimolenstraat - Driegaaienhoek is via verkeerslichten geregelde kruispunten aangesloten op de N70 en de N41.
De Heimolenstraat heeft een doodlopende zijtak waaraan het projectgebied paalt. De straat werd hier recent naar aanleiding van rioleringswerken heraangelegd met een 4 m brede asfaltweg opgesloten door twee betonnen goten en een zijstrook in steenslag. Deze zijstraat is hoofdzakelijk aan één zijde bebouwd. Het betreft woninggroepjes van telkens drie à vier woningen. Aan de andere zijde staan evenwel nog twee vrijstaande woningen.
Met oog op de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid moet de rijweg worden voorzien van asfalt opgesloten door ter plaatse gegoten kantstrook en boordsteen in beton. Deze monoliete materialen zijn onderhoudsvriendelijk en het best bestand tegen het intensief gebruik door manoeuvrerende vrachtwagens. Daarenboven is het oppervlak zo goed gesloten waardoor een onkruidvrij openbaar domein kan bekomen worden zonder gebruik van pesticiden of veelvuldig onderhoud.
Het voetpad wordt in het kader van de verkeersveiligheid verhoogd aangelegd met een eveneens ter plaatse gegoten boordsteen in beton en verder aangelegd met een grijze betonklinker (220 x 40). De andere zijberm blijft een grasberm. Daarin zullen de opritten uniform met een grijze betonklinker worden aangelegd (220 x 110). Er wordt voor een kleinschalig verhardingselement gekozen opdat dit nog gemakkelijk opbreekbaar is voor de nutsleidingen die hier naast de rijweg komen te liggen in een gemeenschappelijke sleuf.
In tegenstelling tot het asfalt op de rijweg dient het fietspad en de noodweg in beton te worden aangelegd. Zo wordt het duidelijk dat deze niet toegankelijk zijn voor gewoon gemotoriseerd verkeer. Het monoliet materiaal is bovendien goed voor het pesticidenvrij onderhoud en het rijcomfort voor de fietser. De noodweg moet in principe 4 m breed zijn conform de regelgeving van de brandweer. Teneinde de verhardingsgraad te beperken, moet dit worden uitgevoerd als een tweesporenpad welk het ondergeschikt karakter benadrukt.
De volgende weginfrastructuur wordt aangelegd en zal in openbaar domein komen te liggen:
Modeldwarsprofiel AA - ontsluitingsweg vanaf de N70.
De rooilijnbreedte bedraagt 9 m.
Centraal wordt een 6 m brede rijbaan in asfalt voorzien, die ontsluit op de gewestweg N70. De nieuwe rijbaan watert af naar westelijke zijde, waar het hemelwater zal opgevangen worden in een 0,50 m brede weggoot. De westelijke 1 m brede zijberm blijft onverhard. Er wordt een haag aangeplant als bufferend groenscherm naar de overblijvende woonpercelen. Aan oostelijke zijde wordt naast de rijbaan een 1,50 m breed verhoogd voetpad voorzien, aan te leggen met grijze betonstraatstenen in halfsteensverband. Met zo’n verhoogd voetpad aan één zijde wordt een veilige route voor de voetgangers doorheen het bedrijventerrein geboden richting openbaar vervoer, gemeenschappelijke parking …
Conform het rup moet aan beide zijden naast de ontsluitingsweg buffergroen (minimum 0,50 breed, maximum 1.50 m hoog) te worden voorzien. In dit profiel wordt dit binnen de nieuwe rooilijn voorzien tegenover het woonperceel. Tegenover de bedrijfspercelen zal dit niet gebeuren. Aan de bedrijven zal daarentegen een uniforme haag op eigen terrein worden opgelegd om dit buffergroen te realiseren. Op die wijze wordt de stad niet belast met het beheer ervan.
De aansluiting op de N70 is voorzien opdat grote vrachtwagens de bocht kunnen nemen.
Plaatselijk zal de voorrang van het fietspad langs de N70 met rode markering geaccentueerd worden.
Modeldwarsprofiel BB - ontsluitingsweg aan kavel 1.
De rooilijnbreedte is variabel.
De 6 m brede rijbaan in asfalt continueert. De rijbaan watert hier echter af naar de oud-geklasseerde waterloop 18. Aldus wordt de rijbaan daar opgesloten door een 0,50 m brede platte kantstrook, waarnaast een onverharde berm aanwezig blijft. De oud-geklasseerde waterloop wordt geherprofileerd en verstevigd met een houten betuining. Aan oostelijke zijde wordt naast de rijbaan een 1,50 m breed verhoogd voetpad voorzien, aan te leggen met grijze betonstraatstenen in halfsteensverband.
Modeldwarsprofiel CC - ontsluitingsweg aan parking. De rooilijnbreedte bedraagt 12,50 m.
Ook na de 1ste 90°-bocht blijft een 6 m brede rijbaan in asfalt voorzien. Aan zuidelijke zijde wordt deze opgesloten door een 0,50 m brede platte kantstrook. Aan noordelijke zijde blijft het voetpad in grijze betonstraatstenen doorlopen. Aan zuidelijke zijde wordt bijkomend een waterpartij voorzien die dient als secundaire watervoorraad voor de brandweer. De bodem is een waterdichte bak bekleed met een EPDM-folie waar dus permanent regenwater voorradig is die de brandweer in nood kan oppompen. De bak is 2 m breed, 1,20 m diep en 56,50 m lang. Alzo zal er 135 m³ aan water aanwezig zijn. Deze blusvijver zal gevuld worden door het regenwater dat op de aanpalende rijweg valt. In de berm, tussen rijbaan en blusvijver, wordt een nieuwe bomenrij met negen knotwilgen aangeplant ter herstel van de bomenrij uit het rup.
Modeldwarsprofiel DD - ontsluitingsweg tussen bedrijfskavels. De rooilijnbreedte bedraagt 12,50 m.
Om de ontsluitingsweg te centraliseren in het projectgebied wordt een 2de bocht voorzien, waarna de 6 m brede rijbaan in asfalt doorloopt. Deze rijbaan watert af naar westelijke zijde, waar het hemelwater zal opgevangen worden in een 0,50 m brede weggoot. De westelijke 1,40 m brede zijberm blijft, behoudens de opritten naar de bedrijfspercelen, onverhard en wordt ingezaaid met gras. Aan oostelijke zijde wordt een fiets-/wandelpad voorzien als verbinding tussen Botermelkstraat en Heimolenstraat zoals bepaald in het rup.
Het fiets-/wandelpad wordt van de ontsluitingsweg gescheiden door een boordsteen en een 0,50 m brede grasberm. Het fiets-/wandelpadpad is 3 m breed en wordt aangelegd in beton. Tussen het fietspad en de bedrijfspercelen wordt een 0,90 m brede berm voorzien, die enkel ter hoogte van de opritten verhard zal worden.
Deze verharding van het fiets-/wandelpad in beton is afwijkend op het rup (artikel 1.9.3. inrichting in waterdoorlatende materialen). Dit is evenwel beter befietsbaar, kan zwaar kruisend verkeer aan ter hoogte van de opritten en is beter te onderhouden tegen onkruid.
Modeldwarsprofiel EE - nevenontsluiting naar Heimolenstraat. Conform het rup wordt een nevenontsluiting voorzien naar de Heimolenstraat. Deze wordt ingericht als noodweg die door gemotoriseerd verkeer enkel kan gebruikt worden in geval van calamiteiten. Voor fietsers en voetgangers is deze noodweg wel altijd toegankelijk. Voor aangelanden is deze in principe niet nodig.
Deze noodweg wordt uitgewerkt als een tweesporenpad. Beide karresporen zijn 1,10 m breed en worden aangelegd in beton. Tussenin wordt de 0,80 m brede strook voorzien met grindgazon (op een waterdoorlatende steenslagfundering). De 0,50 m brede zijbermen worden afgewerkt met drainerend zand op de fundering die doorloopt. Alzo kan het hemelwater ter plaatse infiltreren maar wordt voldoende draagkracht bekomen. Alzo is de wettelijke 4 m voor de brandweer aanwezig, is het goed befietsbaar en wordt de totale verhardingsgraad beperkt.
Tussenin de woonpercelen aan de Heimolenstraat wordt de noodweg voorzien naast de oud-geklasseerde waterloop zestien. Deze wordt geherprofileerd en waar nodig worden de taluds (6/4) hersteld. Samen met de berm tussen de oud-waterloop en de noodweg zal hier zo een 5 m brede beheerstrook beschikbaar zijn voor onderhoud van de oud-geklasseerde waterloop.
Modeldwarsprofiel FF - fietsweg.
Conform het rup wordt een langzaam verkeerverbinding gelegd tussen Botermelkstraat en Heimolenstraat. Waar deze niet langs de ontsluitingsweg ligt (modeldwarsprofiel DD’), zal gewoon het 3 m brede betonpad doorgetrokken worden.
Bereikbaarheid hulpdiensten: alle bochten en een keerpunt werden begroot op opleggers / grote vrachtwagens en zijn derhalve ook goed bereikbaar voor de hulpdiensten. De draagkracht voor brandweerwagens is derhalve ook voldoende. De bochtstralen van 11 m en 15 m zijn mogelijk. Er is een nevenontsluiting naar de Heimolenstraat voorzien voor in geval van calamiteiten.
In de openbare weg zal een waterleiding worden aangelegd waarop hydranten volgens de voorschriften van de brandweer zullen worden voorzien. Daarbovenop wordt langs de ontsluitingsweg een blusvijver aangelegd. Hier zal een secundaire watervoorraad van 135 m³ aanwezig zijn.
Nutsvoorzieningen: langs de openbare weg zullen de nutsvoorzieningen in een gemeenschappelijke sleuf worden aangelegd.
Langs de openbare weg wordt openbare verlichting voorzien, inclusief de nevenontsluiting en fietsweg.
Ontsluiting aangrenzende percelen: de aanleg de hoofdontsluiting via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat brengt voor geen enkel perceel de ontsluiting naar het openbaar domein in het gedrang.
Gemeentegrensoverschrijdende perspectief: bij de aanleg van de hoofdontsluiting via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat is er geen sprake is van een gemeentegrensoverschrijdend perspectief door de vaststelling van het rooilijnplan.
Duurzame ontwikkeling: de vaststelling van de rooilijnen voor de aanleg van de hoofdontsluiting via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat met bijzondere aandacht voor de veiligheid en het comfort van de zwakke weggebruiker komt tegemoet aan een duurzame ontwikkeling waarbij en waardoor verplaatsingen per fiets en te voet gestimuleerd worden. Deze maatregelen dragen bij aan een modal-shift ten voordele van voetgangers en fietsers en het minder gebruik van de auto. Dit alles draagt bij aan minder luchtverontreiniging en een gezondere wijze van zich verplaatsen.
Het staat dus duidelijk vast dat met de in het voorliggende rooilijnplan beoogde vastlegging van de rooilijn voor de aanleg van de hoofdontsluiting via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat ontegensprekelijk tegemoet wordt gekomen aan de doelstellingen en principes zoals vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet houdende gemeentewegen van 3 mei 2019.
Besluit: het beleid van de stad Sint-Niklaas is derhalve overeenkomstig artikel drie van het decreet gemeentewegen gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, waarbij de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen worden. Het staat ontegensprekelijk vast dat door de aanleg van nieuwe gemeentewegen deze tevens ten dienste staat van het algemeen belang dewelke de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruiker alleen maar ten goede zal komen en waarbij het de bedoeling is dat ook de toekomstige generaties van deze (trage) wegenis(sen) gebruik zullen kunnen blijven maken om zich op een veilige manier te kunnen verplaatsen op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas zonder (onnodig) in conflict te moeten komen met gemotoriseerd (vracht)verkeer.
Waardevermeerdering / -vermindering:
Artikel 28 van het decreet gemeentewegen luidt als volgt:
§ 1. De aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg geeft aanleiding tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is.
De vergoeding voor waardevermindering is verschuldigd door de gemeente aan de eigenaar van de grond in kwestie. De vergoeding voor waardevermeerdering is verschuldigd door de eigenaar van de betrokken grond en komt ten goede aan de gemeente.
Het eerste en het tweede lid gelden met behoud van de toepassing van artikel 13, § 5.
§ 2. De waardevermindering of de waardevermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente. Bij betwisting door de eigenaar wordt de waardevermindering of de waardevermeerdering vastgesteld door een college dat bestaat uit de landmeter-expert die de gemeente heeft aangesteld en een landmeter-expert die de eigenaar aanstelt.
Bij de berekening van de waardevermindering of de waardevermeerdering wordt onder meer rekening gehouden met het verschil in venale waarde, de gelijke behandeling van burgers voor de openbare lasten opgelegd in het kader van het algemeen belang, de bestaande openbare en private erfdienstbaarheden, en de vigerende overheidsbesluiten over het grondgebruik.
De waardevermeerdering wordt geacht nihil te zijn als de gemeenteweg in de feiten verdwenen is, omdat infrastructuren door of in opdracht van de overheid zijn aangelegd of omdat de gemeenteweg werd bebouwd krachtens een rechtsgeldige, niet-vervallen vergunning die werd verleend voor 1 september 2019.
Waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van dezelfde eigenaar door de toepassing van dit decreet worden geacht elkaar te neutraliseren.
§ 3. De gemeenteraad kan de principes en bepalingen van paragraaf twee verder verfijnen en aanvullen in een algemeen reglement of richtkader, waarbij het recht op tegenspraak wordt gewaarborgd.
§ 4. Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor vergunningverlenende overheden tot het opleggen van de last tot gratis overdracht van in een vergunningsaanvraag vermelde openbare wegen en aanhorigheden en van de gronden waarop die worden of zullen worden aangelegd, vermeld in artikel 75, derde lid, van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Blijkens de memorie van toelichting vond de decreetgever het raadzaam dat de bedragen van waardeverminderingen en -vermeerderingen objectief en zo vroeg mogelijk bij het begin van de procedure bepaald worden, zodat burgers duidelijkheid hebben over de financiële gevolgen van eventuele verplaatsingen of opheffingen (Parl. St. Vl. Parl. 2018-2019, nummer 1847/1, 30).
Daarbij wordt de eigenaar van een bij die procedure betrokken perceel, die wordt geconfronteerd met een waardevermindering of -vermeerdering, in een vroeg stadium van de procedure in kennis gesteld van de berekening daarvan, namelijk in het kader van het openbaar onderzoek, zodat hij de financiële gevolgen voor zijn perceel kan inschatten. Enkel de eigenaars van de getroffen percelen hebben dan vervolgens de mogelijkheid om de berekening te betwisten voor de burgerlijke rechter, die met volle rechtsmacht oordeelt over het geschil en bijgevolg ook de beslissing van het college van twee landmeters-experten kan hervormen. Noch de minister in het kader van het administratief beroep, noch de Raad van State zijn bevoegd voor betwistingen in dit verband.
De burgers die geen eigenaar zijn van een bij de procedure betrokken perceel worden in het kader van het openbaar onderzoek tevens ingelicht over de berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de percelen ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg overeenkomstig artikel 28, zodat zij de financiële gevolgen voor de gemeentelijke financiën kunnen inschatten.
De gemeenteraad gaat na of de landmeter bij de berekening van de waardevermindering rekening heeft gehouden met het Decreet Gemeentewegen en of deze waardevermindering op een juiste en correcte wijze is tot stand gekomen gezien de financiële gevolgen op de gemeentelijke financiën.
Blijkens het schattingsverslag wordt de waardevermindering op 85% geraamd van de venale waarde. Verder worden er voor loten 5 en 6 geen waardevermindering weerhouden gezien deze reeds belast zijn met een erfdienstbaarheid.
Er dient te worden vastgesteld dat geen onregelmatigheden werden vastgesteld in het verslag van de onafhankelijke landmeter-expert die werd aangesteld en dat hij diens opdracht in eer en geweten heeft uitgevoerd conform het decreet gemeentewegen.
Opheffing van de met blauwe tint aangeduide rooilijnen op het rooilijnplan:
Opdat de nieuwe gemeentewegen zouden kunnen aantakken op de bestaande gemeentewegen, te weten de Gentse Baan, Botermelkstraat en Heimolenstraat is het van belang dat de rooilijn over de lengte van de breedte van de nieuwe gemeentewegen aldaar zou worden opgeheven.
De opheffing van een deel van de rooilijn van de Gentse Baan, de Botermelkstraat en Heimolenstraat is aldus noodzakelijk met oog op de aantakking van de nieuwe gemeentewegen op de Gentse Baan, Botermelkstraat en Heimolenstraat.
Verkeersveiligheid / algemeen belang: De opheffing van een deel van de rooilijn van de Gentse Baan, de Botermelkstraat en de Heimolenstraat staat ten dienste van het algemeen belang en brengt de verkeersveiligheid niet in het gedrang. Dankzij de gedeeltelijke opheffing zullen de nieuwe gemeentewegen kunnen aantakken en zal het gemeentelijk wegennet van de stad Sint-Niklaas zich verder kunnen uitbreiden opdat het bedrijventerrein zou kunnen worden ontsloten naar de Gentse Baan, de Botermelkstraat en de Heimolenstraat.
Ontsluiting aangrenzende percelen: De beoogde opheffing brengt voor geen enkel perceel de ontsluiting naar het openbaar domein in het gedrang. Integendeel.
Gemeentegrensoverschrijdende perspectief: Bij de opheffing van de rooilijnen zoals in blauwe tint aangeduid op het rooilijnplan is er geen sprake van een gemeentegrensoverschrijdend perspectief.
Duurzame ontwikkeling: De opheffing van de rooilijnen zoals met blauwe tint aangeduid op het rooilijnplan zorgt ervoor dat de nieuwe gemeentewegen kunnen aantakken op bestaande gemeentewegen en waarbij voor de aanleg van de hoofdontsluiting via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat bijzondere aandacht wordt besteed voor de veiligheid en het comfort van de zwakke weggebruiker hetgeen tegemoet komt aan een duurzame ontwikkeling waarbij en waardoor verplaatsingen per fiets en te voet gestimuleerd worden. Deze maatregelen dragen bij aan een modal-shift ten voordele van voetgangers en fietsers en het minder gebruik van de auto. Dit alles draagt bij aan minder luchtverontreiniging en een gezondere wijze van zich verplaatsen.
Het staat dus duidelijk vast dat met de in het voorliggende rooilijnplan beoogde opheffing van de rooilijnen zoals met blauwe tint aangeduid op het rooilijnplan ontegensprekelijk tegemoet wordt gekomen aan de doelstellingen en principes zoals vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet houdende gemeentewegen van 3 mei 2019.
Openbaar onderzoek: het voorlopig vast te stellen rooilijnplan dient overeenkomstig artikel 17, § 2 van het decreet gemeentewegen door het college van burgemeester en schepenen onderworpen te worden aan een openbaar onderzoek van ten minste dertig dagen dat moet gehouden worden na de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan door de gemeenteraad.
Na het openbaar onderzoek zal het dossier opnieuw worden voorgelegd aan de gemeenteraad met de resultaten van het openbaar onderzoek, waarna door de gemeenteraad standpunt over de bezwaren en opmerkingen zal kunnen worden ingenomen en zal de gemeenteraad vervolgens al of niet besluiten tot de definitieve vaststelling van het rooilijnplan.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet gemeentewegen van 3 september, artikel 11 § 1 en § 2.
De ontwikkeling van dit bedrijventerrein beantwoordt aan de vraag naar ruimte voor bedrijvigheid zoals geformuleerd in de ruimtelijke economische studie, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 juni 2020.
het rooilijnplan dat dienst doet als grafisch plan tot opheffing voorlopig goed te keuren en de opheffing van de met blauwe tint aangeduide delen van rooilijnen voorlopig vast te stellen zoals deze zijn weergegeven op het rooilijnplan betreffende de opheffing van de rooilijn enerzijds en dat dienst doet als vastlegging voor de aanleg van de hoofdontsluiting voor het lokaal bedrijventerrein Botermelkstraat-Heimolenstraat via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat anderzijds.
Een exemplaar van het rooilijnplan wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
het rooilijnplan voorlopig goed te keuren en de rooilijn voorlopig vast te stellen zoals met rode tint aangeduid op het rooilijnplan voor de aanleg van de hoofdontsluiting via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat.
Een exemplaar van het rooilijnplan wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
aan het college van burgemeester en schepenen opdracht te geven om het besluit tot voorlopige vaststelling van de opheffing van delen van rooilijnen alsmede tot voorlopige vaststelling van het rooilijnplan te onderwerpen aan een openbaar onderzoek zoals voorgeschreven in artikel 17, § 2 en 21, § 2 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
De onteigening streeft de verwerving na van onroerende goederen gelegen op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas waarbij de onteigening de realisatie van de aanleg van de hoofdontsluiting voor het lokaal bedrijventerrein Botermelkstraat - Heimolenstraat via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat mogelijk moet maken en dit overeenkomstig het rooilijnplan zoals voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 juni 2024.
De onroerende goederen die verworven moeten worden, zijn aldus bedoeld ter ontsluiting van het lokaal bedrijventerrein Botermelkstraat - Heimolenstraat.
De bedoelde onroerende goederen zijn met een gele tint aangeduid op het hierbij behorende ondertekende onteigeningsplan en meer in het bijzonder betreft het de volgende percelen:
Artikel 6, 1° van het Vlaams onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 bepaalt dat de gemeenten bevoegd zijn om tot onteigening over te gaan:
'De volgende instanties zijn bevoegd om tot onteigening over te gaan:
1° de Vlaamse regering, het college van de Vlaamse gemeenschapscommissie, de gemeenten en de provincies;'
In het licht van de doelstellingen kan stad Sint-Niklaas ter realisatie van de wegenissen op haar grondgebied zodoende optreden als onteigenende instantie.
De onteigening wordt door de stad Sint-Niklaas gevoerd overeenkomstig artikel 7, derde lid van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 juncto artikel 26, § 1 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
Gemeenten kunnen immers tot onteigening overgaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.
Daarbij rust op de gemeente overeenkomstig artikel 26, § 1 van het decreet gemeentewegen de rechtsplicht om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg overeenkomstig de in voornoemd decreet opgenomen instrumenten en handhavingsmaatregelen.
De projectnota omschrijft de werkzaamheden waarvoor moet worden onteigend als volgt: 'Op het onteigeningsplan wordt aangeduid welke onroerende goederen noodzakelijk moeten verworven worden om het project te kunnen realiseren. De te onteigenen onroerende goederen zijn nodig om volgende redenen, waarbij alle projectonderdelen ondergebracht kunnen worden binnen de realisatie van de aanleg van de weginfrastructuur en de daarmee onlosmakelijk verbonden ingrepen:
- aanleg van de rijbaan met zijbermen;
- aanleg van (verhoogde) voetpaden;
- aanleg van fietspaden;
- zone aanleg nutsleidingen.
In het licht van het voorgaande blijkt onmiskenbaar dat de beoogde realisatie van de ontsluitingswegenissen kaderen binnen de gemeentelijke aangelegenheden.
De onteigening voor de realisatie van de ontsluiting van het lokaal bedrijventerrein kan aldus worden gevoerd door de stad Sint-Niklaas op basis van artikel 7, derde lid van het Vlaams onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 juncto artikel 26, § 1 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
Onteigeningsdoel is van algemeen nut: realisatie van de hoofdontsluiting voor het lokaal bedrijventerrein Botermelkstraat - Heimolenstraat via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat.
De werken kaderen in een openbaar doel meer bepaald het realiseren van de hoofdontsluiting voor het lokaal bedrijventerrein Botermelkstraat - Heimolenstraat via de N70, de nevenontsluiting naar de Heimolenstraat en de fietsontsluiting langs de Botermelkstraat waarbij verkeersveiligheid, verkeersleefbaarheid en een vlotte verkeersdoorstroming kunnen worden beschouwd als de leidende principes.
Concreet kadert het project in de doelstelling om de de ontsluiting te realiseren van het lokale bedrijventerrein via (de kortste weg tot) bovenlokale wegen, met aandacht voor een veilige en leefbare bereikbaarheid voor openbaar vervoer en langzaam verkeer.
Het nieuwe lokale bedrijventerrein moet de dialoog aangaan met de twee functies in het plangebied: het wonen enerzijds en de bestaande bedrijvigheid anderzijds. De uitbreiding van het bedrijventerrein moet een voorbeeld worden van multifunctioneel ruimtegebruik waarbij een kwalitatieve bedrijvenzone hand in hand gaat met een behoud van het woongebied.
De onbebouwde ruimte van het plangebied bestaat voornamelijk uit een groene buffer. Deze buffer moet worden opgevat als een groenzone tussen het wonen en de bedrijvigheid die dienst doet als buurtgroen, ontmoetingsplaats en daarenboven een ‘trage’ verbinding maakt tussen de N70 en de Heimolenstraat.
Met betrekking tot de ontsluiting staat het behoud van een goede bereikbaarheid met verschillende vervoersmodi voorop. Daarenboven wordt er gestreefd naar een zo klein mogelijke verkeersbelasting voor de omgeving. De uitbreiding van het bedrijventerrein dient aan te sluiten op een hoofdontsluiting via de N70.
Als nevenontsluiting komt de Heimolenstraat in aanmerking, die minstens moet worden gerealiseerd voor de toegankelijkheid van fietsers, voetgangers en hulpdiensten. Dit onderscheid in hoofd- en nevenontsluiting komt tegemoet aan de bepalingen van het huidige mobiliteitsplan (goedgekeurd in gemeenteraad van 24 april 2015).
Tot slot moet nog een fietsontsluiting worden gemaakt naar de Botermelkstraat en de Heimolenstraat.
Het betreffen aldus telkens infrastructuurwerken die kaderen binnen de wegeninfrastructuur waarbij het zelfs in het algemeen belang is dat de overheid deze ook zelf ontwikkelt. De realisatie van zulke infrastructuurwerken behoort nu eenmaal tot de basistaken van de overheid. Met de onteigening wordt aldus ontegensprekelijk de noodzakelijke realisatie van een doelstelling van algemeen nut mogelijk gemaakt.
In het licht van al het voormelde staat aldus onmiskenbaar vast staat dat het onteigeningsdoel van algemeen nut is.
De noodzaak van het onteigeningsdoel is evident aanwezig. Het netwerk voor vrachtverkeer op grondgebied Sint-Niklaas moet zo opgebouwd worden dat het vrachtverkeer zo snel mogelijk afgeleid kan worden naar het hoger liggend wegennet. Het ligt dan ook voor de hand dat het vrachtverkeer zo snel mogelijk richting de meest nabij gelegen hoofdweg, zijnde de E17, wordt afgeleid. Om de ontsluiting richting E17 te voorzien geldt als belangrijkste principe dat de wegencategorisering binnen Sint-Niklaas maximaal gevolgd wordt.
De verkeersstructuren in de randgemeenten voorzien een vrijwel directe aansluiting op het hoofdvrachtroutenetwerk. Daarom zal hier met de bereikbaarheid vanuit de randgemeenten slechts in mindere mate rekening worden gehouden. Zo kan vrachtverkeer vertrekkende vanuit Lokeren, zoals voorzien in het vrachtroutenetwerk, via de N47 rechtstreeks op de hoofdroute E17 aansluiten. Terwijl vrachtverkeer komende van de noordelijke randgemeenten bij voorkeur gebruikt maakt van de E34. Op die manier hebben de bedrijventerreinen in de randgemeenten weinig impact op Sint-Niklaas zonder dat het distributieverkeer uit deze gemeenten onnodig grote omwegen hoeft te maken. Enkel op grondgebied van randgemeente Beveren zijn er op mesoniveau geen routes geselecteerd, noch zijn er in het mobiliteitsplan van die gemeente lokale routes vastgelegd. Vooral het bedrijventerrein Doornstraat zal in de huidige situatie wellicht deels of volledig via het grondgebied Sint-Niklaas ontsluiten. Het is dan ook aangewezen om de lokale vrachtroute verder door te trekken langs de N70. Voor de geselecteerde vrachtverkeer generende bedrijven op lokaal niveau dient de aangewezen route naar het hoofdwegennet/hoofdvrachtroutenetwerk geselecteerd te worden. Daarbij geldt als belangrijkste principe dat de wegencategorisering binnen Sint-Niklaas maximaal gevolgd moet worden. Daarnaast zijn de parameters verkeersveiligheid en leefbaarheid op deze routes van primordiaal belang. Bij elke geselecteerde route zal de link met deze twee parameters gelegd worden. Voor de parameter verkeersveiligheid zal daarvoor in hoofdzaak gekeken worden naar eventuele conflicten met het opgestelde fietsroutenetwerk. Het mobiliteitsplan van Sint-Niklaas werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 april 2015.
In het kader van een klimaatneutraal Sint-Niklaas tegen 2050 moet de wegencategorisering ook de eerste stappen richting een duurzaam Sint-Niklaas mee uitzetten. Een autoluw stadscentrum vormt daar een belangrijk onderdeel van. Om dit te verwezenlijken in de compacte stadkern komt het lobbenstadmodel op de voorgrond. Daarbij worden de stedelijke woonwijken met een systeem van lussen en/of poorten ontsloten langs de historische invalswegen van de stad. Autoverkeer tussen de verschillende woonwijken is enkel mogelijk via de rondweg. Op die manier is er geen doorgaand verkeer door het stadscentrum meer mogelijk en worden de reistijden voor duurzame modi korter dan voor het autoverkeer. Dit heeft als bijkomend voordeel dat het stadscentrum makkelijker doorwaadbaar en bereikbaarder wordt voor fietsers, voetgangers en het openbaar vervoer.
Wat betreft het plangebied van het ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet het mobiliteitsplan volgende categorisering:
- de N41 tussen Dendermonde, de E17 en de N70 is een primaire weg cat. II: de weg heeft een verzamelende hoofdfunctie op Vlaams niveau en als aanvullende functie het verbinden op Vlaams niveau (in overeenstemming met Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en ongewijzigd ten opzichte van het mobiliteitsplan 2002);
- de N41 van de N70 tot de Leon Scheerderslaan/Hoge Bokstraat is gecategoriseerd als secundaire weg type II: de hoofdfunctie van de weg is het verzamelen op bovenlokaal niveau van verkeer dat afkomstig is van mobiliteit genererende elementen van provinciaal/regionaal niveau, naar het hogere wegennet. In mindere mate neemt de weg een verbindende taak op.
Vanwege het lagere karakter van de weg is hier een hogere mate van toegang verlenen mogelijk (in overeenstemming met Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen en ongewijzigd ten opzichte van het mobiliteitsplan 2002).
De N70 loopt parallel met de E17. De N70 (tussen N41 en R42) werd in het mobiliteitsplan van 2002 gecategoriseerd als secundaire weg type 3, met een verbindende functie voor het openbaar vervoer en fietsers en een regionale verzamelfunctie voor het autoverkeer (in overeenstemming met Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen en de korte termijn visie in het huidig mobiliteitsplan 2015).
Het huidig mobiliteitsplan 2015 voorziet een downgrade naar een lokale weg type 1 op lange termijn, met als hoofdfunctie het verbinden op lokaal niveau en aanvullend een verzamelende functie op lokaal niveau.
Een randvoorwaarde vormt de realisatie van de oostelijke tangent, waardoor het regionaal en bovenlokaal verkeer zijn bestemming zal kiezen op de E17.
Dit segment van de N70 verliest hierdoor haar bovenlokale functie waardoor het wegbeeld zal moeten worden aangepast naar een stadsboulevard in functie van een autoluwer centrum. Er is geen bovenlokale autoverkeersfunctie gewenst, evenmin is de as een belangrijke stamas voor het openbaar vervoer of de hoofdfietsroute op provinciaal niveau.
De Heimolenstraat wordt gecategoriseerd ten noorden van de N70 als lokale weg type 2 (een gebiedsontsluitingsweg) terwijl ten zuiden van de N70 deze gecategoriseerd is als lokale weg type 1 (een lokale verbindingsweg) in het mobiliteitsplan van 2002.
Het huidig mobiliteitsplan 2015 categoriseert de Heimolenstraat als lokale weg type 2 b, met als hoofdfunctie het verzamelen op lokaal niveau gecombineerd met het verlenen van erftoegang, en aanvullend een verbindende functie op lokaal niveau.
Type 2 b heeft geen belangrijke structuurbepalende rol, zijn geen dragers van lokaal vrachtverkeer en hebben over het algemeen een lager snelheidsregime.
Voor de Heimolenstraat staat in het huidig mobiliteitsplan 2015 gespecifieerd dat een lokaal verbindende route niet wordt aangemoedigd, een alternatief verloopt via de Waasmunsterse Steenweg - Steenweg Hulst-Lessen - Dendermondse Steenweg.
De Botermelkstraat en de westelijke aftakking van de Heimolenstraat zijn gecategoriseerd als erftoegangsweg (lokale weg type 3)
In Sint-Niklaas zijn er zeven regionaalstedelijke fietsroutes. Dit zijn hoofdassen voor fietsverkeer waar vlot, snel en veilig fietsen aan de basis liggen van de kwaliteitsstandaard: veilig, conflictvrij, voorrang op de zeldzame kruispunten en ongelijkvloerse kruisingen met verkeerswegen. Het plangebied van voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan grenst aan dergelijke regionaalstedelijke fietsroute, met name de Heideroute richting Waasmunster. Deze zeven regionaalstedelijke fietsroutes zijn ook opgenomen in het ‘Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk’ (BFF). Dit netwerk verbindt de belangrijkste gemeentelijke/stedelijke kernen en attractiepolen met elkaar. Het netwerk zet routes uit voor louter functionele verplaatsingen, dat wil zeggen verplaatsingen voor werken, onderwijs, winkelen... eerder dan voor ontspannende fietstochten.
De twee fietsroutenetwerken (BFF en LAF, zijnde lange afstandsfietspaden) worden verder aangevuld met lokale functionele fietsroutes (LFF) die de maaswijdte van het netwerk verkleinen en gericht zijn op doelgerichte, lokale fietsverplaatsingen in functie van het werk, de school, de winkel, het sportcentrum, het openbaar vervoer, de carpoolparking en vrije tijd in het algemeen. Ten opzichte van de huidige selectie worden volgende wijzigingen aan het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk voorgesteld: de volledige N70 werd ingekleurd als lokaal netwerk (circa 11,60 km). Een heel aantal missing links in de fietsinfrastructuur worden gekoppeld aan belangrijke infrastructuurwerken die de komende jaren gepland staan. Daarbij zal de veiligheid en het comfort van de fietser verhoogd worden.
Het projectgebied is gesitueerd ten zuidwesten van de stadskern van Sint-Niklaas. Het is gelegen in de oksel van de ongelijkvloerse kruising van de gewestwegen N70 en N41. De woonbebouwing langsheen de Botermelkstraat en de Heimolenstraat begrenzen aan andere zijden het projectgebied. In vogelvlucht is het projectgebied op ± 2 km van de Grote Markt gelegen. Morfologisch sluit het nog aan op de stedelijke structuur. Het is goed ontsluitbaar naar bovenlokale wegennet maar ook goed bereikbaar via het openbaar vervoer via de frequente buslijnen op de N70 en de Heimolenstraat.
De N41 vormt feitelijk de westelijke ontsluitingsweg van de stadskern naar de E17 toe. Het is daarenboven de bovenlokale verbinding van Sint-Niklaas naar Dendermonde. Ter hoogte van het projectgebied omvat deze weg 2 x 2 rijstroken in asfalt van elkaar gescheiden door een brede groene middenberm. Eén rijstrook wordt afgeleid naar de N70 toe. De andere gaat in een viaduct over de N70. Er zijn geen erftoegangen in dit wegsegment. De langsbebouwing is beperkt. Enkel ter hoogte van het kruispunt met de N70 zijn een aantal grootschalige bedrijfsgebouwen aanwezig: Wavin (regionaal bedrijf inzake kunststof leidingensystemen), motorgarage, bedrijvencenter De Oude Fruitveiling (met onder andere haarden Van Raemdonck) en bouwmarkt Santens. Vooral de laatste twee vallen op door hun architecturaal voorkomen. Hoewel deze bedrijven langsheen de N41 gelegen zijn, ontsluiten deze allen op de N70.
De N70 is een brede asfaltbaan verdeeld in 2 x 1 rijstrook met een geschilderde middenberm. Aan beide zijden is eveneens een enkelrichting fietspad. Langsheen de N70 vinden we verschillende functies terug. Ter hoogte van het projectgebied staan een aantal woningen. Op de hoek met de Botermelkstraat staat het heel recent gebouwde en markante kantoorgebouw van VGD.
De Botermelkstraat is door middel van paaltjes afgesloten van de N70 zodat dit een doodlopende woonstraat vormt. Het is aangelegd als een breed woonerf in betonstraatstenen met plantenbakken als snelheidsremmers. Deze straat is nagenoeg volledig bebouwd met woningen in halfopen en open bebouwing. Een tweetal bedrijven langs de N70 ontsluiten eveneens met hun achterzijde op deze straat.
De Heimolenstraat vormt samen met Driegaaienhoek en Driegaaienstraat een invalsweg tot de stad Sint-Niklaas. Het bestaat uit een asfaltbaan aan beide zijden opgesloten door brede betonstroken. Van een vrij open agrarische omgeving nabij de N41 evolueert deze straat naar een bebouwde omgeving bestaande uit een afwisseling van open bebouwingen en woninggroepen. De Heimolenstraat - Driegaaienhoek is via verkeerslichten geregelde kruispunten aangesloten op de N70 en de N41.
De Heimolenstraat heeft een doodlopende zijtak waaraan het projectgebied paalt. De straat werd hier recent naar aanleiding van rioleringswerken heraangelegd met een 4 m brede asfaltweg opgesloten door twee betonnen goten en een zijstrook in steenslag. Deze zijstraat is hoofdzakelijk aan één zijde bebouwd. Het betreft woninggroepjes van telkens drie à vier woningen. Aan de andere zijde staan evenwel nog twee vrijstaande woningen.
Met oog op de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid moet de rijweg worden voorzien van asfalt opgesloten door ter plaatse gegoten kantstrook en boordsteen in beton. Deze monoliete materialen zijn onderhoudsvriendelijk en het best bestand tegen het intensief gebruik door manoeuvrerende vrachtwagens. Daarenboven is het oppervlak zo goed gesloten waardoor een onkruidvrij openbaar domein kan bekomen worden zonder gebruik van pesticiden of veelvuldig onderhoud.
Het voetpad wordt in het kader van de verkeersveiligheid verhoogd aangelegd met een eveneens ter plaatse gegoten boordsteen in beton en verder aangelegd met een grijze betonklinker (220 x 40). De andere zijberm blijft een grasberm. Daarin zullen de opritten uniform met een grijze betonklinker worden aangelegd (220 x 110). Er wordt voor een kleinschalig verhardingselement gekozen opdat dit nog gemakkelijk opbreekbaar is voor de nutsleidingen die hier naast de rijweg komen te liggen in een gemeenschappelijke sleuf.
In tegenstelling tot het asfalt op de rijweg moet het fietspad en de noodweg in beton worden aangelegd. Alzo wordt het duidelijk dat deze niet toegankelijk zijn voor gewoon gemotoriseerd verkeer. Het monoliet materiaal is bovendien goed voor het pesticidenvrij onderhoud en het rijcomfort voor de fietser. De noodweg moet in principe 4 m breed zijn conform de regelgeving van de brandweer. Teneinde de verhardingsgraad te beperken, moet dit worden uitgevoerd als een tweesporenpad welk het ondergeschikt karakter benadrukt.
Het onteigeningsdoel kan verder ook enkel maar worden bereikt middels onteigening. Er bestaat redelijkerwijze geen alternatief voor het gebruik van de onteigeningsdwang.
Binnen het projectgebied moeten verschillende onroerende goederen strikt noodzakelijk in volle eigendom worden verworven om niet alleen een integrale en geïntegreerde realisatie van de ontsluiting van het bedrijventerrein maar vervolgens ook een duurzaam beheer en onderhoud daarvan mogelijk te maken.
Op het onteigeningsplan wordt aangeduid welke onroerende goederen noodzakelijk dienen verworven te worden om het project te kunnen realiseren. De te onteigenen onroerende goederen zijn nodig om volgende redenen, waarbij alle projectonderdelen ondergebracht kunnen worden binnen de realisatie van de aanleg van de weginfrastructuur en de daarmee onlosmakelijk verbonden ingrepen:
- aanleg van de rijbaan met zijbermen;
- aanleg van (verhoogde) voetpaden;
- aanleg van fietspaden;
- zone aanleg nutsleidingen.
De innemingen beperken zich tot een strikt minimum. Het onteigeningsplan duidt aan welke onroerende goederen noodzakelijk in volle eigendom moeten worden verworven om het project te kunnen realiseren. Eens de gemeente de nieuwe aanleg van de gemeentewegen heeft vastgesteld rust op de gemeente overeenkomstig artikel 26, § 1 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019 ook de rechtsplicht om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van deze gemeenteweg overeenkomstig de in het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019 opgenomen instrumenten en handhavingsmaatregelen.Overeenkomstig artikel 26, § 2 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019 moet de gemeente bij de aanleg van nieuwe gemeentewegen daarbij verplicht overgaan tot verwerving van de onroerende goederen, vereist voor de realisatie van de nieuwe gemeenteweg.
Overeenkomstig artikel 26, § 3 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019 geldt bij wijziging of verplaatsing van een bestaande gemeenteweg op privaat domein de definitieve vaststelling van het rooilijnplan, zoals bedoeld in artikel 17, § 5, van dit decreet als titel voor de vestiging van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang.
Gezien met het te realiseren rooilijnplan op onlosmakelijke wijze daarmee verbonden tevens de aanleg van een nieuwe gemeenteweg wordt vastgesteld kan in casu de globale en coherente realisatie van het rooilijnplan uitsluitend verwezenlijkt worden door gedwongen eigendomsverwerving van de gehele wegbedding in volle eigendom door de wegbeheerder en dit ten einde een eigendomsversnippering en een lappendeken van verschillende eigendomsstructuren van de betrokken wegbedding te vermijden en kan het project dus niet gerealiseerd worden deels op basis van de vestiging van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang op een wegbedding in private eigendom en anderdeels op basis van de verwerving van de wegbedding in volle eigendom.
Verder zullen door de noodzakelijk uit te voeren werken voor wat betreft de realisatie van de nieuwe gemeentewegen de eigendomsrechten met betrekking tot de wegbedding niet louter beperkt worden, maar worden ze ontnomen door de volledige noodzakelijke inlijving ervan in het openbaar domein na uitvoering van deze werken, zodat na afweging van belangen, het mede omwille van de globale en geïntegreerde realisatie en het complexe en ingrijpende karakter van de daarvoor noodzakelijke werken, het aangewezen is de eigenaars van de daarvoor noodzakelijke wegbedding onmiddellijk te vergoeden door middel van onteigening. Het is gewoonweg noodzakelijk voor de realisatie, het beheer en de verdere instandhouding van de weginfrastructuur dat de te verwerven wegbeddingen ook daadwerkelijk opgenomen zullen worden in het openbaar domein.
De verwerving van de wegbedding in volle eigendom over het volledige tracé van gemeentewegen maakt aldus een noodzakelijke stap uit om eens de rooilijn en de gemeentewegen werd vastgesteld te kunnen voldoen aan de decretaal vooropgestelde rechtsplicht om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van deze gemeenteweg overeenkomstig het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019. Uitsluitend middels verwerving van de wegbedding in volle eigendom kan de wegbeheerder de sluitende garantie bekomen dat de werken tot realisatie van de gemeentewegen ook effectief en op voortgezette wijze kunnen worden uitgevoerd en kan zo ook het duurzame gebruik en duurzaam functioneren en beheren van de gemeenteweg worden gegarandeerd.
Bovendien zijn er een veelheid aan te verwachten terreingebonden kosten, alsook dienen vele collectieve nutsvoorzieningen aangelegd te worden in de gemeenteweg waarbij een private eigendomssituatie van de wegbedding niet aangewezen is zodat het ook om die reden noodzakelijk is voor de wegbeheerder dat de wegbedding in volle eigendom verworven wordt. Aldus kan de projectdoelstelling ook om deze reden uitsluitend door gedwongen onteigening worden gerealiseerd.
De onteigeningsnoodzaak als middel voor de realisatie van gemeentewegen blijkt verder ook uit het feit dat overeenkomstig artikel 24, § 4 van het Vlaams Onteigeningsdecreet de decreetgever in zulke gevallen uitdrukkelijk elk verzoek tot zelfrealisatie uitgesloten heeft.
Voor bepaalde infrastructuurwerken zoals openbare verkeerswegen, spoorwegen, haven- en waterweginfrastructuur is het ook volgens de decreetgever in het algemeen belang noodzakelijk dat de overheid deze zelf realiseert en ontwikkelt. De volgende zaken moeten volgens de decreetgever immers absoluut worden vermeden:
- een versnipperde eigendomsstructuur;
- een lappendeken aan verantwoordelijkheden inzake onderhoud en herstel, wat immers zou leiden tot een groter risico op juridische conflicten zowel onderling als ten aanzien van derden;
- een probleem van coördinatie tussen de zelfrealisator en de aannemer die desgevallend door de overheid wordt aangesteld;
- een verzwakte positie ten aanzien van het gedwongen doen verplaatsen van nutsleidingen;
- een gebrek aan een globale inrichting en een overkoepelend beheer en onderhoud;
- problemen naar toegankelijkheid, het beschikbaar houden ten aanzien van andere gebruikers en bijvoorbeeld het voorzien van aanvullende reglementen van wegbeheer;
Het aanleggen, beheren en onderhouden van de voornoemde infrastructuur behoort tot de basistaken van de overheid en vereist een coherent en doelmatig beheer en beleid, ook naar eventuele aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden toe. Van de desbetreffende weginfrastructuur moet onder alle omstandigheden een veilig en doelmatig gebruik kunnen worden gemaakt. Dit kan enkel indien de wegbeheerder zelf kan instaan voor de realisatie en het beheer ervan.
Een zo eenduidig mogelijke grondpositie kan en moet de goede uitoefening van de publieke beheerstaken waarborgen, onder meer naar onderhoud, verlenen van vergunningen, advisering in het kader van omgevingsvergunningen, aansprakelijkheden ...
Kortom, de nood aan een globale, consequente en duurzame ontwikkeling met het oog op het inpassen ervan in een ruimer functionerend geheel evenals de aandacht voor een specifieke kwalitatieve ruimtelijke en architecturale ontwikkeling en het feit dat het om publieke openbare voorzieningen gaat, leidt ertoe dat zelfrealisatie in casu uitgesloten is en de onteigeningsnoodzaak ook daardoor des te meer vast staat.
In uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan heeft het stadsbestuur van Sint-Niklaas het gemeentelijk rup lokaal bedrijventerrein Botermelkstraat – Heimolenstraat laten opmaken. Dit rup werd door de gemeenteraad op 22 november 2019 definitief goedgekeurd. Dit rup bepaalt waar de hoofdontsluiting, nevenontsluiting en langzaam verkeerverbinding moet worden gerealiseerd voor dit lokaal bedrijventerrein. Een deel van het in het rup bestemde bedrijventerrein betreft bestaande bedrijven. Het rooilijnplan zal de ontsluiting van het overige bestemde bedrijventerrein bepalen. Aldus wordt het rooilijnplan voornamelijk bepaald door het rup en de bestaande toestand.
Inname 1: Grote Baan 52 – perceel 231Y.
In het rup werd bepaald waar de hoofdontsluiting van het bedrijventerrein moet genomen worden op de N70: 'Als ontsluiting van de zone voor lokaal bedrijventerrein moet openbare wegenis worden aangelegd die aantakt op de hoofdontsluiting via de N70 (zie 1.7 hoofdontsluiting (overdruk)) en aantakt op de nevenontsluiting via de Heimolenstraat (zie 1.8 nevenontsluiting (overdruk)).' (stedenbouwkundige voorschriften rup artikel 1.3.6).
Verder staat bepaald: 'Het tracé voor hoofdontsluiting mag maximum 10 m uit de as van de aanduiding - zoals weergegeven op het grafisch plan - worden gerealiseerd.' (Stedenbouwkundige voorschriften rup artikel 1.7.3). Op onderstaand plan werd de pijl uit het rup op de opgemeten toestand en het rooilijnplan weergegeven. Tevens werd 10 m zone langs beide zijden aangeduid.
In de zijtuin is er een toegangstrap tot een ondergrondse elektriciteitscabine en de oprit tot de achterliggende parking voor het personeel. Daarachter staat een bomenrij, die in de voorwaarden van de vergunning bewaard diende te blijven. Om deze redenen werd de toegang genomen op het aanpalende woonperceel binnen de in het rup bepaalde zonering.
De breedte werd op het minimum genomen zoals in het rup bepaald: 'De minimale breedte van de openbare wegenis bedraagt 9 m'. (Stedenbouwkundige voorschriften rup artikel 1.3.6). Deze breedte is voldoende om een ontsluitingsweg in volgend profiel aan te leggen: centraal wordt een 6 m brede rijbaan voorzien. De nieuwe rijbaan watert af naar westelijke zijde, waar het hemelwater zal opgevangen worden in een 0,50 m brede weggoot. De westelijke 1 m brede zijberm blijft onverhard als schuwafstand tot de rooilijn. Aan oostelijke zijde wordt naast de rijbaan een 1,50 m breed verhoogd voetpad voorzien om een veilige route voor de voetgangers doorheen het bedrijventerrein te bieden. Onder het voetpad worden bovendien de noodzakelijke nutsleidingen ter uitrusting van het bedrijventerrein aangelegd.
Het tracé, zoals bepaald in het rup, sluit schuin aan op de N70. Aldus is het voor vrachtwagens die van de westelijke tangent komen en in het bedrijventerrein willen afslaan moeilijker om in te draaien. Aldus is een verbreding in het toekomstig openbaar domein nodig om deze vrachtwagens te kunnen laten indraaien. Gezien de bestemming als bedrijventerrein moet dit geschikt zijn om op regelmatige basis opleggercombinaties te kunnen laten afwikkelen. De westelijke rooilijn wordt daarom op een bepaald moment loodrecht op de N70 geplaatst. De restruimte kan gebruikt worden om ruimte te geven aan een wadi voor infiltratie van het hemelwater dat op de rijweg valt.
De baan draait ten zuiden vervolgens af naar het terrein van VGD Accountancy, voorbij de meest waardevolle bomen. Doordat dit afdraait wordt een inname van het bedrijfsperceel van Wavin vermeden.
Wat betreft inname 1b: gezien er slechts een zeer klein restperceel overblijft van perceel nr. 231Y (inname 1) hetgeen geen reële waarde meer zal hebben na onteigening en niet meer zal grenzen aan een ander erf van dezelfde eigenaar, komt het billijk voor dat ook het restperceel van perceel nummer 231Y mee zal worden verworven. De stad Sint-Niklaas zal dus ook het restant van het onteigende perceel overnemen en dit vanuit billijkheidsoverwegingen.
Inname 2: Grote Baan 50 – perceel 229k.
De minimale rooilijnbreedte van 9 m conform het rup wordt vooropgesteld, binnen de bandbreedte zoals in het rup vooropgesteld. (zie ook motivering onder inname één).
Een inname van het bedrijfsperceel van Wavin wordt vermeden. Het betreft louter een inname van een overwoekerde ruigte in de zuidwestelijke hoek van het perceel. De bestaande parking van VGD accountancy kan integraal behouden blijven.
Inname 3: perceel 227.
Het betreft een verruigde achterliggende tuin zonder enige functie.
Hier wordt eerst vertrokken van een verderzetting van het profiel uit inname 1 en 2. Doch moet rekening gehouden worden met de inspringende perceelgrens van Wavin (punt E) en het behoud van de gracht/oud-geklasseerde waterloop (punten J en K). Aldus wordt de oostelijke rooilijn als een rechte lijn genomen om de weg langs die twee uiterste punten te kunnen realiseren. Aan westelijke zijde wordt de rooilijn op de perceelsgrens met Wavin genomen, opdat er geen restperceel tussen overblijft.
Inname 4: perceel 237.
Het betreft een grasland. Westelijke inname in functie van hoofdontsluiting: het tracé wordt in bovenvermeld profiel doorgetrokken langs de grens van Wavin, doch met behoud van de bestaande gracht/oud-geklasseerde waterloop 18. Dit maakt dat de oostelijke rooilijn wordt bepaald door bovenvermeld profiel te realiseren in een rechte lijn vanaf de bovenkant van de gracht. De westelijke grens wordt bepaald door de eigendomsgrens van Wavin/bedding oud-geklasseerde waterloop. Alzo is er geen restperceel tussen rooilijn en het bedrijfsperceel Wavin.
Door het tracé langs de perceelsgrens van Wavin te leggen, kan dit bestaand bedrijfsperceel in de toekomst aansluiten op de nieuwe ontsluitingsweg. Hierdoor kunnen de aansluitingen op de N70 beperkt worden, hetgeen de intentie was van het rup.
Zuidelijke inname in functie van hoofdontsluiting: op het einde van perceel 237 kan het wegtracé afbuigen om het resterende nog te ontwikkelen bedrijventerrein optimaal te kunnen benutten. In het rup is een indicatieve te behouden bomenrij en indicatief tracé voor waterloop aangeduid. De bomenrij is evenwel in slechte staat en niet alle bomen zijn integreerbaar. De aanwezige gracht is noch een waterloop, noch een oud-geklasseerde waterloop. Omwille hiervan en om de vrachtwagens geen te scherpe bochten te moeten laten nemen, wordt afgeweken van deze landschappelijke lijn uit het rup en wordt met quasi 90°-bochten gewerkt.
De rooilijnbreedte wordt op 12,50 m gebracht om volgend profiel te realiseren: ook na de bocht blijft een 6 m brede rijbaan in asfalt voorzien. Aan zuidelijke zijde wordt deze opgesloten door een 0,50 m brede platte kantstrook. Aan noordelijke zijde blijft het voetpad van 1,50 m in grijze betonstraatstenen verhoogd doorlopen.
Aan zuidelijke zijde wordt echter bijkomend een waterpartij voorzien die dient als secundaire watervoorraad voor de brandweer. In de berm, tussen rijbaan en blusvijver, wordt een nieuwe bomenrij met knotwilgen aangeplant ter herstel van de bomenrij uit het rup.
Oostelijke inname in functie van trage verbinding: het rup bepaalt onder 1.9: indicatief tracé voor langzaam verkeer: 'De pijlen duiden symbolisch aan welke plaatsen met elkaar verbonden moeten worden. Dit tracé is bestemd voor openbare wegenis met aanhorigheden, toegankelijk voor fietsers en voetgangers, en eventueel hulpdiensten.' (Stedenbouwkundige voorschriften rup artikel 1.9.2). Tevens duidt het rup een indicatief tracé voor waterloop aan.
Daarom wordt een westelijke rooilijn vastgelegd om een 3 m breed pad bestemd voor voetgangers en fietsers te kunnen realiseren naast de bestaande gracht/oud-geklasseerde waterloop 16. De westelijke rooilijn wordt genomen op de grens bedding van de oud-geklasseerde waterloop met de tuinpercelen 222E en 222F, die eveneens zijn gelegen in de zone voor bedrijvigheid uit het rup.
Inname 5-6: perceel 225A en 222H.
Het betreft een toegangsdreef vanaf de Botermelkstraat tot percelen 225A en 237. Langs de toegangsdreef loopt de ingebuisde oud-geklasseerde waterloop 16.
De verbinding voor langzaam verkeer conform het rup moet worden gerealiseerd (artikel 1.9). Conform de voorschriften moet dit een openbaar statuut krijgen. Daarom wordt dit opgenomen in het rooilijnenplan. De rooilijnen worden op de perceelsgrens gelegd.
Inname 7-8: perceel 250 en 238.
Het betreft één akker. Idem als zuidelijke inname 4 in functie van de realisatie van een 12,50 m brede ontsluitingsweg.
Inname 9 -10: perceel 220 en 219.
Beide percelen betreffen een akker. Westelijke inname: de ontsluitingsweg buigt af om het resterende bedrijventerrein langs beide zijden te kunnen ontsluiten. De rooilijnbreedte wordt op 12,50 m gebracht om volgend profiel te realiseren:
Ook na de bocht blijft een 6 m brede rijbaan in asfalt voorzien. Aan westelijke zijde wordt deze opgesloten door een 0,50 m brede weggoot. De westelijke 1,40 m brede zijberm blijft, behoudens de opritten naar de bedrijfspercelen, onverhard en zal ondergronds met nutsleidingen worden uitgerust. Aan oostelijke zijde wordt een fiets-/wandelpad voorzien conform de bepalingen uit het rup: artikel 1.9 indicatief tracé voor langzaam verkeer.
Het fietspad wordt van de ontsluitingsweg gescheiden door een boordsteen en een 0,50 m brede grasberm. Het fietspad is 3 m breed genomen na overleg met de dienst mobiliteit van de stad Sint-Niklaas. Tussen het fietspad en de toekomstige bedrijfspercelen wordt een 0,90 m brede berm voorzien, die enkel ter hoogte van de opritten verhard zal worden. Eronder komen tevens nutsleidingen.
De rooilijn wordt aan noordelijke grens doorgetrokken tot de perceelsgrens van perceel 222F zodat dit perceel ook ontwikkelbaar is in functie van bedrijvigheid conform het rup. Tevens sluit het zo aan op de langzaam verkeerverbinding naar de Botermelkstraat-Heimolenstraat.
Inname richting Heimolenstraat.
Het rup bepaalt dat er een nevenontsluiting naar de Heimolenstraat moet gerealiseerd worden: 'Een tweede ontsluiting betreft een nevenontsluiting via de Heimolenstraat, die moet worden gerealiseerd voor de toegankelijkheid van fietsers, voetgangers en hulpdiensten.' (Stedenbouwkundige voorschriften rup artikel 1.8.2).
De rooilijnbreedte wordt op 4 m gebracht om een minimaal profiel waar de brandweer kan doorrijden te realiseren.
Inname 11-12: perceel 239 en 248G.
Het betreft een akker. Er wordt geopteerd om een voor het gemotoriseerde verkeer doodlopende ontsluitingsweg te realiseren. Zo wordt geen bijkomende verkeersbelasting op Heimolenstraat of Botermelkstraat afgewenteld. Bijgevolg dient een keerpunt op de ontsluitingsweg vormgegeven worden. Dit keerpunt werd begroot op het keren van een oplegger.
Inname 13: perceel 218.
Het betreft een akker. De verbinding voor langzaam verkeer conform het rup moet hier worden gerealiseerd (artikel 1.9). Het 3 m brede pad langs de ontsluitingsweg wordt doorgetrokken tot aan de Heimolenstraat. Conform de voorschriften moet dit een openbaar statuut krijgen. Daarom wordt een 1 m + 3 m + 1 m = 5 m brede strook opgenomen in het roolijnenplan.
Het resterende deel van perceel 218 te westen zal dan moeten ingericht worden als groenbuffer conform het rup ten op zichte van de woningen nummers 45 en 47.
Inname 14: perceel 217F2.
Het betreft een restlot in woongebied gereserveerd om als noodontsluitingsweg van het bedrijventerrein te dienen. Voorheen werden drie verkrotte woningen afgebroken en vervangen door een nieuwbouw in open bebouwing. Dit restlot bleef over.
De 4 m brede noodontsluiting (inname 9 - 10) wordt doorgetrokken naar de Heimolenstraat op de locatie zoals door het rup bepaald. Aan noordelijke zijde wordt wel de bestaande gracht/oud-geklasseerde waterloop in open bedding behouden. Hier wordt de rooilijn iets breder gehouden, opdat de brandweer.
Besluit: er werden verschillende scenario’s en alternatieven uitgewerkt en bleek de finaal weerhouden uitvoeringsvariant van het rooilijnplan als meest positief naar voren te komen om de onteigeningsdoelstelling zo adequaat mogelijk te kunnen realiseren en daarbij tevens de innemingen zo beperkt mogelijk te houden. Over de noodzaak van het voorwerp van de onteigening kan dan ook gezien de keuze genomen werd na afweging van de verschillende alternatieven geen discussie mogelijk zijn.
Onteigeningsplan: het onteigeningsplan bevat alle vereiste gegevens overeenkomstig artikel 11 van het Vlaams onteigeningsdecreet van 24 februari 2017. Dit onteigeningsplan wordt gevoegd als bijlage bij onderhavig besluit en maken hier integraal deel van uit.
Projectnota: overeenkomstig artikel 12 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 werd een projectnota opgemaakt. Deze projectnota wordt gevoegd als bijlage bij onderhavig besluit en maakt hier integraal deel van uit.
De stad Sint-Niklaas zal als onteigenende instantie onderhandelingen voeren met al de te onteigenen partijen. De onderhandelingen die reeds voorafgaand de voorlopige vaststelling van het onteigeningsbesluit hebben plaats gevonden, hebben tot op heden niet het gewenste resultaat bereikt. Met de te onteigenen partij(en) zullen de nodige onderhandelingen worden gevoerd. De minnelijke onderhandelingstermijn wordt geraamd op vier maanden.
Conclusie
Uit al het bovenstaande blijkt dat de onteigening aldus noodzakelijk is en het algemeen belang dient. Het onteigeningsdoel kan niet worden gerealiseerd indien niet alle innemingen in volle eigendom verworven zijn.
Het onteigeningsdoel kadert verder binnen de gemeentelijke aangelegenheden en binnen het gemeentelijk belang dat de stad Sint-Niklaas dient ten uitvoer te leggen en te beheren en kadert binnen de rechtsplicht tot de realisatie van het rooilijnplan van ontsluitingswegen voor de (zwakke) weggebruikers dat werd vastgesteld.
Om deze redenen is de verwerving van de (nog) niet minnelijk verworven onroerende goederen voor de realisatie van het rooilijnplan noodzakelijk en dringt de onteigening door de stad Sint-Niklaas zich op van de onroerende goederen zoals afgebeeld op het onteigeningsplan en aldaar nader omschreven in de onteigeningstabel.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet gemeentewegen van 3 mei 2009.
Vlaams onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 en het uitvoeringsbesluit van 27 oktober 2017.
dat het algemeen nut de inbezitneming vordert van de goederen, genoemd in artikel 2 gelegen op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas.
dat de bedoelde goederen zijn aangeduid met een gele tint op het hierbij behorende ondertekende onteigeningsplan en meer in het bijzonder betreft het de percelen kadastraal gekend als Sint-Niklaas, 4e afdeling, sectie D, nummers 217 F2, 218, 219, 220, 222 H, 225 A, 227, 229 K, 231 Y, 237, 238, 239, 248 G en 250.
dat de projectnota houdende een projectplan, de beschrijving van het project, de detailomschrijving van de werken, de realisatietermijnen voor de uitvoering van de werken en de beheersmodaliteiten van het openbaar domein als bijlage wordt gehecht aan de notulen van deze zitting.
het voorlopig onteigeningsbesluit, dat werd opgesteld in overeenstemming met artikel 10 van het decreet betreffende onteigening van algemeen nut van 24 februari 2017, goed te keuren en voorlopig vast te stellen.
Een exemplaar van het besluit wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
het aan het voorlopig onteigeningsbesluit in bijlage gevoegde onteigeningsplan en de projectnota, die werden opgesteld overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van het decreet betreffende onteigening van algemeen nut van 24 februari 2017 en die integraal deel uitmaken van het onteigeningsbesluit, goed te keuren en voorlopig vast te stellen.
Een exemplaar van het plan en de nota wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
opdracht te geven over het voorlopig onteigeningsbesluit een openbaar onderzoek te organiseren in overeenstemming met de artikelen 17 e.v. juncto artikel 31 van het decreet betreffende onteigening van algemeen nut van 24 februari 2017.
Toegelicht door schepen Peter Buysrogge.
Interpellatie van raadsleden Frans Wymeersch, Jos De Meyer, Kris Van der Coelden en Chris Wauman die namens hun fractie de afvoering vragen.
Beantwoord door schepen Peter Buysrogge.
Interpellatie van raadsleden Frans Wymeersch en Jos De Meyer.
Stemming tot afvoering agendapunt.
Voorzitter Mia Mortier maakt het stemresultaat aangaande de afvoering bekend zijnde 21 stemmen tegen (N-VA, Groen en Liberaal Sint-Niklaas) en 17 stemmen voor (Vlaams Belang, CD&V, Vooruit en PVDA).
Het projectgebied (10.636,40 m² volgens opmeting) omvat het bouwblok, vlakbij het rond punt aan de kruising van de Parklaan (N16) en de Koningin Astridlaan (N70). Op de site werd ook een paviljoen opgericht. De overige site is volledig geasfalteerd en aangelegd als parking rond het zwembad. Het projectgebied paalt aan de westzijde hotel Serwir en aan de noordzijde aan de achtertuinen van verschillende eigenaars uit de Schoolstraat.
Het perceel is gelegen in BPA 'Park en Laan 11de en 13de wijziging' in een zone voor openbaar nut, goedgekeurd op 4 oktober 2005. Er wordt gewezen op de decretale afwijkingsmogelijkheid in artikel 4.4.9/1 VCRO.
De eigendom van de stad, Parklaan 117, 9100 Sint-Niklaas, wordt verkocht door middel van een verkoop onder voorwaarden. Dit is een publieke verkoopprocedure waarin de stad, als verkopende partij, bij de vergelijkende beoordeling van offertes rekening houdt met het voorwaardenkader dat zij zelf in het lastenboek oplegt. De mate waarin de bieders aan de voorwaarden beantwoorden, bepaalt hun onderlinge rangorde voor toekenning.
De toekomstige ontwikkeling betreft een poort naar de stad. Een hoogstaande, duurzame architectuur is na te streven. Het project biedt een uitstekende opportuniteit om publieke en/of collectieve groene ruimte te creëren. Het project moet voorzien in een voldoende grote, kwalitatieve en aaneengesloten groenzone. Er wordt maximaal aandacht besteed aan de doorwaadbaarheid, een actief gebruik van deze groenzone in functie van spelen, ontspannen, ontmoeten, e.d. en het toevoegen van groenelementen in de omgeving. De ruimte moet bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van het project en de omgeving. De bestaande (straat)bomen worden waar mogelijk bewaard en geïncorporeerd in de omgevingsaanleg.
Het uitgangspunt: een profiel met MINSTENS 6 bouwlagen. Een plaatselijk hoger profiel kan overwogen worden op basis van de architecturale kwaliteit. Er moet een levendige gelijkvloerse plint nagestreefd worden; buurtondersteunende functies kunnen. Er moet een erfdienstbaarheid gevestigd worden in functie van het feitelijk kruiwagenpad langsheen de achtertuinen grenzend aan de Schoolstraat. Indien gekozen wordt voor een woonfunctie, beschrijft de leidraad bijkomende krijtlijnen.
Door de voorwaarden die worden gesteld, wordt de opdracht gekwalificeerd als een overheidsopdracht. De procedure verloopt volgens een zogenaamde tweestapsprocedure, een mededingingsprocedure met onderhandeling (MMO), waarvan nu de selectieleidraad ter goedkeuring voorligt. Het bestek is in voorbereiding. De opdracht wordt Europees gepubliceerd. In deze fase worden dus enkel kandidaat teams gezocht die interesse hebben om een offerte uit brengen. De selectie zal gebeuren op basis van ervaring. Een doorselectie tot maximum drie geselecteerde teams kan worden gedaan op basis van ervaring en een eerste visienota. Er worden teams gevraagd met een projectontwikkelaar, architect en aannemer. De gunning van de opdracht bestaat in de sluiting van een koopovereenkomst tussen de stad als verkopende partij en de private partner als aankopende partij. Er wordt een vergoeding betaald door de private partner aan de stad; aan de overeenkomst zullen voorwaarden gekoppeld zijn. Van de koper wordt een kwalitatieve en tijdige ontwikkeling verwacht. In de opdracht is voorzien zijn dat er ook kan gewerkt worden met een opstalrecht in plaats van een verkoop, zonder dat de financiële positie van de stad hierbij mag verslechteren.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40, 41 en 293.
Bestuursdecreet.
Wet van 19 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en latere wijzigingen (hierna: Overheidsopdrachtenwet) en uitvoeringsbesluiten.
Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten
de selectieleidraad voor de opdracht 'verkoop onder voorwaarden van de site Sinbad' goed te keuren.
Een exemplaar van de selectieleidraad wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
het college van burgemeester en schepenen de opdracht te geven de opdracht te plaatsen en het bestek verder voor te bereiden.
Interpellatie van raadslid Kristof Van Gansen die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas is het bedrijventerrein 'De Winningen' gesitueerd. Het bedrijventerrein De Winningen heeft een uitgebreide historiek in de winning van oppervlaktegrondstoffen waarin het sedert enkele jaren niet meer actief is. Gelet hierop heeft de stad de intentie om het bedrijventerrein 'De Winningen' te revitaliseren. Het grup 'afbakening regionaal stedelijk gebied Sint-Niklaas' uit 2007 kwalificeert het perceel als ‘gebied voor gemengd regionaal bedrijventerrein als nabestemming van de kleiontginning. Zodoende dat de bestemmingsvoorschriften van het bedrijventerrein reeds in lijn werden gebracht met de toekomstvisie van de stad. Daartoe werd door de stad in 2012 ook het masterplan 'De Winningen' opgesteld, waarbij onder meer voorzien wordt in een nieuwe gefaseerde ontwikkeling van het bedrijventerrein.
Het betreft namelijk de decretale taak van de stad Sint-Niklaas om (1) te voorzien in voldoende geschikte bedrijfshuisvestingsmogelijkheden en zorgvuldig ruimtegebruik te bewerkstelligen en (2) de duurzaamheid te verhogen en de levensduur van bedrijventerreinen en andere economische locaties voor bedrijfshuisvestiging te verlengen (conform artikel drie van het decreet ruimtelijke economie). Hierbij staat de toekomstige bestendiging en optimalisering van het bedrijventerrein De Winningen overduidelijk ten dienste van de lokale en bovenlokale bevolking, gelet de ligging op het grondgebied van de stad een groot aanbod van arbeidsplaatsen garandeert, met vlotte toegang voor werknemers (en bezoekers) tot de faciliteiten van de stad.
Om de doelstelling te kunnen realiseren moeten de noodzakelijke infrastructuren voor de goede werking op het bedrijventerrein worden aangelegd. Het belang van deze infrastructuren wordt eveneens door het grup 'afbakening regionaal stedelijk gebied Sint-Niklaas' onderschreven. Zo voorziet artikel 8.2 dat volgende activiteiten eveneens toegelaten zijn: gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen inherent aan het functioneren van een gemengd regionaal bedrijventerrein. De aanleg van voorzieningen van infrastructuur van algemeen belang ter bevordering van het bedrijventerrein kadert aldus eveneens in de realisatie van het gewestelijk rup. Bijgevolg is de aanleg van goede infrastructuur cruciaal en noodzakelijk, opdat het voorgenomen heroplevingsdossier van de site uitvoering kan verkrijgen. Het infrastructuurproject is ook van belang voor de gemeenschap, in die mate dat een onbepaalbaar en variabel aantal personen op niet-exclusieve wijze van de gerealiseerde voordelen zal kunnen genieten. Realisaties op vlak van mobiliteit en volksgezondheid (een optimaal aangelegd bedrijventerrein met voldoende groen leidt tot een gezondere omgeving) worden bereikt, hetgeen allen bij uitstek redenen van algemeen belang betreffen die de verwerving van het perceel verantwoorden.
De stad wenst met het oog hierop een perceel aan te kopen, kadastraal bekend 9de afdeling, sectie C, nummer 81D, dat te koop wordt aangeboden door het Agentschap van Wegen en Verkeer (AWV). Het perceel is gelegen aan de Botermelkstraat en wordt als akkerland gebruikt. Het heeft een kadastrale oppervlakte van 3.752 m². Het goed staat afgebeeld als lot nummer 1 op het opmetingsplan met referentie 1M3D8H G 110153 00, opgemaakt op 29 oktober 2021 door landmeter-expert Guy De Baere. Het perceel bestrijkt een sleutelfunctie binnen het bedrijventerrein De Winningen, die essentieel is voor de goede inrichting en realisatie van de noodzakelijke (toekomstige) stedelijke infrastructuur van algemeen nut, de revitalisering van het bedrijventerrein en de ontsluiting ervan. Dit mede gelet op haar ligging midden in de bedrijfssite en aan de toegangsweg N41.
Er werd een schattingsverslag opgemaakt door afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid op 14 juli 2022 waarin het perceel geschat wordt op 127.855 EUR in pachtvrije toestand. Ingevolge het nieuw decreet van 8 maart 2024 (BS dd. 29 maart 2024) op het vervreemden van goederen van de Vlaamse overheid, is het Vlaams Gewest bereid het perceel in der minne aan de stad te verkopen. De belangrijkste bepalingen van de ontwerpakte, opgesteld door afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid, luiden als volgt:
- voorwerp: perceel kadastraal bekend 9de afdeling, sectie C, nummer 81D;
- oppervlakte: 3.752 m² kadastrale oppervlakte, 3.653 m² gemeten oppervlakte;
- prijs: 127.855 EUR;
- opname van de ontsluitingsweg van het toekomstig bedrijventerrein in het openbaar domein;
- respecteren bepalingen gebruiksovereenkomst van 18 augustus 2021, afgesloten tussen het Vlaams Gewest en Scheerders van Kerchove's Verenigde Fabrieken nv (SVK), Aerschotstraat 114, 9100 Sint-Niklaas. Deze voorwaarde is enkel aan de orde zolang de (definitieve) ontsluitingsweg niet is ingelijfd in het openbaar domein.
In bovenvermelde gebruiksovereenkomst werden volgende afspraken gemaakt:
- perceel mag door SVK gebruikt worden voor de aanleg van een ontsluitingsweg van hun percelen teneinde de opvulling van de kleiput te kunnen realiseren. Elk ander gebruik van het terrein is verboden;
- afgesloten voor bepaalde duur, van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2026, zonder automatische verlenging;
- SVK is verplicht om bij het einde van de overeenkomst het terrein in zijn oorspronkelijke toestand te herstellen;
- vergoeding: 5.000 EUR, per jaar, jaarlijks aanpasbaar aan de consumentenindex en te betalen voor 1 juli van het lopende kalenderjaar.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 2, 40 en 41.
Decreet van 8 maart 2024 op het vervreemden van goederen van de Vlaamse overheid.
Grup 'afbakening regionaalstedelijk gebied Sint-Niklaas (Vlaams Gewest, 2007)'.
akkoord te gaan met de aankoop in der minne van het onroerend goed, gelegen aan de Botermelkstraat, kadastraal gekend onder 9de afdeling, sectie C, nummer 81D, in het kader van de realisatie en inrichting van de noodzakelijke stedelijke infrastructuur van het bedrijventerrein 'De Winningen', onder de volgende voorwaarden:
- oppervlakte: 3.752 m² kadastrale oppervlakte, 3.653 m² gemeten oppervlakte;
- prijs: 127.855 EUR;
- opname van de ontsluitingsweg van het toekomstig bedrijventerrein in het openbaar domein;
- respecteren bepalingen gebruiksovereenkomst van 18 augustus 2021, afgesloten tussen Vlaams gewest en Scheerders van Kerchove's Verenigde Fabrieken nv, Aerschotstraat 114, 9100 Sint-Niklaas. Deze voorwaarde is enkel aan de orde zolang de (definitieve) ontsluitingsweg niet is ingelijfd in het openbaar domein.
Een exemplaar van de ontwerpakte, die werd opgesteld door afdeling vastgoedtransacties van de Vlaamse overheid, wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Stad Sint-Niklaas wenst de volledige toegangsweg naar MIWA heraan te leggen waarbij de verharding zich uitbreidt met een derde rijstrook die verder doorloopt naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Aquafin en het slibbekken van de stad. Er zou daarbij een fietsverbinding aangelegd worden tussen de site van Aquafin en de site van MIWA die aansluit op het nog te realiseren fietspad langsheen de Molenbeek. Hiervoor werd innemingsplan 'Toegangsweg naar RWZI' opgemaakt door Evolta en laatst gewijzigd op 8 mei 2024. Er werd een schattingsverslag afgeleverd door Landmeterskantoor van Eester bv, 2531 Vremde, op 23 oktober 2023. Er zijn voor dit project drie innemingen nodig op grond van MIWA:
1. Inneming 4
Inneming 4 (2.032,55 m²) betreft het resterende deel van perceel 1/A/919D dat MIWA in maart 2018 aankocht aan 7,70 EUR, per m² + 29 % kosten openbare verkoop. Een deel van dit perceel werd in 2022 doorverkocht aan de LAB-school en een deel aan Aquafin aan 10 EUR, per m². De stad wenst op inneming 4 een wadizone aan te leggen met overloop naar het RWA-stelsel en lozing in de waterloop van tweede categorie Molenbeek.
Het perceel werd door Landmeterskantoor van Eester bv op 23 oktober 2023 geschat aan 10,50 EUR, per m². MIWA vraagt echter een ruil met opleg met het deel openbaar domein, aangeduid als inneming 13, dat achter hun toegangspoort ligt tot aan de ingang van het domein van MIWA. Het gaat om een stuk openbaar domein van ongeveer 451,88 m². De meeroppervlakte zou door de stad vergoed worden aan schattingsprijs van 10,50 EUR, per m². Dit komt neer op een opleg van afgerond 16.600 EUR (1.580,67 m² x 10,50 EUR, per m²).
2. Innemingen 10A en 10B
Innemingen 10A (152,14 m²) en 10B (184,34 m²) zijn nodig om een verbinding te maken tussen het toekomstige fietspad langsheen de Molenbeek en de nieuw aan te leggen ontsluiting van het slibbekken en de RWZI. Deze innemingen zijn geschat aan 35 EUR, per m² of in totaal afgerond 11.780 EUR. Door deze grond in te nemen verliest MIWA noodzakelijke ruimte voor de opslag van grijze en groene containers. Er zijn 70.000 grijze en 70.000 groene containers in gebruik en deze moeten op zeer regelmatige basis vervangen, verwisseld, enzovoort worden. Ze worden in grote hoeveelheden besteld om de prijs te drukken. Deze opslagplaats nabij de MIWA-site is noodzakelijk voor hun werking. Het alternatief is de bouw van een mezzanine voor binnenopslag. Hiervoor heeft MIWA een offerte bezorgd van 74.500 EUR. Daarnaast moet voor deze werken de bestaande afsluiting verwijderd worden en wordt gevraagd dat de aannemer instaat voor de plaatsing van een nieuwe gelijkaardige afsluiting op de nieuwe grens. In deze afsluiting wenst MIWA in de toekomst een fietstoegang voor personeel te installeren (met badge). De personeelsleden die toekomen langs het toekomstige fietspad Molenbeek, komen hierdoor niet meer in contact met het gemotoriseerd verkeer op de nieuwe ontsluiting.
Concreet wordt gevraagd om akkoord te gaan met
- de desaffectatie van 451,88 m² (inneming 13) uit het openbaar domein;
- de ruil van 2032,55 m² (inneming 4 MIWA) en 451,88 m² (inneming 13 stad) met opleg door de stad van 16.600 EUR;
- de inname van 152,14 m² (inneming 10A) en 184,34 m² (inneming 10B) aan 11.780 EUR met een bijkomende vergoeding van 74.500 EUR voor de bouw van een alternatieve opslagplaats.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
met algemene stemmen (37)
voor de (her)aanleg van de toegangsweg naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin akkoord te gaan met
1. de desaffectatie van 451,88 m² (inneming 13) uit het openbaar domein van de stad Sint-Niklaas;
2. de ruil van 2.032,55 m² (inneming 4 MIWA) en 451,88 m² (inneming 13 stad) met opleg van 16.600 EUR;
3. de inname van 152,14 m² (inneming 10a) en 184,34 m² (inneming 10b) aan 11.780 EUR waarbij de stad zal instaan voor de plaatsing van een gelijkaardige afsluiting op de nieuwe perceelsgrens waarin het mogelijk is voor MIWA om in de toekomst een personeelstoegang voor fietsers te installeren;
4. de betaling van een extra vergoeding van 74.500 EUR voor de bouw van een mezzanine als compensatie voor het verlies aan opslagruimte voor de afvalcontainers.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de authentieke akte aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
Toegelicht door schepen Bart De Bruyne.
Interpellatie van raadslid Anneke Luyckx.
Beantwoord door schepenen Bart De Bruyne en Filip Baeyens.
Sinds 1 januari 2023 werd de pastoor van de parochies Belsele, Sinaai en Puivelde ontheven van zijn taak als pastoor. Hij werd vervangen door deken Raf Vermeulen die zijn taken overneemt. De stad stelde de pastorij gelegen Dries 68, 9112 Sinaai, ter beschikking overeenkomstig artikel 52/1 van het decreet erediensten waarin het volgende gesteld wordt:
'In de parochies waar er een bedienaar van de eredienst, belast met de eredienst van de parochie, verblijft, stelt de gemeente de bedienaar een pastorie ter beschikking, of, als er geen pastorie is, een woning of een woonstvergoeding.'
Aangezien er nu geen verblijvende pastoor meer is in Sinaai, is de stad bijgevolg niet meer verplicht huisvesting te voorzien conform het decreet erediensten. De pastorij staat dan ook leeg sinds najaar 2023.
De pastorij heeft een typische woning-opbouw en leent zich niet goed voor andere (publieke) functies. Bovendien zijn er geen acute vragen waarvoor de pastorij een (al dan niet tijdelijke) oplossing zou kunnen bieden. Het gebouw is zeer goed gelegen, leent zich uitstekend voor privaat gebruik en beschikt over een mooie buitenruimte. Voor dit gebouw werd geen tijdlijn opgemaakt binnen het beleidsplan duurzaam beheer gebouwen, vermits de energiekost tot voor kort niet ten laste van de stad was. Naar analogie met de andere vroegere pastorijen wordt voorgesteld de pastorij van Sinaai te verkopen.
De pastorij is gelegen in het BPA Papenakkerwijk- 5de wijziging, goedgekeurd op 23 april 1997, in zone voor openbaar nut (artikel 10). Functiewijziging is mogelijk mits akkoord van de vergunningverlenende overheid. Ze is gelegen in het beschermde dorpsgezicht maar is zelf niet beschermd als monument.
Er werd een schattingsverslag afgeleverd door Landmeterskantoor Van Eester bvba, 2531 Vremde, op 9 juni 2023 waarin de pastorij geschat wordt op 705.000 EUR. Er wordt voorgesteld de verkoop via het online platform 'Biddit' te laten verlopen. Dit is het online verkoopplatform van de Belgische notarissen. Dit platform verhoogt de kansen om de marktwaarde te behalen omdat (1) er potentieel meer gegadigden deelnemen aan de plaats- en tijdsonafhankelijke biedingen en (2) de biedingen geheel anoniem verlopen.
Bijgevolg wordt gevraagd de verkoopsvoorwaarden als volgt vast te stellen:
- voorwerp: pastorij gelegen Dries 68, 9112 Sinaai, kadastraal gekend 10de afdeling, sectie A, nummer 1249D;
- oppervlakte: 1.100 m²;
- procedure: open veiling via online openbare verkoop ('Biddit');
- minimum bedrag voor toewijzing: schattingsprijs.
Indien het hoogste bod op een lot lager is dan de schattingsprijs, dan zal het lot niet toegewezen kunnen worden. Aangezien de mededinging op dat moment voldoende gespeeld heeft, wordt voorgesteld in dat geval over te schakelen op de onderhandse verkoopprocedure waarbij het goed te koop gesteld en verkocht zal worden aan minimum de schattingsprijs.
De bekendmaking zal minimaal gebeuren via publicatie in De Zondag, op de meest courante immo-websites en op de website van de stad. Er zal ook een verkoopsbord geplaatst worden op het perceel. De website 'biddit.be' zorgt voor bijkomende publiciteit.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Omzendbrief KB/ABB/2019/03 - transacties onroerende goederen.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van het bpa Papenackerwijk, 5de wijziging (ministerieel besluit 23 april 1997), in een strook voor openbaar nut, zone I. De strook is bestemd voor het oprichten van gebouwen van openbaar nut en aanvullend voor een conciërgewoning of constructies die noodzakelijk zijn voor de uitbating van de instelling. Onderliggend ligt het goed in een woongebied met cultureel-, historisch en/of esthetische waarde.
Gezien de vormgeving, indeling en locatie van het pand acht de dienst vergunnen de kans reëel dat de uiteindelijke koper het onroerend goed in de toekomst niet meer in functie van een openbare instelling of conciërgewoning zal gebruiken, maar eerder in functie van residentieel wonen of aanvullende (neven)functies hierop (bijvoorbeeld horeca, praktijken, ...). Dit betreft evenwel een vergunningsplichtige functiewijziging (al dan niet in combinatie met overige werken) die afwijkend is ten opzichte van het bpa. Afwijkingen van de bepalingen van het bpa op basis van artikel 4.4.9/1 VCRO, voor wat betreft de functie, de V/T-index en de bouwvrije stroken, kunnen uitsluitend overwogen worden mits het een aanvullend bpa ten opzichte van het onderliggend gewestplan betreft. De dienst vergunnen is van oordeel dat er toepassing gemaakt kan worden van deze afwijkingsmogelijkheid, doch werd er ook juridisch advies ingewonnen, dat aangeleverd zal worden alvorens de commissie en gemeenteraad plaatsvinden.
Los daarvan kan met toepassing van artikelen 4.4.10, 4.4.11, 4.4.23 VCRO en artikel 10 van het BVR tot vaststelling van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen eveneens afgeweken worden van de bepalingen van het bpa, op voorwaarde dat de nieuwe functie de erfgoedwaarde ongeschonden laat of ze verhoogt.
Afwijkingen op basis van voornoemde artikels zijn geen absoluut recht en moeten steeds de toets aan de goede ruimtelijke ordening doorstaan conform artikel 4.3.1 VCRO.
de verkoopsvoorwaarden betreffende de verkoop van de pastorij Dries 68, 9112 Sinaai, als volgt vast te stellen:
- voorwerp: pastorij gelegen Dries 68, 9112 Sinaai, kadastraal gekend 10de afdeling, sectie A, nummer 1249D;
- oppervlakte: 1.100 m²;
- procedure: open veiling via online openbare verkoop ('Biddit');
- minimum bedrag voor toewijzing: 705.000 EUR.
over te schakelen op de onderhandse verkoopprocedure indien het goed vermeld in artikel 1 niet toegewezen kan worden op de openbare verkoop. Hierbij wordt het goed te koop gesteld en verkocht aan minimum de schattingsprijs.
de verkoophoudende notaris, die door de stad zal worden aangesteld, te machtigen het goed toe te wijzen aan de hoogste bieder op voorwaarde dat de schattingsprijs behaald is.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de notariële akte, aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
In het kader van de vervanging van de woningen gelegen Baenslandstraat 1E tot en met 31 door WoonST en de betere ontwikkeling van dit project, werd bij akte van 8 maart 2018 door de stad een strook grond kosteloos overgedragen aan WoonST. In dit project is een binnentuin voorzien waarbij WoonST zich engageerde om deze na realisatie van het project over te dragen naar het openbaar domein van de stad. Na realisatie van het project hebben de woningen de huisnummers 3 tot en met 19 gekregen.
WoonST wenst nu de wegenis en groenzone van deze binnentuin kosteloos over te dragen aan de stad.
Kadastrale gegevens:
1. Een deel van een perceel grond ten kadaster gekend onder 4de afdeling, sectie D, nummer 684 S3, gelegen Baenslandstraat;
2. een deel van een perceel grond ten kadaster gekend onder 4de afdeling, sectie D, nummer 2435 A, gelegen Baenslandstraat;
3. een perceel grond ten kadaster gekend onder 4de afdeling, sectie D, nummer 684 P3, gelegen Baenslandstraat;
met als nieuw gereserveerd perceelsidentificatienummer 2453 A P000 met een totale oppervlakte van 1.110 m² 59 dm², bekend als lot A op het plan, aangeduid in gele kleur.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
met algemene stemmen (37)
akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de wegenis en groenzone van de binnentuin gelegen Baenslandstraat 3-19, binnentuin, 9100 Sint-Niklaas, kadastraal bekend 4de afdeling, sectie D, nummer 684 P3 en deel van nummers 684 S3 en 2435 A, door de bv WoonST, aan stad Sint-Niklaas, met het oog op de inlijving ervan in het openbaar domein, en de voorwaarden van de ontwerpakte goed te keuren.
Een exemplaar van de akte wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de akte aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
Intergem gaat de elektriciteitscabine ter hoogte van de percelen kadastraal bekend 8/A/ 328A, 328F en 328E op het dorpsplein in Nieuwkerken-Waas, vervangen en anders oriënteren. Zij hebben hiervoor een ruilovereenkomst afgesloten met de aanpalende eigenaar van Nieuwkerkenstraat 2, 9100 Nieuwkerken-Waas. De eigenaar van Nieuwkerkenstraat 2 staat een deel van zijn tuin af (groen op bijgevoegd plan) en perceel 328A (zwart op bijgevoegd plan), een deel van perceel 328F en perceel 328E (beiden rood op bijgevoegd plan) worden overgedragen aan de eigenaar van Nieuwkerkenstraat 2. Het gele perceel (deel van perceel 328F), waarop de oude cabine effectief staat, blijft eigendom van Intergem. Op deze manier kan de nieuwe cabine dwars ingeplant worden op de inplanting van de oude cabine, wat beter zou zijn voor de werking.
Bij de administratieve afhandeling van deze ruil is echter gebleken dat perceel 328A (zwart op bijgevoegd plan) geen eigendom is van Intergem, maar wel van de stad. Het perceel heeft een oppervlakte van 24 m². Om de eigendomsstructuur hier te optimaliseren, de ruil met Intergem niet in het gedrang te brengen en het bouwproject verder te kunnen uitwerken, is het aangewezen deze strook te verkopen aan de aanpalende eigenaar. Deze eigenaar is ook de enige eigenaar die gebaat is met de aankoop van perceel 328A waardoor het gelijkheidsbeginsel bij rechtstreekse verkoop niet geschaad wordt. Het perceel kan namelijk aangewend worden in functie van het toevoegen van woonkwaliteit bij de bestaande meergezinswoning ter hoogte van Nieuwkerkenstraat 2.
Er werd een schattingsverslag afgeleverd door landmeterskantoor Van Eester bv, 2531 Vremde, op 7 februari 2024. De eigenaar is bereid het perceel aan te kopen aan 5.000 EUR waarbij Intergem zal instaan voor de afbraak van de oude elektriciteitscabine op het perceel. Indien de stad akkoord gaat met deze verkoop zal de koper opdracht geven aan zijn notaris voor opmaak van de akte.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Verkoopprijs te verrekenen op MJP000680 - AC000482 (gronden verkopen in functie van stadsontwikkeling).
Er is geen bezwaar tegen de verkoop van het perceel. Het perceel kan aangewend worden in functie van het toevoegen van woonkwaliteit bij de bestaande meergezinswoning, bijvoorbeeld door middel van de oprichting van een nieuwe fietsen- (en afval)berging. De fietsenstalling van het eventuele nieuwbouwproject moet dichter tegen de inkom van de nieuwe meergezinswoning opgericht worden.
met algemene stemmen (36)
akkoord te gaan met de verkoop van het perceel kadastraal bekend achtste afdeling, sectie B, nummer 328A, met een oppervlakte van 24 m², aan 5.000 EUR, aan de aanpalende eigenaar van Nieuwkerkenstraat 2, 9100 Nieuwkerken-Waas, in functie van de verbetering van de woonkwaliteit van de bestaande meergezinswoning.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de akte aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
Agendapunt 41 en interpellatie 2 worden samen behandeld.
Toegelicht door schepen Carl Hanssens.
Interpellatie van raadsleden Tchantra Van De Walle en Johan Uytdenhouwen.
Interpellatie van raadslid Kris Van der Coelden die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Interpellatie van raadsleden Chris Wauman en Karel Noppe.
Beantwoord door schepenen Ine Somers en Carl Hanssens.
Interpellatie van raadslid Johan Uytdenhouwen.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer.
Beantwoord door schepen Ine Somers.
De Reinaert galerij is de afgelopen jaren verloederd geraakt. Een kwalitatieve opwaardering dringt zich op, maar wordt gehinderd door de complexe juridische structuur en de verspreide eigendomsrechten binnen de Reinaert galerij. Er bestaan vier afzonderlijke verenigingen van mede-eigenaars (VME Grote Markt 60, VME Grote Markt 62, VME Grote Markt 61 en VME Residentie Liza), waaraan telkens een afzonderlijke basisakte ten grondslag ligt. De basisaktes werden tussen 1983 en 1999 verleden. Bovenop deze vier afzonderlijke verenigingen bestaat een suprastructuur (de zogenaamde VME Reinaertgalerij) waar VME-overschrijdende beslissingen worden genomen, zoals beslissingen die alle winkels (ongeacht bij welke VME ze horen) aanbelangen.
Gezien de strategische ligging heeft stad Sint-Niklaas het initiatief genomen om de opwaardering van de Reinaert galerij in goede banen te leiden en zelf een actieve rol te spelen in dit stadsontwikkelingsproject in het hart van de stad. Hiertoe werden intussen een zeer groot aantal kavels verworven. Een heel voortraject van stakeholderanalyse, juridisch onderzoek, structureel onderzoek en een scenario onderzoek waar ruimtelijke, juridische als financiële aspecten onderzocht werden, gingen aan de opmaak van het ‘masterplan Reinaert galerij’ vooraf. Er werden vier scenario’s ontwikkeld van volledig behoud tot volledige herontwikkeling. Uit dit onderzoek kwam naar voor dat er gezien de specifieke context van structuur en ingeslotenheid best een samenwerking werd gezocht met naburige percelen.
Om de herwaardering mogelijk te maken heeft de stad intussen een zeer groot aantal kavels verworven met de intentie om de opwaardering van de Reinaert galerij in goede banen te leiden.
Daarbij werd vastgesteld dat Bastimo nv eigenaar is van meerdere kavels in de Reinaert galerij (in de VME Grote Markt 61) en dat Bastimo nv, parallel aan het proces dat de stad heeft geïnitieerd voor de opwaardering van de Reinaert galerij, ook een project heeft geïnitieerd dat grenst aan de Reinaert galerij. Het betreft een project tot sloop van zes winkelpanden en de bouw van een meergezinswoning met vijfentwintig woonentiteiten, één commercieel gelijkvloers en ondergrondse garage, gelegen in de Stationsstraat nummers 14, 16, 18, 20, 22 en 24, 9100 Sint-Niklaas. Op het gelijkvloers zal een supermarkt worden voorzien. Hiervoor heeft Bastimo nv ondertussen ook een omgevingsvergunning bekomen, die definitief zal worden op 14 juni 2024 als geen beroep wordt ingediend.
Gelet op deze eigendomsposities, doelstellingen en intenties zijn de stad en Bastimo nv aangewezen op een vorm van samenwerking teneinde hun respectievelijke projecten op elkaar af te stemmen.
1. Zonder Bastimo nv kan niet worden overgegaan tot de door de stad wenselijk geachte ontwikkeling van het binnengebied van de Reinaert galerij, gelet op de specifieke situatie van dit binnengebied (waaronder de ondergrondse parking en de ingeslotenheid binnen andere bebouwing) die ertoe leidt dat het gebied ruim ontsloten moet kunnen worden teneinde zinvolle ontwikkelingen te kunnen realiseren, meer bepaald omgevingsrechtelijk gezien (eisen brandweer), maar quasi onvermijdelijk ook bouwtechnisch (volgorde van ontwikkeling, sloopwerkzaamheden, werfplaatsinrichting, fasering der werken ... ). Eender welke ontwikkeling in het binnengebied zal namelijk bouwtechnisch een bepaalde sequentie hebben die afgestemd moet worden op de ontwikkeling van de percelen van Bastimo nv.
2. Aangezien Bastimo nv de huidige bebouwing op de percelen van Bastimo nv aan de Stationsstraat zal slopen om zijn project te realiseren, biedt dit een bijzondere opportuniteit om de benodigde toegangsweg via de percelen van Bastimo nv te voorzien en daarmee ook het binnengebied effectief te ontwikkelen. Bastimo nv blijkt dus een onvermijdbare partner te zijn bij de ambities van de stad. Meer nog, een ontwikkeling zonder deze partner is eenvoudigweg onhaalbaar.
3. Vervolgens moet erop gewezen worden dat het niet de rol van de stad is om zelf op te treden als projectontwikkelaar voor het binnengebied. De stad moet daarom op zoek naar iemand met ervaring die bereid kan worden gevonden om het risico terzake te nemen en tot ontwikkeling over te gaan. Bastimo nv is hiertoe bereid aangezien dit voor Bastimo nv ook een opportuniteit vormt om het eigen project te optimaliseren, doch dit impliceert dan wel dat Bastimo nv daartoe de nodige rechten krijgt.
De specifieke situatie van het binnengebied, de huidige eigendomsposities, de doelstellingen en de intenties van beide partijen nopen hen bijgevolg tot een verdere verweving van beide projecten en het maken van afspraken. In navolging hiervan werd in onderling overleg een samenwerkingsovereenkomst opgesteld.
De belangrijkste bepalingen van het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst luiden als volgt:
1. Omschrijving:
- oprichting veertien woonentiteiten door Bastimo nv in het binnengebied in twee rijen met daartussen een doorgang met beperkt publiek karakter (doorgang in de tijd beperkt, met name afgestemd om de openinguren van de winkels van de VME Grote Markt 60 en VME Grote Markt 62 en niet op zondag);
- realisatie publieke doorgang door de stad Sint-Niklaas tussen Collegestraat en Stationsstraat;
- renovatie kopstuk Grote Markt en kopstuk Stationsstraat door stad Sint-Niklaas.
2. Wederzijdse aankoop- en verkoopbelofte (WOP):
- verkoop van zevenendertig winkels aan Bastimo nv en met Bastimo nv verbonden vennootschap. Omwille van een interne optimalisatie bij Bastimo nv worden de winkels gesplitst verkocht;
- voorwerp: de WOP met Bastimo nv betreft de verkoop door de stad Sint-Niklaas aan Bastimo nv van de volgende eenendertig winkels uit de VME Grote Markt 61:
Kavel | Aantal quotiteiten (9.986) | Kadastraal perceelnummer | |
(1) | W6 | 127 | 3/E/391V P0139 |
(2) | W7 | 192 | 3/E/391V P0140 |
(3) | W10 | 301 | 3/E/391V P0042 |
(4) | W11 | 164 | 3/E/391V P0152 |
(5) | W12 | 170 | 3/E/391V P0153 |
(6) | W13 | 173 | 3/E/391V P0154 |
(7) | W14 | 210 | 3/E/391V P0155 |
(8) | W15 | 183 | 3/E/391V P0156 |
(9) | W19 | 286 | 3/E/391W P0024 |
(10) | W20 | 146 | |
(11) | W31 | 198 | 3/E/391V P0055 |
(12) | W32 | 154 | 3/E/391V P0038 |
(13) | W34 | 154 | 3/E/391V P0033 |
(14) | W33 | 211 | 3/E/391V P0032 |
(15) | W35 | 194 | 3/E/391V P0055 |
(16) | W37 | 270 | 3/E/391V P0142 |
(17) | W37a | ||
(18) | W40 | 316 | 3/E/391V P0137 |
(19) | W41 | 316 | |
(20) | W42 | 316 | |
(21) | W3 | 106 | 3/E/391V P0131 |
(22) | W5 | 104 | 3/E/391V P0037 |
(23) | W45 | 96 | 3/E/391V P0040 |
(24) | W16 | 222 | 3/E/391V P0050 |
(25) | W17 | 245 | |
(26) | W29 | 120 | 3/E/391W P0014 |
(27) | W43 | 241 | 3/E/391V P0053 |
(28) | W44 | 179 | |
(29) | W47 | 101 | 3/E/391V P0053 (deel) |
(30) | W46 | 104 | 3/E/391V P0036 |
(31) | W4 | 104 | 3/E/391V P0043 |
5.703 |
- voorwerp: De WOP met Bastijns Investment & Management Company bv betreft de verkoop door de stad Sint-Niklaas aan Bastijns Investment & Management bv van de volgende zes winkels uit de VME Grote Markt 61:
Kavel | Aantal quotiteiten (9.986) | Kadastraal perceelnummer | |
(1) | W21 | 148 | 3/E/391W P0020 |
(2) | W22 | 145 | |
(3) | W23 | 154 | 3/E/391W P0015 |
(4) | W24 | 156 | 3/E/391W P0016 |
(5) | W25 | 63 | 3/E/391W P0018 |
(6) | W30 | 284 | 3/E/391W P0012 |
950 |
- verkoopoptie: stad Sint-Niklaas verbindt zich er gedurende een termijn van twee maanden toe de goederen enkel te verkopen aan Bastimo nv respectievelijk aan de Bastijns Investment & Management bv;
- aankoopoptie: ingeval niet tijdig wordt ingegaan op de verkoopbelofte verbinden Bastimo nv respectievelijk Bastijns Investment & Management bv zich er toe gedurende de twee daaropvolgende maanden de goederen aan te kopen van de stad Sint-Niklaas;
- verlijden authentieke verkoopakte: na het lichten van verkoopoptie of aankoopoptie en binnen de vier maanden na het vervullen van de opschortende voorwaarden van de samenwerkingsovereenkomst.
- opschortende voorwaarden:
- verkoopprijs: 400.000 EUR.
- sanctionering bij niet naleven verbintenissen:
3. Verbintenissen Bastimo nv en Bastijns Investment & Management Company bv
- Bastimo nv staat (op eigen risico) in voor de ontwikkeling binnengebied met overdag publieke doorwaardbaarheid van het binnengebied;
- Bastimo nv staat zelf in voor de realisatie van het project ter hoogte van Stationsstraat nummers 14, 16, 18, 20, 22, 24, 9100 Sint-Niklaas;
- Voorzien van toegangsweg tot binnengebied voor brandweer van de Stationsstraat tot het binnengebied door Bastimon nv;
- Bekomen van toelatingen, machtigingen en (omgevings)-vergunningen die nodig zijn voor de sloopwerkzaamheden, de ontwikkeling van het binnengebied en de ontwikkeling van de percelen ter hoogte van Stationsstraat nummers 14, 16, 18, 20, 22, 24, 9100 Sint-Niklaas, door Bastimo nv. Deze samenwerkingsovereenkomst heeft evident geen enkele impact op de bevoegdheden en de discretionaire beoordelingsmarge van het college van burgemeester en schepenen van de stad Sint-Niklaas als vergunningverlenende overheid en/of advisende intstantie in het kader van de beoordeling van vergunningsaanvragen;
- Instemming met de vereiste statutenwijzigingen binnen de VME's waarbij Bastimo nv respectievelijk Bastijns Investment & Management Company bv afstand doen van eender welke vergoeding die haar zou toekomen naar aanleiding van het onttrekken van kavels van de stad Sint-Niklaas aan de VME.
4. Verbintenissen stad Sint-Niklaas
- ontwikkeling kopstukken;
- bekomen van de nodige toelatingen, machtigingen en (omgevings-)vergunningen voor de ontwikkeling van de kopstukken;
- instemming met de vereiste statutenwijzigingen binnen de VME's.
5. Sloopwerkzaamheden
- toegang zal moeten verlopen via de percelen van nv Bastimo ter hoogte van Stationsstraat nummers 14, 16, 18, 20, 22, 24, 9100 Sint-Niklaas;
- Bastimo nv en stad Sint-Niklaas zullen uit efficiëntieoverwegingen en het principe van eenheid van werf de sloopwerkzaamheden afstemmen op elkaar;
- Elke partij staat in voor de sloopkosten van het gebied dat hij zelf gaat ontwikkelen.
6. Ontbinding van de overeenkomst
Stad Sint-Niklaas kan de ontbinding van deze overeenkomst inroepen in volgende gevallen:
- indien Bastimo nv nalaat om binnen een termijn van achtenveertig maanden na ondertekening van de notariële verkoopakte van de kavels een omgevingsvergunning in te dienen voor de sloop, ontwikkeling Binnengebied en/of ontwikkeling van de percelen van Bastimo nv ter hoogte van Stationsstraat nummers 14, 16, 18, 20, 22 en 24, 9100 Sint-Niklaas;
- indien Bastimo nv nalaat om binnen de decretale vervaltermijnen van de (omgevings-)vergunning(en) een aanvang te nemen, dan wel een verderzetting te doen van de vergunde werken;
- indien de door Bastimo nv te realiseren beoogde ontwikkelingen niet gerealiseerd zijn binnen een termijn van tien jaar.
Bij een ontbinding van de overeenkomst kan de stad de kavels terugkopen van Bastimo nv en van Bastijns Investment & Management Company bv aan dezelfde, geïndexeerde prijs die Bastimo nv respectievelijk Bastijns Investment & Management Company bv hiervoor aan de stad betaald hebben.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
akkoord te gaan met het ontwerp van publiek-private samenwerkingsovereenkomst met wederzijdse aankoop- en verkoopbelofte tussen de stad Sint-Niklaas enerzijds en Bastimo nv en Bastijns Investment & Management Company bv anderzijds voor de realisatie van een binnenstedelijk ontwikkelingsproject ter hoogte van de site Reinaert galerij, 9100 Sint-Niklaas.
Een exemplaar van de samenwerkingsovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de publiek-private samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Sint-Niklaas enerzijds en de Bastimo nv en Bastijns Investment & Management Company bv anderzijds, en de daaruit voortvloeiende authentieke aktes, aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
Toegelicht door schepen Wout De Meester.
Het rup wordt opgemaakt voor de hervestiging van het ziekenhuis naar een randstedelijke locatie in de westrand van Sint-Niklaas. Hiervoor werd reeds een startnota, scopingnota en ontwerp-MER opgemaakt met een uitgebreid onderzoek naar locatiealternatieven en milieueffecten. Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 17 augustus 2020 om op basis hiervan definitief de locatie Neerkouter te weerhouden en hiervoor het voorontwerp rup op te maken.
Het rup voorziet een bestemmingswijziging van ongeveer 16 ha (herbevestigd) agrarisch gebied naar een gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen in functie van de herlokalisatie van het ziekenhuis. Tevens wordt de grenslijn van het regionaal stedelijk gebied aangepast. Tegelijk worden drie (delen van) woonuitbreidingsgebieden ter compensatie herbestemd naar agrarisch gebied.
Het voorontwerp rup werd besproken en geadviseerd door de verschillende betrokken instellingen en administraties op de plenaire vergadering van 18 december 2020 en er werden aanpassingen doorgevoerd aan het ontwerp.
Op 5 februari 2021 delegeerde de Vlaamse Regering de planningsbevoegdheid voor de opmaak van het gemeentelijk rup AZ Nikolaas aan de stad Sint-Niklaas en stemde in met de afwijking van de voorschriften van het gewestelijk rup Afbakening regionaal stedelijk gebied Sint-Niklaas.
De gemeenteraad stelde in zitting van 26 maart 2021 het ontwerp rup voorlopig vast. Tijdens het openbaar onderzoek, dat plaatsvond van 23 april 2021 tot en met 21 juni 2021, werden er negentien bezwaarschriften ingediend. De gecoro bundelde en coördineerde alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en bracht op 1 september 2021 een gemotiveerd advies uit. Team milieueffectrapportage beoordeelde op 11 oktober 2021 de kwaliteit van het plan-MER als voldoende.
Vervolgens stelde de gemeenteraad in zitting van 26 november 2021 het rup definitief vast. Op 26 januari 2024 heeft de Raad van State deze definitieve vaststelling echter vernietigd. Door de terugwerkende kracht van dit vernietigingsarrest wordt het bestuur geplaatst in dezelfde omstandigheden als voor het begaan van de onwettigheid. Wanneer de vernietigde beslissing binnen een vervaltermijn moest worden genomen, beschikt het bestuur door de vernietiging over een nieuwe termijn. Overeenkomstig artikel 2.2.21, §7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening beschikt de gemeenteraad dan ook over een nieuwe termijn van 180 dagen om het rup definitief vast te stellen. Die termijn is nog niet verstreken op het moment dat de gemeenteraad de huidige beslissing neemt.
Het bestuur kan ervoor kiezen om de remediëring van de vastgestelde onwettigheden op een vroeger ogenblik dan op het ogenblik van definitieve vaststelling te laten plaatsvinden. Een herneming van de voorlopige vaststelling van het ontwerp rup, waarna een nieuw openbaar onderzoek volgt, is dan ook mogelijk. In dit geval is dergelijke herneming verkieslijk om aan de wettigheidsgebreken vastgesteld in het arrest van de Raad van State tegemoet te komen. Met name laat de herneming toe om een bijkomende verkeersstudie op te stellen die toelaat dat de mobiliteitsanalyse uit het plan-MER en het eerdere MOBER nog actueel zijn. Ook laat de herneming van de voorlopige vaststelling toe om de stedenbouwkundige voorschriften van het rup te wijzigen en deze wijzigingen te onderwerpen aan een openbaar onderzoek, voor zover wijzigingen nodig zijn die niet uit de bezwaren en opmerkingen geformuleerd tijdens het eerdere openbaar onderzoek of uit de eerdere adviezen voortvloeien. Het organiseren van een nieuw openbaar onderzoek, tenslotte, is in alle omstandigheden verkieslijk omdat het nieuwe inspraakmogelijkheden biedt. Daarom wordt de gemeenteraad gevraagd om de voorlopige vaststelling van het ontwerp rup van 26 maart 2021 in te trekken, zodat een nieuwe voorlopige vaststelling hernomen kan worden.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen.
het besluit van de gemeenteraad van 26 maart 2021 houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp rup AZ Nikolaas in te trekken.
Interpellatie van raadsleden Chris Wauman en Jos De Meyer die namens hun fractie de afvoering vragen.
Interpellatie van raadsleden Bart Merckx en Kris Van der Coelden.
Beantwoord door schepen Wout De Meester.
Interpellatie van raadsleden Kris Van der Coelden en Jos De Meyer.
Beantwoord door schepen Wout De Meester.
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer.
Stemming tot afvoering agendapunt.
Voorzitter Mia Mortier maakt het stemresultaat bekend zijnde 17 stemmen voor (Vlaams Belang, CD&V, Vooruit en PVDA) en 21 stemmen tegen (N-VA, Groen en Liberaal Sint-Niklaas).
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Door de bevolkingsgroei, vergrijzing en toename van kleinere wooneenheden ziet de stad een stijging in woonontwikkelingen in het centrum van Sint-Niklaas, maar ook in de dorpen en het buitengebied. De stijgende druk van appartementen in de dorpskernen dreigt het karakter van het dorps wonen te verstoren. Stad Sint-Niklaas voelt daarom de nood aan een kader om vergunningsaanvragen voor woonontwikkelingen in het buitengebied te sturen in relatie tot de bestaande woonomgeving. Net zoals de stad het lobbenstadmodel hanteert om stedelijke ontwikkelingen te sturen en de stad duurzaam uit te bouwen, zo wil ze deze verdichtingstoets hanteren om het wonen in het buitengebied leefbaar te houden.
Met de verdichtingstoets wil de stad de verdere versnippering van de open ruimte een halt toe roepen door in te zetten op woonontwikkeling in de kernen. De verdichtingstoets moet er voor zorgen dat de dorpskernen versterkt worden en zo levendig blijven en dat de open ruimte gevrijwaard blijft. Hiervoor wordt als instrument de verdichtingstoets opgemaakt om vergunningsaanvragen voor woningbouw in het buitengebied te beoordelen en te sturen. Het is een richtlijn voor woonverdichting in het niet-stedelijk gebied.
Aan de basis van de verdichtingstoets ligt een duidelijke afbakening van de dorpskernen. We willen deze kernen versterken, daarom zijn er binnen de afbakening van de kernen meer woningbouwmogelijkheden dan buiten de afbakening. De afbakening van de dorpskernen Nieuwkerken-Waas, Sinaai, Belsele en Puivelde gebeurde op basis van de historische kern, de nabijheid van basisvoorzieningen en de overgang van bebouwing, landschap en publieke ruimte. Daarnaast worden ook de stationsomgevingen van Sinaai en Nieuwkerken-Waas mee betrokken aangezien deze excentrisch liggen van de dorpskern. Buiten deze kernen worden de mogelijkheden bepaald door de ligging volgens het gewestplan.
Vlaamse Codex ruimtelijke ordening.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Meerjarenplan 2020-2025 (AP 11).
de verdichtingstoets voor het buitengebied van Sint-Niklaas goed te keuren en te hanteren als beleidsmatig gewenste ontwikkeling.
Een exemplaar van de verdichtingstoets wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
de afbakening van de kernen Nieuwkerken-Waas, Sinaai en Belsele ook toe te passen in het economisch kernversterkend beleidsplan.
Interpellatie van raadslid Kris Van der Coelden.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
De aanvraag betreft de aanleg van een fietspad naast de Molenbeek. Dit fietspad zal een verbinding vormen tussen de sportzone Pijkedreef en Hoge Bokstraat. Er wordt een rooilijnplan toegevoegd aan het dossier, omdat het fietspad openbaar domein wordt. De breedte van de ruimte tussen de rooilijnen is variërend: van 20,53 m tot 6,26 m.
Het dubbelrichtingsfietspad heeft een breedte van 3,50 m. De nieuwe verharding bestaat uit cementbeton. De totale verharding is 2.151 m². De verharding is opgebouwd uit 0,18 m uitgewassen cementbetonverharding, met eronder de steenslagfundering afwerklaag type II (0,10 m) en onderlaag type I (0,15 m) en tenslotte de onderfundering type II (0,15 m) met een geotextiel.
Gemeenteweg 43 wordt gedeeltelijk verlegd in noordelijke richting: van de zuidelijke kant van de boomgaarden naar de noordelijke kant van de boomgaarden langsheen de Molenbeek. Door het vaststellen van het tracé, de rooilijnen en de uitrusting van het nieuwe pad ontstaat immers een nieuwe trage weg met openbaar karakter. Hierdoor verkleint ook de mogelijke hinder voor de eigenaar van de boomgaarden. Het deel van de gemeenteweg 43 tussen Pijkedreef en Watermolenstraat wordt ongewijzigd behouden.
De werken aan de waterloop (nummer 1270, 2de categorie) omvatten het aanleggen van een nieuwe overwelving in de vorm van een betonnen fietsersbrug. De brug is 4,50 m breed en 13,55 m lang, en loopt schuin over de Molenbeek. De brug heeft aan beide zijden een leuning in gegalvaniseerd staal. Er worden twee RWA-aansluitingen voorzien naar de waterloop, elk met diameter 400. De waterloop wordt over een lengte van circa 165 m beschoeid met een dubbele rij platte schanskorven.
Er worden zeven kleine bomen en zeven rijen fruitbomen en haagbomen gerooid. Het rooien van de bomen is een vegetatiewijziging van kleinelandschapselementen (KLE’s). Er wordt een nieuwe beukenhaag met een totale lengte van circa 200 m ter afscherming van de fruitgaard aangeplant.
Openbaar onderzoek:
Het openbaar onderzoek wordt gehouden van 30 april 2024 tot en met 29 mei 2024. Er werden dertien standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek: één opmerking, vijf identieke bezwaren, vier identieke bezwaren, een bezwaar namens ‘bewoners Hoge Bokstraat’ (met één naam), een bezwaar namens een vereniging en een bezwaar uit eigen naam, ondertekend door één persoon.
De opmerking handelt over: een afsluiting aan de oprit van de fietswegel kant Hoge Bokstraat. De indiener van de opmerking vraagt of er een afsluiting geplaatst wordt aan de oprit van de fietswegel om de snelheid van de fietsers te verminderen, omdat het op- en afrijden van haar oprit bij de woning nu al moeilijk is door het drukke verkeer.
Evaluatie van de opmerking: langs beide zijden van de aansluiting van de fietswegel met de Hoge Bokstraat wordt een afsluiting gezet tot tegen de rooilijn. De aanwezigheid hiervan zal verhinderen dat fietsers een bocht nemen in noordelijke (of zuidelijke) richting aan een hoge snelheid. Het zal echter niet verhinderen dat op het fietspad langs Hoge Bokstraat snel gereden wordt. De opmerking is zonder voorwerp.
Eén bezwaar is van een vereniging die volgende punten aanhaalt:
- schending van artikel 12 § 2, gemeentewegendecreet (GWD): volgens de bezwaarindiener wordt artikel 12 § 2 van het gemeentewegendecreet geschonden omdat de aanvrager 'niet de eigenaar zou zijn' van de getroffen percelen waarop het nieuwe fietspad wordt gerealiseerd. Volgens haar moet de gemeenteraad eerst de autonome procedure voor het vastleggen van de rooilijnen doorlopen. Hetzelfde zou gelden voor de opheffing van voetweg nummer 43.
Evaluatie: de visie van de bezwaarindiener is juridisch verkeerd. Artikel 12 § 2 gemeentewegendecreet bepaalt het volgende:
§ 2. in afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, geldt niet als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeenteweg die in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd is, of op een gemeentelijk rooilijnplan dat in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen. In dat geval gelden de procedureregels voor het opstellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Artikel 12 § 2 van het gemeentewegendecreet werd door de decreetgever bewust ingevoerd om een geïntegreerde procedure te voorzien waarbij er wijzigingen aan gemeentewegen kunnen worden doorgevoerd bij de behandeling van een omgevingsvergunningsaanvraag. Dit wordt ook zo erkend in de parlementaire voorbereiding van dit decreet (M.v.T., Vl. Parl. 1847/1, 2018-2019, p. 9-10):
'Het voorstel van decreet voorziet ook in geïntegreerde procedures om ervoor te zorgen dat het netwerk van gemeentewegen kan worden gewijzigd in één beweging met de behandeling van een vergunningsaanvraag of ruimtelijk uitvoeringsplan (rup). (…) Een wijziging aan het gemeentelijk wegennet wordt ook mogelijk via een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden. De bevoegdheid van de gemeenteraad om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg als vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning wordt verduidelijkt en geëxpliciteerd, waarbij de procedure, inspraak- en beroepsmogelijkheden maximaal worden afgestemd op de bepalingen voor de totstandkoming, wijziging, verplaatsing en opheffing van rooilijnplannen volgens dit voorstel van decreet.'
De bezwaarindiener miskent de principes en doelstellingen van het gemeentewegendecreet en artikel 31 OVD. Er is geen enkele noodzaak om 'de autonome procedure' uit het gemeentewegendecreet toe te passen.
Waar zij lijkt te suggereren dat de geïntegreerde procedure enkel kan worden toegepast voor zover de aanvrager eigenaar is van de betrokken gronden, voegt zij een onwettige voorwaarde toe aan artikel 12 § 2 gemeentewegendecreet. Dit staat immers niet vermeld in deze bepaling. De Raad van State verduidelijkte enkel dat van deze afwijkingsmogelijkheid in beginsel enkel kan worden gebruik gemaakt voor wegen 'die gelegen zijn op het terrein waarop de omgevingsvergunningsaanvraag betrekking heeft' (RvS 20 mei 2022, nr. 253.831). Dit laatste kan niet in twijfel worden getrokken: zowel het nieuw aan te leggen fietspad als de op te heffen voetweg maken expliciet deel uit van het aanvraagdossier en staan aangeduid op de inplantingsplannen.
Artikel 12 § 2 GWD wordt niet geschonden.
Schending van artikel 16 en artikel 25 § 2 van het gemeentewegendecreet
Evaluatie: de bezwaarindiener toont niet aan dat het rooilijnplan in strijd is met artikel 16 GWD. Het betrokken rooilijnplan bevat wel degelijk alle elementen vermeld in artikel 16 § 2 GWD. Zij geven ook voldoende duidelijkheid over de contouren van de aanvraag en de desbetreffende percelen. Gebeurlijke onjuistheden in de plannen of in het aanvraagdossier kunnen slechts leiden tot vernietiging wanneer ze van die aard zijn dat de vergunningverlenende overheid erdoor misleid werd en erdoor verhinderd werd met kennis van zaken over het dossier te oordelen. Tevens moeten ze beslissend zijn voor de toekenning van de aanvraag (RvVb 13 februari 2018, nummer A/1718/0537, pagina 13). In voorliggende zaak kan de deputatie als vergunningverlenend bestuur wel degelijk met kennis van zaken oordelen over het aanvraagdossier inclusief het rooilijnplan.
De vermeende kritiek op de berekening van de meerwaardebepaling is ongefundeerd en vaag. Conform artikel 28 GWD werd de waardevermeerdering vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de stad Sint-Niklaas. Er kan ook niet worden ingezien welk persoonlijk belang de bezwaarindiener heeft bij deze kritiek. Het bezwaar is ongegrond.
Artikel 25 § 2 GWD is bij deze aanvraag niet relevant (dit heeft louter betrekking op de bevoegdheid van de Vlaamse regering bij een annulatieberoep). Ook dit artikel wordt niet geschonden.
- Schending van de procedurebepalingen met betrekking tot het openbaar onderzoek:
Evaluatie: de bezwaarindiener heeft geen enkel belang bij haar bezwaar. Zij heeft tijdig een uitgebreid bezwaarschrift ingediend waardoor haar opmerkingen over de organisatie van het openbaar onderzoek onontvankelijk zijn (RvVb nummer RvVb-A-2021-0422, pagina's 36-37). Om die reden dient dit bezwaar al te worden afgewezen.
Er wordt opgemerkt dat het openbaar onderzoek werd heropgestart om de omwonenden voldoende duidelijkheid te geven over de aanvraag, inclusief de handelingen aan de Pijkedreefwegel. Het openbaar onderzoek heeft dertig dagen geduurd zodat er op dat vlak geen enkele onwettigheid noch onduidelijkheid kan bestaan. Het bezwaar is ongegrond.
- Schending gemeentewegendecreet - geen algemeen belang:
In het bezwaarschrift wordt aangehaald dat de essentie van het bezwaar zou gaan over de vraag waarom de 'historische buurtweg' wordt afgeschaft, waarom kan het nieuwe fietspad niet gerealiseerd worden zonder dat er tot afschaffing zou worden overgegaan.
In dit kader zijn de artikelen 3 en 4 GWD relevant:
Artikel 3:
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4:
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
In tegenstelling tot wat de bezwaarindiener opwerpt, wordt in de beschrijvende nota wel degelijk gemotiveerd waarom de aanleg van het nieuwe fietspad in combinatie met de afschaffing van de bestaande voetweg nummer 43 aangewezen is, waarbij ook rekening wordt gehouden met het algemeen belang (zie beschrijvende nota):
2. Beschrijving van het voorwerp van de aanvraag
Dit project op grondgebied Sint-Niklaas ter hoogte van de waterloop Molenbeek omvat onder andere verhardingswerken voor een nieuw dubbelrichtings fietspad (3,50 m). Bedoeling is om een fietsvriendelijke doorgang te voorzien tussen Pijkedreef en Hoge Bokstraat die ook toegankelijk is voor voetgangers. De nieuwe verharding zal bestaan uit cementbeton en er komt een fietsersbrugje in beton over de waterloop ter hoogte van RWZIMIWA. Totale verharding 2.151 m². Hierbij zal een deel van de huidige onverharde berm bijkomend ingenomen worden. Er wordt een nieuw rooilijnplan bijgevoegd aan deze vergunning.
(…)
Gemeenteweg 43, momenteel dwars door de fruitgaard, wordt tenslotte verplaatst naar het noordelijkere afgescheiden tracé dat wordt aangelegd naast de Molenbeek.
3. Doel van de werken
De aanvraag omvat de aanleg van een fietsvriendelijke doorgang in de groene rand langs de Molenbeek tussen de Pijkedreef (met aansluitmogelijkheid op het toekomstige fietspad door het in aanbouw zijnde Sportkringpark) en de Hoge Bokstraat, die tevens toegankelijk is voor voetgangers. In een latere fase kan de fietsverbinding vanaf de Hoge Bokstraat doorgetrokken worden tot aan de Marktstraat. Dit is ook zo gedefinieerd in het mobiliteitsplan van de Stad Sint-Niklaas als alternatieve fietsroute Marktstraat-Nauwstraat (zie ook onderstaande figuur uit het mobiliteitsplan).
4. Verantwoording van het gekozen tracé
Het tracé voor het fietspad is er gekomen op basis van de aansluiting aan de Pijkedreef en het reeds aangekochte en ontboste perceel 962D aan de zuidkant. Aangezien de RWZI van Aquafin geen mogelijkheid laat om langs de noordkant te werken wordt een deeltje van de boomgaard ingenomen in de zone tussen fietsbrug en Pijkedreef. Om boomsparend te werken is er voor gekozen om daar langs de noordkant in het weiland verder te werken om uiteindelijk uit te komen aan de ingebuisde waterloop tussen huisnummers 195 en 197 aan de Hoge Bokstraat. Dit was ook het kortst mogelijke tracé voor de fietsers.
-> verplaatsing gemeenteweg 43 (zie ook plannen en bijlage voorstel gemeenteraad): Verzoek bijgevoegd aan de omgevingsvergunning (dossierstukken - overige) tot het verplaatsen van gemeenteweg nummer 43 van de onverharde paden langs/door de zuidkant van de boomgaard naar het nieuwe verharde fietspad aan de noordkant van de boomgaard. Na de goedkeuring van het nieuwe rooilijnenplan ontstaat een nieuwe openbare gemeenteweg. Zowel de bestaande gemeenteweg 43 als het nieuw aan te leggen fietspad liggen gedeeltelijk op dezelfde percelen. Het behoud van de bestaande gemeenteweg 43 in combinatie met de aanleg van een nieuw fietspad op hetzelfde perceel is voor de betrokken eigenaars niet billijk. De gemeenteweg nummer 43 loopt ook verder in de Pijkedreef (richting Watermolenstraat) en dit deel wordt dus verder behouden.
Er is wel degelijk met motieven die kaderen in het algemeen belang concreet gemotiveerd waarom ervoor wordt geopteerd op de voetweg te verplaatsen naar de noordkant van de boomgaard. De aanvraag beoogt een verkeersveilige doorsteek voor fietsers en wandelaars De bezwaarindiener gaat uit van een fragmentaire lezing van de beschrijvende nota en het aanvraagdossier. Artikelen drie en vier worden gerespecteerd. Er is geen enkele schending van een 'direct werkende norm'.
Opnieuw moet worden vastgesteld dat het aanvraagdossier voldoende duidelijk is en dat de deputatie met voldoende kennis van zaken kan oordelen van de volledige aanvraag.
- Schending van de formele motiveringsplicht
Evaluatie: de formele motiveringsplicht rust niet op een aanvrager, wel op het vergunningverlenend bestuur. Het komt toe aan de deputatie om een zorgvuldige beslissing te nemen over het aanvraagdossier, rekening houdende met de verleende adviezen en ingediende bezwaarschriften. Bovendien zal de gemeenteraad zich ook uitspreken over het gemeentewegendossier dat deel uitmaakt van voorliggende aanvraag. Het bezwaar is voorbarig; de formele motiveringsplicht wordt niet geschonden.
Eén private bezwaarindiener heeft volgende bezwaren:
1. De aansluiting van het fietspad op Hoge Bokstraat: het restperceel sectie A nummer 911e is openbaar domein: de bewaarindiener vraagt het volledige perceel op te nemen als fietspad en groene omgeving: de aansluiting met Hoge Bokstraat kan verbreed worden, het fietspad kan verbreed worden naar 3,50 m;
2. Ter hoogte van het brugje ontbreken verbredingen in het dubbelrichtingsfietspad, wat noodzakelijk is en volgens het fietsvademecum;
3. De aansluiting met het fietspad van de LABschool is niet te zien op de plannen. De bezwaarindiener is bezorgd of er voldoende afstand is tussen de aansluiting en het brugje;
4. Er is niet voldaan aan de voorwaarden voor de verplaatsing van een buurtweg;
5. Het algemeen belang is niet gemotiveerd;
6. Hoge haagbeuk: op het huidige plan is geen spoor van de beukenhaag. Indien deze er komt, wordt de hoogte beter beperkt tot 1 m zodat de fietsers zicht blijven houden op de boomgaard. Een haag hoort niet thuis in het werkgebied: het werkgebied dient uitsluitend voorbehouden voor het fietspad en de nodige groene omlijsting.
Evaluatie:
1. Een deel van het perceel 1ste afdeling, sectie A, nr. 0911 e werd in der minne aangekocht en maakt deel uit van de aansluiting naar Hoge Bokstraat. De rest van het perceel blijft in eigendom van de private eigenaar. De fietswegel is 3,50 m breed.
2. De brug is 4,50 m breed en 13,55 m lang, wat voldoende is om op een comfortabele manier elkaar te kruisen, zij het dan niet aan (te) hoge snelheid. De wegel is bestemd voor gemengd zacht verkeer, door de breedte te beperken worden de verkeersstromen afgeremd.
3. De plannen moeten, o.a. om werkbaar te blijven, begrensd worden tot de projectsite en de onmiddellijke omgeving, de inschatting voor aansluiting met andere projecten moet door de ontwerper en vergunningverlenende overheid worden gedaan.
4. Zie hoger.
5. Zie hoger.
6. Zowel op het plan ‘nieuw’ (BA_verhard.HogeBok_P_N) als op de legende staat de haag vermeld, net als in de verantwoordingsnota.
Advies omgevingsambtenaar (stedenbouw): de aanvraag is niet in overeenstemming met het bpa stedelijke nutsbedrijven. De aanvraag is in overeenstemming met het bpa Watermolenwijk: volgens de voorschriften van dit bpa zijn in alle bestemmingsstroken werken van openbaar nut toegelaten, indien ze verenigbaar zijn met de bestaande woonomgeving.
De verkaveling SN65/1 is ouder dan vijftien jaar. Conform artikel 4.3.1. VCRO vormen verkavelingsvoorschriften van een verkaveling die ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de vergunningsaanvraag geen weigeringsgrond.
Conform artikel 4.4.7 § 2 VCRO mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben. Het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 5 mei 2000 stelt in Hoofdstuk III, artikel 3, § 1, 1°: De volgende handelingen zijn handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De handelingen hebben betrekking op: de aanleg, wijziging of uitbreiding van openbare fiets-, ruiter- en wandelpaden, en andere paden voor de zwakke weggebruiker.
Elke beslissing over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet geeft uitvoering aan artikel drie (doelstellingen) en aan artikel vier (principes) van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019, bijgevolg wordt de aanvraag ook aan deze artikelen getoetst.
In artikel drie worden de doelstellingen als volgt omschreven: ‘Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op: 1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau; 2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel vier van het gemeentewegendecreet omschrijft de principes waarmee minimaal rekening moet worden gehouden:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
Het nieuw aan te leggen pad sluit aan op bestaande wegen: het maakt de verbinding tussen de bestaande Pijkedreefwegel en Hoge Bokstraat. Het pad kan zowel voor praktische doeleinden (korte verbinding tussen de beide openbare wegen) als voor recreatieve doeleinden worden gebruikt (wandelen, fietsen als recreatie). Het is een veilige verbinding die zachte weggebruikers de mogelijkheid geeft een (deel van hun) traject af te leggen zonder interactie met het autoverkeer.
Het pad wordt door de aanleg toegankelijk gemaakt, ook voor de minder-mobiele weggebruiker. Samengevat kan gesteld worden dat de aanleg van de weg het algemeen belang dient.
Het tracé volgt daarbij een reeds bestaand tracé in het landschap, namelijk het tracé van de Molenbeek. Hierdoor worden geen onnodige insnijdingen in het landschap gemaakt, maar wordt de beleving van de aanwezigheid van een belangrijke waterloop versterkt. Het ruimtebeslag is zo beperkt mogelijk gehouden en er werd rekening gehouden met het bestaande landschap door het bewaren van de aaneengesloten fruitboomgaarden en het consolideren ervan. Het verplaatsen van een deel van trage weg 43 naar het nieuwe tracé draagt bij aan het bestendigen van het open landschap met het specifieke gebruik als landbouwgronden. De verplaatsing van gemeenteweg 43 is gemotiveerd en aanvaardbaar.
De fietsbrug wordt uitgevoerd met een leuning, die aan beide zijden wordt geplaatst, teneinde te verhinderen dat er mensen in de waterloop zouden terechtkomen. Langsheen het tracé worden ter hoogte van Hoge Bokstraat langs weerszijden draadafsluitingen geplaatst ter bescherming van de privégronden en de gebruikers van het pad. Verder wordt gebruik gemaakt van bestaande en nieuwe beplanting om het tracé en de aanliggende gronden te begrenzen. Hierdoor zijn conflicten met het aanwezige landbouwverkeer niet mogelijk wat bij het huidige tracé wel het geval is.
De toekomstige functies van de aanliggende percelen worden door het aanleggen van dit pad niet gehypothekeerd of in gevaar gebracht: er zijn geen essentiële wijzigingen in de bestaande noch toekomstige gebruiksmogelijkheden.
Het openbaar onderzoek wordt gehouden van 30 april 2024 tot en met 29 mei 2024. Er werden dertien standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek: één opmerking, vijf identieke bezwaren, vier identieke bezwaren, een bezwaar namens ‘bewoners Hoge Bokstraat’ (met één naam), een bezwaar namens een vereniging, een bezwaar uit eigen naam, ondertekend door één persoon.
De indiener van de opmerking vraagt of er een afsluiting geplaatst wordt aan de oprit van het fietspad om de snelheid van de fietsers te verminderen, omdat het op- en afrijden van haar oprit bij de woning nu al moeilijk is door het drukke verkeer. Langs beide zijden van de aansluiting van het fietspad met de Hoge Bokstraat wordt een afsluiting gezet tot tegen de rooilijn. De aanwezigheid hiervan zal verhinderen dat fietsers een bocht nemen in noordelijke (of zuidelijke) richting aan een hoge snelheid. Het zal echter niet verhinderen dat op het fietspad snel gereden wordt. De opmerking is zonder voorwerp.
Het bezwaar betreffende de toepassing van en het voldoen aan het gemeentewegendecreet wordt uitgebreid behandeld onder de titel ‘Openbaar onderzoek’. Hieruit blijkt ten overvloede dat de aanvraag conform de bepalingen van het gemeentewegendecreet is en voldoet aan alle bepalingen.
Voor de uitgewerkte behandeling van de bezwaren wordt verwezen naar de voormelde tekst onder de titel ‘Openbaar onderzoek. Er wordt niet ingestemd met de bezwaren.
De aanvraag is stedenbouwkundig aanvaardbaar en passend in de omgeving.
Het rooilijnplan voldoet aan de geldende normen. Om die redenen wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om het ontwerp van voorliggend rooilijnplan en aanleg en uitrusting van de wegenis vast te stellen.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met uitvoeringsbesluiten.
Besluit betreffende de omgevingsvergunning en uitvoeringsbesluiten.
Gemeentewegendecreet
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
in toepassing van artikel 31 van het omgevingsdecreet en artikel 12 § 2 van het decreet houdende de gemeentewegen akkoord te gaan met het rooilijnplan van de wegenis aan Hoge Bokstraat, Pijkedreefwegel en Vlyminckshoek.
Een exemplaar van de ontwerpplannen wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
het ontwerp van de wegenis aan Hoge Bokstraat, Pijkedreefwegel en Vlyminckshoek vast te stellen conform de bijlagen.
Een exemplaar van de ontwerpen wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Op datum van 22 oktober 2022 besliste het college van burgemeester en schepenen na afronding van de procedure beschreven in de artikelen 5.82. - 5.90. Vlaamse codex wonen, het sociaal beheersrecht toe te passen op de woning gelegen Plezantstraat 369, 9100 Sint-Niklaas.
Voornoemde beslissing werd nadien op datum van 27 oktober 2022 door gerechtsdeurwaarder Luc Verschueren betekent aan de eigenares van de woning. Er werd geen beroep aangetekend tegen de beslissing tot uitoefening van het sociaal beheersrecht (zie bevestiging door wonen Vlaanderen bij wijze van e-mail op datum van 6 januari 2023 (in bijlage)).
Na afronding van de administratieve procedure werd het sociaal beheersrecht overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor, 9200 Dendermonde, op 27 april 2023 onder formaliteit 55-T-27/04/2023-04999.
Vanaf januari 2023, te starten met de ontruiming van de woning, werden alle noodzakelijke werken uitgevoerd om de woning klaar te maken voor sociale verhuur. In bijgevoegde excel (kosten sociaal beheersrecht) staan alle werken met de onderliggende kostprijs beschreven:
- het totaalbedrag van de uitgevoerde renovatiewerken;
- de normale beheerskosten (kosten voor financieel, juridische en administratief beheer als de kosten van ontruiming);
- jaarlijks wederkerende kosten (onroerende voorheffing en brandverzekering).
Rekening houdend met een totaalinvestering van 99.419,73 EUR en de sociale huuropbrengst van 700 EUR, per maand, wordt de looptijd van het beheersrecht ingeschat volgens het bijgevoegde model van rendementsberekening op elf jaar. Na elf jaar is de volledige investering terugverdiend zonder rekening te houden met onverwachte kosten die ten laste kunnen vallen van de verhuurder tijdens de duurtijd van het beheersrecht.
In die zin werd in de huurovereenkomst beschreven dat voor het beëindigen van de negenjarige termijn van huurovereenkomst de resterende looptijd zal bepaald worden in functie van het openstaand kapitaal van investering en onverwachte kosten op dat moment. Stad Sint-Niklaas kan dan beslissen om de huurovereenkomst automatisch te verlengen voor een duurtijd van drie jaar of te gaan voor een huurovereenkomst van korte duur (minder dan drie jaar).
Stad Sint-Niklaas heeft volgende verplichtingen tijdens de duurtijd van het sociaal beheersrecht:
- in het kader van de huurovereenkomst: instaan voor de herstellingen die ten laste vallen van de verhuurder volgens het Vlaams Woninghuurdecreet. Concreet wil dit zeggen dat alle werken die niet ten laste vallen van de huurder of WoonST (zie bijlage Woninghuurdecreet: lijst van kleine herstelling ten laste van de huurder) zullen gedragen moeten worden door stad Sint-Niklaas. Dit gaat altijd over grote (herstel)werken gelinkt aan bijvoorbeeld de buitenschil van de woning. WoonST zal stad Sint-Niklaas hiervan altijd op de hoogte brengen moest dit het geval zijn zoals overeengekomen in het ontwerp van de huurovereenkomst. Aangezien de woning volledig vernieuwd en gerenoveerd is, zullen hiertoe weinig verplichtingen zijn in de beginperiode van verhuring;
- in het kader van de uitoefening van het beheersrecht: de houder van het zakelijk recht (eigenares van de woning) heeft recht op een jaarlijkse vergoeding die overeenstemt met de verschuldigde onroerende voorheffing vanaf de kennisgeving van de beslissing tot uitoefening van het sociaal beheersrecht (27 oktober 2022). Stad Sint-Niklaas stelt vast dat tot op heden tijdens de procedure en naar aanleiding van de betekening door de gerechtsdeurwaarder in 2022 nog niet werd gereageerd door de eigenares van het pand. Bijgevolg dient de kostenstaat met totaalinvestering terug betekend te worden door een gerechtsdeurwaarder aan de eigenares om de schuldvordering van stad Sint-Niklaas kenbaar te maken. Artikel 5.89 Vlaamse Codex Wonen bepaalt immers dat vóór het verstrijken van de duurtijd van het sociaal beheersrecht, de houder van het zakelijk recht het sociaal beheersrecht kan beëindigen voorzover stad Sint-Niklaas vergoed wordt voor het openstaand kapitaal van investeringen en kosten.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van het voorgaande en de totaalinvestering in Plezantstraat 369, 9100 Sint-Niklaas, en de opdracht te geven aan gerechtsdeurwaarder Luc Verschueren om de kostenstaat van het sociaal beheersrecht te laten betekenen aan de eigenares van de woning. De definitieve kostenstaat zal betekend worden aan de eigenares nadat alle facturen overgemaakt zijn van de laatste werken door OOC of externe aannemers.
Aan de gemeenteraad wordt alsook gevraagd kennis te nemen van bijgevoegde huurovereenkomst met WoonST en deze goed te keuren waarna het stadsbestuur de huurovereenkomst kan tekenen.
Vlaamse Codex Wonen, artikelen 5.82. - 5.90.
Besluit Vlaamse Codex Wonen, Sociaal beheer van woningen, Boek 5, deel 7, artikelen 5.211- 5.215.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
De stad blijft verantwoordelijk voor het onderhoud, weliswaar enkel de grotere herstellingswerken, wat opnieuw een toename betekent van het onderhoud.
kennis te nemen van de totaalinvestering na uitvoering van de renovatiewerken en normale beheerskosten in de rijwoning Plezantstraat 369, 9100 Sint-Niklaas, in het kader van het sociaal beheersrecht.
kennis te nemen van de voorwaarden van huurovereenkomst met WoonST en verleent machtiging aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen tot ondertekening van de huurovereenkomst met WoonST.
opdracht te geven aan gerechtsdeurwaarder Luc Verschueren om de kostenstaat te laten betekenen aan de eigenares van de woning ter vaststelling van de schuldvordering van stad Sint-Niklaas in het kader van uitoefening van sociaal beheersrecht.
Huysman Promoties nv, Stationsstraat 83, 9900 Eeklo, wenst de wegenissen, Maricolenwijk, 9112 Sinaai, kosteloos over te dragen aan de stad om reden van openbaar nut, namelijk met het oog op de inlijving ervan in het openbaar domein van de stad.
1. Een wegenis gelegen Vleeshouwerstraat, gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel sectie A, nummer 1358GP0000, met een oppervlakte van 230 m².
2. Een wegenis gelegen 'Het Speeuws', gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel sectie A, nummer 1358L2P0000, met een oppervlakte van 797 m².
3. Een wegenis gelegen Vleeshouwersstraat, gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel sectie A, nummer 1358RP0001, met een oppervlakte van 600 m².
4. Een wegenis gelegen 'Het Speeuws', gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel sectie A, nummer 1359TP0000, met een oppervlakte van 408 m².
5. Een wegenis gelegen Vleeshouwersstraat, gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel sectie A, nummer 1377TP0000, met een oppervlakte van 2.051 m².
6. Een wegenis gelegen Hooimanstraat, gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel sectie A, nummer 1381C2P0000, met een oppervlakte van 905 m².
Deze eigendom komt voor in het geel als lot één met een totale oppervlakte volgens meting van 4.831,13 m² op een metingsplan ervan opgemaakt door Filip Vlaeminck en Sander Veyt landmeters-experten, 9280 Lebbeke, op 3 mei 2024.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
de voorwaarden goed te keuren van de ontwerpakte betreffende de kosteloze overdracht aan de stad van de wegenis Maricolenwijk, 9112 Sinaai, kadastraal bekend 10de afdeling, sectie A, perceelnummers 1358g, 1358l2, 1358r,
1359t, 1377t en 1381c2, met een totale oppervlakte van 4.831,13 m² door Huysman Promoties nv, Stationsstraat 83, 9900 Eeklo, met het oog op de inlijving ervan in het openbaar domein.
Een exemplaar van de ontwerpakte wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de akte aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
Interpellatie van raadslid Steve Vonck die het stemgedrag van zijn fractie motiveert.
Beantwoord door schepen Ine Somers.
Voor de organisatie van de Vredefeesten 2024 werkt stad Sint-Niklaas samen met verschillende partners. De ondersteuning wordt per partner vastgelegd aan de hand van een convenant. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het convenant per partner goed te keuren:
- Nikki Ballooning Association vzw, inzake de organisatie van het ballonfestival op de Grote Markt;
- Villa Pace vzw, inzake de organisatie van een muziekfestival op het Hendrik Heymanplein en Castrohof;
- Freezer and Friends vzw, inzake de organisatie van een muziekfestival in het Romain De Vidtspark;
- Ballonloop Sint-Niklaas vzw, inzake de organisatie van een loopwedstrijd in de stad Sint-Niklaas.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
het convenant met Nikki Ballooning Association vzw, inzake de organisatie van het ballonfestival op de Grote Markt tijdens de Vredefeesten 2024 goed te keuren.
Een exemplaar van het convenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
het convenant met Villa Pace vzw, inzake de organisatie van een muziekfestival op het Hendrik Heymanplein en Castrohof
tijdens de Vredefeesten 2024 goed te keuren.
Een exemplaar van het convenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
het convenant met Freezer and Friends vzw, inzake de organisatie van een muziekfestival in het Romain De Vidtspark
tijdens de Vredefeesten 2024 goed te keuren.
Een exemplaar van het convenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
het convenant met Ballonloop Sint-Niklaas vzw, inzake de organisatie van een loopwedstrijd in de stad Sint-Niklaas
tijdens de Vredefeesten 2024 goed te keuren.
Een exemplaar van het convenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen tot ondertekening van de akte aan de algemeen directeur en de burgemeester of een door hem aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen.
In de buitenschoolse groepsopvang geven we in de vakantie voorrang aan de jongste kinderen (die het recht openen), gekoppeld aan een voorrang voor broers en zussen. Doordat de vraag het aanbod overstijgt, worden die voorrangsregels ook effectief toegepast en worden bijgevolg aanvragen tot reservatie geweigerd. Aangezien voorrang wordt gegeven aan broers en zussen van de jongste kinderen, worden ook oudere broers en zussen (tieners) ingeschreven. Vaak kunnen de jongste kinderen dan geen gebruik meer maken van de vakantieopvang. Alle plaatsen worden met andere woorden al ingevuld door jonge kinderen met hun broers en zussen tot en met twaalf jaar.
We zien echter dat andere organisaties in onze stad een ruimer vakantieaanbod hebben voor kinderen van + acht jaar in vergelijking met het beperkt aanbod voor de allerkleinsten. Daarenboven is onze vakantieopvang gericht op jongere kinderen (kwaliteitslabel), waardoor oudere broers en zussen zich ook minder aangesproken voelen door het spelaanbod. Daarom willen we de maximum leeftijd voor inschrijving bij BGO De Sprinkhaan beperken tot en met acht jaar voor broers en zussen van het jongste kind dat het recht op inschrijving opent.
Punt 2.2.2 van het huishoudelijk reglement wordt aangevuld met volgende vetgedrukte verfijning:
Tijdens de schoolvakanties geven wij voorrang aan de opvang van de jongste kinderen en hun broertjes en zusjes tot en met de leeftijd van acht jaar. Wij passen deze voorrangsregel toe op alle digitale aanvragen die worden ingediend tijdens de eerste inschrijvingsperiode.
Voor digitale inschrijvingen na de eerste inschrijvingsperiode vervalt deze voorrangsregel maar hanteren we dezelfde maximumleeftijd tot en met acht jaar. Na de eerste inschrijvingsperiode reserveer je zelf de op dat moment openstaande plaatsen waar je interesse voor hebt.
Volgende vetgedrukte verfijning wordt toegevoegd aan bijlage twee van het huishoudelijk reglement:
We geven bij inschrijving voorrang aan de jongste kinderen tijdens vakantieperiodes. Daarom wordt de eerste inschrijvingsperiode (via vakantie op maat) telkens na vijf dagen afgesloten en worden de beschikbare plaatsen toegekend aan de jongste kinderen en hun broertjes of zusjes tot en met acht jaar.
Je kan tijdens de tweede inschrijvingsperiode (via vakantie op maat) vrije of vrijgekomen plaatsen reserveren. Voor deze digitale inschrijvingen vervalt de voorrangsregel maar wordt de maximumleeftijd bepaald op acht jaar.
Ook worden een aantal passages in het huishoudelijk reglement geactualiseerd zonder nieuwe inhoudelijke wijzigingen:
- namen en telefoonnummers onder punt 1.2.1;
- telefoonnummers onder punt 1.2.3;
- gegevens contact klachtendienst onder punt 4.2;
- verduidelijking stappen inschrijvings- en annulatieprocedure in bijlage twee.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming van buitenschoolse activiteiten van 27 juni 2019.
de wijzigingen in het huishoudelijke reglement van de buitenschoolse groepsopvang goed te keuren.
Een exemplaar van het reglement wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Het nieuwe decreet BOA (buitenschoolse opvang en activiteiten) stimuleert multifunctioneel ruimtegebruik. Voor de huidige werking van de buitenschoolse kinderopvang werken we op dit vlak al samen met scholen waar de opvang georganiseerd wordt. Deze samenwerking is mee bepalend voor een kwalitatief aanbod van de opvang maar gaat over meer dan alleen de ruimtes die in de school gebruikt worden. Goede afspraken zijn zeker even essentieel om deze samenwerking te doen slagen. Daarom willen de afspraken voor het gebruik van lokalen en het afstemmen van de werkingen, bij aanvang van het nieuwe schooljaar opnieuw en extra onder de aandacht brengen en formaliseren. Hiervoor gaan we met de scholen een samenwerkingsovereenkomst aan.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming van buitenschoolse activiteiten van 27 juni 2019.
het model van samenwerkingsovereenkomst met de verschillende scholen waar buitenschoolse groepsopvang georganiseerd wordt in Sint-Niklaas, goed te keuren.
Een exemplaar van het model voor deze samenwerkingsovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen aan de algemeen directeur en burgemeester, of een door de burgemeester aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen, tot ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst namens de stad.
Het Vlaams Agentschap Opgroeien streeft ernaar om in elke eerstelijnszone een OverKophuis te openen. Met het budget dat in 2024 uitgetrokken wordt binnen het crisis- en investeringsplan voor de jeugdhulp kan er in minstens achttien eerstelijnszones een nieuwe OverKopwerking opgestart worden. Binnen ons OverKop-partnerschap regio Krachtgericht Waas en Dender zijn momenteel drie OverKophuizen actief in Lokeren, Zwijndrecht en Sint-Niklaas. Aangezien de eerstelijnszone Dender nog geen OverKophuis heeft, worden de middelen voor 2024 besteed aan de uitbouw van het OverKopnetwerk in Dendermonde.
Aangezien het lokaal bestuur Sint-Niklaas penhouder is van het partnerschap regio Krachtgericht Waas en Dender trekken we met de kernpartners (Arktos, CAW Oost-Vlaanderen en lokaal bestuur) ook de gesprekken in deze uitbreidingsronde.
De samenwerkingsovereenkomst beschrijft de verbintenissen van deze partners bij de uitbouw van het OverKophuis in Dendermonde, en wordt als bijlage bij deze nota gevoegd.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet van 20 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning.
de samenwerkingsovereenkomst met het lokaal bestuur Dendermonde, CAW Oost-Vlaanderen vzw en Arktos vzw met betrekking tot de regionale uitbreiding van OverKop goed te keuren.
Een exemplaar van de samenwerkingsovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen aan de algemeen directeur en burgemeester, of een door de burgemeester aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen, tot ondertekening van de overeenkomst namens de stad.
Het OverKophuis Sint-Niklaas is als één van de eerste OverKophuizen erkend door het Vlaams agentschap opgroeien en wordt tevens aanzien als aanspreekpunt voor de hele regio 'Krachtgericht Waas en Dender'. Intussen hebben in deze regio ook Zwijndrecht en Lokeren een OverKophuis, en zijn de voorbereidingen aan de gang voor de start van een OverKophuis in Dendermonde. Voor al deze dossiers is Sint-Niklaas de 'penhouder'.
De samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot het OverKophuis Sint-Niklaas verheldert de engagementen van de betrokken partijen. De stad, het CAW en Arktos verbinden zich er in deze overeenkomst toe van het OverKop-huis een bruisende, stimulerende plek te maken voor jongeren tussen twaalf en vijfentwintig jaar, met speciale aandacht voor jongeren in een kwetsbare situatie en organisaties die zich richten op deze doelgroep. Hiertoe vaardigen de partners elk één halftijds equivalent medewerker per organisatie af voor de OverKop-werking, om zo samen in te staan voor het opnemen van de opgesomde taken. Ze hebben hierbij aandacht voor het gegeven dat de drie medewerkers onder verschillende werkgevers en bijgevolg met verschillende arbeidsvoorwaarden samenwerken.
Decreet lokaal bestuur, artikelen 40 en 41.
Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning van 29 november 2013.
Strategisch Programma Iedereen Mee.
de samenwerkingsovereenkomst met het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Oost-Vlaanderen vzw, Visserij 153, 9000 Gent, en Arktos vzw, Valkerijgang 26, 3000 Leuven, met betrekking tot het OverKop-huis, 9100 Sint-Niklaas, goed te keuren.
Een exemplaar van de samenwerkingsovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
machtiging te verlenen aan de algemeen directeur en burgemeester, of een door de burgemeester aangeduid lid van het college van burgemeester en schepenen, tot ondertekening van de overeenkomst namens de stad.